Relaxed langs het water

Jessica de Korte
8 minuten leestijd

Heel wat kanalen en rivieren stromen door het Franse Bourgondië. Op het water schakel je vanzelf een tandje terug; door de stilte en de sluisjes, waar geduld een schone zaak is voor schipper. Een heerlijke combinatie is fietsen én varen: overdag door het landschap trappen, ’s avonds op het schip schommelend in slaap vallen.

reportage
  • Fietsen
Moret-sur-Loing

Als parels in een ketting

Vanaf Moret-sur-Loing volgen we een week lang de rivier Yonne, tot aan Auxerre, een stad in het zuidoosten. Sommige stukken varen we. Dan kijk ik naar de aalscholvers die op paaltjes rusten en hun vleugels drogen, naar het kabbelende water en de zwanen. Op andere momenten fietsen we. Heerlijk vlak, naast de rivier, of door de glooiende heuvels, waar de graanvelden in de zon blinken. Ergens picknicken, even zwemmen, een koffie tussendoor. De dagen rijgen zich aan elkaar, als glanzende kralen in een parelketting.

Al snel leer ik de andere fietsers kennen. Het zijn bijna allemaal Amerikanen, die alles aan Frankrijk fantastisch vinden, van de klaprozen (fotomoment!) tot aan de trompetspelende uitbater in een afgelegen barretje. Bob Coorsen uit Colorado blijkt een landschapsfotograaf, zijn van oorsprong Engelse vrouw Louise is natuuronderzoeker. Karen en Chuck Throckmorton werken als advocaten in Miami. In het gezelschap zitten verder artsen, een boswachter en een accountant.

Onderweg delen we verhalen over onze levens op verschillende plekken in de wereld. Het is bijzonder, hoe op de fiets de afstand tussen mensen in één keer vervaagt. Voor je het weet, voelt het alsof je elkaar al jaren kent. Net als op de speelplaatsvroeger; fietsen lijkt ook wel wat op buiten spelen. Trappend op de pedalen verdwijnen de zenuwen, denk je minder na over wat je moet zeggen, vergeet je het leeftijdsverschil. De meeste groepsgenoten zijn twee keer zo oud, maar dat doet er niet meer toe.

David Blackstun, de boswachter, wijst aan wat we onderweg zien: velden met tarwe, gerst, raap- en koolzaad. ‘En kijk, een kersenboom!’ Soms vraagt hij zich hardop af wat een gewas is, als hij het niet eerder in de VS heeft aangetroffen. Het wegdek golft. Zwaluwen vliegen kwetterend over, sierlijk als balletdansers. Op een houten paal zit een kiekendief. Een torenvalk hangt biddend in de lucht en maakt plots een stootduik. 

Ruimte in je hoofd

In het dorp Montmachoux staan struisvogels, die tot bij ons stuiven en als we in de remmen knijpen. Ze maken deel uit van een fokprogramma. Sommige dieren gaan helemaal naar Afrika. De struisvogels zijn net zo nieuwsgierig als wij; ze steken hun snavels boven het hek uit. Iets later fietsen we langs een menhir, een metershoge steen, in de prehistorie door mensen neergezet. ‘Kennen jullie de stripverhalen van Asterix?’ vraagt reisleider Tamara Veenendaal. ‘Obelix draagt zulke stenen altijd op zijn rug.’

Weg van het water is het landschap niet altijd even spectaculair, wel rustgevend. Als je kilometerslang naast graanvelden fietst, ontstaat er vanzelf ruimte in het hoofd. En er is altijd wel een cafeetje, of charmant dorp. Zo picknicken we in Fontaine-la-Gaillarde naast de oude openbare wasplaats met twee galerieën, aan de voet van de kerk. De bomen ruisen in het vleugje wind, verder overheerst de stilte. Na de Franse Revolutie bouwden de Fransen op veel plekken overdekte wasplaatsen, om de openbare hygiëne te verbeteren.

Elke avond ligt het schip op een andere plek. Pont-sur-Yonne blijkt een slaperig plaatsje, maar Sens? Daar kan je uren rondlopen door de straten vol vakwerkhuizen, boetiekjes en restaurants. In de middeleeuwen was de stad de metropool van een grote kerkelijke provincie, waaronder ook Chartres, Parijs en Orléans vielen. Veel bewoners bouwden hun huizen onderaan smaller, zodat ze minder belasting hoefden te betalen. Achter de markthal uit de negentiende eeuw staat de imposante kathedraal, met metershoge glas-in-loodramen.

Een voorbijgangster wijst naar de beelden boven de toegangsdeuren van de kerk, die hun hoofden missen. ‘Tijdens de Franse Revolutie kregen de kerken het zwaar te verduren,’ vertelt ze. ‘Van de zeventien kerken is er maar eentje overgebleven. Bewoners gebruikten de stenen vervolgens voor hun eigen huizen.’ Ondertussen straalt de rijkdom nog steeds van de gebouwen af. Bourgogne heeft een lange geschiedenis als koninkrijk en hertogdom en vormde een belangrijk machtscentrum. 

Akkers, bossen en cider

In een rustig tempo fietsen en varen we verder richting het zuidoosten. Moret-sur-Loing en Auxerre liggen slechts 115 kilometer van elkaar vandaan, en wij doen daar dus een week over. Wie korte afstanden wil fietsen, volgt het oude jaagpad naast de Yonne. Of anders ga je de heuvels in. Ik wissel het af. Al merk ik wel dat ik tussen de akkers en bossen al snel de rivier mis; ik hou nu eenmaal van fietsen naast het water… Maar het is heerlijk om af en toe flink vaart te maken, na de zoveelste lichte klim. 

‘Bonjour!’ Net buiten het plaatsje Vaudeurs begroet Louisette Frottier ons in haar cidermuseum Musée de la Pomme et du Cidre. Na kilometers trappen in de hitte is een glaasje cider verfrissend, maar ook verraderlijk. De alcohol stijgt snel naar het hoofd. Maar niet bij Frottier. Rap - en bijzonder lenig voor iemand die de pensioenleeftijd ver is gepasseerd - stapt ze in een houten rad en brengt het al lopend in beweging. ‘Zo werd de pers vroeger in beweging gebracht, legt ze uit.

Voordat de moderne machines kwamen, ging bijna alles met de hand. Dat lukt Frottier niet meer. Maar in haar ciderboerderij laat ze nog zien hoe het er vroeger aan toeging. De grootste houten pers was alleen in beweging te brengen door een trekpaard. Samen met haar man is Frottier alweer de zesde generatie cidermaker. Inmiddels doet het tweetal het rustiger aan. ‘Onze schouders zijn niet meer sterk genoeg,’ zegt de pittige dame lachend, wijzend naar haar broze lijf. 

Cider was belangrijk voor de economie in de streek. Iedereen dronk het. Ook ging veel drank naar het buitenland, onder meer naar Duitsland. ‘Helaas is wijn populairder geworden,’ vertelt Frottier. ‘Nu drinken alleen de arbeiders en lokale bewoners nog cider. Daarom noemen we het ook wel de drank van de arbeiders. Supervrolijk fietsen we verder richting Villeneuve-sur-Yonne, een charmant plaatsje, waar het schip naast de middeleeuwse poorttorens ligt aangemeerd. Zwaluwen vliegen af en aan.  Reisleider Tamara pakt haar gitaar en begint te spelen. Al snel haken de Amerikanen aan. Karen en Chuck Throckmorton blijken allebei muzikanten, en zetten een liedje van The Beatles in. 

Here comes the sun, doo-doo-doo-doo

Here comes the sun

And I say, it's alright

Als het weerbericht het juist heeft, hebben we de komende dagen nog volop zon. 

De luie sluiswachter

De volgende dag slaan we een groot deel van de fietstocht over. Met een temperatuur van 40 graden is varen wel even fijn. Behalve voor de matroos, die steeds meer begint te zweten als ze bij de zoveelste sluis met touwen in de weer moet. Een jonge sluiswachter komt op zijn brommertje aanrijden en heeft er niet zoveel zin in. Hij is niet bereid om te helpen. Met zijn armen over elkaar kijkt hij toe naar het gezwoeg van onze sterke varensgezel.

Het is maar goed dat ik heb gekozen voor een fiets met elektrische ondersteuning. Die middag staat er weer een proeverij op het programma. Aurélia Crépin ontvangt ons hartelijk in haar wijnboerderij Earl du Bourg in Senan, tien kilometer trappen van de stad Joigny vandaan. In rap tempo schenkt ze het ene na het andere glas in. Bourgogne Blanc, Vin de l’Yonne, Le Cherche Chaud. ‘Welke is jullie favoriet?’ vraagt Bob, de fotograaf uit Colorado. ‘De zoete,’ vindt de meerderheid. Ratafia, met een kruidige en fruitige smaak. 

Aan het eind van de middag weer aan boord stappen van het schip voelt steeds meer als thuiskomen. Het is fijn, eens geen bagage meezeulen op de fiets. En vooral: niet alles te hoeven in- en uitpakken iedere dag. De Baskische kok Asier Hernandez tovert in een piepkleine keuken iedere keer weer een verrassende driegangenmaaltijd tevoorschijn. Op het bovendek ligt de knusse huiskamer, waar alles op goed vertrouwen werkt. In de bar kan je zelf een glas Chardonnay pakken, gewoon even aanvinken op de consumptielijst.

Joigny - overnachtingsplek nummer vijf - is een schilderachtig stadje met vakwerkhuizen en imponerende renaissancegevels, waar in de kroegen live muziek klinkt. De omringende bossen, wijngaarden én de rivier droegen eeuwenlang toe aan een levende handel. Al het hout was niet alleen ideaal voor de huizenbouw, maar ook voor de productie van wijnvaten. De eikenhouten vaten met drank gingen stroomafwaarts mee op de Yonne. Eenmaal leeg werden ze als brandstof gebruikt.

Wakker van de motor

De volgende ochtend begint de schipper vroeg met varen, zodat hij op een gunstige tijd bij de eerste sluis van die dag kan zijn. Terwijl ik nog in bed lig, klinkt het geronk van de motor. Best een rare gewaarwording, half slaperig beseffen dat ik - letterlijk - in het benedendek onder het water lig. Door het kleine raampje kan ik de mist boven de rivier zien.

In Migennes beginnen we aan onze fietstocht naar Auxerre, de eindbestemming. We blijven dicht bij de rivier, zodat we af en toe bij een strandje het water in kunnen springen. Niet overal mag je zwemmen, dat is te gevaarlijk met de stroming, maar soms zijn er ligweiden en steigers. De bomen zorgen voor schaduw. Plons! Naast me zie ik twee eenden voorbij komen drijven.

Soms komen we ’ons’ schip tegen. Vanwege de grote hoeveelheid sluizen reist het schip trager dan wij, zelfs met onze vele zwem- en picknickpauzes tussendoor. De kapitein en matroos zwaaien telkens uitbundig, hun gezichten zwetend in de zon. Vanaf de kade is het zicht op het sluisritueel weer net een tikje anders dan aan boord. Leuk om te blijven staan dus, en het gebeuren te gadeslaan.

Het schip vaart het middenvak in, de zogenaamde sluiskolk, waarna de deuren sluiten. Met een flinke vaart stroomt via een luik het water naar binnen. De waterstand stijgt gestaag, zodat het schip als het ware wordt opgetild. De bemanning moet flink alert zijn, want door de sterke stroming kan het schip bij een klein foutje al tegen de kade aanslaan. Het gaat niet altijd goed, getuige de vele kleine beschadigingen op de flanken.

De excentrieke Cadet Rousel

Auxerre is ook al zo’n waanzinnige stad, rijk geworden door de handel in wijn en hout, waar de vakwerkhuizen met elkaar wedijveren. Het houtsnijwerk verklapt soms het beroep van de mensen die er woonden. Op de Rue Paul Bert staat een standbeeld van Cadet Rousel, een excentrieke deurwaarder uit de achttiende eeuw. Een vriend spot op vriendelijke manier met hem in een liedje, dat uiteindelijk volop wordt gezongen door de soldaten van het noordelijke leger.

Op de laatste dag volgt een rondrit vanuit Auxerre, langs het smalle Kanaal van Nivernais en de wijngaarden. Door een ijskoude tunnel fietsen we door een steengroeve naar de wijnkelder van Les Caves Bailly Lapierre, om Crémant de Bourgogne te proeven; mousserende wijn, op dezelfde manier gemaakt als champagne. Na het proosten deelt de groep e-mailadressen met elkaar uit. Het wordt afkicken straks. Zo’n gemoedelijk en gezellig leven rondom het water is nóg verslavender dan cider en wijn.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer