GETEST. Riverside van Decathlon: pittig baasje

Het eerste wat opvalt: de Riverside heeft geen versnellingen. In plaats daarvan stel ik mijn gewenste cadans in, hoeveel rotaties per minuut ik wil trappen. De fiets past zich automatisch aan. Dat klinkt ingewikkelder dan het is en heeft vooral voordelen, zo verzekert de expert van Decathlon me: minder onderhoud en vooral minder kans dat de ketting eraf vliegt.

Eens ik daarmee weg ben, leer ik snel de ware kracht van de fiets kennen: z’n forse motor. In het gezelschap van fotograaf Michael vertrek ik aan het Zwin voor de Kustroute, 85 kilometer tussen Knokke en De Panne. Ik schiet als een pijl uit een boog - zelfs op eco accelereert de fiets zonder aarzeling. Een chronometer heb ik er niet bijgehaald, maar ik durf wedden dat deze fiets in de categorie ‘van nul tot kruissnelheid’ veel concurrenten het nakijken geeft.

Ook op de zeldzame geaccidenteerde passages doet hij het prima. Want al is het parcours aan de kust doorgaans vlak, toch liggen er enkele kuitenbijters op het pad: de Hoge Blekker, een fietspad knal over de duinen in Bredene, hier en daar een brug. Nooit moet ik zelfs maar uit het zadel. Dus zo moet Cancellara zich gevoeld hebben tijdens die befaamde Ronde van Vlaanderen.

Eigenlijk is dat bijna zonde, want de stevige hendels aan het stuur nodigen uit tot trekken en sleuren. Ook de kurken handvatten liggen prettig in de hand. Door het brede profiel van de fietsbanden doet de fiets het trouwens ook goed op onverharde wegen. Ik zou er niet meteen een modderige veldrit mee rijden, maar op de grindstroken even buiten het Zwin laat de Riverside zich niet kennen. De hydraulische schijfremmen remmen krachtig, maar met gevoel. Het gevaar op een onverhoedse slipper lijkt me klein, zelfs wanneer het ter hoogte van Oostende begint te regenen.

Met andere woorden: Dit is niet het soort e-bike die ik voor me zie bij het woord ‘elektrisch’: geen brave stadsfiets voor een korte rit naar de bakker, maar een opvallend sportieve machine. Hij bolt vlot, reageert scherp en voelt tegelijk stoer en wendbaar. Ik cruise zonder moeite aan 25 km/u.

De volgende dagen ontdek ik dat de motor niet alleen over explosiviteit beschikt, maar ook over uithoudingsvermogen. Decatlon belooft een bereik van 130 kilometer op de ecostand. Op lange, rechte stukken, waarop ik weinig moet remmen, draaien of keren, kruipt het aangegeven bereik zelfs richting 200 kilometer. Over langere afstanden zal dat moeilijk haalbaar zijn, maar een bereik van 100 à 150 kilometer is best knap voor een fiets die qua prijs in het hogere middensegment zit. De Riverside kost 2700 euro.

Decathlon omschrijft de fiets als een alleskunner: stevig genoeg voor woon-werkverkeer, avontuurlijk genoeg voor een weekendtocht. Tijdens de Kustroute smeer ik 85 kilometer uit over drie dagen. Eigenlijk vind ik de e-bike voor deze onderneming bijna overdadig - alsof je een vervelende mug met een bazooka te lijf gaat. Maar ik kan me perfect inbeelden wat voor een fijne metgezel deze rakker is tijdens kampeertochten of langere fietsreizen. Woon-werkverkeer? Met deze fiets kan je naar de oorlog.

Het gebrek aan klassieke versnellingen zal sommige sportieve fietsers misschien storen. Net zoals fervente autorijders in een voertuig met een automatische versnellingsbak heimwee hebben naar het gevoel van schakelen, mis je hier dat kleine mechanische momentje. Zelf heb ik het tijdens deze korte test niet echt gemist, maar ik kan me voorstellen dat dat sentiment na een tijdje de kop kan opsteken.

Zijn er verder geen nadelen? Toch wel. Zo lijkt de fietscomputer soms een eigen willetje te hebben. Ook online klagen gebruikers over het gebrek aan accuraatheid van de klok en de kilometerteller. Wellicht belangrijker is het gewicht: de Riverside is - zelfs voor een e-fiets - geen pluimpje. De fiets weegt 26 kg, droog aan de haak. Daar merk ik tijdens het fietsen zelf gelukkig niet veel van. Maar mijn rug protesteert wel hevig wanneer ik dat gevaarte in een treinstation zonder lift naar het perron moet zeulen.