Oud erfgoed, nieuw plezier
In de winter is het Ruhrgebied nog een paar tinten donkerder, maar laat nu net in dat donkere een deel van de rauwe schoonheid liggen. In de heldere winterlucht rijzen de industriële monumenten waar de metropool mee is bezaaid, nog net wat imposanter op dan anders. Alsof je in het winterlicht beter ziet wat ze zijn, zoals je pas zonder de bladeren de kale geraamtes van de bomen ziet.
- Wandelen
Stadsjungle vol geschiedenis
Het Ruhrgebied is een fascinerende stadsjungle waar meer dan vijf miljoen zielen wonen. Die lijken je wel allemaal te willen vertellen over de roemruchte geschiedenis van het gebied, die hier letterlijk in de bodem zit. Op weinig plekken wordt het industriële erfgoed zo gekoesterd als hier. Overal kom je antieke kolenwagentjes of andere mijnbouwmonumenten tegen, overal nemen informatieborden en QR-codes je mee naar het zwart beroete verleden van de Kohlenpott, met de technologie en het comfort van nu.
Je kan je auto thuislaten, al hóeft dat niet, natuurlijk: het Ruhrgebied heeft een fijnmazig netwerk van U-Bahn (metro), S-Bahn (regiotreinen), Straßenbahn (tram) en bus, waarin het onbekommerd verdwalen is: je bent nergens ver van een halte. Net als in de natuurlijk jungle moet je het woud van wegen in de Pott durven omarmen, leren waarderen. Heb je die staat van zen eenmaal bereikt, dan wordt het een genot om het gebied (van west naar oost tachtig kilometer, van noord naar zuid veertig) te doorkruisen, op welke manier dan ook.
Gotham City
Een citytrip van drie of vier dagen is lang niet genoeg om alles te zien en te doen. Op drie doordeweekse dagen en een randje weekend wandelen fotograaf Michael Dehaspe en ik langs zwijgende kolenmijnen en hoogovens, die in de winter in een bruingroen takkenbed van struiken en bos liggen. We beklimmen Haldes, de bergen kolen- en staalafval die van het Ruhrgebied een uniek kunstmatig heuvellandschap hebben gemaakt.
Drie volle dagen wandelen we door. En dan nog gaan we niet naar het Landschaftspark Duisburg-Nord (beslist wel doen!), De Gasometer in Oberhausen (niet te missen) en talrijke andere hoogtepunten van de Route Industriekultur. Fotograaf Michael heeft de wereld gezien, maar kijkt zijn ogen uit. Het Ruhrgebied is een hemel voor fotografen, zeker in het donkere seizoen. Een soort Gotham City, maar dan één met broodjes en Milchkaffee, en aan het eind van een dag met tientallen fantastische foto’s, een bord warm eten en een grote pint.
Dagen vol ontdekkingen
We beginnen met de Zeche Zollverein in Essen. Het grootste en meest grootschalig bewaard gebleven mijnencomplex is het enige UNESCO Werelderfgoed van het gebied. Een voor de hand liggende attractie dus, maar dat is geen reden om er niet heen te gaan. De Zollvereinsteig is een pittige tippel van 26,4 kilometer langs grote en kleine Zeches (mijnen), een Kokerei (cokesfabriek), over Haldes en door parken. Da’s meteen perfecte samenvatting van het hele gebied, een heerlijke plek voor lange dagen vol ontdekkingen.
In de namiddag lopen we een stuk ervan, na onze aankomst in Essen. We beginnen bij de informatiekiosk op het plein voor het Ruhrmuseum. Zoals alle toeristeninfo’s in Duitsland, bezoekers of geen bezoekers, vind je er vriendelijk personeel en nette stapels duur uitziende, maar gratis folders. Boven het plein uit torent de reusachtige schachtbok van de Zeche, de mijntakel die met de poten wijd om een enorme machinehal heen staat.
Het pad naar de maan
De Zollvereinsteig is – opnieuw zoals álle Duitse wandelroutes – uitstekend bewegwijzerd, in dit geval met stickertjes op de route. Een weg over, een stenen trap op en we lopen er middenin: de zwijgende fabrieken, fabrieksrestanten, hallen van mooi verweerd oud baksteen, een bovengronds reuzenmycelium van pijpen, leidingen en buizen, turbines, koeltorens, ingebed in een toegankelijk landschapspark met overal fiets- en wandelpaden.
Het wandelpad achter de cokesovens langs is vanwege werkzaamheden helaas tijdelijk gesloten. Maar dat ervoor, onder torenhoge fabriekspijpen en kilometerslange bouwsels van leidingen door, is niet minder indrukwekkend. Zo moet een mier in het bos zich voelen… Het is ganz egal welke route je kiest. Wandelaars met hun hond die we de weg vragen – we zijn de stickertjes kwijt – wijzen ons met de beste bedoelingen de verkeerde kant op. Macht nichts. Het schemert als we bij de Schurenbachhalde aankomen. Zoals bij elke kolenberg kun je naar boven. Er is zelfs een pittoreske, langzame weg naar boven en een functionele: een stalen trap van 267 treden, ‘het pad naar de maan’. Het maanlandschap bovenop ligt op vijftig meter hoogte. In de lichtjeszee beneden zetten mensen de pannen op het vuur of klokken in voor de avondshift in de fabriek. In de verte liggen de torens van downtown Essen, waar ons hotel ligt.
Boven op de berg
Waar je in Franse hotels de dag wordt ingestuurd met een croissantje en een minikuipje jam, ontbijt je in Duitse als een Beierse vorst. In ons comfortabele hotel bij het station, GHotel hotel & living Essen, is het buffet meterslang. Halverwege ontmoet de Duitse overvloed de afdeling full English. Aan het eind van de tafels kan je met een druk op de knop vers vruchtensap of cappuccino krijgen. Van Essen HBf is het met de S-Bahn, tram en bus 44 minuten naar Zeche Ewald en de naastgelegen Halde Howeward bij Herten, aan de noordkant van het Ruhrgebied. Dat is: als alles meezit. Dat zit het niet vandaag en daarom smokkelen we een stukje met de auto, een fijne rit door Essen en over de A42 onder Gelsenkirchen door.
Het is stralend weer. De lage winterzon laat het beetje kleur dat de wereld nog heeft, op z’n scherpst uitkomen. Zeche Ewald is bijna ontroerend mooi: twee grote schachtbokken, in die kenmerkende, mintgroene antiroestverf, buitenproportionele fabriekshallen waarin het verleden nog nagalmt. Maar het mooiste is misschien wel de Malakowtoren, de oudste toren van de mijn, opgetrokken uit het soort baksteen die mooier wordt naarmate hij veroudert. Bijna als een kasteeltoren… Er zijn geen bezoekers, afgezien van de bouwvakkers die bezig met restauratiewerk en het personeel van de ‘creatieve bedrijfjes’ die hier overal zijn gevestigd. In het bezoekerscentrum, in de mooi gerestaureerde Lohnhalle van de mijn, veren Natascha en Bettina op achter hun informatiebalie. Gasten! Met een tas vol folders en een fijn gesprek over kompels en wandelroutes gaan we twintig minuten later op pad. Via wandelpaden die als de lichtjes om de kerstboom liggen, slingeren we naar boven op de Halde Hoheward, het grootste Haldecomplex van de Ruhr. In de schaduw is de berm bevroren, maar in de zon is het aangenaam warm. Naarmate we klimmen, verstomt het verkeersgeraas van A2 beneden. Boven op de berg, bij de stalen ‘hemelbogen’ van het Horizontobservatorium, hoor je alleen de vogels fluiten. Ze zijn dankbaar voor het mooie weer.
Glück auf!
Een voordeel van een winters bezoek aan het Ruhrgebied is de rust. In het hoogseizoen wordt het al niet door toeristen platgetreden, nu zijn het er zo weinig dat je overal met open armen wordt ontvangen. ‘Glück auf!’ galmt de receptionist ’s middags in het Bergbau Museum in Bochum. Gids Ricky neemt ons met een lift 17 meter mee omlaag naar een groot nagebouwd stelsel van mijngangen. De echte gingen tot 1600 meter diep. Het koempelleven was kort, warm en hecht, zegt Ricky. Behalve kolen haalde hij de regionale trots naar boven.
Aan het eind van de middag drinken we een Milchkaffee-to-go bij de kiosk Zum Philosophen in de Bochumse wijk Ehrenfeld. Op een bord staat de filosofie van de week: ‘Es ist Zeit, etwas neues zu beginnen, und dem Zauber des Anfangs zu vertrauen.’ We denken er ’s avonds over na met een Grimbergen in de hippe urban 200G Grill & Bar in Essen, terwijl we wachten op een grote biologische hamburger.
Naar het jaar 1836
Do they know it’s Christmas Time? Wel in het GHotel hotel & living in Essen. Uit audiozuilen klinkt non-stop de warme muziek van de gezelligste tijd van het jaar. We smeren een extra broodje voor de wandeling van vandaag: 15 kilometer door het Muttental bij Witten, aan de groene zuidflank van het Ruhrgebied. Hier licht het Zechenwald, ‘de wieg van de Ruhrmijnbouw’. In de heuvels rond de Muttenbach lag de steenkool waar ze in de achttiende eeuw behoefte aan kregen vlak aan de oppervlakte. De kraamkamer van de industriemetropool is behangen met informatieborden waarop je via een QR-code de app Perspektivwechsel aanslingert, waarna onder meer een kolenchauffeur, een loopjongen in de secretaresse van de mijnindustrieel je meenemen op een audiotour naar het jaar 1836.
Wandelen boven de nevelen
De Bergbaurundweg voert door een donker en stemmig winterlandschap. In het bos is het heerlijk. De wind dringt er nauwelijks door, de bomen staan met de voeten in een geurig tapijt van gevallen blad. Op de Burgruine Hardenstein kijken we uit over een bocht in de Ruhr, zoals de Wandelaar boven de nevelen op het schilderij van Caspar David Friedrich.
We komen langs de bergmijntjes Hermann, Renate en Orion. Die met de mooiste naam ligt op het eind van de route: Zeche Nachtigall, een naam als een gedicht. In de voormalige mijn, de oudste van het Ruhrgebied, is nu een museum gevestigd. In een nagebouwd mijngangenstelsel, waar het behaaglijk warm is, lopen we een stukje van de vroegere Weg in die Tiefe, zoals in klinkend Duits boven de ingang staat.
In geen seizoen is het in het café zo fijn toeven als in de winter, en na een wandeling van 20 kilometer, wat het na een omweg langs Kreativquartier het Wiesenviertel in Witten alsnog werd, is het nog fijner. In café Livres in Essen Südviertel (nog een Kreativquartier) zijn inderdaad veel boeken, en serieuze Duitse kranten op krantenrollen. Er speelt oude rhythm & blues, het interieur is retro-hip. Met een glas goed wijn kijken we door grote Dennis Hopper-achtige ramen uit op een nat kruispunt met druk verkeer en een langs ratelende tram.
Kerst met Mariah Carey
Op zaterdagochtend wacht het dessertje van onze Ruhrtoer. Vandaag gaat de ijsbaan op de Zollverein open. Het moet het ijsbaantje met het mooiste decor ter wereld zijn. Kinderen en hun ouders maken baantjes langs de vroegere cokesovens, onder reuzenfabriekspijpen, transportbanden en een oud, verroest reuzenrad. Oud erfgoed, nieuw plezier. Een vriendelijke dame van de Ruhr-PR neemt ons met de lift mee naar het dak van een grote fabriekshal. Daar is een balkon met panoramisch zicht over het Kokerei-complex en de schaatsers veertig meter onder ons. Vanuit de boxen beneden waait de eeuwig frisse stem van Mariah Carey naar boven.