rr

Dwars door Brussel langs de GR

11 minuten leestijd

Een GR volgen door de hoofdstad, dat is wandelen door groene parken en langs grijze gebouwen. Siska en Lien lieten zich verrassen door stille plekjes, luide steenwegen en schitterende uitzichten.

reportage
  • Wandelen

De GR 20 op Corsica. De GR 11 door de heuvels en valleien van de Spaanse Pyreneeën. De GR 5, die van de winderige Nederlandse kust naar de warme Middellandse zee loopt. Of de GR 129, de langste bewegwijzerde wandelroute van België die televisiemaker Arnout Hauben in het gezelschap van zijn vrienden Ruben en Philippe - en in zijn eeuwige jeansbroek - afstapte… Genoeg beroemde GR-routes die doen dromen van tochten langs bossen en beken, velden en rivieren. Dat je via Grote Routepaden ook een interessante stadswandeling kan maken, is minder bekend. 

Het was Bart Caers die ons op het idee bracht. Deze ‘oldskool’ avonturier, zoals hij zichzelf noemt, pakt regelmatig zijn rugzak of fiets om er met zijn lief, hun twee dochters of alleen op uit te trekken. De enthousiaste verslagen op zijn blog doen je goesting krijgen om zelf ook de deur achter je dicht te trekken. Dat was precies wat we enkele maanden geleden deden, op een vroege maandagochtend in februari. Bart had met zijn lief Katrien twee winterse dagen dwars door Brussel gewandeld via Grote Routepaden. Willen wij ook, dachten we. Dus namen we met muts, handschoenen en thermos thee de trein naar Brussel, klaar om haast letterlijk in de voetsporen van Bart en Katrien te treden. 

8 uur: hallo, Brussel-Noord

Door gebrek aan tijd - motivatie en conditie zijn prima - gaan we geen twee dagen, maar één dag op pad. Waar Bart en Katrien hun tocht begonnen in Vilvoorde, starten wij in het idyllische Brussel-Noord. Door de gangen onder de perrons lopen gehaaste pendelaars met meeneemkoffies, plooifietsen en telefoons in hun handen. De infoborden met vertrektijden kleuren rood: de treinen naar Zottegem, Luik, Gent en Brussel-Zuid hebben vertraging. Door grote werken in het station is de inkomhal aan het Solvayplein verdwenen. Of we zijn gewoon zo gedesoriënteerd dat het lijkt alsof ze verdwenen is, dat kan ook…. De stroom reizigers voert ons mee naar buiten, naar het Noordplein, waar we de opkomende zon zien glinsteren op de vensters van de kantoortorens. Het is geen ochtend in het bos met streepjes zonneschijn tussen de bomen, maar we vinden het toch een prachtig zicht, vooral omdat we zelf niet in zo’n glazen gebouw moeten verdwijnen, in tegenstelling tot de meeste mensen die samen met ons tot stilstand komen aan de stoplichten voor het zebrapad. 

8:30u: de geklemde Kruidtuin

Het besef dat we gelukzakken zijn die vandaag vrolijk en vrij mogen rondfladderen door Brussel, groeit nog meer als we de Kruidtuin in wandelen. Op de struiken en de vijver ligt een dun laagje ijs, zoals het hoort op een koude winterdag. Op de paadjes is amper een mens te zien. De omliggende kantoorgebouwen - ze hebben iets weg van gestapelde Tetrisblokjes - kleuren oranje door de zon. Na de drukte in het Noordstation voelt deze plek als een verademing, ook al bonkt de stad keihard op de deur. De website Brussels Gardens verwoordt het treffend: de Kruidtuin is een groene ruimte die geklemd zit in het verkeersweb van de Brusselse Noordwijk. In het park fluiten de vogels, buiten de hekken horen we het verkeer razen. Wandelen in de stad is een verhaal van contrasten. Van grijs versus groen, van lelijk en schoon, van stilte en rust in parken tot ergernis en wrevel op straat. We filteren het achtergrondgeluid even weg en focussen op de historische tuin met prachtige orangerie, een pronkstuk gebouwd in de jaren 1826-1829. Waar ooit wetenschappers zich over exotische plantensoorten bogen, worden vandaag concerten en tentoonstellingen georganiseerd in ‘De Botanique’, het Cultureel centrum van de Franse gemeenschap. We maken even dankbaar gebruik van de openstaande deur en de toiletten, waarna we ons weer in het leven langs de tramlijnen storten.

9:15u: de ontdekking van de Congreskolom

We volgen een GR-route, maar het spotten van de rood-witte streepjes blijkt in een stad met een paar honderdduizend verlichtingspalen, parkeerautomaten en verkeersborden iets uitdagender dan langs een bosweg met bomen. Het geeft je wél een mooie kijk op de bestickeringsdrang van de Brusselaar. Op het Barricadenplein, met haar statige, witte neoklassieke huizen en hobbelige kasseien, keert de kalmte een beetje terug. Gek hoe één straathoek omdraaien je in een heel nieuwe wereld met andere geluiden, gevels en gevoelens doet belanden. Even later rijst in de verte een kolossale zuil op tegen de helblauwe lucht. De Congreskolom, een monument uit 1850, werd opgericht om het Nationaal Congres in 1830 te herdenken. Dat congres had het opstellen en goedkeuren van de Belgische grondwet als opdracht, na de opstand tegen de overheersing door de Nederlanders die leidde tot de onafhankelijkheid van ons land. Op de voorzijde van de zuil zijn de 27 artikels gebeiteld waarin de grote beginselen van de grondwet zijn vastgelegd. Een monument met betekenis van formaat, dus - waarvan ik moet bekennen dat ik niet wist van het bestaan. Blijkbaar is er een wenteltrap in de zuil die leidt naar het uitzichtplatform op de top, maar die is om veiligheidsredenen niet meer toegankelijk. Jammer, maar onze honger naar een prachtig uitzicht wordt gestild door de achterliggende esplanade. Het plein is grijs, kleurloos en gebetonneerd, maar het zicht op de benedenstad is fantastisch. Het Congresplein heette oorspronkelijk Panoramaplein, wat we perfect begrijpen. Voeg nog wat bomen, banken en mensen toe en deze kale vlakte verandert in onze verbeelding in een letterlijk en figuurlijk toppunt.

congreskolom

10.20u: thermos thee op de Grote Markt

We dalen af richting Brussel-Centraal. De route neemt ons mee langs de kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele, waar de bomen op het plein geduldig wachten tot de Brusselaars weer komen lummelen in hun schaduw. In de Bergstraat, één van de oudste straten van Brussel, laten we onze blik glijden over honderden flesopeners, sleutelhangers en sierborden met Manneke Pis achter de etalages. Rommel voor ons, misschien, maar voor de miljoenen toeristen die jaarlijks onze hoofdstad bezoeken, zijn het souvenirs. Met de stem van Johan Verminnen in ons hoofd - je kan niet níet aan de man denken - slaan we de Rue des Bouchers in. De stank van vis, vuilnis en alcohol doet ons snel doorstappen. Van een bruisend Brussel is niet veel te merken in het middeleeuwse steegje, toch zeker niet op een maandagochtend. We bereiken de Grote Markt, waar toeristen braafjes achter gidsen met opgestoken paraplu’s lopen. We drinken een kop thermosthee op de stoeprand voor het stadhuis en genieten van de zon op ons gezicht. De route leidt ons niet langs Manneke Pis - al kan je gerust even afwijken - maar dwars door de Agoragalerij. Ooit een prestigieus paleis met de grootste bioscoop van Brussel, vandaag een overdekte winkelstraat vol schreeuwerige verlichting, flitsende nagelstudio’s en rekken vol namaakkleding. Buiten, aan de voet van de Kunstberg, schuifelt een oude man, wankel op kapotte schoenen. Hier en daar liggen mensen te slapen op de koude straatstenen, verstopt in een slaapzak of onder een stuk karton, maar je hoeft je best niet te doen om ze te vinden. Ook dat is Brussel. 

11u: de mooiste toiletten van Brussel

We stappen de glazen schuifdeuren van de Koninklijke Bibliotheek aan de Kunstberg binnen, draaien rechtsaf tot aan de liften en drukken op de knop naar de vijfde verdieping. Niet zomaar: we weten perfect wat we daar zullen aantreffen. Albert is een absolute must visit als je door het hart van Brussel dwaalt. Het restaurant werd enkele jaren geleden vernieuwd en heeft niet alleen de mooiste toiletten van Brussel, maar ook een verbluffend zicht op de stad - tot in de toiletten toe. Geloof ons: ga naar binnen, ga omhoog en drink een koffie bij het raam. We krijgen maar niet genoeg van het beeld dat we zien en blijven langer dan nodig hangen in het monumentale bibliotheekgebouw. We staren naar beneden en denken aan de man met de kapotte schoenen, nu een stipje onder ons. Bruxelleseen verhaal van contrasten.

12u: van Filip tot Fika

We vervolgen onze weg met links van ons het Warandepark, met haar brede paden en hoge bomen, en rechts het uitgestrekte Paleizenplein, met zicht op het Koninklijk Paleis van Brussel. In gedachten zien we Filip een koffie drinken aan zijn bureau, weer aan het werk na een fijn weekend met zijn vrouw en kinderen. Van de koninklijke wijk gaat het door de Leopoldswijk - en langs een met rode verf beklad beeld van koloniale vorst Leopold II - richting Matongé, de Afrikaanse wijk in Elsene, één van de kleinste gemeentes van Brussel. De hoofdader van Matongé - de Waversesteenweg - kruisen we, waardoor we de kleur en levendigheid waar de buurt zo bekend om staat niet meteen opsnuiven. Van de Sint-Bonifaaswijk met haar art nouveau gevels en vele cafeetjes, proeven we meer. Hippe adresjes zoals koffiebar Fika en biowinkel Färm bestaan hier naast telefoniewinkels en leegstaande panden met dichtgetimmerde ramen. Aan het gemeentehuis van Elsene ronken graafmachines, toeteren auto’s en stoppen bussen aan drukbezochte haltes. 

warandepark

13.30u: poké bowls in de abdijtuin

Zelf stoppen we voor een korte lunch vlak bij het Flageygebouw, het modernistische cultuurhuis waar klassieke muziek en jazz door de ramen zou klinken mochten ze wagenwijd open staan. Weer een andere wijk, weer een heel andere sfeer. Rond de vijvers van Elsene staan de mooiste herenhuizen en appartemementsgebouwen in een waaier van stijlen, van neoklassiek tot art nouveau. De winterzon schijnt volop op het koude water, op het kleine eilandje met treurwilgen waar eenden komen uitrusten en op de talrijke joggers die op de oever aan hun score op Strava werken. Het is er heerlijk lopen en wandelen, en de pret is nog niet voorbij. We steken één straat over en stappen recht het park van de Abdij van Terkameren in. De eeuwenoude abdij met haar prachtige tuinen is een absoluut en geliefd rustpunt in de stad. Brusselaars komen er hun hond uitlaten of dagdromen op een bankje. Studenten van modeschool La Cambre, gevestigd in de abdij, troepen buiten samen met hun brooddozen, slaatjes en poké bowls. 

15.15u: tennisclub met koffie

Na een korte passage over een drukke gewestweg belanden we alweer in een stuk natuur. Het Terkamerenbos, een uitloper van het Zoniënwoud, is het grootste bos van het Brussels gewest, en ligt in vogelvlucht op amper vier kilometer van de Grote Markt. Het bos tussen de stad en Ukkel is sinds enkele jaren gedeeltelijk gesloten voor verkeer. Een bron van discussie voor autobestuurders en buurtbewoners, een zegen voor trage weggebruikers. Door de bladerloze takken valt het zonlicht recht op onze wandelschoenen. We stappen over zanderige paadjes en bevroren plassen, langs een rotsbrug en grote vijver, tot we stilletjes weer de bewoonde wereld in wandelen. De wijk Boondaal was een landelijk gehucht, tot het vorige eeuw opgeslokt werd door de uitdijende stad. In wat vroeger herberg en postkantoor was, zit vandaag de plaatselijke tennisclub met brasserie, waar een ‘latte’ nog ‘lait Russe’ heet en we onze koude vingers opwarmen.

16.30u: dwars door de tuinwijk

We trekken steeds meer de buitenwijken in, langs vrijstaande huizen, spoorwegtunnels en speelpleintjes. Watermaal-Bosvoorde oogt even ‘natuurlijk’ als de naam van de gemeente doet vermoeden, met veel lanen en bomen - en villa’s van drie verdiepingen. Een straat verder lopen we door een volkse buurt met rijen arbeidershuisjes. Het woord ‘pittoresk’ valt wanneer we Le Logis-Floréal bereiken. De bekende tuinwijk is het laatste hoogtepunt op onze tocht, voor we de metro instappen die ons weer naar Brussel-Noord zal brengen. Le Logis-Floréal is een pareltje onder de Belgische tuinwijken, die honderd jaar geleden gebouwd werden aan de rand van grote steden, als goedkope woningen voor arbeiders. De schattige huisjes in cottagestijl, met gele of groene ramen en deuren, zijn een cadeau voor liefhebbers van fotogenieke architectuur. Alles voelt charmant en gezellig, of toch voor bezoekers zoals wij die hier in pakweg tien minuten door wandelen. Veel huisjes zijn in slechte staat of piepklein - of allebei. Ze zijn mooi om te zien, maar is het ook mooi om hier te wonen? We dwalen over pleintjes en zijweggetjes, langs achtertuintjes vol rommel en dichtgeknoopte vuilniszakken. De zon zakt stilaan dieper achter de bomen. De avondlucht is prachtig. Moeders stappen huiswaarts met volle boodschappentassen en peuters in versleten kinderwagens. Pubers stappen van de bus. We zien huizen met afgewassen gordijnen en huizen met gloednieuwe ramen en bakfietsen voor de deur. Een Grote Routepad door Brussel, een verhaal van contrasten. Of zeiden we dat al? 

congreskolom

GR door Brussel: van Atomium tot Zoniënwoud

De volledige wandeling ‘Dwars door Brussel’ van Grote Routepaden is 23,5 km en start aan de voet van het Atomium in Laken. Daar volg je de GR 12 tot aan de Grote Markt. Aan de Kunstberg schakel je over op GR 597. Net voorbij de treinsporen in Watermaal-Bosvoorde kan je kiezen om de GR 597 te blijven volgen richting Oudergem en het Rood Klooster, ofwel de GR 126 te nemen richting het Tournay-Solvaypark in Watermaal-Bosvoorde. In beide gevallen kan je het Zoniënwoud bereiken voor wat extra kilometers door het bos.

www.groteroudepaden.be en www.caersbart.be

Hotspots onderweg zonder (te) veel toeristen.

1. Aan de rand van het Terkamerenbos ligt Villa Empain. In 1930 liet baron Louis Empain - amper 21 jaar - dit prachtige huis ontwerpen door de Belgisch-Zwitserse architect Michel Polak. De villa - volledig gerenoveerd en open voor publiek - is een echt pareltje onder het Brussels erfgoed van art deco-architectuur. 

www.villaempain.com

2. Tijdens lunchtijd stroomt Albert ongetwijfeld vol, maar grote drommen toeristen lijken de weg naar het restaurant op de vijfde verdieping van de Koninklijke Bibliotheek gelukkig nog niet gevonden te hebben. Laat de rust op het terras en het schitterende uitzicht door de meterslange ramen nog maar even een publiek geheim blijven.

www.albert.brussels   

3. In de witte paviljoentjes aan de ingang van het Terkamerenbos huist sinds kort LMNO, een galerie voor hedendaagse kunst. Eigenaars Natacha Mottart en Olivier Legrain willen in de voormalige tolhuisjes uit 1835 tentoonstellingen organiseren rond de relatie tussen mens en natuur.

www.lmno.be

4. Op de bovenste verdieping van het Muziekinstrumentenmuseum (MIM), gevestigd in een prachtig art decogebouw, huist een restaurant waar je een adembenemend zicht hebt op de stad én waar je ook zonder museumticket welkom bent. Het restaurant is tijdelijk gesloten voor renovatiewerken: nog even geduld dus.

www.mim.be

deel Artikel

Meer inspiratie

Kehlsteinhaus
actua
Lees meer
  • Wandelen
Lees onze digitale Duitsland-special
Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer