Aan de stok

Nordic walking is een bijzondere wandeltechniek waarbij je liefst 90% van je spieren gebruikt. Maar dan moet je de techniek wel correct toepassen, en daarbij zijn de stokken – de ‘poles’ – essentieel. Die zijn anders dan wandelstokken. Ze zijn langer, hebben een ander handvat en een speciaal polsbandje. En je hebt er altijd een paar van nodig. Hoe kies je nu de juiste stokken?  

Maal 0,68

Kies de juiste lengte. De meeste stokken hebben verschillende variaties tussen 110 en 130 centimeter. Hou je armen langs je lichaam en plooi ze in een hoek van 90° naar voor. Dat is ongeveer de juiste hoogte voor je stok. Je lichaamslengte maal 0,68 zou in de buurt komen. De Leki Shark Sl is een telescopisch exemplaar waarvan je de lengte kan aanpassen tussen 100 en 130 centimeter. Handig om op te bergen, maar stokken uit één stuk zouden beter de trillingen absorberen. De Leki Smart Carbon is in één stuk, en bovendien in bijzonder licht carbon.

Elke gram telt

Hoe meer carbon in de stok, hoe lichter en hoe beter de trillingen worden opgevangen. Maar ook hoe duurder de stok is. Aluminium is een stevig alternatief, maar dat maakt de stok dan weer zwaarder. Tenzij je kiest voor een verstevigde, superlichte versie zoals HTS 5.5 aluminium. Het maakt de telescopische Leki Shark Sl lichter dan de Newfeel P900 die van 80% carbon is gemaakt.

De stok moet goed in de hand liggen. Letterlijk, met een zachte greep die natuurlijk en als gegoten voelt. Kurk is een beproefd materiaal, maar ook de kunststoffen grepen van het Newfeel-instapmodel P100 doen wat ze moeten doen.

Handschoen

Het polsbandje van een pole lijkt wat op een handschoen. Het zorgt ervoor dat je je hand goed kan openen bij het afzetten, en dat de stok nadien weer netjes in je handpalm valt. Stel je polsbandje goed in voor je aan je wandeling begint. Zo voorkom je blaren. Al onze uitgekozen modellen hebben een polsbandje dat je kan los- en vastklikken.

Alle stokken hebben een stalen punt voor een zachte ondergrond. De Newfeel P900 heeft een afgeschuinde punt, maar welk verschil dit maakt is ons niet duidelijk. Als je op asfalt wandelt, gebruik je het best de bijgeleverde rubberen dop voor meer grip.

Techniek

Nordic walking is niet zomaar eventjes wandelen met een paar stokken. Je moet wel wat techniek onder de knie krijgen. Wandel met een rechte rug en neem stevige passen. Terwijl je je rechterstok op de grond zet, zet je tegelijk je linkerhiel neer. En omgekeerd. Als je stok achter je lichaam verdwijnt, laat je die los. Om dan in één vlotte beweging je hand naar voor te brengen en de stok weer stevig vast te grijpen, voor je die in het midden van je pas neerzet. Het klinkt omslachtig, maar de beweging is heel natuurlijk. Op YouTube vind je instructiefilmpjes die je de techniek haarfijn uitleggen.

Langlaufen

Omdat enkele Finse sportinstructeurs ook tijdens de zomermaanden hun langlaufvaardigheden wilden onderhouden, bedachten ze in 1997 een wandeltechniek met stokken. De mensen keken aanvankelijk vreemd op toen ze de sportievelingen door de bossen zagen wandelen. Maar al snel werd het een trend. Het sportinstituut in Vierumäki verfijnde de techniek en de stok, en een nieuwe sport was geboren. Nordic walken - Sauvakävely in het Fins - werd zelfs populairder dan joggen in Finland. Trouwens: als geschikt schoeisel worden doorgaans waterdichte en soepele wandelschoenen aangeraden. 

Work-out

Het Universitair Sportcentrum KU Leuven kwam tot de conclusie dat bij nordic walking bijna alle spieren van het lichaam worden gebruikt. Niet alleen de benen zijn in beweging, ook de rug- en schouderspieren draaien soepel mee. De rechte rug spant de buikspieren aan en zorgt voor een correcte nekhouding. Dat is ideaal voor wie lang aan een beeldscherm zit gekluisterd. Bovendien is nordic walking een trage, aerobe inspanning. Dat verhoogt de goede cholesterol en vermindert het percentage lichaamsvet.