Waar de tijd (niet) bleef stilstaan
‘We willen geen museum zijn dat bevroren is in de tijd’, zegt projectleidster Timilda Gila Campos. In Piconrue – Musée de la Grande Ardenne in Bastenaken flitsen we door de geschiedenis. Elk voorwerp vertelt een verhaal. Tegelijkertijd tonen ze hier in met zorg samengestelde decors aan dat de samenleving in de Ardennen de laatste honderd jaar ingrijpend is veranderd.
Tekst Marijn Follebout
Generaal McAuliffe plaatste Bastenaken op 22 december 1944 op de internationale kaart toen hij ‘Nuts!’ riep na de Duitse vraag tot overgave. De gebeurtenissen tijdens de Slag om de Ardennen zetten in de decennia nadien een stroom aan toeristen op gang. Voor Amerikanen is Bastenaken bijna een bedevaartsoord. Het zal hen misschien verbazen, maar Bastenaken heeft wel degelijk een geschiedenis vóór de Tweede Wereldoorlog.
En die kom je haarfijn te weten in het sfeervolle Piconrue – Musée de la Grande Ardenne. De onvertaalbare naam verwijst naar een middeleeuwse straat in Bastenaken. In deze straat woonden de lakenhandelaars. Hun wolafval werd Picons genoemd. Het museum vind je in een grondig verbouwd klooster uit 1628. Enkel in de pandgang en op zolder zie je nog glimpen van het klooster. ‘Dit jaar nog opent in het klooster een centrum voor hedendaagse kunst en krijgen ook de andere culturele instellingen van Bastenaken hier een plaatsje’, vertelt Timilda Gila Campos, als ze ons rondleidt.
Sprookjeswereld
Hoe kan je een wetenschap als sociologie zo verpakken dat het voor bezoekers interessant wordt? In Piconrue slagen ze er met glans in. Niet door je de hele tijd rond de oren te slaan met pakken data en theorie, wel door met veel voorbeelden en fraaie decors een verhaal uit te werken. De vertalingen naar het Nederlands zijn optimaal. ‘Veertig jaar geleden lag de nadruk op religieuze kunst. We waren het erfgoeddepot voor de kerken uit de regio. Die focus is verschoven naar de geschiedenis van de mens in de Ardennen. Daarom ook dat we in 2019 de naam veranderden naar ‘Museé de la Grande Ardenne’. Nostalgie kan best vertederend zijn, toch kijken we voorbij het geïdealiseerde beeld van de Ardennen.’
De vaste tentoonstellingen vind je op de eerste verdieping. Eerst stap je de romantische sprookjeswereld van ‘La Maison des Légendes’ binnen. In het verduisterde decor zijn bosgeluiden te horen. Deze expo is er een die vooral kinderen zullen smaken en die volwassenen aanzet om het landschap te ontdekken. Beschouw het gerust als een voorgerecht op de hoofdmaaltijd, Les Âges de la Vie – naître, vivre et mourir en Ardenne.
Nog niet getrouwd?
Met foto’s, schilderijen en filmpjes wordt het dagelijkse leven in de Ardennen uitvoerig belicht. Je moet er wel het hoofd bijhouden, want de tentoonstelling switcht de hele tijd tussen toen en nu. Niet dat alles vroeger beter was, dat leer ik al snel in de eerste zaal waar voorwerpen staan uitgestald die begin 20e eeuw bij de bevalling werden gebruikt. ‘In ons depot, ik noem het de caverne des merveilles, de grot der wonderen, liggen ruim 30.000 voorwerpen. Daar halen we de inspiratie om onze tentoonstellingen samen te stellen.’
Het mooiste aan de expo is dat er typische Ardense gebruiken worden gepresenteerd. Vaak krijg je ook een stukje dialect mee zoals met ‘Vêye les comères’, het gebruik waarbij jongens op zondagavond de meisjes opzochten. Een meisje dat op haar 25e ongehuwd was, werd een Catherinette genoemd, naar de heilige Cathérine van Alexandrië.
Amerikaanse parachute
Aan de ingang van de zaal over het gezinsleven staan twee paspoppen in trouwkleren. ‘Banaal’, denk je op het eerste zicht, tot je de begeleidende tekst leest. Blijkt dat de mooie bruidsjurk gemaakt is van een Amerikaanse parachute uit de bossen van Gédinne na WOII.
Het bezoek eindigt met het thema ‘de dood’. De typische uitdrukking ‘Madeleine de Proust’ blijkt een geur, melodie of geluid te zijn die je doet denken aan een overleden dierbare. ‘Mijn favoriete museumstuk is de lijkwagen op het einde van de expo. Het was een huzarenwerk om die honderd jaar oude wagen uit Libramont hier op de tweede verdieping terug op te bouwen. Het is het meest gefotografeerde voorwerp in het museum. Die wagen straalt tristesse uit en toch heeft het iets majestueus. Het sluit de tentoonstelling op een onverwachte manier af’, vindt Timilda.
Als ik na mijn bezoek langs een soepbar in het centrum van Bastenaken passeer, komen spontaan herinneringen aan mijn enkele jaren geleden overleden 97-jarige grootmoeder opborrelen. Nu kan ik die herinneringen eindelijk benoemen.
Praktisch
- Place en Piconrue 2, Bastogne
- Gratis parking in de buurt
- Openbaar vervoer: met de trein naar Libramont. Daarna bus 163B tot aan halte ‘Gare du Nord’, op wandelafstand van museum.
- Open van dinsdag tot en met zondag, telkens van 10 tot 18 uur.
- Toegang kost 6 euro of gratis met de museumpas.
- piconrue.be