Met de trein naar grootse canyons

11 minuten leestijd

Het Groothertogdom Luxemburg is het eerste land ter wereld dat experimenteert met gratis openbaar vervoer. Zin in een 3-in-1-citytrip die stad, natuur en actie combineert? Neem de trein naar Luxemburg-Stad en spring op de trein, tram of bus voor originele uitstapjes.

reportage
  • Uitstappen en vakanties
Esch-sur-Alzette

Luxemburg-Stad: architectuur van het licht

Zandsteen, snelstromend water en oogverblindende architectuur vormen de witte draad in de hoofdstad van het Groothertogdom.

Wat Luxemburgers willen? ‘Luxueus leven zonder iemand lastig te vallen’, zegt stadsgids Nathalie De Meyere. Pour vivre heureux, vivons cachés? Dan kan je je nergens beter verbergen dan in Luxemburg-Stad. De eeuwenoude vestingstad is vergroeid met kalksteenrotsen die loodrecht oprijzen uit de valleien van de Alzette en de Pétrusse. Machthebbers uit heel Europa hebben hun steentje bijgedragen aan het militaire bolwerk. Zelfs ondergrondse gangen met uitkijkposten gegraven, de beroemde kazematten. Je kan je zo goed wegstoppen dat het begint op te vallen!

De kazematten zijn tijdelijk gesloten door de coronacrisis. Niet getreurd, in deze stad moet je wandelen. Stapschoenen aantrekken en je inbeelden dat je eropuit trekt in een Ardens dorp. Alleen overwin je vermoeiende hoogteverschillen hier met de gratis lift of tandradbaan. Nathalie vertelt intussen over haar geliefde Luxemburgers. Dat ze hard werken maar ook met volle teugen van het leven genieten. Dat ze niet op een euro kijken maar graag waar krijgen voor hun geld. Zoals gratis openbaar vervoer: prima deal, toch?

Ze troont me mee naar een iconisch uitkijkpunt op de bastions van de Oberstadt. De Pont Adolphe overbrugt de 100 meter diepe vallei van de Pétrusse. Aan de overkant priemt een kasteeltoren boven de boomkruinen uit: de Spuerkeess, een grote Luxemburgse bank die in haar architectuur uitdrukt dat je spaarcentjes er helemaal safe zitten. Naast me staat de Gëlle Fra op haar 20 meter hoge overwinningszuil. Ze steekt een gouden lauwerkrans omhoog en herdenkt Luxemburgse soldaten die vrijwillig meestreden in de Eerste Wereldoorlog. ‘Ze belichaamt onze vrijheid en onafhankelijkheid’, zegt Nathalie. Voor het Luxemburgse Vrijheidsbeeld stond de tante van de beeldhouwer model. Haar bakkerij lag naast zijn atelier, dat kwam goed uit.

Kleinstedelijke knusheid

We dalen af naar de wijk Grund. Middeleeuwse huizen hokken samen rond de Abdij van Neumünster, die geregeld gratis concerten of tentoonstellingen houdt. De Alzette stuwt water tussen de huizen door alsof dit un des plus beaux villages op de Ardense boerenbuiten is. De Pont du Stierchen verbindt twee vestingtorens en leidt naar de middeleeuwse terrastuinen. Vleermuizen, hagedissen en valken voelen zich hier thuis. In de rotswand boven de tuinen gapen uitkijkgaten van de kazematten van Bock. Ook de Chemin de la Corniche, het mooiste balkon van Europa, ligt hoog boven onze hoofden. Zonder de nieuwe panoramische lift van Pfaffenthal zou je hier doodmoe worden.

Aan de lift is tien jaar gewerkt. Het glazen uitkijkplatform jaagt me de stuipen op het lijf. In de diepte liggen de wijken Grund en Pfaffenthal en aan de overkant van de vallei tekenen zich de kantoortorens en Europese instellingen van Kirchberg af, die je vanuit het dal bereikt met een spectaculaire tandradbaan. Als het op openbaar vervoer aankomt, doet Luxemburg niet gewoontjes. Om mensen uit hun auto’s te halen, heb je sterke argumenten nodig.

De glimmende architectuur van Kirchberg botst met de kleinstedelijke knusheid van de Oberstadt en de Grund. Hoog, Sammy, kijk omhoog! Niet naar beneden, niet naar de oude dorpshuisjes, klaterende riviertjes en ruisende loofbomen in het dal. Boven de hagelwitte zuilen van de Philharmonie is de blauwe lucht, en naast het oogverblindende concertgebouw glinsteren de glazen daken van het Mudam. Het museum voor hedendaagse kunst bezoek je voor zowel de architectuur als de kunstcollectie. I.M. Pei, die de piramide van Louvre ontwierp, creëerde een artistieke zonnetempel. De witte hal die de museumzalen verbindt, baadt in het licht, maar is ook geïntegreerd in de overblijfselen van Fort Thüngen. De oude vesting verbergt, niet heel discreet, nieuwe kunstschatten.

Nathalie vertelt over de Schueberfouer, de jaarlijkse zomerkermis die twee miljoen bezoekers trekt. ‘Nieuwe attracties worden er in primeur getest, omdat in Luxemburg uitzonderlijk veel nationaliteiten samenleven.’ En de consensus is het brave, gemoedelijke dorpsgevoel dat in de stad hangt? Een soort gulden middenweg? Ik wil meer zien en neem de trein naar de oude mijnregio in het zuiden van het land.

Esch-sur-Alzette: rode aarde, gloeiende hoogovens

Voor de Luxemburgers bankierden, ontgonnen ze ijzer. Klim op een hoogoven en fiets door oude ijzergroeven.

Zonder kaartje op de trein stappen voelt onwennig. Alsof ik zwartrijd. De Luxemburgse belastingbetaler sponsort mijn rit. Selectief de kaartjes controleren van buitenlanders zou in een land met 200.000 grensarbeiders wellicht tot kafkaëske toestanden leiden. Esch-Belval, mijn bestemming, schurkt zich tegen de Franse grens aan. Waar vroeger hoogovens brulden, is een futuristische studentenstad uit de grond gestampt: dé plek die je moet gezien hebben in Esch-sur-Alzette, culturele hoofdstad van Europa in 2022.

‘Voor we ijzer ontgonnen, was Luxemburg een arme boerenstaat’, vertelt Jean Goedert, stadsplanner op rust. Hij neemt me mee op fietstocht langs ijzergroeven en mijnerfgoed. De kantoren van de Gelsenkirchener Bergbauwerke hadden in het Ruhrgebied kunnen staan. Boven de deur prijkt een blazoen met hamers en pikhouwelen. Op het oude industrieterrein van Lentille Terres Rouges rijzen 1.400 klimaatneutrale wooneenheden op. Historische machinehallen en magazijnen blijven behouden. Naast het gigantische terrein staan de vrolijk geverfde huisjes van een mijnwerkerswijk uit 1880.

Verdwenen beschavingen

Tot de Tweede Wereldoorlog gebeurde de ijzerontginning vooral ondergronds; daarna namen graafmachines happen uit het landschap. Rode rotswanden doen valleien op Amerikaanse canyons lijken. De natuur heeft de oude ijzergroeves heroverd: een grandioos decor voor avonturen op de mountainbike, ook op beginnersniveau.

Wij rijden op stadsfietsen. Grindwegen leiden van het Centre Nature et Forêt Ellergronn naar de ijzergroeves van Lallënger Bierg. Het Musée de la Mine Cockerill huist naast het natuurcentrum van Ellergronn. Bezichtig de Zaal der Gehangenen, waar mijnwerkers hun burgerkleding naar het plafond takelden. Of, wanneer ze de mijn verlieten, hun overall. ‘Als de burgerkleding bleef hangen, dan wist je dat iemand was achtergebleven in de mijn’, zegt Jean. In Lällenger Bierg schieten zilverberken en tijmstruikjes op tegen de rode rotsen. Droge, warme graslanden vormen een waardevolle biotoop voor zeldzame kevers, kruiden en vogels. Een schaapskudde houdt ze in stand. De groeve is trapsgewijs afgegraven. Te voet of op een gewone fiets klim je traag over brede paden naar het uitkijkpunt. Mountainbikers wagen zich aan sprongen en drops in het Little Utah Skill Park. Op de oude toegangspoort van de mijn lees ik het verroeste woord ARBED, een Luxemburgs staalconcern dat door SIDMAR in Gent werd opgericht.

De relicten van het mijnverleden doen me aan verdwenen beschavingen denken. Inca’s, Maya’s, mijnwerkers. Hele steden draaiden rond de staalindustrie. Jobs, cafés, verenigingen, een sociaal weefsel. Twee historische hoogovens zijn geïntegreerd in de nieuwe studentenstad van Esch-Belval. Eentje is ingericht als museum met uitkijkplatform. De skip, die de hoogoven bovenaan vulde met cokes en ijzererts, vertrekt niet meer in de ertshangar, maar in de prachtige universiteitsbibliotheek. In de duizelingwekkende diepte ligt een nieuwe stad voor 3.000 onderzoekers, 7.000 studenten en 25.000 inwoners met alle voorzieningen, van terrasjes en een concerthal tot aula’s, laboratoriums en coworkingspaces. Prijskaartje: 2 miljard euro. Mijn gratis treinticket kon er vast nog af.

Schengen: aan de schone blauwe Moezel

Wandel in Schengen door een universeel Europees landschap: de riviervallei met wijngaarden op haar zuidflanken.

Van het Verdrag van Schengen, dat het vrij verkeer van personen regelt, heb je vast al gehoord. En de Verklaring van Wellenstein? Nee? Ze lijst kwaliteiten op die plattelandsdorpen kunnen nastreven. De Europese organisatie die de lijst opstelde, hoefde de inspiratie niet ver te zoeken. Wellenstein en Bech-Kleinmacher, de dorpjes die het goede voorbeeld geven, horen bij Schengen en nestelen zich in de mooiste bocht van de Moezel. Hun tip voor een vrolijk dorpsleven: plant wijnstokken. Veel wijnstokken.

Zo’n bijzondere plek nader je graag traag. Kwestie van op te bouwen naar de climax! De lijnbus vanuit de hoofdstad maakt het kleine hertogdom weer groot: hij zet een chrono van 45 minuten neer voor 22 km. Bovendien stap ik af in Remich. Pas na drie kilometer wandelen door niet heel fotogenieke wijngaarden langs de Moezel bereik ik Wellenstein. Twee dorpskernen liggen in de diepte, in een keteldal dat zich aftakt van de riviervallei. Wijngaarden: overal. Dat hoort niet, je moet ze op de zuidflanken planten! Waar is jullie wijsheid gebleven?

‘Ons klimaat evolueert’, vertelt Jean-Paul Krier. Zijn wijndomein Krier-Bisenius bestaat sinds 1590 en schakelde jaren geleden over op biologische druiventeelt. ‘Ik heb onlangs merlot aangeplant. Door de klimaatopwarming gedijen meer zuiderse druiven nu ook bij ons. Voor riesling komen we stilaan in de problemen. Laat oogsten wordt steeds moeilijker. Ook op koelere hellingen dan de zuidflanken kan je intussen wijn verbouwen.’

Details in de diepte

Jean-Paul woont in een karakteristiek oud dorpshuis, met een deftige trap die naar de woonkamers op de eerste verdieping leidt. ‘Zo beschermden we vroeger onze inboedel tegen overstromingen’, zegt hij. Dorpstip één is genoteerd: slimme architectuur. Maar met een biologische wijnboer blijf je niet plakken in de kelder. Zijn wijsheid raap je in de wijngaard. Jean-Paul: ‘Biologisch werken betekent bij je druiven zijn. Snel ingrijpen, tegen meeldauw bijvoorbeeld.’ We kijken uit over het keteldal: een zee van wijngaarden, dooraderd door landwegen, de dorpjes als details in de diepte. Jean-Pauls druiven wortelen in dezelfde leemkalkbodem als de prestigieuze wijngaarden van de Champagne. Ook het landschap doet me aan Frankrijk denken, dat verderop begint, bij het drielandenpunt van Schengen.

Op de Duitse rivieroever glinsteren grindplassen in de zon. Het landschap is er vlak, de wijnbergen liggen op Luxemburgs grondgebied. Uiteraard degusteer ik Jean-Pauls wijnen. Ik zet mijn kennersneus op, snuffel, wals, snuffel en proef, en ben vooral in de wolken over de pinot noir en de crémant, die niet onderdoet voor champagne. ‘De beste Luxemburgse wijnen bereiken de Belgische supermarkten niet’, drukt Jean-Paul me op het hart. Niet erg, ik ontdek ze liever na een wandeling op de wijnberg. Ook in zijn vrije tijd is onze wijnboer er niet weg te slaan. ‘Ik ga ’s morgens. De hond uitlaten op de wijnberg. Boven de rivier hangen meestal nog dikke nevelslierten. Het moment dat de zon doorbreekt, is een magisch moment.’ De universele wijsheid van het modeldorp bij Schengen? Wie wijn verbouwt, heeft diepe wortels in het landschap.

5 x doen in de hoofdstad

Wandelen, fietsen en een vleugje cultuur: hier leer je Luxemburg leuk kennen.

Wandelen en fietsen Ontdek hoe de hoofdstad haar monumenten én natuur koestert op de Wenzel Rondweg (2,5 uur stappen). De Unesco Fietstocht leidt je langs werelderfgoed en vergezichten en is als audiotour downloadbaar op www.visitluxembourg.com
Gezellig! In het noorden van de Oberstadt ligt een alternatief wijkje met terrassen, wijnbars en bistro’s. Spring zeker binnen bij Kaale Kaffi (Rue de la Boucherie) voor koffie, brocante en vintagekleding.
Muziek, maestro Bezichtig de prachtige Philharmonie van architect Christian de Portzamparc tijdens een gratis rondleiding op zaterdag. Of boek kaartjes voor een concert. De akoestiek is even excellent als de architectuur.
Sterk fort Beleef de geschiedenis van de vestingstad Luxemburg boven- en ondergronds in Musée Dräi Eechelen. Het museum verschuilt zich naast het Mudam, in het gerestaureerde Fort Thüngen.
Kazematten Spanjaarden groeven de eerste gangen in de rotsen; Vauban en de Oostenrijkers breidden het ondergrondse verdedigingsnetwerk verder uit. Zowel de kazematten van Bock als van Pétrusse zijn erkend als werelderfgoed, maar tijdelijk gesloten.

Met bus en trein de natuur in

Bijna heel het Groothertogdom is vanuit de hoofdstad vlot te bereiken met het openbaar vervoer. Keuzestress? Dan helpen deze tips!
Müllerthal > Maak sprookjesachtige wandelingen langs wonderlijke rotsformaties in het woud. De Müllerthal Trail is erkend als Leading Quality Trail – Best of Europe en vormt een wandelwegennetwerk van 112 km waarop je ook korte tochten kan uitstippelen. Startpunt Echternach is op ruim een uur te bereiken met de bus, maar ook andere dorpen op de trail hebben openbaar vervoer.
Zeven Kastelen > Volg de nationale wandelweg door de Vallei van de Zeven Kastelen (37 km). De trein brengt je in 25 minuten naar het startpunt in Mersch. Natuurlijk hoef je de route niet helemaal te stappen. Vanaf het 17de-eeuwse kasteel van Ansembourg, met zijn prachtige tuinen, kan je vlot terugkeren met de bus.
Biodiversum > Vogel- en natuurliefhebber? Combineer twee bussen (tien minuten overstaptijd) en reis naar Biodiversum, het futuristische bezoekerscentrum van het natuurreservaat Haff Réimech. Biodiversum ligt op een kunstmatig eiland tussen de meren van Remerschen. Observeer vogels bij de kijkhutten en zoek verkoeling in de zwemplas.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer