Leven aan de Maas
Het lijkt wel of Luik sinds de komst van zijn futuristische stationsgebouw Guillemins terug de wind in de zeilen kreeg. Al klinkt ‘vaart op het spoor’ toepasselijker voor een HST-stop. Feit is dat de stad aan de Maas volop bezig is zijn dynamiek terug te vinden, zonder afbreuk te doen aan zijn rijke, bisschoppelijke geschiedenis. Drie dagen in de Ville Ardente.
- Uitstappen en vakanties
Dag 1: Stad van honderd klokken
10 u. Doe Luik met de trein, het heeft alle voordelen. Geen parkeerperikelen in een stad die nog volop aan haar mobiliteit timmert. Bussen die je vlot naar het centrum brengen. En een station dat je optilt omdat het je licht en ruimte geeft met zijn Belgische blauwsteen, zijn wit beton, zijn glas en staal. Zo gaat dat als je spektakelarchitect Santiago Calatrava onder de arm neemt. Van de eindfactuur ga je duizelen, maar dat vergeet je als je op een zonnige dag naar het spel van schaduwlijnen kijkt die het transparante dak over je uitstrooit.
10.30 u. De bus af aan de Place Saint-Lambert, het drukke zenuwcentrum van de historische binnenstad en met meneer Google naar Hotel Neuvice voor de bagagedrop. We zijn meteen onder de indruk van de stijlvolle plek en de rust in de straat. Eigenares Gaëtane Leroy glimlacht breed: ‘Dank je, we hebben hier inderdaad hard gewerkt. Het huis is van 1730 en was vroeger een drukkerij. Vooraan de winkel, een koer in het midden en achterin het atelier. Daar hebben we nu de kamers en in de kelder de ontbijtzaal onder de gewelven.’
11 u. We lopen door het verkeersvrije En Neuvice. ‘Dat betekent Nieuwe Straat’, had Gaëtane gezegd. ‘Maar dat was ze in de 12de eeuw toen ze de Maas met de binnenstad verbond. Hier werd de handelswaar naar de markt gebracht. Ze was net breed genoeg voor een span paarden.’ Vandaag floreert ze dankzij de lokale handelaars, die zo’n hechte buurt vormen dat ze elkaars producten in de etalage zetten. Renzo Salvador is luthier. Hij bouwt meesterlijk mooie luiten en houdt nog tijd over om jonge ambachters op te leiden. REstore Design maakt eigentijdse juwelen, lampen, accessoires en kleinmeubelen van gerecycleerd materiaal. En bij Arqontanporain maken Katia Marchiori en Bruno Le Boulangé met vrolijke kleuren decoratieve kunst in plexiglas. Meedoen met een workshop kan ook. Loop binnen bij Uguzon voor uitgelezen boerderijkazen of bij Carré Noir voor een keur aan artisanale chocolades.
11.45 u. Om de hoek zitten de terrassen van de Place du Marché al vol voor het aperitief en staan we oog in oog met het perron. Een dennenappel op een zuil van carraramarmer en daar bovenop een kruis. Dat perron blijft een symbool van de Luikse vrijheid, ook al werd er ooit openbaar gestraft. Misdadigers kregen wel eens een spijker door het oog geslagen of een brandmerk bij recidive. Café A Pilori – de schandpaal – herinnert aan die gruweldagen toen de stadsmagistraten het allemaal in de gaten hielden vanop het bordes van het stadhuis dat elke Luikenaar La Violette noemt. Huizen hadden in de middeleeuwen nog geen nummer, wel een uithangbord met een afbeelding.
De rechters houden tegenwoordig kantoor in het voormalig bisschoppelijk paleis, het megaoptrekje met liefst drie binnenpleinen van prins-bisschop Evrard de la Marck. De geestelijke had het commerciële licht gezien en gaf alle kloosterorden die erom vroegen gratis grond. In ruil moest er wel voor hem gewerkt worden. Het legde hemzelf en de stad geen windeieren. Nog altijd heet Luik de ‘stad van honderd klokken’. Ze had niet alleen de grootste kathedraal van de 16de eeuw, er kwamen zeven kapittelkerken bij, vijftig kloosters en abdijen, om van de vele parochiekerken nog te zwijgen.
13.30 u. Afspraak met Michaël Mathot, toeristisch persman van de provincie voor een tochtje met huurfietsen van Pro Vélo. Michaël is trots op het fietsknooppuntennetwerk dat volop in de steigers staat én op de verkeersarme RAVeL-routes die al jaren populair zijn. Hij rijdt voorop. Eerst langs de oevers van de Maas, ter hoogte van Angleur naast de Ourthe. We laten de stad achter ons, rijden nostalgisch langs de vergane glorie van oude industrie en trappen als vanzelf door steeds meer groen. Er zijn lopers onderweg, nog meer fietsers, zelfs wandelaars. Hier is het rustiger. In een brede bocht van de rivier lanterfanten jongelui op een keienstrandje langs de oever. Een paar vissers oefenen hun geduld. Even voor Tilff picknickt een Turkse familie op een eilandje in de rivier. Ze hebben vuur gemaakt, zitten op plaids in het gras, een jongen slaat ritmisch op een handtrom. Nog even en ze gaan aan het dansen.
17 u. Terug in de stad zigzaggen we door de straatjes rond de kathedraal en trekt een steeg in de Rue Soeurs de Hasque me als een magneet naar binnen. In de Pot au Lait moet ik een glas gedronken hebben. Zo’n gekke plek! Overdadig aangekleed met de dolste beelden, constructies en collages van voorwerpen en materialen die je je kan voorstellen. Alsof de jaren zeventig er hebben huisgehouden in een kruisbestuiving met de broeierige cantina uit Star Wars in een galaxy, far far away.
19 u. Opgefrist lopen we de stad in voor een veggiemaaltijd bij Greenburger in de Rue du Pont. Gezellig klein eethuisje, ruw hout aan de wand en plexischermen tussen de tafels. Mijn kebbyburger doet het met gekiemde zaden, hummus, aïolisaus en gebakken aardappelschijfjes. Ik spoel door met een lokaal bier, de Bestiale. Réveille la bête en toi, zegt het etiket. Het zal voor een andere keer zijn, want het uitgaansleven in vurig Luik heeft een coronadeuk vanjewelste gekregen. Een stomend optreden in de Pot au Lait had er anders nog wel bij gekund.
Dag 2: Ark vol beelden en schilderijen
10 u. Het kan sneller met de bus, maar een boottochtje over de Maas slaan we niet af. Onze Navette is al een kwartiertje onderweg als hij aanlegt tegen de Quai Saint-Lambert om passagiers op te pikken. Genietend van het zonnetje schuifelt het scheepje heen en weer tussen de oevers. Drie haltes en een dik half uur verder stappen we uit om over voetgangersbrug La Belle Liégeoise de rivier te kruisen en die andere schoonheid, La Boverie, te bezoeken.
11.15 u. La Boverie, het museum voor schone kunsten, kreeg enkele jaren geleden een complete make-over. Het is tot in de puntjes gerestaureerd en maakt ruimte vrij voor grote tentoonstellingen die een breed publiek kunnen boeien. Zo waren Hyperrealisme en Warhol het voorbije jaar mediagenieke knallers. Maar zelfs al zit ze ondergronds, maak zeker ook kennis met de permanente collectie en ontdek dat Napoleon Bonaparte een van de eerste donateurs was met een groot schilderij van zijn bescheiden zelf door Ingres.
Sindsdien zijn de geesten geëvolueerd. Luik ging werk van Waalse kunstenaars verzamelen, later kwamen er moderne, zelfs hedendaagse meesters bij. Nu al die collecties sinds enkele jaren zijn samengevoegd in La Boverie, verbaast het niet dat je er een Frans Pourbus treft en verderop een Constantin Meunier die het harde labeur van de metaalsmelterij van Seraing schildert. Gaandeweg kom je steeds grotere namen tegen: Emile Claus, Théo van Rysselberghe, maar ook Picasso, Monet die Le Havre schildert, Gauguins Tovenaar van Hiva Oa, Marc Chagall, Kees van Dongen, zelfs Le Corbusier en Malevitsj.
En er hangt ook grafisch werk. En een mooie verzameling originele werken van Belgische striptekenaars. Die kregen een uitstalraam in de Galerie Noire, waar ze beschermd zijn tegen schadelijk licht.
13 u. We blijven hangen in La Boverie en nemen plaats aan een lange tafel naast voluptueuze uitheemse planten bij Madame Boverie, de haute sandwicherie in het museum. Je keuvelt er op je gemak na bij een broodje gezond, een rijkelijk belegde bagel of een bowl met sla naar keuze.
14.30 u. Artistiek directeur Carl Havelange zwaait hoogstpersoonlijk de deur van het Trinkhall Museum open als we komen aangelopen door de gietende regen. Het hypermoderne gebouw met veel indirect licht en verplaatsbare wanden is pas open en het sluitstuk van jarenlang werken. ‘Dit begon veertig jaar geleden toen Luikenaar Luc Boulangé een creatief atelier startte voor mensen met een verstandelijke beperking’, vertelt Carl. ‘Geen therapeutisch geknutsel, maar een volwaardig artistiek opzet dat de expressie voorrang geeft. Luc legde door de jaren heen wereldwijd contacten, zodat we nu een grote collectie hebben die we graag tonen. We beginnen met het thema Gezichten/Grenzen, dat vragen oproept over identiteit.’
Toch staat er bij de entree een compleet galjoen, gemaakt van papier, karton en gevonden voorwerpen. Gemaakt door Alain Meert toen hem werd gevraagd wat het ideale museum is. Hij maakte een ark vol beelden en schilderijen, op avontuur laverend tussen dromen, vormen en emoties. Het ontroert meteen. Bij de vele werken op de verdieping staan we ervan te kijken hoe het onderscheid wegvalt tussen de kunstenaars uit de Trinkhall-collectie en het werk van bekende hedendaagse artiesten. Maar meest van al staan we paf van de Cabane die Pascale Tassini gemaakt heeft. Het is een schuilhut als een beschermende cocon, gemaakt van gerecycleerde spullen, letterlijk met eindeloos geduld aaneengeknoopt uit stukjes textiel.
16 u. Het regenen is opgehouden, dus gaan we te voet terug naar het historische centrum. In de Rue Saint-Paul krijgen we al honger van de etalages van lokale neringdoenden. Nostalgisch lonkt charcuterie André - specialist in beenham - al bijna honderd jaar naar passanten. Bij Le Pêcheur ligt de vis dagvers op het ijs. En Rosita van traiteur Mercato toont met plezier een keur aan Italiaanse streekproducten. Achter in de zaak hebben ze een klein restaurant: ‘Enkel over de middag open voor de dagschotel van onze chef. Altijd een andere pasta.’
19 u. In de Rue Souverain-Pont krijgen we nog meer trek. Daar heb je Wattitude, met honderden Waalse streekproducten, bieren, designspullen en cadeauartikelen. En eethuisjes bij de vleet. Bij voorkeur van Griekse, Turkse, Latijns-Amerikaanse origine. Wij stranden uiteindelijk voor een pasta in Osteria Figo. De spaghetti is er huisgemaakt, reepjes prosciutto komen voor je ogen uit de handbediende snijmachine.
Dag 3: Schaars geklede surrogaatmoeders
10.30 u. We ontbijten uitgebreid in afwachting van onze wandeling naar de citadelheuvel met stadsgids Gilbert Schiepers. Vergroeid met de stad heeft hij voor elke plek en gelegenheid een goed verhaal op zak. Samen lopen we langs de statige huizen van de Rue Hors-Château: ‘Vroeger de chicste straat van de stad, want eigendom van rijke kloosters. Ze genoten vooraan van het zonlicht. In de rug werden ze beschermd door de helling.’
En al weet Gilbert dat we bergop willen, een paar impasses moeten we gezien hebben. ‘Typisch Luikse steegjes die zo smal zijn dat je er nauwelijks op let’, aldus Gilbert. ‘Aan de straatkant had je mooie handelspanden, achteraan werd gewerkt in ateliers en stapelruimten. En helemaal achteraan woonde het werkvolk in kleine beluiken.’ Vandaag loop je er over schonkige kasseien en zijn de huisjes bewoond door mensen die niet meteen voor een doorsneeleven kozen. Wat rommelig, zelden gelapte ramen, maar wel de gezelligheid van levensgenieters en bohemiens onder elkaar. Je kan er zelfs onder een kiwiboom zitten kletsen.
11 u. Dan lopen we aan het eind van de Rue Delfosse linksaf de helling op en door het Karmelietenbos naar de citadel. Merkwaardig hoe snel je van de stad in een andere, groene wereld komt. Over een eeuwenoud pad bergop, beschut door boomkruinen, omringd door varens en mossen. Bij een uitkijkpunt overschouwen we de stad. Gilbert toont ons hoe het landschap ineen zit, hoe ingenieurs van de glooiingen gebruik hebben gemaakt om de spoorweg aan te leggen met zo weinig mogelijk hindernissen.
Bij het monument van het 14de Linieregiment dalen we af naar de trappen van de Montagne de Bueren. 374 treden dieper sta je weer in de stad. ‘Je moet begrijpen dat hier heel wat jonge rekruten in de citadelkazerne verbleven. Probeer je in te leven hoe ze daar een hele week lang zonder hun moedertjes opgesloten zaten’, ginnegapt Gilbert. ‘Hoe zou je zelf zijn in het weekend? Dan ga je toch de stad in om wat postkaarten te kopen waarop je je verhaal kan doen. Of om wat troost en psychologische bijstand van surrogaatmoeders, die toevallig schaars gekleed onder de kazerne in de Rue Au Péri wonen. Maar daar kwam nachtlawaai van, zodat die trap er kwam. Iedereen snel en recht naar huis.’ Waarna hij meteen overschakelt op een ernstiger versie: ‘De trap kwam er in de eerste plaats om vlug in de binnenstad te geraken. Het was de tijd van de Industriële Revolutie. Vaak werden arbeiders uitgebuit. Bij een opstand konden de soldaten snel beneden zijn om het oproer te bedwingen. Gelukkig is het nooit zover gekomen.’
12.30 u. Tijd om af te sluiten met een Luikse proeverij bij wijze van copieuze lunch. We aperitieven met een glaasje pékèt in het Maison du Pékèt, goed voor tientallen variaties op de lokale jenever en schuiven in het restaurant van het Musée de la Vie wallonne aan voor een huisbereide Luikse boulet met friet en sla, om af te sluiten met een café Liégeois in de Bistrot d’en Face. ‘Iemand nog een Luikse wafel?’, vraagt Gilbert met een monkellachje. ‘Laten we die maar meenemen voor straks’, zeg ik. ’Je kan ons nu al naar het station van Calatrava rollen.’
De échte café Liégeois
Vraag om het even waar naar een café Liégeois en je krijgt wat vanille-ijs, verzopen in een sloot koffie onder een dot slagroom. Daar doen ze bij Le Bistrot d’Enface in de Rue de la Goffe niet aan mee. Het gastronomische restaurant met een uitstekende klassieke kaart en de warme, nostalgische sfeer van een Bouchon Lyonnais serveert er de enige échte café Liégeois. ‘Ja, er zit vanille-ijs in en koffie, maar geen slagroom’, vertelt uitbater Thierry Marée. ‘En we maken hem niet à la minute, maar 24 uur op voorhand. Het is ook een dessert dat je niet lepelt, maar drinkt. IJskoud uit een met ijs beslagen kruik en een even koel glas.’ Het volledige recept houdt Thierry voor zich, al proeven we een tik pékèt of Luikse jenever als extra toets. Dat zijn recept al een paar keer tot beste van de stad is verkozen, lacht Thierry bescheiden weg.
Meer Luiks lekkers:
Luikse wafels: rond, van een stevig deeg en extra zoet door de grote, gekaramelliseerde suikerparels. Proef ze bij Saperlipopette in de Rue des Mineurs.
Boudin Blanc: de stevige witte beuling krijgt in Luik wat extra pit door toegevoegde marjolein. Koop hem huisbereid bij Boucherie Lontin in de Rue de la Boucherie.
Boulet à la Liégeoise: geen boulette of balletje, maar een boulet of kanonskogel. Gemaakt van gemengd gehakt met wat broodkruim, afgewerkt in een zoetzure saus met gefruite ui en wat Luikse stroop. Opgediend met frietjes en sla. Huisbereid is hij lekkerder, bijvoorbeeld bij L’Espace Saveur in het Musée de la Vie wallonne.
Salade Liégeoise: de Luikse sla is een koud gerecht van kleine gekookte aardappelen, prinsessenboontjes, stukjes buikspek en sjalot in wijnazijn.
Madame Boverie
Parc de la Boverie 3 - www.madame-abc.be
Sandwiches, quiches en slaatjes in de aangename setting van het Museum La Boverie.
Le Bistrot d’en face
Rue de la Goffe 8
Uitstekend adres voor een fijnproeversdiner. Franse kaart met persoonlijke toets. Gezellige inrichting. Reserveer en ga voor de café Liégeois als dessert.
Le Cloître
Cour des Mineurs - www.provincedeliege.be/fr/node/90
Proef regionale specialiteiten in het Musée de la Vie wallonne. De Boulet à la Liégeoise is een klassieker. Tegelijk is het een sociaal project met bediening door mensen in een reïntegratietraject. Enkel overdag en na reservatie via tel. 04 279 20 25.
Osteria Figo
Rue Souverain Pont 22
Italiaans eethuis met vooral pasta’s op de kaart. Jonge, ongedwongen atmosfeer.
Le Pot au Lait
Rue Soeurs de Hasque 9 – www.potaulait.be
Studentikoos café in een waanzinnig decor met de gekst denkbare, creatieve opsmuk.
Hotel Neuvice
En Neuvice 45 – www.hotelneuvice.be
Zeer verzorgd en karaktervol hotel in een oude drukkerij. Ondanks de ligging in het historisch centrum geen nachtlawaai. Persoonlijk onthaal. Uitgebreid ontbijtbuffet. Aanrader.
Station Luik Guillemins
Place des Guillemins 2
Aan dit landmark van Santiago Calatrava kan je niet voorbij. Het station heeft ook een tentoonstellingsruimte met wisselende expo’s.
La Boverie
Parc de la Boverie – www.laboverie.com
Puntgaaf gerestaureerd museum voor schone kunsten dat eigentijdse tentoonstellingen voor een breed publiek combineert met een selectie uit de eigen collectie. Fraai gelegen in het Boveriepark.
Trinkhall Museum
Parc d’Avroy - www.trinkhall.museum
Gloednieuw onderdak voor de collectie actuele kunst, hoofdzakelijk van mensen met een mentale beperking van over de hele wereld. Langlopende thematentoonstellingen vertrekkend van de eigen verzameling.
Fietsen over de RAVeLs
ravel.wallonie.be
RAVeLs zijn verkeersluwe, bewegwijzerde fietspaden over jaagpaden en oude spoorlijnen. In Luik vertrekken ze langs Maas en Ourthe richting Maastricht en Durbuy.
Wandelen bij de citadel
www.visitezliege.be/nl/wandelingen-door-luik-1
De groene hellingen achter de Place Saint-Lambert voeren naar de citadel over een netwerk aan wandelpaden. Onderweg krijg je prima panorama’s over stad en streek. Denk aan degelijk schoeisel.