Het dorp van Paul Delvaux
Baaldje is een kunstenaarsdorp. Aan de buitenkant lijkt het Paul Delvauxmuseum een cottage, zoals je er dertien in een dozijn hebt aan zee. Binnen heerst rust en harmonie. Ondergronds hangt de grootste verzameling Delvaux-werken ooit bij elkaar. Elk schilderij lijkt een film met een open einde...
Tekst en foto’s Marijn Follebout
Een klasgroep bedankt hun gids. Vier dames op leeftijd hebben gereserveerd in brasserie Het Vlierhof, die aanleunt tegen het museum.
Het eerste wat opvalt aan de ingang is de foto uit 1984, toen Delvaux als erestationschef van het station Ottignies-Louvain-la-Neuve werd gehuldigd. Treinen vormen een rode draad in zijn oeuvre. ‘De NMBS kon op verschillende schilderijen achterhalen om welke wagon of locomotief het precies gaat’, zegt Ingrid Tahon, manager van het Paul Delvauxmuseum. Ze leidt ons rond door de expo Van het ochtendgloren tot de avondschemering. De tentoonstelling bestaat uit 26 haltes en biedt een overzicht van de evolutie in het werk van Delvaux. Tegelijk worden de favoriete thema’s van de kunstenaar op een presenteerblaadje aangereikt.
Vroeger een vissershuis
De Stichting Paul Delvaux werd in 1979 opgericht, met als missie de werken te beschermen, te verspreiden en bekend te maken. Begin jaren ’80 opende het museum in dit voormalige vissershuis. ‘Eerst ging het om één zaal. Naarmate het bezoekersaantal toenam, moest ook het museum ondergronds uitbreiden. Nu hebben we 1000 m2 exporuimte tot onder de parking. Paul Delvaux kwam graag naar zijn museum. Hij stierf pas in 1994, hij was toen 97 jaar. Hij had het over het museum als ‘de zon op zijn oude dag’.’ De Stichting heeft zo’n 3000 werken in beheer, zowel schilderijen als grafische werken.
Ingrid dwaalt na sluitingstijd graag door het lege museum. ‘Elke keer opnieuw ontdek ik andere details en accenten.’ Het lijkt alsof ze Delvaux door en door kent. ‘Uit al wat ik opvang van mensen die hem hebben gekend, leefde hij voor alles voor de kunst. Hij wou elke keer een werk creëren waarin hij zou kunnen leven.’
Soms vangen we ook een glimp op van zijn privéleven, zoals met Les Noces à Antheit (1932) waarin hij het fictieve huwelijk tussen hem en ‘zijn’ Tam ensceneert. Zijn ouders verboden de relatie. Pas jaren later, in 1948, ontmoette Delvaux Tam opnieuw in Sint-Idesbald en stapten ze - toen al vijftigers - toch nog in het huwelijksbootje.
Pure poëzie
De ontmoeting met Delvaux en zijn leefwereld is best wel intiem te noemen. Zijn zoektocht in de jaren ’20 ging razendsnel. We zien verschillende stijlen opstaan en weer verdwijnen in de loop van enkele jaren. Hij speelde toen al als een meester met het licht en met perspectief. Pas later zette hij de realiteit een hak door er fantasievolle elementen aan toe te voegen. Zijn naakte modellen beeldde hij af als ongenaakbaar.
Het magnifieke La Gare forestière (1960) hangt bij zijn eerdere werken om duidelijk het contrast aan te tonen. Twee meisjes kijken naar een station in een bos dat verlicht wordt door de opkomende of ondergaande zon. Een zwarte rookpluim raakt verstrikt in het dichte bladerdek. Je kan ernaar blijven kijken. De poëzie spat van het schilderij.
Eigen pad
Delvaux kreeg pas internationale erkenning in de jaren 1960. Met uitbundige kleuren schiep hij nieuwe werelden en toch zijn ze heel herkenbaar. Ingrid wijst ons Chrysis (1967) aan: ‘Het is op dit moment één van mijn favorieten. Let op de lichtinvallen, de jurk in kant en hoe verfijnd de vrouw is weergegeven. Hier kan je het volledige Delvaliaans vocabularium op loslaten. Het hoort bij zijn latere periode, het zogezegde surrealisme. Met die term ging Delvaux absoluut niet akkoord. Hij beschouwde zich niet als aanhanger van eender welk -isme. Hij wou zijn eigen pad bewandelen.’
We zien skeletten uitbundig dansen en prachtige bouwwerken uit de klassieke oudheid. We zien bordelen waar emoties opborrelen en surreële droomsequenties. En toch is het de laatste halte die ons het meest raakt. ‘Op het einde van zijn leven schilderde hij op papier omdat hij dat dichter bij zijn slechte ogen kon houden’, duidt Ingrid. De Dessins de mémoire (1986-1989) grijpen je aan, zeker na het zien van al dat moois. ‘Ze tonen aan hoe Delvaux het scheppen van kunst niet kon loslaten. Je ziet als het ware het beven, het fragiele van zijn leeftijd.’
Het Paul Delvauxmuseum is een bijzondere ervaring. Het dompelt je helemaal onder in de leefwereld van de kunstenaar. Je hoeft helemaal geen kunstkenner te zijn om van de kunst van Delvaux te genieten. Iedereen maakt van elk werk zijn eigen verhaal.
Praktisch
- Paul Delvauxlaan 42, Sint-Idesbald (Koksijde)
- Parking bij het museum.
- Tramhalte Sint-Idesbald op wandelafstand.
- Toegang kost 12 euro of gratis met de museumpas.
- Open van donderdag tot en met zondag, van 10.30 tot 17.30 uur.
- Groepen kunnen ook op sluitingsdagen of als nocturne een rondleiding aanvragen.
- In de zomer is er elke twee weken een rondleiding voor individuele bezoekers. Er zijn regelmatig nocturnes.
- www.delvauxmuseum.be
In de zomer krijgt Sint-Idesbald krijgen de strandcabines van Sint-Idesbald een persoonlijke kunstenaar aangewezen, die er helemaal zijn of haar ding mee kan doen. De Westkustfietsroute (53 km) laat je alle mooie plekjes van kunstdorp Sint-Idesbald zien en passeert ook langs de voordeur van het Delvauxmuseum. De bewegwijzerde fietsroute doet De Panne, Koksijde, Nieuwpoort en Veurne aan. Je fietst langs de gratis toegankelijke Sint-Niklaastoren in Veurne en het Albert I-monument aan het sluizencomplex Ganzepoot in Nieuwpoort. Aanrader!
www.dekust.be/westkustfietsroute