Langs dorpen, polders en scheepswerven
‘In ons vlakke land is de Schelde koning’, schreef Marie Gevers in haar streekroman De Dijkgravin. Krijg je de schoonheid en de streekverhalen op een dienblad als je dwars door België langs het jaagpad fietst, van Doornik naar Antwerpen? Reis mee en ontdek hoe de Schelde van karakter verandert, op minder dan 200 km afstand of in twee dagen tijd.
- Fietsen
Wat voorafging
Onze reporter nam de trein naar het dorpje Fresnoy-le-Grand, bij de bron van de Schelde in Noord-Frankrijk. In twee dagen fietste hij naar Doornik. Vanaf de Belgische grens laat de Schelde zich gemakkelijk volgen tot Antwerpen. Het jaagpad is van iedereen en wordt zelden onderbroken.
Dag 3: Doornik – Oudenaarde – Wetteren – 88 km
Alles glijdt langs de Schelde. De aken op het water, mijn banden over het jaagpad, het zomerbriesje dat de wolken voortstuwt en de populieren doet ruisen. Als de wind aantrekt, zetten hun kruinen zich een na een in beweging, in de rijrichting die ik volg, alsof ze de eenzame fietser die ik ben aanmoedigen. Ik hoef me niet krom te buigen over mijn stuur. Zonder de zomerhitte zou dit de gemakkelijkste fietstocht zijn die ik ooit reed. De wind komt in België meestal uit het zuidwesten, en dat is ook waar de Schelde ontspringt ten opzichte van Antwerpen. Navigeren hoeft niet, ik rij, drijf of waai mee met de stroom. Twee dagen lang. Wordt dat niet monotoon?
Niet één, maar drie Scheldes
Het typische aan reiswegen is dat ze corridors zijn. Transparante tunnels met uitzicht op de dorpen, heuvels en bossen die je links en rechts laat liggen. Zoals de haaientunnel in het aquarium. De vissen zwemmen voorbij zonder dat je ze kan aanraken. Reizigers doorkruisen landen en streken al eeuwen via vertrouwde corridors en zonder te geven om wat weg van de doorgangsweg ligt. Koetsen en paarden waren zelden sneller dan fietsers.
Een rivier is een levende reisweg. Waar mensen zich mee identificeren en dromen op projecteren. En bovendien in staat om van gedaante te verwisselen. Ik fiets niet langs één, maar drie Scheldes. In Cambrai veranderde het vrolijke beekje, dat verstoppertje speelde in de heuvels, opeens in een gekanaliseerde, bevaarbare rivier. Tussen Doornik en Gent ademt de Schelde de rust en bescheidenheid van het platteland. Op de jaagpaden onder de populieren kan je je ver weg in Frankrijk wanen. Voorbij Gent ontstaat de steeds bredere, onstuitbare stroom waarvan de eerdere Scheldes slechts zijriviertjes lijken. Met getijden, wijde meanders, industrie en scheepswerven, en vanaf Rupelmonde brak water.
Rivier als knuffelcontact
Het liefst had ik vooraf geen hotels geboekt. Niets vastleggen en onderweg treuzelen of opschieten zoals het me uitkomt: dat past toch bij het trage, gestage ritme van de Schelde? Maar ik wil licht reizen, met spulletjes en proviand in een rugzakje, zonder tent of fietstassen. Bij mijn ontbijt in Doornik ga ik snel op zoek naar logies. Hotel Winterhof, in Wetteren of all places, kan me ontvangen.
Ik rol mijn fiets de binnenkoer van het hotel uit en rij door de stille Sint-Jacobswijk, met haar indrukwekkende Sint-Jacobskerk, naar de Scheldekaaien. Doornik is de enige stad die de Schelde echt omarmt. De rivier verdwijnt niet in een kluwen van vaarten en kanalen zoals in Gent en is niet afgeschermd door waterkeringen en hangars zoals in Antwerpen. De Schelde is hier het knuffelcontact voor de stadswijken op beide oevers. Doornikse steen reisde stroomafwaarts op schepen en gaf kastelen, kerken en abdijen van Oudenaarde tot Antwerpen de zilvergrijze tint van de kathedraal van Doornik. Sint-Amandus volgde de Schelde om Vlaanderen te bekeren en stichtte de voorlopers van de Sint-Pieters- en Sint-Baafsabdij in Gent. De oudste krant van België heet Le Courrier de l’Escaut. Ze rolde in 1829 van de persen in Doornik, klaagde machtsmisbruik van de Nederlandse bestuurders aan en ronselde vrijwilligers voor de Belgische revolutie. De wieg van België staat aan de Schelde. En dat kan je ook van Vlaanderen zeggen.
Hard labeur
Ik heb de jaagpaden tussen Doornik en Gent grotendeels voor mij alleen. In het decor schuiven plekken voorbij waar ik met plezier het hele weekend zou doorbrengen. Op de Kluisberg kan ik een stukje koersgeschiedenis aan mijn fietsrit haken en fabelachtige wandelingen maken in het Kluisbos, waarover vele legendes de ronde doen. In Anzegem kan ik Het Lijsternest bezoeken en achter de schrijftafel van Stijn Streuvels uitkijken over de Tiegemberg. Daarna wandelen tussen golvende akkers en weides en binnenspringen in een hippe hoevewinkel of opgeknapte dorpskroeg. De voorouders van de uitbaters ploegden en zwoegden in Streuvels’ plattelandsromans en gehoorzaamden de fabrieksbaas, de kasteelheer-burgemeester en de dorpspastoor. Arm Vlaanderen leverde hard labeur langs de Schelde en inspireerde tientallen romans die het contrast uitspeelden tussen de Franstalige bourgeoisie uit de steden en de ongeletterde vissers, pachtboeren en arbeiders. Ook voor de Vlaamse Beweging werd de Schelde een rivier van betekenis.
De Provence in Wetteren
Af en toe las ik fietspauzes in. Ik bezichtig kort het Sint-Alexiusbegijnhof in Dendermonde, met zijn witte huisjes en siertuinen. In Ename hou ik halt bij de ruïnes van de Ottoonse burcht en de Sint-Salvatorabdij. Rond het jaar 1000 markeerden de burcht en de machtige Sint-Laurentiuskerk de grens van het Ottoonse rijk. Op de linkeroever begon het Graafschap Vlaanderen. Vandaag is de Schelde nergens nog landsgrens, tenzij je twee futiele kilometers Nederlandse grens bij de Zandvlietsluis in Antwerpen meetelt.
In Gavere bestel ik een drankje bij een dijkcafé met sanseveria’s in het venster. Het groene rivierlandschap brengt verkoeling zoals een bos. Witte plezierjachten stuiven over het water of dobberen in het zonnetje. Ik glip Gent voorbij via Merelbeke en bespaar me de omweg die de Schelde door de stad maakt. In Wetteren check ik in mijn hotel in. Ik heb een eenvoudige kamer boven een danscafé langs de steenweg. Omdat ze nog geen ontbijt serveren, laten de vriendelijke uitbaters de kamerprijs zakken van 25 naar 21 euro. Ben ik dertig jaar teruggefietst in de tijd? Plekken die niet op je bucketlist staan, kunnen vaak aardig meevallen. Ik bestel een met lokale ingrediënten bereide Vlaamse klassieker bij Bistro Gustaaf, maar waan me op hun terras onder de bomen in de Provence. En dat dus in Wetteren, of all places.
Dag 4: Wetteren – Kruibeke : Antwerpen (MAS) – 83 km
Galloways met natte voeten
De Benedenschelde is een natuurkracht om rekening mee te houden. Getijden stuwen enorme watermassa’s het binnenland in. Het sluizencomplex bij Merelbeke vrijwaart Gent van de wisselwerking van eb en vloed. De rivier beschrijft wijde meanders en eigent zich de hele vlakte toe. Zonder dijken en gecontroleerde overstromingsgebieden zou ze haar bedding verleggen. Bruggen zijn zeldzaam op mijn laatste fietsdag. Ik probeer alle rivierbochten te volgen en vermijd de oever waar een zijrivier de doorgang verspert. In Schellebelle luid ik de bel waarmee je het veer roept. Ik vertel de veerman dat zijn veer al 800 jaar bestaat. ‘Nou’, schatert hij, ‘zo lang ben ik hier nog niet, hoor.’ In de Scheldeliteratuur is de veerman vaak een mysterieus personage. In de realiteit is hij een voormalige Nederlandse binnenschipper die op de Schelde voer. Nu pendelt hij tussen twee oevers. De liefde voor de rivier kruipt waar ze niet gaan kan. Het veer ontstond toen de Schelde haar stroom verlegde en het gehucht de Aard afsneed van Schellebelle. Ik fiets verder door de Kalkense Meersen. Libellen, kikkers, grutto’s en kieviten ravotten in de wetlands waar de Schelde bij hoge waterstanden overtollig water afzet. De stoere galloways die hier grazen, verdragen natte voeten.
Scheepsbouw aan de Schelde
Bij Dendermonde mag je op weekdagen altijd de erfgoedsite van de scheepswerven van Baasrode oplopen. In het droogdok ligt een gerestaureerde sleepspits uit 1928. ‘Ze werden hier toen in serie gemaakt’, vertelt Peter Van Wichelen, ‘op het grootste formaat dat door de sluizen kon. In het kantoor hingen schaalmodellen aan de muur. Je kon aanwijzen welk schip je wilde bestellen. Een sleepspits had een schippersgezin aan boord maar kon niet op eigen kracht varen. Daarvoor moest de schipper de stoomsleepboot inschakelen.’
Overal langs de Benedenschelde had je scheepswerven. Maar Baasrode was bijzonder. Rond 1880 werd hier het eerste getijdendok van Europa aangelegd. Het dorp had zich al in de achttiende eeuw in scheepsbouw gespecialiseerd en tot de Tweede Wereldoorlog liep hier het ene schip na het andere van stapel. ‘Toen werden de rivierschepen te groot om ze hier te bouwen en te water te laten’, zegt Peter. De werf leefde nog decennia van herstellingen en keuringen. Toen de firma in 1986 in vereffening ging, kocht de provincie Oost-Vlaanderen de gebouwen, mét inboedel. Tijdens het weekend kan je het herenhuis van scheepsbouwer Emiel Van Damme bezichtigen. De tijd lijkt er bevroren. Ook de werfloodsen, waar de schepen geassembleerd werden, liggen er bij zoals in 1986. In het werfkantoor huist de school voor scheepsmodelbouw. ‘We bouwen het varend erfgoed van de Schelde waarheidsgetrouw na’, vertelt Pieter D’Hollander, ‘volgens originele plannen en logboeken. Aan een modelschip werk je minstens twee jaar. Alle planken van de boten waren genummerd of hadden zelfs specifieke namen. Maar om ze juist te monteren, had je een ijkpunt nodig. Hoe scheepsbouwers dat aanpakten, kan niemand ons vertellen.’
Hikkende futen
In het herenhuis kan je de modelschepen bewonderen. Aan de muren hangen schilderijen van de Dendermondse School. De schilders stelden hun ezel graag op in dorpjes als Vlassenbroek en Weert. Ook dichters hebben de stroom in alle toonaarden bezongen. Staf De Wilde uit Hamme heeft de bloedhete zomerdag die ik beleef, raak beschreven. ‘De dijk maakt je duizelig van ruimte / de hemel lijkt een ruige herdershond / die alle zuurstof slobbert uit de beemden / dit is de zomer van de hikkende futen / en je hapt naar adem tot bij avondval / de rode zon verstrikt raakt in de wilgen.’
Als een vleugellamme fuut puf ik uit onder het schrale boompje dat het graf van Emile Verhaeren in Sint-Amands gezelschap houdt. De hemel is van gruizig beton, zoals de sokkel van het graf. De in heel Europa gevierde dichter en denker heeft zijn geboortedorp nooit losgelaten en ligt begraven in de brede Scheldebocht die hem dierbaar was. Ik heb te weinig fut om zijn gedichten op de dijk te lezen. Op de Scheldebrug naar Temse koelt een briesje me af. Bij strakke wind rollen schuimkoppen resoluut langs de Wilfordkaai. Bij rustig weer tekenen de stromingen krinkelende patronen op het water.
Geheimen van de polders
Mijn laatste etappe naar Antwerpen leidt door de Polders van Kruibeke. In Rupelmonde herinnert de wijk ’t Schelleke aan het vissersverleden. Platbodems voeren de Westerschelde op en lieten zich vastlopen op zandplaten, waar ze visnetten uitzetten. Bij eb raapten de vissers de vis van de drooggevallen plaat. In de polders kan je bij eb de grijstinten van het Scheldeslib tellen. Bij vloed dringt het water het overstromingsgebied binnen. Dat gebeurt elke dag via de inwateringssluizen. De bossen en rietkanten verbergen hier geheime plekjes. Het Karperhuisje is een oud buitenverblijf aan de Rupelmondse Kreek waar vleermuizen hun intrek hebben genomen. Bij het vervallen Zweeds Paviljoen kan je picknicken. Het gebouwtje is afkomstig van de Wereldexpo van 1930 in Antwerpen en hoorde in Kruibeke bij een intussen verdwenen openluchtzwembad aan de dijk. Via de voetgangerstunnel bereik ik het eindpunt van mijn tocht. Het MAS is in al zijn grandeur nog te klein om alle Scheldeverhalen te bevatten.
3 Scheldedorpen met kasteel
In deze drie idyllische Scheldedorpjes kan je stoppen voor een picknick of een terrasje.
- In Mullem bij Oudenaarde zijn alle huizen okergeel geverfd. In de dorpsherberg In de Kroon kan je gezellig aan de toog een pintje pakken. Zet het niet op een vloeken zoals boer Speeltie in de tv-reeks Hard Labeur, die hier verfilmd werd, naar een roman van dorpsbewoner Reimond Stijns. Zuidpoolreiziger Adrien de Gerlache stamt uit het adellijke geslacht dat het dorpskasteel bewoonde.
- Weert verhuisde van de linker- naar de rechter-Scheldeoever. De schattige huisjes met klapluikjes zijn omringd door stille polders en… twee Scheldes, de huidige en de oude. Bezichtig het Sas op de Oude Schelde, een sluis uit 1592, en het neogotische Kasteel van Marnix van Sint-Aldegonde.
- Bazel is dé uitvalsbasis voor de Polders van Kruibeke. Kasteel Wissekerke heeft een verleden als waterburcht maar is in de negentiende eeuw verbouwd tot een neogotisch festijn van torentjes en trapgevels. De romantische hangbrug over de parkvijver dateert uit 1824 en is de oudste gietijzeren brug op het Europese vasteland.
Schrijvers langs de Schelde
150 jaar na de geboorte van Stijn Streuvels plukken we drie monumentale Schelderomans uit de boekenkast. Dat wil zeggen: met museum of monument langs de Schelde.
- Stijn Streuvels, Ingooigem: In De Teleurgang van de Waterhoek strijdt een veerman tegen een nieuwe brug over de Schelde. De brug heeft bestaan, maar is vervangen. Haar stand-in uit de verfilming Mira overbrugt de Durme in Hamme. In Streuvels’ schrijverswoning Het Lijsternest loopt tot 30 september de foto-expo The Line van Bieke Depoorter.
- Filip De Pillecyn, Hamme: Collaboreerde tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar schreef ook het meesterwerk Mensen achter de dijk, over de sociale achterstelling van ‘Arm Vlaanderen’, en kreeg een elegant monument bij de Durmemonding in Hamme.
- Marie Gevers, Hingene: Publiceerde zoals veel Vlaamse schrijvers in het Frans. In De Dijkgravin volgt een jong meisje haar overleden vader op als dijkgraaf (inspecteur van de dijken). Haar standbeeld tuurt naar de Schelde op de dijk in Hingene.
Meer Scheldeschrijvers? Lees De Schelde, een literaire biografie van Stefan van den Bossche.
Bistro Gustaaf
Hekkerstraat 34A, Wetteren - www.bistrogustaaf.be
Creatieve keuken op basis van seizoensproducten. Provençaalse sfeer op het terras.
Café Posthotel
Stationsplein, Wetteren - www.cafeposthotel.be
Prachtig historisch café in neorenaissancestijl, met eiken houtsnijwerk, schilderijen en typisch Vlaamse spreuken.
De Groenendijk
Nattenhaasdonkstraat 20, Wintam (Bornem) - www.degroenendijk.be
Sinds vier generaties de beste paling in ’t groen, in een huisje tegen de Scheldedijk.
De Beleving
Mercatorplein 13, Rupelmonde - www.debeleving-rupelmonde.be
Leuke, trendy koffie-, thee- en broodjesbar, geschikt als halte op je fietstocht.
Hotel Alcantara
Rue des Bouchers Saint-Jacques 2, Doornik - www.hotelalcantara.be
Verblijf op maat van fietsers in hartje Doornik. In een oud herenhuis, bar met terras op het binnenplein, fietsenstalling in het hotel, ontbijtbuffet. Vanaf € 100.
Winterhof
Smetledesteenweg 142, Wetteren - www.winterhof.be
Zeer basic maar vriendelijk hotel boven een feestcafé langs de steenweg. Single kamer met ontbijt € 25.
Het Lijsternest
Stijn Streuvelsstraat 25, Ingooigem (Anzegem) - www.letterenhuis.be
In zijn oorspronkelijke staat bewaard schrijvershuis van Streuvels. Bezoek te reserveren via lijsternest@vlaanderen.be
Erfgoedsite Ename
Lijnwaadmarkt 20, Ename - www.pam-ov.be
Archeologische resten van een vroegmiddeleeuwse handelsnederzetting en abdij. In de Sint-Laurentius vind je duizend jaar oude fresco’s.
Provinciale Erfgoedsite Scheepswerven Baasrode
Sint-Ursmarusstraat 137, Baasrode (Dendermonde) - www.scheepswervenbaasrode.be Droogdokken, scheepsbouwateliers en meesterwoning. Deels te bezichtigen, uniek erfgoed.
Tolerant vzw
CNR-site, Rupelmonde, www.tolerant-vzw.be
Bouwers van historische Scheldeschepen. Tijdens werkuren kan je een kijkje nemen (donderdag en zaterdag). Meevaren kan als je je online aanmeldt.
Polders van Kruibeke
Rupelmonde, Bazel, Kruibeke - www.sigmaplan.be
Gecontroleerd overstromingsgebied voor de Schelde. Wandel- en fietsparadijs met grote kunstwerken in de natuur.
MAS – Museum aan de Stroom
Hanzestedenplaats, Antwerpen - www.mas.be
Het verhaal van de stad, de Schelde en de haven in vaste en tijdelijke expo’s. In december opent de nieuwe expo Vracht.