
Tussen de wijnstokken in de Gironde
Het was de belofte van de wijn die me richting Bordeaux lokte. Dus laadde ik mijn camperbusje in en reed zuidwaarts. Hier, tussen de glooiende heuvels en charmante dorpjes van de Gironde, wachtte een avontuur dat de perfecte mix bleek van onthaasting, ontdekking en – uiteraard - een glas uitstekende Bordeauxwijn.
- Kamperen
De vroege ochtendzon glinstert op de dauwdruppels die zich verzameld hebben op de ramen van mijn camper. Vanuit het openstaande raampje vang ik een eerste glimp op van de wijngaarden, die zich eindeloos lijken uit te strekken. Blaye markeert het begin van mijn avontuur, een historische plek die uitnodigt om haar geheimen te ontdekken. Ik word wakker op het domein van Château Marquis de Vauban, net buiten Blaye, waar de ochtendnevel nog tussen de ranken hangt en een koele bries de stilte doorbreekt. Straks dompel ik me onder in de verhalen en stenen van een plek die eeuwen aan geschiedenis heeft doorstaan.
In de citadel
Ik parkeer vlot naast de imposante poorten van de Citadelle de Blaye. De massieve stenen muren rijzen hoog boven me uit, hun verweerde oppervlak verraadt eeuwen geschiedenis. Het voelt alsof ik een andere tijd binnenstap, waar forten dienden als machtige wachters over de rivier. Dit majestueuze, stervormige fort aan de noordelijke oever van l'estuaire – het brede, machtige estuarium van de Gironde, waar de rivieren Garonne en Dordogne samenvloeien voordat ze uitmonden in de Atlantische Oceaan – is een meesterwerk van de 17de-eeuwse architect Vauban. Het diende ooit als bolwerk om Bordeaux te beschermen tegen Engelse invasies.
Géraldine, mijn gids voor de ochtend, begroet me met een vrolijke glimlach en een aanstekelijk enthousiasme. Ze wijst me op de verborgen details van de Citadelle: de gewelfde gangen, het uitzicht over de rivier, en zelfs een klein ommuurd veldje waar nog altijd wijn wordt verbouwd. ‘Zelfs hier’, vertelt ze met een knipoog, ‘vonden ze dat een glas wijn niet mocht ontbreken.’
Terwijl we door de smalle steegjes van de Citadelle slenteren, voel ik de invloed van de zee en de rivier. Géraldine legt uit hoe l'estuaire – met zijn unieke getijden – niet alleen een belangrijke rol speelt in de maritieme geschiedenis, maar ook in de vruchtbaarheid van de grond. Vanaf haar favoriete plek, het hoogste punt van de Citadelle, wijst ze naar het adembenemende uitzicht: de rivier glinstert in het zonlicht, omringd door eindeloze wijngaarden die zich uitstrekken zover het oog reikt.
Kamperen op een wijndomein? Kan!
Ik laat de oude vesting achter me, want een paar kilometer verder wacht Château Monconseil-Gazin, een wijndomein dat bekend staat om zijn gastvrijheid en heerlijke wijnen. Bij aankomst krijg ik een uitgebreide uitleg over de kunst van de wijnbouw, van de druivenpluk tot het rijpen in eikenhouten vaten. Tussen de eindeloze rijen druivenstruiken wandel ik door het domein, waar kampeerders overigens gratis kunnen overnachten.
Met een glas wijn in de hand kijk ik uit over het glooiende landschap, waar de laatste zonnestralen de velden in een gouden gloed zetten. In de verte sterft het geluid van een tractor langzaam weg. Dit voelt als het perfecte moment om te proosten op een reis die nog maar net begonnen is.
De volgende ochtend wacht een nieuwe bestemming: Bordeaux, het kloppende hart van de Gironde en het epicentrum van de Franse wijncultuur.

OP naar de wijnhoofdstad
Als ik Bordeaux binnenrijd, word ik meteen gegrepen door de statigheid van de brede boulevards en de elegante 18de-eeuwse gevels. De zon werpt een warme gloed over de stenen gebouwen en weerkaatst op het water van de Garonne. Terwijl ik mijn camperbusje parkeer aan de rand van het oude centrum, zie ik de stad tot leven komen: fietsen zigzaggen door smalle straatjes, het geroezemoes van terrassen vult de lucht, en in de verte lonkt de iconische Place de la Bourse. Dit is een plek die uitnodigt om ontdekt te worden.
Bordeaux, vaak liefkozend de Capital du Vin genoemd, draagt deze titel met trots – en met reden. De wijnhandel heeft hier door de eeuwen heen niet alleen de cultuur, maar ook de welvaart en het stadsbeeld gevormd. Op de Place de la Comédie trekt het Grand Théâtre met zijn statige zuilen meteen mijn aandacht. Straatartiesten vullen de lucht met muziek, terwijl obers haastig dienbladen met wijn en espresso's langs de tafeltjes manoeuvreren. Het plein bruist van energie, een levendig contrast met de statigheid van het theatergebouw. Bordeaux ademt historie, en de grandeur van plekken als Place de la Bourse, met haar spiegelende waterpartij, versterkt dat gevoel alleen maar.
Mijn volgende stop is de Cité du Vin, een van de meest iconische bezienswaardigheden van de stad. Dit futuristische gebouw, opgericht in 2016, is een ode aan de wijnwereld. De golvende, bijna vloeibare vorm van de architectuur weerspiegelt de beweging van wijn in een glas – een detail dat me meteen intrigeert. Binnen dompelt het belevingsmuseum me onder in de geschiedenis, geuren, kleuren en verhalen van wijnbouw. Van oude tradities tot moderne innovaties, elk aspect wordt op een meeslepende manier tot leven gebracht. De rondleiding eindigt op de bovenste verdieping, waar ik, met een glas lokaal geproduceerde wijn in de hand, geniet van een panoramisch uitzicht over Bordeaux. De stad ligt voor me, ik neem rustig een slokje, en geniet.
Let’s talk about Bruno

Een uurtje later ontmoet ik mijn gids, Bruno. Een vijftigjarige, rasechte Fransman met een strenge uitstraling maar een uitnodigend karakter. Zijn stem is luid en zijn gebaren zijn al even expressief. Geamuseerd en goedgezind begint hij zijn verhaal. Bordeaux, zo legt hij uit, is niet alleen beroemd om haar wijnen, maar ook om haar drie iconische M’s: Montaigne, Montesquieu en Mauriac – schrijvers en filosofen die de identiteit van de stad mee hebben gevormd. Bij onze wandeling door het levendige centrum vertelt Bruno vol passie over de Engelse invloeden op de stad, een erfenis van de tijd dat Bordeaux een belangrijke handelspost was onder Engelse heerschappij.
Via de majestueuze Porte Cailhau, een middeleeuwse toegangspoort, leidt Bruno me naar de Grosse Cloche, een indrukwekkende klokkentoren die ooit deel uitmaakte van de stadsmuur. Vervolgens kuieren we door naar de Cathédrale Saint-André, een gotisch meesterwerk dat mijn bewondering wekt. Onze wandeling eindigt in de chique Rue Sainte-Catherine, waar luxeboetieks en gezellige terrasjes een moderne flair toevoegen aan het historische decor. Met het klinken van onze glazen Bordeaux, gezeten op het terras van een statige brasserie aan de Place de la Comédie, decanteren we de indrukken van de stad terwijl het Grand Théâtre in een zachtgele avondgloed baadt.
Aan de monding
Ik schrik wakker van het kraaien van een haan en draai me nog eens om in mijn warme bed. Het ochtendlicht van de Médoc, net ten noorden van Bordeaux, glinstert door de gordijnen van mijn camper. Maar nog voor ik de slaap uit mijn ogen heb gewreven, klinkt er ongeduldig geklop op de deur. ‘Tijd voor de rondleiding!’ roept een stem met een onmiskenbaar Franse flair. Het is Pierre, de eigenaar van Château Castillon, die me met zijn typische enthousiasme welkom heet op zijn wijndomein in Saint-Christoly-Médoc, pal aan l’Estuaire, de brede riviermonding waar de Garonne en Dordogne samenvloeien en uitmonden in de Atlantische Oceaan.
Château Castillon is een groot familiedomein middenin de Médoc, waar de traditie van wijnbouw al generaties lang wordt doorgegeven. Pierre’s dochter neemt inmiddels steeds vaker de leiding over, een trend die in deze streek vaker voorkomt: een nieuwe generatie die met respect voor traditie de toekomst van de wijnbouw in handen neemt.
We rijden over het domein in Pierre’s aftandse, roestige Citroën, die rammelt bij elke hobbel in de weg. ‘De Fransen zijn de grootste couchons’, grapt hij met een brede lach terwijl hij wijst naar een verlaten kampeerplek op een grasheuvel met prachtig uitzicht over de rivier. ‘Maar kampeerders zijn hier altijd welkom.’
Aan het water wijst Pierre naar zijn vissershut, een ogenschijnlijk gammele constructie op hoge palen, zoals je ze overal langs l’Estuaire ziet. ‘Voor het vissen,’ zegt hij trots, ‘zoals mijn vader en grootvader dat deden.’ Niet ver daarvandaan ligt zijn jachthut. Hier jaagt hij nog steeds op eenden, hier net zo diepgeworteld is als de wijnstokken. Op de vijver erlangs dobberen plastic lokvogels, nog altijd klaar om hun werk te doen. ‘Eend en wijn, dat is de Médoc op zijn best’, grinnikt Pierre, terwijl hij zijn pet rechtzet.
Het is bijna middag en het vrolijke kwispelen van mijn viervoeter overtuigt me om een wandeling te maken door deze regio met zijn eindeloze rijen wijnranken. Saint-Christoly-Médoc straalt eenvoud en rust uit, het pure landelijke Frankrijk, maar dan wel op grond die per are een fortuin waard is. Terwijl de zon langzaam hoger klimt boven l’Estuaire, besef ik dat deze plek best bijzonder is. Hier heerst een traditionele manier van leven, gevormd door de rivier, de aarde en de wijn. En dat voel je.
Van de Médoc naar de oceaan: Arcachon roept
Terwijl ik in mijn rode busje gemoedelijk over de landelijke wegen kronkel, laat ik de Médoc achter me en ruil de eindeloze wijnranken in voor de zilte bries van de oceaan. De weg slingert langs bossen en velden, terwijl ik koers zet naar het Bassin d’Arcachon, een lagune die bekend staat om haar oesterkwekerijen, brede zandstranden en de hoogste duin van Europa: de Dune du Pilat. Onderweg trekt een levendig tafereel mijn aandacht: een groep oudere mannen speelt petanque met de nodige flair en luidruchtige discussies. Er wordt gelachen, geroepen en met brede armgebaren over millimeters gestreden. ‘Encore un point, mon ami, ou tu prends un pastis!’ roept een van hen lachend. Ik blijf even staan en neem de sfeer van dit stukje onvervalst Frans dorpsleven in me op.
Eventjes later laat ik mijn camper rusten aan het station van Arcachon en wandel het centrum in. De stad ademt een ontspannen sfeer, met haar belle époque-villa’s, brede promenades waar de grandeur van vervlogen tijden nog steeds voelbaar is. De brede lanen worden omzoomd door statige gevels, terwijl het zachte avondlicht een gouden gloed over de stad werpt. Op straat heerst een gemoedelijke drukte. Ik neem plaats op een terras, bestel een espresso en observeer het ritme van de stad.
Door al dat wandelen begint mijn maag te knorren. Ik dwaal langs de kraampjes en restaurants op de dijk, tot ik bij ‘Chez Diego’ beland, een lokaal instituut aan het Plage d’Arcachon. Hier draait alles om verse zeevruchten. Een poissonier staat midden in het restaurant, zichtbaar voor de gasten, en werkt met geoefende precisie. In een vloeiende beweging wrikt hij de schelpen open, snijdt de spier los en presenteert de oesters op een bed van ijs, alsof het een ambachtelijk ritueel betreft. ‘Wij serveren het beste wat deze streek te bieden heeft’, verzekert de ober me, terwijl hij mijn bord neerzet: een portie kraakverse oesters, gevolgd door een kleurrijke pasta met zeevruchten.
De zon zakt langzaam achter de kustlijn en kleurt de lucht in pastels. En ik geniet van mijn maaltijd en de gemoedelijke sfeer. En dan valt de nacht langzaam in.
De reus van zand
Terwijl ik met mijn busje de kust nader, zie ik hem plots oprijzen: een gigantische, gouden zandberg die scherp afsteekt tegen de blauwe lucht. De Dune du Pilat, de hoogste duin van Europa, had ik al vaak op foto’s gezien, maar in het echt is hij nog imposanter! De zon schijnt fel en het is duidelijk een populaire dag – wandelaars, gezinnen en avonturiers trekken in een gestage stroom richting de duin.
Aan de rand van het bos staat Pinda al kwispelend klaar, haar neus in de lucht, alsof ze de duin net zo gretig wil verkennen als ik. Zonder aarzeling zetten we onze tocht in. Met iedere stap dichter bij de top, ontvouwt het indrukwekkende uitzicht zich langzaam. En wat een uitzicht. Een oneindige horizon, waar de Atlantische Oceaan in al haar glorie schittert. Kleine zandbanken vormen eilanden in het water, een parasailer zweeft sierlijk door de lucht en af en toe glijdt een bootje voorbij – alsof het landschap met opzet werd geënsceneerd voor dit perfecte moment.
Ik doe mijn schoenen uit en wandel blootvoets verder, het zand voelt warm en zacht onder mijn voetzolen. Ik neem een moment om alles in me op te nemen, de rust, de ruimte en de eindeloze horizon. Ik beslis nog een tijdje te blijven, tot de zon langzaam naar de horizon zakt en de duin baadt in een warme gloed. Het is moeilijk om weg te gaan, ik had hier nog uren kunnen blijven, maar de schemering zet onverbiddelijk in.
De smaak van de Gironde
De Gironde is een streek die alles in zich draagt: van glooiende wijngaarden en eindeloze zandstranden tot eeuwenoude steden en ongerepte natuur. Hier proef je het goede leven – letterlijk. Niet alleen in de wereldberoemde wijnen, maar ook in de rijke smaken van lokale kazen, patés, canard en de dagverse oesters en zeevruchten. Een paradijs voor Bourgondiërs.
Voor kampeerders is dit een regio die blijft verrassen. Naast de oceaan en het estuarium biedt de Gironde een perfecte mix van natuur, cultuur en gastronomie, verpakt in een warme, gastvrije sfeer. Dit was een reis om van te genieten, om in te verdwalen – en vooral om terug te keren. Ons zien ze hier zeker nog eens terug!

Gironde: Overnachten bij de wijnboeren
In deze prachtige streek stellen heel wat châteaus hun domein open voor kampeerders. Da’s vaak gratis, en steeds met de mogelijkheid om een rondleiding of wijnproeverij mee te pikken. Hier zijn drie aanraders voor wie met de camping car door de wijngaarden wil trekken.
1. Château Monconseil-Gazin
Kamperen en een escape game tussen de wijnranken
Net buiten Blaye, aan de oostkant van l’Estuaire, ligt Château Monconseil-Gazin. Dit middelgrote wijndomein is al minstens vijf generaties in handen van dezelfde familie en produceert zowel rode, witte als roséwijnen. Camperaars mogen hier gratis overnachten naast de wijnranken, met zicht op de glooiende heuvels van de Bordeauxstreek. Een rondleiding en degustatie zijn altijd inbegrepen, en voor wie het wijnproces op een speelse manier wil ontdekken, is er zelfs een escape game rond wijnbouw. De hartelijke ontvangst en de authentieke sfeer maken dit een ideale stop.
:monconseilgazin.com
2. Château d’Osmond
Een warm welkom in de Médoc
Gelegen in het hart van de Médoc, tussen de beroemdste wijngaarden van Frankrijk, biedt Château d’Osmond een intieme en warme kampeerervaring. De eigenaren, Frédérique en Sophie, ontvangen kampeerders met open armen en slechts een handvol plaatsen langs de wijnranken zorgen voor een rustige, authentieke beleving. Naast een uitgebreide wijnproeverij kun je hier ook rekenen op de typische gastvrijheid van deze streek.
chateaudosmond.com
3. Château Tour Castillon
Overnachten met zicht op de rivier
Aan de oevers van het estuarium, in Saint-Christoly-Médoc, ligt Château Tour Castillon. Dit historische wijndomein, dat al eeuwen bestaat, biedt een van de mooiste kampeerplekken in de regio: een grasheuvel aan de rand van de wijnranken, met een panoramisch zicht op de rivier. Naast wijnbouw is het domein ook doordrenkt van geschiedenis, met een restant van een oude Engelse omwalling. Wijnliefhebbers kunnen hier genieten van proeverijen en rondleidingen, terwijl natuurliefhebbers de omliggende streek en de waterkant kunnen verkennen.
medocvignoble.com/nl/degustation/chateau-tour-castillon/
Met de camper door de Gironde reizen betekent genieten van wijn, natuur en gastvrijheid. Deze châteaus bieden niet alleen een unieke overnachtingservaring, maar laten je ook proeven van het leven op een wijndomein. Santé!
Médoc: Het kloppende hart van de Bordeaux-wijnen
- De Médoc is voor veel mensen synoniem met brede zandstranden en de Atlantische Oceaan, maar deze regio heeft zoveel meer te bieden. Dat ontdekken kampeerders steeds vaker: achter de duinen schuilt een landschap van bossen, meren en uitgestrekte wijngaarden. Hier, aan de linkeroever van de Gironde, gedijt de wijnbouw dankzij de unieke combinatie van bodem, klimaat en de invloed van het estuarium.
- In het hart van de Médoc liggen dorpen als Pauillac, Margaux en Saint-Estèphe, waar enkele van de meest prestigieuze wijnen ter wereld worden geproduceerd. Château Lafite Rothschild en Château Margaux behoren tot de absolute top. Volgens Fabrice, directeur van het Maison du Tourisme et du Vin in Pauillac, danken deze wijnen hun reputatie aan de diepe kleigrond, die de wortels dwingt om ver in de aarde te groeien, en het milde, gematigde klimaat. Bovendien biedt het glooiende landschap bij Pauillac net dat extra beetje karakter aan de druiven.
- Naast wijn kent de Médoc ook een ongerepte kant: het Regionaal Natuurpark Médoc strekt zich uit over meer dan 230.000 hectare en herbergt uitgestrekte bossen, moerassen en wilde kuststroken. Het is een paradijs voor wandelaars, vogelliefhebbers en natuurliefhebbers die graag de rust opzoeken na een dag wijnproeven. De Médoc is dus niet alleen een bestemming voor fijnproevers, maar ook voor wie houdt van ruimte, natuur en avontuur.
Kriebelt het om zelf te vertrekken naar het zuiden van Frankrijk? Meer handige info vind je via de online reiswijzer op www.pasar.be.