
Caravantest: Campooz Lazy Jack
Je rijdt elektrisch en wil met een caravan op vakantie. Haalbaar? Met de vouwcaravan Lazy Jack van Campooz wel, vindt Thomas De Boever.
- Kamperen
Wat doen mannen die camperen, of met een caravan de baan op gaan? Juist. Zich opwinden. Over laadvermogens, over trekkracht, over het verschil tussen geremde en ongeremde aanhangwagens, over kogeldruk, over het nut van stabilisatoren en het risico van slingeren in afdalingen. Ze kunnen zich verliezen in discussies over bandenspanning, breedte van spiegels en het ideale moment om te remmen als je een helling van acht procent moet afrijden met een volgeladen aanhangsel dat zich gedraagt als een overmoedige danspartner. Ze staan ter hoogte van Montélimar Nord, naast elkaar hun aslasten te vergelijken zoals pubers hun biceps, en terwijl hun vrouwen de koelkast herorganiseren, hebben zij het over kogelhoogte en over hoe een bepaalde windvlaag hen in Kroatië bijna in de vangrail blies. Het gaat dan niet over gevoelens, behalve over dat ene gevoel, controle. Ik moet bekennen dat ik er ook zo één ben. Sinds drie jaar rijd ik elektrisch, in stilte en met een geweten dat zwaarder weegt dan mijn rechtervoet, maar ik heb ook een mobilhome en ergens daartussen miste ik het gemak van een klassieke caravan achter de wagen. Die eenvoudige logica van aankoppelen, inladen, vertrekken, de vrijheid van de auto eens je ter bestemming bent. Alleen, de lichtere caravans, je weet wel, die met een lege massa van zogezegd 750 kilo, wogen vaak al 650 kilogram nog voor je er een tandenborstel of onderbroek in had gelegd, en laat dat nu net het soort halve waarheid zijn waar ik het moeilijk mee heb. Ook de actieradius van de wagen daalt opvallend snel eens je zo’n windvanger achter je aanhangt. Voor iemand als ik, met een zwak voor Spanje maar evengoed voor andere streken waar het asfalt warm ruikt, is zo’n kleine caravan vaak net niet genoeg. Te zwaar, te log, te klein voor een gezin zoals het mijne, met ondertussen volwassen nakomelingen van drieëntwintig en twintig. En tegelijk amper te combineren met elektrisch rijden, want je actieradius is al gehalveerd nog voor je Brussel voorbij bent. Dus toen ik op een grijze voorjaarsdag in Evergem met Bruno van The Camping Store stond te praten, ik ging gewoon een gasbus halen, vertelde ik hem dat ik het ver weg trekken met een caravan begon te missen. Dat ik dat oude gevoel, van onderweg zijn naar het onbekende met je huis op wielen, ergens had ingeruild voor kabels, apps en laadstress. Bruno luisterde, zoals alleen mannen luisteren die zelf jarenlang hebben gesukkeld met scheerlijnen en condens in de slaapcabine. Hij liet me uitspreken, knikte, en zei toen: je moet eens een Campooz-tenttrailer proberen.
Lazy Jack
Een paar weken later hing hij eraan, de Campooz Lazy Jack, achter mijn Skoda Enyaq 80 die na drie jaar elektrische dienst nog altijd start zodra je je vinger beweegt. Stevig en comfortabel, al was hij deze keer iets minder ruim, want zowel de wagen als de Campooz zaten tot aan hun virtuele nek volgeladen, kampeergrief, stoelen, kookpotten, sporttassen, teenslippers, een opvouwbare tafel en de persoonlijke spullen van vier volwassenen die beweren licht te reizen, maar elk drie boeken en twee paar wandelschoenen nodig hebben, en dan zwijg ik nog over de essentiële dingen waarvan alleen zij begrijpen waarom ze mee moesten. Ook de hond, een bordercollie met een uitgesproken voorkeur voor beenruimte en overzicht, zat op zijn vaste plek in de koffer. We vertrokken richting diep Spaans Baskenland, met de ambitie om daar de zomer te laten beginnen en onderweg niet volledig door onze batterij of ons geduld gevild te worden. Hoeveel de Campooz geladen weegt, weet ik niet, maar het voelde alsof we onderweg waren naar een humanitaire missie. Toch reed alles vlot. Geen gesleur, geen geslinger, geen gewiebel. Ik reed aan een gezapige negentig per uur en kreeg daar iets onverwachts voor terug, rust. Geen inhaaldrang, geen gejaag, gewoon cruisen. Thuis had ik de wagen tot honderd procent geladen. Het eerste deel van de rit, over vlakke wegen, bracht ons moeiteloos driehonderd kilometer ver. Alles aan in de wagen, airco, muziek, navigatie, en toch bleef het verbruik rond de vijfentwintig kilowattuur per honderd kilometer hangen. Best straf, met een volgeladen wagen, een tenttrailer, vier mensen en een hond die bij het minste oponthoud denkt dat we er zijn. Je voelt ook nauwelijks dat de Campooz eraan hangt, hij volgt als een goed opgevoede hond, zonder nerveus gedoe bij vrachtwagens of in bochten. Natuurlijk weet je, dit blijft niet duren. In de bergen wordt verbruik geen getal meer maar een karaktertest. Je laadt tot tachtig procent en begint te zoeken bij twintig. Dat geeft je een veilige marge van om en bij de tweehonderd kilometer als het meezit op de vlakke, snelle wegen. En als het tegenzit, wind, helling, zenuwachtig blaasgedrag op de achterbank, minder.
Op naar Baskenland
We deden de rit naar Baskenland in twee dagen. In Frankrijk liep alles vlot. Laadpalen stonden waar ze moesten staan, de apps werkten, de baguettes smaakten, elektrisch rijden is daar stilaan volwassen. Maar dan komt de grens. De echte. Niet die op de kaart, maar die waar mañana ineens een legitiem antwoord wordt op alles. De weg wordt slechter, de apps trager, de laadpalen zeldzamer. Alsof mijn wagen het ook voelt. Het zelfvertrouwen van het dashboard zakt tegelijk met het landschap. Vanaf dat moment wordt laden geen zekerheid meer, maar een gok. En ik gok niet graag. Laat me duidelijk zijn: het kán dus wel. Met een elektrische wagen en een Campooz op reis gaan lukt. Je moet gewoon je verwachtingen bijstellen, trager rijden, vaker stoppen, wachten, en hopen dat de laadpaal waar je op rekent niet net een sabbatjaar neemt. In Frankrijk lukt dat prima. In Spanje is het anders. Daar moet je geduld kweken, eerst op je app, dan voor de paal en dan voor je humeur. Maar wie marge inbouwt en het tempo loslaat, geraakt er. En dan is die Campooz een zegen, stabiel, licht, wendbaar. Bovendien verloopt het afkoppelen van de wagen stukken makkelijker dan met een caravan. Aangezien je om de tweehonderd kilometer moet laden is dat geen luxe. Maar we zijn er dus geraakt, diep in Baskenland, ondanks dat elektrisch laden in Spanje aanvoelt zoals in België in de jaren tweeduizend tien.
Wat is dat ding nu?
Dat is de vraag die je krijgt zodra je ergens stilstaat, van campingburen, van wandelaars, van toevallige voorbijgangers die het niet kunnen laten even een cirkeltje te lopen rond wat zij oprecht niet lijken te kunnen plaatsen. Een tent, een vouwwagen, een tiny house op vakantie. En dan sta je daar, naast je Campooz Lazy Jack, en besef je dat het eigenlijk allemaal een beetje klopt. Want ja, het is een tent, maar ook een aanhangwagen, met tent erop. In die aanhangwagen zit bakken ruimte. Je kunt er echt een halve kelder in kwijt, zonder dat je het gevoel hebt dat je iets moet laten. Alles verdwijnt vlot naar binnen, en wat niet past, heb je gewoon niet nodig. Slim is ook dat je aan je spullen kan langs voor via een klep in de neus, of van binnenuit via een luik onder het bed. Dat betekent dat je niet hoeft te graven naar een handdoek die je onderin had gelegd, of eerst de halve tent moet ontruimen om aan de wijn te raken.
Da’s kwaliteit
Ik moet toegeven, ik was oprecht onder de indruk van de kwaliteit. Het begint al bij het opzetten. Geen gefriemel met scheerlijnen die nog in de knoop liggen van vorig jaar, geen paniekzoektocht naar ontbrekende haringen of stokken die op mysterieuze wijze niet meer lijken te passen. De basis van de Campooz klap je letterlijk open als een soort harmonica die al op je stond te wachten, daarna is het kwestie van even doorwerken, tentdoek vastzetten, buizen op spanning brengen, grondzeil erin, voortent (een optie)eraan. Dat klinkt als werk, en ja, je bent er een dik uur zoet mee als je het nog niet in de vingers hebt, maar je krijgt er ook wat voor terug. Want eens alles openstaat, lijkt het niet op een tent, het lijkt op het podium van Tomorrowland in het klein, stoer en uitnodigend, met hoge wanden, rechte lijnen, doordachte ventilatie en genoeg ramen om het uitzicht naar binnen te zuigen. Je zit er niet in opgesloten, je zit er in open verbinding met de buitenwereld, en dat doet iets met je humeur, zeker als je op een plek staat waar het licht de muren streelt en de wind ’s nachts niet klinkt als een bedreiging maar als achtergrondmuziek.
Slaapt ie lekker?
Het slaapgedeelte verdient een aparte vermelding. Wie ooit in een klassieke tent op een opblaasmatje heeft gelegen, weet wat het betekent om een nacht lang te schuiven, te draaien, te zuchten en met kramp in de heupen wakker te worden. Hier dus niet. De Lazy Jack heeft een kingsize bed, bovenop de aanhangwagen, bereikbaar via een laddertje, met een echte pocketveringmatras. Niet zo’n sponsding waar je rug een afdruk in achterlaat, maar een stevig, ventilerend geval waar je effectief goed op slaapt. En dan is er nog een tweede slaapcabine, ook ruim en voorzien van zelfopblazende matten, waar volwassen kinderen, koppels of logés even goed slapen als thuis, of beter, als ik mijn nazaten mag geloven. Binnenin is alles slim opgevat. Je hebt ruimte, echte ruimte, om recht te staan, en ik ben twee meter, om je om te kleden zonder acrobatie, om spullen op te bergen zonder je zaklamp tussen je tanden te klemmen. Alles ademt doordachtheid, ripstop katoen dat degelijk aanvoelt, ramen met muskietengaas, ventilatieopeningen op de juiste plekken, en vooral: je kan elk raam openzetten. Niet een kier, niet half, maar echt open. En dat zorgt voor iets wat in veel caravans een vaag verlangen blijft: lucht. Zachte, stromende lucht die binnenkomt zonder insecten, zonder gedoe. Ventilatie zoals het hoort, en een gevoel van degelijkheid dat je eerder verwacht bij Scandinavisch meubilair dan op een camping in Noord-Spanje. De voortent, die je optioneel kunt uitbreiden, is geen doek aan wat stokken maar een volwaardige leefruimte, stevig, windvast en hoog genoeg om er zelfs met slecht weer comfortabel in te zitten. Ook over het onderstel is nagedacht, een stalen chassis, degelijke scharnieren, stevige banden en het Easy Load systeem waarmee je de vouwwagen kunt inladen terwijl hij nog dicht is. En dat voel je onderweg. De Lazy Jack ligt als een blok achter de auto, geen geslinger, geen aanzuigeffect van vrachtwagens, geen gedoe, je voelt hem nauwelijks, en dat, als je elektrisch rijdt met een volle auto, is niet zomaar een pluspunt, dat is essentieel.
Het verschil met een caravan…
Is het dan een alternatief voor een caravan? Neen, toch niet helemaal. Wie een caravan wil waar je alleen de deur van moet opendoen en meteen binnen zit met je voeten op een tapijtje, die gaat zich hieraan mispakken. Een Campooz vraagt wat werk. Je moet hem opzetten, afspannen, en als het regent terwijl je afbreekt, zit je thuis met een nat doek dat je echt moet laten drogen. Doe je dat niet, dan krijg je geen vakantieherinneringen maar schimmel. En als het echt koud wordt, niet frisjes maar echt koud, dan ben je in een Campooz minder beschermd dan in een caravan. Tentdoek ademt en dat voel je ook. Het comfort is groot, maar het blijft kamperen. Wie winterkamperen ziet als een hobby, kiest dus beter iets met dubbele beglazing. Maar daar staat tegenover wat je wel krijgt, krijg je niet in een caravan van onder de zevenhonderdvijftig kilo. De Campooz heeft een leeggewicht van amper driehonderdvijftig kilo. Dat betekent veel meer laadvermogen en dus ook veel meer vrijheid, je neemt mee wat je wil, niet wat de weegschaal tolereert. Hij past mooi achter de wagen waardoor je verbruik merkbaar lager ligt dan bij een traditionele caravan. Hij is sneller op te zetten dan je zou denken en eenmaal open heb je meer effectieve ruimte dan in dat krappe bolleke met voortent. In de zomer blijft het draaglijk binnen, waar een caravan al snel een bakoven wordt. Je kunt hem bovendien veel makkelijker opbergen in de winter. Bij The Camping Store in Evergem hebben ze zelfs plaats voor winterberging aan vierhonderd euro per jaar, en dat is, eerlijk gezegd, een koopje, zeker als je weet wat het kost om een caravan ergens onder dak te stallen, laat staan in je eigen garage als je die al hebt. Hij kost minder, hij manoeuvreert vlotter, maar bovenal, hij ligt stabieler achter de auto, geen gezwabber, geen vrachtwagens die je naar de pechstrook zuigen, gewoon strak op de baan, als een loyale metgezel die niet veel vraagt maar wel veel geeft.
Technische fiche – Campooz Lazy Jack
Ingeklapt & opengeklapt
- Afmetingen gesloten (l x b x h): 352 × 177 × 115 cm
- Afmetingen opengeklapt (totaal footprint): ca. 600 × 440 cm, hoogte tussen 185 en 240 cm afhankelijk van configuratie
- Leeggewicht: ± 330 kg (350 kg bij “camping”-uitvoering, 330 kg bij “trekking”-uitvoering)
- Laadvermogen: ongeveer 400 kg
- Aantal slaapcabines: twee – een kingsize bed bovenop (180 × 220 cm), en een tweede slaapcabine (150 × 200 cm)
- Binnenafmetingen aanhangwagen: 203 × 126 × 55 cm (l × b × h), goed voor ca. 1400 liter bagageruimte
- Constructie: volbad gegalvaniseerd stalen chassis, aluminium opbouw, Easy Load-platform, AL-KO oplooprem
Opties & extra’s
- Uitbreidbare voortent (luifel) van 450 × 220 cm
- Bamboe ladder
- Ugly Betty bijzettent
- Trekking-luifel
- Keukenmodule
- Extra slaapcabine
- Stormbanden
- All-season cover
Overname & beschikbaarheid
Campooz werd recent overgenomen door Kip Caravans. De modellen en de afwerking blijven voorlopig ongewijzigd. Levering is momenteel geen probleem: bij The Camping Store in Evergem is de Lazy Jack nog ruim op voorraad.
Winterberging
Mogelijk via The Camping Store in Evergem, aan ± 400 euro per jaar.
Richtprijs
Basisversie vanaf ongeveer 12.900 €, inclusief standaarduitrusting. Volledig uitgeruste versies met voortent, ladder, keuken, worden duurder.