Meesters langs de Leie

Langs de Latemse school: kunstenaars aan de Leie

10 minuten leestijd

Met z’n kronkelende bedding en groene oevers oefende de Leie een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op enkele van Vlaanderens bekendste schilders. In de voetsporen van Meesters als Emile Claus, Roger Raveel en Gust De Smet, op zoek naar de meest idyllische plekjes: hun inspiratie wordt de jouwe voor een fantastische fietstocht. 

reportage
  • Fietsen

Een groot kunstenaar is aan mij niet verloren gegaan - in de lessen ‘Plastische opvoeding’ zuchtte mijn leerkracht diep als ze m’n knutselwerken onder ogen kreeg. Verf en penselen heb ik daarom maar thuis gelaten, maar fotografe Ellen kan de schoonheid van deze sprookjesachtige streek probleemloos vastleggen, zelfs op een grijzige dag als vandaag. Tientallen schilders lieten zich inspireren door de Leie, waar pittoreske dorpskernen en groene oases elkaar netjes afwisselen. De fietsroute die wij volgen focust op Emile Claus, de belangrijkste impressionist van ons land. Vorig jaar was het 100 jaar geleden dat ‘de prins van het luminisme’ z’n laatste adem uitblies, en dat ging gepaard met allerlei festiviteiten, waarvan deze tocht een van de restanten is. 

Het Astene van Emiel

Fietsliefhebbers kunnen kiezen tussen twee lussen: eentje die vertrekt vanuit Claus’ geboorteplaats Sint-Eloois-Vijve, en eentje door z’n geliefde Astene, waar hij het grootste deel van z’n leven doorbracht. Wij gaan voor optie twee, die vertrekt aan het Mudel, het Museum van Deinze en de Leiestreek, dat een indrukwekkende collectie ontsluit van artiesten uit de streek. Vorig jaar was hier een grote expositie te zien rond Claus en ook vandaag kan je er nog verschillende werken van de impressionist bewonderen.

Na het opsnuiven van wat cultuur is het tijd om eindelijk de kuiten in te smeren - en meteen laten we ons leiden door de kronkelende Leie. Een elektrische fiets is geen must voor deze route, want het grootste deel volgt vlakke wegen, zonder veel hellingen. De grootste hindernissen? Enkele kasseistroken die hoogstens je artistieke inspiratie wat door elkaar kunnen schudden. Al passeren we in het begin eerst nog een stukje oude industrie: de vroegere fabriekssite van de Molens van Deinze, die stap voor stap omgevormd wordt tot een hip en nieuw stadsdeel.

Enkele honderden meters verder maakt de stadskern definitief plaats voor de natuur. Nog steeds langs de Leie fietsen we tussen twee hoge bomenrijen, op een breed pad, dat tegelijk dienstdoet als looppiste. Wie graag imponerend vastgoed ziet, komt hier zeker aan z’n trekken. De statige villa’s die aan de overkant van het water verschijnen - quasi elk huis heeft z’n eigen aanlegsteiger - doen vermoeden dat de bankrekening van de inwoners royaal gespekt is. In een van de imposante tuinen heeft een reiger met goede smaak postgevat. Bootjes in allerlei vormen en kleuren passeren de revue.

Groene brug met bloembakken

De route slingert tot aan het sas in Astene, dat Emile Claus in 1903 vanop een bootje vereeuwigde in een schilderij. Aan de groene metalen ophaalbrug hangen aan weerszijden bloembakken, gevuld met een explosie aan kleurrijke flora. In de zomer wordt het sas nog manueel bediend, om de doorgang te verlenen aan plezierboten. In ruil moet je de sasman wel een kleine fooi geven. Aan de overkant van het water is het bovendien heerlijk vertoeven op het gigantische terras van ‘t Oud Sashuis. Het weer laat ons vandaag wat in de steek, maar zelfs nu begrijpen we meteen waarom deze beeldige plek zo’n grote inspiratiebron vormde voor een kunstenaar als Claus. Leuk weetje: sinds 1994 is het Sas van Astene beschermd als monument. 

Als we de Leie verder volgen, belanden we bij een afgesneden arm van de rivier. Op mooie zomerdagen wordt dit stukje van het water ingenomen door zwemmers, opblaasbootjes en sportievelingen die balanceren op een supboard. Officieel is dat verboden, maar de stad doogt de recreanten wel. Maar maak je geen zorgen: je hoeft niet het water in te duiken om de ongerepte natuur van Maaigemdijk te bewonderen. Dit landschap, nog steeds een van de mooiste en meest paradijselijke van Astene, schilderde Claus in 1904 onder de warme gloed van een zomerse avondzon. Het werk, getiteld Olmen langs het kanaal is te bezichtigen in het Mudel. Al is Claus uiteraard niet de enige schilder die langs de meanderende rivierbedding z’n inspiratie vond. Ook kunstenaars als Valerius De Saedeleer, Roger Raveel, Frits Van den Berghe, Constant Permeke en Gust De Smet maakten van de Leie een belangrijke hoofdrolspeler in hun werken. Omdat veel artiesten in het begin van de vorige eeuw halthielden in deze contreien, introduceerde men de verzamelnaam ‘Latemse school’ 

Villa Zonneschijn

Op twee plekken langs de route krijg je een glimp te zien van de voormalige woning van Emile Claus, die de vrolijke naam Villa Zonneschijn draagt. Via een doorkijkje kunnen passanten de achterzijde en tuin van het statige huis bespieden. Later passeren we ook nog de voorzijde van de villa. Maar vooraleer het zover is, laten we ons eerst verrassen door een nog imposanter bouwwerk. Eens we de Leie achter ons laten, zien we aan de rechterzijde van de weg het kasteel van Ooidonk opduiken. De middeleeuwse versterkte burcht werd in 1595 herbouwd en geldt als een van de mooiste kastelen van België. Ook Claus was onder de indruk van de uivormige torens van het slot, dat omringd is door een siervijver met drieogige brug en een fraai park. Het kasteel is privaat eigendom van de familie ‘t Kint de Roodenbeke, maar in sommige weekends, vooral in de lente- en zomermaanden, zijn de vertrekken toegankelijk onder begeleiding van een gids. Het hele jaar door kan je voor de schappelijke prijs van drie euro flaneren in de tuin van het slot. Lunchen als een graaf kan dan weer in het aanpalende Grand Café Het Koetshuis - wij waren alvast onder de indruk van de originele deelgerechten.

Nadien vervolgen we de route via de Ooidonkdreef, de charmante verbindingsweg tussen het kasteeldomein en het dorp van Bachte-Maria-Leerne. De kruinen van de monumentale lindes aan de zijkant groeien weelderig boven het wegdek en vormden het decor in schilderijen van onder meer Emile Claus en Frits Van den Berghe. De hobbelige kasseiweg leidt ons verder tot de toegang van het kasteel: de Blauwe Poort. Een ietwat misleidende naam, want de luikjes die de toren sieren, zijn rood en wit. Ook enkele huizen in het dorp tonen herinneringen aan het verleden. De vensterluiken van brasserie De Sterre, in groen, wit en rood, verklappen dat dit gebouw vroeger bij het kasteel hoorde. 

Vrienden in de kunst

Na het verkennen van de lieflijke dorpskern, vervolgen we de weg en steken we de Leie over via de Leernebrug, die in de regio de ‘groene brug’ genoemd wordt. De Oude Pontweg leidt ons vervolgens naar Deurle, het epicentrum van de Latemse School, waar veel kunstenaars zich eind 19de, begin 20ste eeuw vestigden. Onder hen Gustave ‘Gust’ De Smet, wiens voormalige woonhuis vandaag omgevormd is tot een gemeentelijk museum. ‘De kunstenaar blies hier z’n laatste adem uit, in 1943, aan de zijde van z’n vrouw Gusta’, legt conservator Erik De Smet uit, helaas geen familie van de schilder. ‘Het was z’n 36ste woonplaats - na omzwervingen in Nederland en andere plekken in de gemeente. Alles wat je hier ziet is authentiek. Op de benedenverdieping staan alle meubels op dezelfde plaats als destijds. De schilderijen die aan de muren hangen waren na z’n dood achtergebleven in z’n atelier - in totaal gaat het om 99 werken, waaronder ook enkele schetsen. Boven zie je z’n voormalig atelier, dat baadt in natuurlijk licht.’

Het museum werpt bovendien een blik op de innige vriendschap tussen De Smet en Constant Permeke. Ook hij was kind aan huis in deze streek. ‘De populariteit van deze regio bij kunstenaars heeft niet enkel te maken met de aantrekkingskracht van de Leie. Dat wordt een beetje geromantiseerd’, legt de bevlogen conservator uit, die woont in een afgesloten deeltje van het museum. ‘Ook geld speelde een belangrijke rol. De katoenindustrie verkeerde op zijn hoogtepunt en veel katoenbaronnen hadden in deze streek een buitenverblijf. Dat waren mannen met poen en een oog voor kunst. Het ideale publiek dus om schilderijen aan te verkopen. Bovendien vluchtten veel kunstenaars weg uit Gent, omdat de fabrieken er heel vervuilend waren en de sociale ongelijkheid er welig tierde. Hier kon je veel goedkoper een huisje huren of kopen. De prachtige natuur was een mooi extraatje.’

Vandaag de dag is de voormalige kunstenaarsenclave het toevluchtsoord van de rijksten onder ons. Voor een huis betaal je in Sint-Martens-Latem, waarvan Deurle een deelgemeente is, gemiddeld zo’n 700.000 euro. Goed voor de titel ‘de duurste gemeente van Vlaanderen’. Hier een buitenverblijfje kopen zit er niet meteen in, maar ook vanop de fiets kunnen we meegenieten van de pittoreske dorpskern. De Dorpsstraat wemelt van de gezellige terrasjes. Op het kerkhof van de Sint-Aldegondekerk kan je de graven bezoeken van heel wat kunstenaars die deel uitmaakten van de Latemse School. 

Het Vlaamse boerenleven

Wanneer we de dorpskern van Deurle verlaten, zetten we de terugtocht richting Deinze in. De drukke N43 vormt een groot contrast met de landelijke weggetjes die deze fietstocht domineren, maar toch vond Emiel Claus net langs deze baan inspiratie voor z’n bekendste schilderij. Niet bij de alpacaboerderij die we passeren - al krijgen wij wel zin om ook zo’n fluffy beest in huis te halen. Wel wat verderop, net voor we de hoofdweg even verlaten om een kasseistrook in te fietsen. Het veld aan de rechterkant is hét veld waar de schilder de Bietenoogst op vereeuwigde. Het monumentale schilderij van 3,2 op 4,8 meter, dat het harde boerenleven in de streek verbeeldt, is een van de blikvangers in het Mudel in Deinze. 

Na het gadeslaan van dit stukje kunstgeschiedenis ruilen we de N43 dus even in voor een rustigere parallelle weg. Ook hier vond Claus inspiratie voor een van z’n werken, namelijk Terugkeer van de markt. Liever zin in een culinair hoogtepunt? In ‘Gasthof Halifax’ kan je tafelen op één van de mooiste terrassen van ons land, mét een adembenemend zicht op de Leie. Recensenten van Gault&Millau belonen het restaurant jaarlijks met een hoge score, wat betekent dat ook de rekening net iets duurder uitvalt dan bij een doorsnee brasserie. 

Net voor we de N43 - die in dit deel de Emiel Clauslaan heet - definitief verlaten houden we nog even halt bij huisnummer 101. Verscholen achter een hoog hek zie je hier de voorkant van Villa Zonneschijn, de voormalige woning van Emiel Claus, die op dit moment in privéhanden is. De schilder ligt begraven in z’n voortuin, onder een graftombe ontworpen door George Minne. Al was dat niet de eerste rustplek van de schilder. Toen hij in 1924 stierf, werd hij begraven op het kerkhof van Astene. Claus’ minnares, kunstenares Jenny Montigny, legde daar elke dag een verse ruiker bloemen op z’n graf, tot groot ongenoegen van Charlotte Dufaux, de echtgenote van Emile. Zij liet het lichaam van haar man daarom verplaatsen naar het domein Zonneschijn - een plek die niet toegankelijk was voor de aanhoudster van Claus. Jenny liet zich echter niet afschrikken - zolang ze leefde bleef ze door de hekken ruikers bloemen werpen naar het graf van haar geliefde schilder.

Met dat weemoedige verhaal in het achterhoofd vatten we de laatste etappe van onze route aan en fietsen we verder door Astene. Via Astene Dreef, een rustieke lindeweg die leidt naar de boerderij ‘Goed te Gampelaere’, belanden we opnieuw in Deinze, bij Bike Corner, de plek waar we onze tweewielers enkele uurtjes geleden ophaalden. Wie wil kan nog een extra lus aan de tocht breien, tot Machelen-aan-de-Leie, de thuishaven van die andere bekende kunstschilder, Roger Raveel. Wij hangen echter onze fiets aan de haak en trekken richting huis, met een hoofd vol weetjes en inspiratie. Volgende keer toch maar verf en een penseel meebrengen?

Vijf pittoreske plekjes langs de Leie

Deze fietstocht focust op het stuk van de Leie tussen Deinze en Deurle, maar ook richting Kortrijk en Gent verbergt de waterloop idyllische oorden die elk hart sneller doen slaan. 

  1. In Sint-Martens-Latem maakt de Leie een bocht van 90 graden. Hier vind je de perfecte picknickplek en een heleboel zitbankjes om even uit te blazen. 
  2. In de tuin van het André Demedtshuis in Wielsbeke is het heerlijk vertoeven met zicht op een Oude Leiearm. Het cultuur-en kunstencentrum is genoemd naar schrijver en dichter André Demedts, die in 1992 overleed. 
  3. Het kasteel Te Lake in Zulte is een evenementenlocatie, maar de natuurwandeling rond het kasteel, langs de Leiemeersen, is een stukje onbekende natuur. 
  4.  In Afsnee, deelgemeente van Drongen, is het heerlijk wandelen langs de Leie. Je kan er ook een veerboot nemen die je naar de overkant brengt. Controleer wel best op voorhand de vaartijden. 
  5. Wie de Leie al zwemmend wil verkennen kan een bezoek brengen aan domein Vosselare Put in Astene. Zelfs op zwoele zomerdagen is het hier nooit op de koppen lopen en er bestaan weinig idyllischer plekken om in het water te duiken.

deel Artikel

Meer inspiratie

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer