Pracht op de Noord-Duitse Laagvlakte
Grillige zandsteenrotsen en lichte beukenbossen, weidse vergezichten en knusse vakwerkstadjes – de Hermannshöhen biedt het allemaal. De fraaie bergkamweg in het Teutoburgerwoud is bovendien genomineerd in de wedstrijd ‘Duitslands Mooiste Wandelroute 2021’.
- Wandelen
De ochtendstond heeft goud in de mond. En lange trappen in petto... We hebben de deur van het hotel in Riesenbeck amper dichtgetrokken wanneer we gestaag de 256 treden omhoog klauteren die toegang geven tot de Hermannshöhen. De langeafstandswandelroute volgt het verloop van de kammen van het Teutoburgerwoud, een middelgebergte dat als een loodrechte muur uit de Noord-Duitse Laagvlakte oprijst. Maar slapen doe je in de dorpen. En die liggen in de vlakte. Er zullen nog veel trappen volgen…
De ochtend is nog jong. De plensbui die ons het dorp uitspoelde, verdwijnt langzaam aan de horizon. Tussen de beuken stijgt damp op, het ruikt naar vochtige aarde en paddenstoelen. Een edelhert, getooid met een fors gewei, duikt uit de nevel op, staart ons verbaasd aan en verdwijnt geruisloos tussen de bomen. Voor ons ligt een brede bosweg, die door lichte beukenbossen over een zacht golvende kam danst. Een kam van Osning-zandsteen (zie kaderstuk), een hard gesteente, door weer en wind verweerd tot bizarre rotsformaties, zoals de Dörenther Klippen, die tot 40 meter boven hun omgeving uitsteken. De bekendste rots is het Hockendes Weib, de ‘gehurkte vrouw’. Volgens de legende veranderde hier een moeder in steen toen ze probeerde haar kinderen tegen het opkomende water van de zee te beschermen.
Vakwerkhuizen in Tecklenburg
Tecklenburg ontvangt ons met middeleeuwse flair. Door de stoere stadspoort betreden we de oude binnenstad. Kromme steegjes, omringd door scheve vakwerkhuizen en gezellige terrasjes, beheerst door de ruïne van een forse burcht. Die is normaal gezien vaak gesloten voor bezoekers: zonder corona is de burchtruïne van mei tot september het decor voor een van de grootste openluchttheaters van het land. In de schaduw van het kasteel ontdekken we zowaar een wijngaard, verrassend zo ver naar het noorden.
Toen Giovanni Rizzi, een telg van Italiaanse wijnbouwers, in 1987 zijn eerste wijn bottelde, oogstte hij dan ook hoon en spot. ‘Dit is geen wijn, maar azijn’, was maar een van de nare dingen die hij te horen kreeg. Vandaag levert de kleine wijngaard – met een paar honderd wijnstokken – elk jaar een behoorlijke witte Müller-Thurgau en een rode Dornfelder op. En heeft Tecklenburg – in coronavrije jaren – in september zelfs een heus wijnfeest.
Asperges net buiten Bad Iburg
We laten de Osning-zandsteen achter ons en volgen nu een tweede rug. Die bestaat uit kalksteen en dat merk je meteen aan de omgeving. Voorbij Lengerich gaapt een diepe krater in het landschap. Het pad kronkelt er langs de bovenrand van een eerste van drie grote kalksteengroeves. Ook de vegetatie verandert: op de kalksteenbodem voelen kalkminnende planten zich in hun sas. De daslook vormt hele tapijten, de witte bloemen en de herkenbare geur begeleiden ons de hele dag – tot in de gelagzaal toe.
Wij zijn te gast in het restaurant Pfeffer & Minze, in een vakwerkhuis net buiten Bad Iburg. Behoorlijk hongerig duiken we in de spijskaart. Het is het aspergeseizoen en de witte stengels drukken dan ook hun stempel op de kaart. ‘Wat dachten jullie van de dagschotel?’, vraagt de ober met een charmante glimlach. Dat blijkt Spargel satt – asperges zoveel als we lusten... Daar hebben wij wel oren naar na een lange wandeldag!
Dalí en Picasso in Halle
Ouderwetse vakwerkstadjes zijn niet weg te denken uit het Teutoburgerwoud. Halle vormt hier geen uitzondering. ’s Morgens slenteren we er over een zonovergoten plein, omringd door linden en vakwerkhuizen. We blijven staan bij een witgekalkt huis met het opschrift ‘Museum für Kindheits- und Jugendwerke bedeutender Künstler’. In het oudste huis van de stad, bouwjaar 1246, zit een museum gewijd aan werken die grote kunstenaars als kind hebben vervaardigd. We willen eigenlijk alweer doorlopen, wanneer de deur openzwaait. Directrice Ursula Blaschke, weelderige donkere manen, guitige ogen, innemende lach, vat ons meteen bij de kraag. Nee, we ontsnappen niet aan een rondleiding…
Binnen vallen onze monden open van verbazing. In het piepkleine museum hangt, wat scheef, een heuse Salvador Dalí, geflankeerd door een prille Albrecht Dürer en een Edvard Munch. Vlakbij, met een spijker aan de muur bevestigd: een Rafaël! Picasso is ook present. En Paul Klee: als kleuter tekende hij zijn vader, met een holle schedel en reusachtige handen. Of deze geweldige klauwen de kleine Paul pas een stevig pak voor de broek hadden gegeven? On-ge-loof-lijk.
Met tegenzin keren we deze ‘schatkamer’ de rug toe en duiken weer het bos in. Daar struikelen we bijna over een vos, die plots het pad oversteekt. Net voor Bielefeld duiken zowaar bruine beren en wolven op. Het pad voert er dwars door het Heimat-Tierpark Olderdissen, dat gewijd is aan bedreigde (en verdwenen) inheemse diersoorten. Een steenworp verderop worden we ondergedompeld in het plattelandsleven anno 1850. Boven de boomkruinen opduikende molenwieken tonen de weg naar het Bielefelder Bauernhausmuseum, zeg maar een miniatuurversie van Bokrijk. Een paar oude boerderijtjes, een ros- en standerdmolen, bakhuis en schuren. Wat een heerlijk contrast met de moderne metropool net om de hoek.
Monumentaal standbeeld bij Detmold
We zijn intussen een week onderweg en vragen ons al een tijdje af waar de naam Hermannshöhen eigenlijk vandaan komt. Het antwoord volgt prompt bij het Hermannsdenkmal. Het monumentale standbeeld, dat bij Detmold boven het bos uittorent, toont Hermann, de aanvoerder van de Cherusken, die de Romeinen in een grijs verleden in de pan had gehakt. Bij de Varusslag in het jaar 9 na Chr. werden in de buurt van het Teutoburgerwoud drie Romeinse legioenen, onder leiding van Publius Quinctilius Varus, in een hinderlaag gelokt door een bondgenootschap van Germaanse stammen, aangevoerd door de Cherusk Arminius. Na de smadelijke nederlaag trokken de Romeinen zich terug uit de gebieden ten oosten van de Rijn. De naam Arminius werd later verduitst tot Hermann.
De directe aanleiding voor de bouw van het monument was echter een andere gebeurtenis: de slag bij Leipzig (1813). Deze veldslag, waarbij Napoleon tegen een bondgenootschap van Oostenrijk, Pruisen, Rusland en Zweden het onderspit dolf, wekte in Duitsland een tot dan toe ongekend nationaliteitsgevoel. De kunstenaar Ernst von Bandel herinnerde zich toen die andere roemrijke veldslag, die 1.800 jaar eerder bij het Teutoburgerwoud had plaatsgevonden, en kwam met het idee op de proppen voor een monumentaal standbeeld. In 1838 begon hij met de bouw van het Hermannsdenkmal, dat door financiële en andere strubbelingen pas in 1875 voltooid werd. In datzelfde jaar werd het monument door keizer Wilhelm I ingewijd. Von Bandel zag dat het goed was en... gaf prompt de geest. Hij stierf een jaar na de inhuldiging.
Maar daar staat hij dus: een koperen Hermann, ruim 26 meter hoog, die met gemak boven de boomkruinen uitsteekt en trots met zijn zeven meter lange zwaard staat te zwaaien. Het hele monument – de sokkel bestaat uit zandsteen – is met zijn 53 meter het hoogste van Duitsland. En trekt ruim een half miljoen bezoekers per jaar. Vrij vertaald: liever mijden op een zonnige zondag hartje zomer.
Bizarre rotstorens bij Horn
De volgende ochtend stuiten we weer op de Osning-zandsteen. Bij Horn vormt die de beroemde rotsformatie van de Externsteine. Een reeks bizarre rotstorens, tot 38 meter hoog, die worden weerspiegeld in het roerloze water van de nabije vijver.
Wat volgt is een van de mooiste trajecten van de Hermannshöhen: vanaf de Silbermühle kronkelt het pad door het schilderachtige Silberbachtal omhoog. In de vroege 18de eeuw werd in het dal effectief naar zilver gezocht. Het werd geen succesverhaal. De ware rijkdom van de Silberbach (zilverbeek) lag immers, zoals de vroegere naam Möllenbach (molenbeek) doet vermoeden, in de kracht van het water. In 1762 lagen aan de bovenloop van de beek drie graanmolens, vier slijpmolens en twee volmolens.
Hogerop wacht de Velmerstot met zijn twee toppen: de Lippischer en de Preußischer Velmerstot. De naam heeft overigens niets te maken met het woord Tot (dood), maar is afgeleid van Stot (steile helling). Terwijl we op de rotsachtige Lippischer Velmerstot van het uitzicht genieten, weerklinkt hels gekraak. Een paar tellen later zien we wat lager een rot everzwijnen het bos uit stormen.
De nabije Preußischer Velmerstot, met zijn 468 meter het ‘dak’ van het middelgebergte, was tijdens de Koude Oorlog niet toegankelijk. Op de ‘berg’ lag toen een militaire basis van de Nederlandse Koninklijke Luchtmacht, met een NAVO-radarstation en een HAWK-eenheid (rakettenstelling). Vanaf de uitkijktoren ontwaren we aan de horizon Hermann, die nog steeds met zijn imposante zwaard staat te wapperen. Aan de voet van de Velmerstot herkennen we resten van een stilgelegde groeve. De zandsteen van de Velmerstot was al in de 16de eeuw als bouwmateriaal begeerd. Hij werd onder meer verwerkt in het Rijksdaggebouw in Berlijn en in de Dom van Keulen.
Naar het einde toe verandert het karakter van de tocht. De steile klippen en weidse bossen maken plaats voor een open landschap met groene weiden en bloeiende koolzaadvelden. In Essentho dalen we een laatste keer af richting Marsberg, waar we logeren in Landgasthof Mück. Een oase van rust, kamers met schilderijen van de hotelier, lekker eten, ontbijt met eigengemaakte producten. Terwijl we de benen onder tafel schuiven, valt mijn oog door het raam op een stel reeën die op de aanpalende weide aanschuiven voor hun eigen maaltje. Zalig…
Top Trails of Germany
De wandelroute Hermannshöhen behoort tot het illustere kransje van ‘Top Trails of Germany’, een netwerk dat de mooiste en afwisselendste langeafstandswandelroutes van Duitsland groepeert.
Het bestaat uit 14 routes met een gezamenlijke lengte van 3.700 kilometer, verspreid over het hele land – van de Lüneburger Heide tot het Zwarte Woud. De ‘Top Trails’ zijn gecertificeerde kwaliteitswandelroutes met een professioneel management, eigen marketing, centrale servicepunten en arrangementen.
Alle routes zijn minstens honderd kilometer lang en voorzien van het kwaliteitslabel ‘Premiumweg’ van het Duits wandelinstituut (DWI) of ‘kwaliteitsweg’ van de Duitse wandelvereniging (DWV).
Ze voeren over onverharde wegen of smalle paden en bieden veel afwisseling, zowel landschappelijk als op cultureel vlak.
Ze beschikken over een doorgaande bewegwijzering, zitgelegenheden op regelmatige afstanden, richtingaanwijzers en infoborden.
Daarnaast bieden ze gebruiksvriendelijke mogelijkheden om wandeltochten online te plannen en speciaal op de behoefte van wandelaars gerichte accommodatie met haal- en brengservice en bagagevervoer.
Een bewogen verleden
Het verhaal van het Teutoburgerwoud begint in het Onder-Krijt, ca. 130 miljoen jaar geleden.
- Centraal-Europa zag er toen heel anders uit, grote delen van Duitsland waren door de zee overspoeld. Op de plaats van het huidige Teutoburgerwoud bevond zich toen een ondiepe lagune, waarin massa’s zand werden afgezet, die later door de hoge druk werden omgevormd tot zandsteen, de Osning-zandsteen.
- Toen de zeespiegel later fors begon te stijgen, veranderde de lagune in een tropische shelfzee, waarin kalk werd afgezet, die later verhardde tot kalksteen.
- Op het einde van het Krijt, rond 70 miljoen jaar geleden, was het gedaan met de rust: de botsing van Afrika met Europa leidde niet alleen tot de vorming van de Alpen, maar veroorzaakte ook in het noorden van Duitsland zware spanningen. Dikke gesteentepakketten braken, kipten en werden over elkaar heen geschoven. Door de erosie bleef ten slotte een reeks parallelle zandsteen- en kalksteenruggen over: het Teutoburgerwoud en het Eggegebirge. Over de kruin van beide ketens verloopt vandaag de langeafstandswandelroute Hermannshöhen.
Pfeffer & Minze
Wullbergstraße 2, Bad Iburg – www.pfefferundminze.de
In een mooi vakwerkhuis net buiten de stad tovert voormalig event manager Ryan Stephens klassieke streekgerechten en verfijnde schotels met lokale producten op tafel.
Landgasthof Potthoff
Barnhauser Straße 3, Borgholzhausen – landgasthof-potthoff.de
Westfaalse specialiteiten en seizoensgerechten. De specialiteit van het huis: Potthoff’s roomschnitzel. Met een mooie biergarten.
Sparrenburg Restaurant
Am Sparrenberg 38A, Bielefeld – www.restaurant-sparrenburg.de
Het restaurant in het kasteel hoog boven de stad verwent je met stevige Duitse schotels en een prachtig uitzicht over de daken van Bielefeld.
Hotel Riesenbeck
Sünte-Rendel-Straße 5, Riesenbeck – www.hotel-riesenbeck.de
Klein hotel met moderne kamers vlak bij de Hermannsweg. Ontbijt met heerlijke streekproducten. Tweepersoonskamer vanaf € 89.
Altes Gasthaus Fischer-Eymann
Schloßstraße 1, Bad Iburg – www.fischer-eymann.de
Knus hôtel garni in een vakwerkhuis van 1721. Tweepersoonskamer vanaf € 85.
Landgasthof Mücke
Stobkeweg 8, Marsberg – landgasthofmuecke.de
Sfeervol hotel aan de rand van het bos. Gezellige kamers, ingericht met schilderijen van de waard, die ook prima kookt. Tweepersoonskamer vanaf € 109.
Eurocamp Lienen
Holperdorp 44, Lienen – camping-lienen.de
Grote, terrasvormig aangelegde camping, aan de rand van het Teutoburgerwoud. Geen sanistation voor campers! Met een restaurant. Staanplaats vanaf € 12.
Freizeitzentrum Schiedersee
Kronenbruch 3, Schieder – www.schiedersee.de
Groot camperterrein aan de oevers van het meer met 200 (!) staanplaatsen, aangevuld met vakantiehuisjes, slaapvaten en vissershutten. Servicecenter (april-okt.). Staanplaats: € 12,50-17,50.
Museum für Kindheits- und Jugendwerke bedeutender Künstler
Kirchplatz 3, Halle – www.museum-halle.de
Als kind droop het talent er al af: dit museum toont werken die grote kunstenaars zoals Dürer, Dalí en Picasso in hun jeugd maakten.
Hermannsdenkmal
Grotenburg 50, Detmold – www.hermannsdenkmal.de
Het monument van Hermann steekt letterlijk met kop en schouders boven de bossen uit. Het uitzichtplatform biedt een prachtig uitzicht over de kammen van het Teutoburgerwoud.
Externsteine
Externsteiner Straße 35, Horn-Bad Meinberg – www.externsteine-info.de
Rond de zandsteenklippen hangt een waas van geheimzinnigheid. Waarom dat zo is, verneem je in het informatiecentrum aan de voet van de rotsen.