De Our-tijd van schrijver Marnix Peeters
Bij het drielandenpunt in Burg-Reuland is het zelfs in de winter bijzonder om te wandelen. Schrijver Marnix Peeters woont er en weet het ondertussen wel zeker: dit is het mooiste stukje Oost-België!
- Wandelen
Ook wandelaars genieten in Oost-België van Duitse Gründlichkeit: een nog vrij recent, in Wallonië uniek én feilloos netwerk van wandelknooppunten leidt je er met duidelijke richtingwijzers kriskras door de Hoge Venen en de Belgische Eifel. Je kan geen betere plek vinden om een vergeefse poging tot verdwalen te doen dan bij het drielandenpunt in Burg-Reuland. Dat zegt kenner én local Marnix Peeters: hij woont het mooiste stukje van de Oostkantons. Om Marnix, zijn vrouw Jana en hun hond Boef het vlotst te bereiken, vallen we met een omtrekkende beweging via Duitsland Ostbelgien binnen. Geruisloos gaat vanaf de Autobahn over hellende en kronkelende wegels de Bundesrepublik Deutschland op in de Deutschsprachige Gemeinschaft Belgiens.
Het is een grijze winterdag, maar ook nu is het landschap adembenemend. Heuveltoppen drijven als eilandjes op een zee van roerloze wolken. Smalle asfaltwegen glinsteren in de druilende regen tussen de glooiende weiden. Tussen de kale bomen zien we de Our liggen. Verrassend breed en snelstromend, maar toch ijzig koud baant deze Our – niet te verwarren met haar naamgenoot en bijrivier van de Lesse – zich door de Eifel. Van haar bron in de Hoge Venen tot haar monding in de Duits-Luxemburgse grensrivier Sauer, 78 km zuidelijker. Sinds de Oostkantons in 1920 aan België zijn toegevoegd, vormt de rivier over drie stroken de grens met Duitsland.
In een oude school
Bij Auel (Burg-Reuland), wacht Marnix ons op in de deur van zijn gerenoveerde Alte Schule. We gaan meteen wandelen. Hond Boef neemt de leiding – strak aangelijnd, want nomen est omen. ‘Dankzij hem kennen we hier nu álle wegen’, lacht Marnix. ‘Maar we laten hem nooit loslopen, want dan wordt hij gewoon afgeknald. Hier heerst nog een jagersmentaliteit. Iedereen heeft een geweer in huis.’ Hoe reageerden de bewoners van dit wildwest-Oost-België, toen hij hier 12 jaar geleden kwam wonen? ‘Dubbel: blij dat het oude schooltje opgeknapt werd, maar toch ook argwanend – ‘weer zo’n stadsmens die op de buiten komt wonen’. Het vroeg wel wat tijd om hier aanvaard te worden. Toen we ons door onze buurvrouw lieten onderwijzen in de lokale gebruiken en tradities, was dat een belangrijke stap qua integratie. Wij wisten nooit hoe we moesten reageren als er weer eens kinderen aan de deur stonden op een ons onbekende feestdag. Geef je ze geld of eieren? Vandaag laat ik met plezier onze voordeur met krijt zegenen op Driekoningen. Rituelen en tradities leven hier nog.’
Al ontsnapt ook het Ostbelgien profonde niet aan de vooruitgang. ‘Het dorp ‘verluxemburgt’ onherroepelijk. De oudste generatie sterft uit en inwijkelingen die veel geld verdienen in Luxemburg, komen hier graag wonen. Dat doet de vastgoedprijzen stijgen. Aan de overkant, in Duitsland, zijn huizen nog betaalbaar.’ Bij de Our volgen we die stroomopwaarts richting Duitsland over de Vennbahn, de RAVeL tussen Troisvierges (L) en Aken (D). Dat ze in een drielandenpunt wonen, merkten Marnix en Jana eigenlijk pas toen tijdens corona de grenzen potdicht gingen. ‘We konden opeens geen boodschappen meer doen in Luxemburg. We voelden ons opgesloten. Eigenlijk is het niet prettig winkelen bij die snibbige Luxemburgers. Geen wonder dat ze zo worden. Als 99% van je klanten louter komt om hebberig émmers tabak en alcohol weg te slepen... Dan liever Duitsland: wat men ook van de Duitsers denkt, dat is het vriendelijkste land van Europa. We hebben tijdens corona geleerd héél dankbaar te zijn dat er geen harde grenzen meer zijn in Europa. Dat zouden we meer naar waarde moeten schatten.’
De brug van Hemingway
We steken de Our over. Hier is de linkeroever Duitsland. In hun boek De zomer van 1939 – waarin ze de horeca-sporen van een 80 jaar oude Belgische Michelingids nagingen – stelden Marnix en Jana griezelige gelijkenissen met vandaag vast: ‘De kranten van toen stonden ook stijf van de politieke en internationale spanning, terwijl tegelijk het dagelijkse leven gewoon doorging, zo blijkt uit banale warenhuisreclame. Opmerkelijk was hoe ook de Duitse dienst voor toerisme volop publiciteit in de Belgische kranten maakte… Dat vind ik fascinerend aan deze streek: geschiedenis kan je hier aanraken. Je hoeft maar een schop in de grond te steken of je stoot op de Tweede Wereldoorlog. Onder het terras van vrienden in Ouren bleek een heel wapenmagazijn te liggen. De achterkant van mijn buffetkast is gerepareerd met munitiekisten.’
We bereiken het gehucht Hemmeres. De Belgische oever is hier een steile rotswand. We lopen naar de volgende brug over de Our. ‘De brug van Ernest Hemingway’, vertelt Marnix. In dit onooglijke plaatsje drong de schrijver als embedded journalist vanuit België samen met de eerste Amerikaanse soldaten Duitsland binnen. Spectaculairder is de vernielde bakstenen spoorwegbrug even verderop, die als de torenhoge ruïne van een Romeins aquaduct aan beide kanten van de rivier boven de takken uitsteekt.
We wandelen terug naar Auel. Ik denk aan de drama’s die de oorlog in de Oostkantons aanrichtte: hoe 1 op 4 van de bij het Duitse leger ingelijfde Oost-Belgische mannen het niet overleefde. De overlevenden werden als landverraders beschouwd. ‘Al na de Eerste Wereldoorlog werd oorlogsbuit Oost-België door de Belgische staat gekleineerd’, vertelt Marnix. ‘Opeens moesten ze verfransen. Pas in de jaren ’70 is het Duits erkend als landstaal. Het maakt dat de mensen hier nog steeds niks van de Walen moeten hebben en allergisch zijn voor de autoriteiten. Rookverbod op café? Vaccineren? ‘Dat zal wel’, denken ze hier. Die stroeve eigenzinnigheid charmeert me wel.’ En past ongetwijfeld bij Marnix’ non-conformistische schelmenromans. ‘Die gelukkig nog niet in het Duits vertaald zijn (lacht).’
Strenge winter, extra zon
Misschien maakt dat ze zo’n lak hebben aan regels wel dat de 77.000 Oost-Belgen zo vaak afgeschilderd worden als de laatste ‘echte’ Belgen, oer-Belgen. ‘Dankzij de Belgische wafelijzerpolitiek zijn ze mooi bedeeld en hoor je ze niet snel klagen. Daarom laten ze alles graag stilletjes bij het oude. Al zijn ze tegelijk verbazend tolerant: over onze buurman boer Kurt, die boerin Manuela werd, doen ze heel gewoon. Stilaan gaat de streek mee met zijn tijd. Tot tien jaar geleden was hier amper sprake van toerisme. De vorige eigenaar van ons stamcafé sloot doodleuk twee weken in juli. En hij was gewoon thuis, hé! Vandaag is Ostbelgien een sterk merk met professioneel uitgebouwde horeca en promotie.’
Marnix en Jana zijn net niet Our-mens genoeg om de hele winter in de streek te blijven. Elk jaar vluchten ze enkele weken naar Andalusië. ‘Een strenge winter duurt hier van oktober tot april. Sneeuw is leuk voor even, maar vooral ongemakkelijk. Het kan hier heel sinister zijn als de wolken op je afkomen. Ik krijg dan hartkloppingen en vitaminetekort. Ik moet genoeg zon hebben.’ Toch komen ze ook weer graag terug. ‘Vanaf Verviers komt met de vergezichten dat gevoel weer en verlangen we opnieuw naar die dorpsmentaliteit, waarbij de postbode je te weinig gefrankeerde pakje toch meeneemt en bejaardenhuizen niet nodig zijn. Hier kunnen we het leven met de natuur en de seizoenen. Hier in de Oostkantons ben ik echt bewuster gaan leven, omdat we zien hoe kwetsbaar alles is. Als kind van de Kempen vond ik natuur altijd iets evidents, maar daar denk ik nu wel anders over.’
De ridder die sprong
‘Als ik ooit nog eens zou verhuizen, zal het naar Ouren zijn’, zegt Marnix. We zijn benieuwd en zakken af naar het plaatsje aan de Our, langs een smalle, bochtige weg tussen rotsen en ravijnen. Hopen maar dat we geen tegenliggers hebben... We parkeren bij het kerkje van Peterskirchen. Voor we aan de knooppuntenwandeling beginnen, kan het geen kwaad goddelijke genade af te smeken op de 19de-eeuwse kruisweg achter de kerk. De korte wandeling voert je klimmend langs kleurrijke staties en de top van de befaamde Rittersprung: een rots met niet alleen een fraai uitzicht op de vallei van de Our, maar ook een legende. Hier – wil het verhaal – sprong destijds een ridder te paard van de rots. Mét zijn geliefde, die hij geschaakt had van de burchtheer van Ouren, om aan hem te ontkomen. De slimme ridder had de hoefijzers van zijn dappere ros achterstevoren aangebracht, zodat hun achtervolgers in de verkeerde richting gingen zoeken! Zoveel romantiek doet me duizelen, niet? Bij de statie waar Jezus ten tweede male onder het kruis valt, glij ik even uit over de gladde leistenen rotsen. Gelukkig niet van de Rittersprung. Even werd de kruisweg ook bijna een lijdensweg.
Gelukkig belooft het weer droger en zelfs zonnig te worden. Fluks dalen we af naar Ouren en steken de Our een eerste keer over. Hier is de rivier weer even géén grensrivier. Drietalige informatieborden vertellen meer over het dorp. Over de ruïne van het kasteel dat, midden in het dorp, strategisch op een rots in een rivierbocht stond. Tot de Franse revolutionairen in 1794 passeerden... Als we een pad naar boven volgen, is er letterlijk geen spoor meer van te bekennen. De in 2014 blootgelegde fundamenten werden weer netjes begraven. Het archeologisch onderzoek wees wel uit dat de burcht zelfs groter was dan die van Burg-Reuland.
Ouren Plage
We verlaten het dorp en wandelen langs een grasveld weer de Our over. In de zomer is dit ‘Ouren Plage’. Zo komen we aan het Europamonument. Het grote rotsmonument werd in 1977 bij de 25ste verjaardag van de Europese Unie opgericht ter ere van de stichtende leden. Dit is niét het drielandenpunt: dat bevindt zich 100 meter oostelijker. Het is minder pompeus. En minder toegankelijk, wegens midden in de Our. Net daar mondt een beekje uit dat de grens vormt tussen België en Luxemburg. Er staat wel een voetgangersbrug, zodat je even naar Duitsland kan oversteken. Vreemd genoeg schijnt aan Duitse kant de zon.
We volgen de knooppunten Luxemburg in. Niet over de weg, die er in het Groothertogdom duidelijk beter geasfalteerd bijligt, maar het bos in. Hier en daar zijn forse stukken gekapt en vervangen door nieuwe aanplant. En er zijn zitpalen voor roofvogels. We dalen ergens ongemerkt weer België in, om weer te klimmen naar een panoramische wandelweg met zicht op de Our en daarachter Duitsland. Het voordeel van een winterwandeling: door de kale bomen heb je meer uitzicht en is het bovendien lichter dan ooit in het dichte bos.
We dalen af tussen lege velden met daarboven drukdoende vinken. Begeleid door de leeuwerik stappen we Oberhausen binnen, dat overgaat in Welchenhausen, aan de andere kant van de brug over de Our. Het Duitse dorpje met een ‘museum’ in een voormalig bushokje telt meer kunstwerken dan huizen. Het is een halte op de Skulpturenweg, die je van Stupbach tot Ouren langs monumentale kunstwerken van beeldhouwers uit de drie buurlanden voert. We klimmen weer uit het dal, om ergens in het bos weer België binnen te komen en af te dalen naar Camping International in Ouren, waar de trouwe en oerdegelijke Our ons weer opwacht.
7 X Sankt Vith
1. De ‘grootste’ plaats en enige stad in de Belgische Eifel is Sankt Vith.
2. De stad van 9.000 inwoners werd tijdens het Ardennenoffensief zo goed als volledig platgebombardeerd door de Amerikanen. Historische gebouwen zijn er dus niet.
3. De Büchelturm – de enige overgebleven middeleeuwse stadstoren – bleef wel overeind. De ronde toren werd gerestaureerd.
4. De parochiekerk werd in de jaren 1950 heropgebouwd tot een groot gedrocht in neoromaanse stijl.
5. Misschien vind je meer je gading in het gratis toegankelijke biermuseum (biermuseum.be) of de leisteenmijn van Recht (schieferstollen-recht.be).
6. Sankt Vith is vooral geschikt als uitvalsbasis voor wandelingen en fietstochten in de omgeving.
7. Je vindt er heel wat vakantiehuizen en een jeugdherberg, maar ook gratis camperplaatsen:
An der Weyern, Rodter Strasse 9a
Skihutte Rodt, Tomberg, Rodt 77
Tourist Info: Rathausplatz 1
www.st.vith.be
In bakkerij Richter kan je ook het lokale bier Richtenberg proeven.
Dorf 128, reulanderbackwaren.be.
Café Bergkapel vond onderdak in een oud klooster.
Von Orley Strasse 43.
Marnix’ stamcafé-hotel-restaurant Ulftaler Schenke wordt uitgebaat door Vlamingen Erik en Lucienne, en telt 14 kamers.
Lindenallee 65, ulftaler-schenke.be.
Sterrenrestaurant Zur Post in Sankt Vith.
Hauptstrasse 39, hotelzurpost.be
Volggens Marnix en vrouw Jana beste restaurant in de omtrek: Zur alten Mühle in Stupbach (D), een door de Our doorsneden dorp, dat aan Belgische kant Stoubach heet.
zuraltenmuehle.com
Hotel Pip-Margraff
Hauptstrasse 7, Sankt Vith, www.pip.be
Modern hotel in het centrum van de stad, met wellness. Vanaf € 120/2p (LS).
Camping Hohenbusch
Grüffingen 31, Burg-Reuland, www.campinghohenbusch.be
Gezinsvriendelijke camping met openluchtzwembad, taverne en kinderboerderij. Ook verhuur van stacaravans.
Camping Wiesenbach
Wiesenbachstrasse 58c, Wiesenbach, www.campingwiesenbach.be
Vlak bij Sankt Vith gelegen aan de Vennbahn, met zwembad en restaurant in omgeving. Hele jaar open.
Wandelrouteplanner
www.ostbelgien.eu/nl/wandelen/wandelrouteplanner
Download de app Go Ostbelgien of stippel online je knooppuntenwandeling uit. Wij maakten een wandeling van 16,8 km rond Ouren langs de knooppunten 20-17-33-18-10-14-25-81-82-24-20.