Langs het mooiste van Mater
Mater wordt getypeerd door vlakke kouters afgewisseld met glooiend landschap. Deze grootste deelgemeente van Oudenaarde staat garant voor prachtige panorama’s en kasseiwegen waar wielerliefhebbers aan hun trekken komen. Welkom in de Vlaamse Ardennen, waar de heilige Amelberga over ons waakt!
- Uitstappen en vakanties
Onze gids: Gilbert Van Hoecke
Deze rasverteller kent de streek door en door en bindt met plezier de stapschoenen aan. Als medewerker van de Pasar-afdeling Oudenaarde neemt hij ons mee naar zijn roots: de deelgemeente Mater.
Onze wandeling bevindt zich op het Wandelnetwerk Zwalmvallei – Vlaamse Ardennen. In totaal wandelen we ruim zeven kilometer. We starten aan de kerk van Mater en stappen langs de knooppunten 58 – 59 – 53 – 41 – 29 – 28 – 58.
Erfgoedsite gered van verval
Bierliefhebbers kennen Mater ongetwijfeld van de Romanbrouwerij, de oudste familiebrouwerij van ons land. Al bijna vijf eeuwen lang staat de familie Roman aan het roer van de brouwerij. ‘Mijn vader werkte in de brouwerij en leerde er mijn moeder kennen die er huishoudster was’, vertelt Gilbert, onze gids van dienst. In de schaduw van de grote Romanbrouwerij lag vroeger een hoeve met brouwerij als nevenactiviteit. De brouwerij was onder verschillende namen bekend: Brouwerij Van Butsele, Brouwerij Vander Linden of Brouwerij Verlinden en Brouwerij York, genoemd naar de respectievelijke eigenaren. ‘Het bedrijf werd stopgezet in 1968 en stond vele decennia leeg. Beetje bij beetje ging het in verval. Enkele jaren geleden werd het opgekocht, gerenoveerd en kwamen er woonentiteiten. In de stijl zie je nog de sporen van het industriële verleden. Een erfgoedpareltje’, vindt Gilbert.
Molens in het dal
Onze wandeling leidt ons verder naar Noenendal met uitzicht op de vallei van Maarkedal. ‘De plaats waar mijn moeder opgegroeid is en ik ook een deel van mijn jeugd doorbracht. Champignons plukken in de weides herinner ik me nog alsof het gisteren was’, mijmert Gilbert. We stoppen en genieten van de vergezichten. ‘We bevinden ons hier op 110 meter boven de zeespiegel en kijken uit op het Pays des Collines. Bij het vastleggen van de taalgrens ging het gebied links naar Wallonië en rechts naar Vlaanderen. Breucq kwam bij Ronse en d’Hoppe bij Flobecq. Typisch voor de Vlaamse Ardennen is ook dat je op de hoogtes een overzicht krijgt van de molens in het dal. Van hier zien we bijvoorbeeld de staakmolen van Nukerke, een deelgemeente van Maarkedal.’
Waar de molen de kouter doorbreekt
We wandelen verder en komen terecht in open kouter. Desolaat in het landschap prijkt de Tissenhovemolen. Deze historische blikvanger was tot voor kort nog maalvaardig, maar werd vorig jaar beschadigd door een stormwind. Hierbij verloor hij één vleugel. De molen zou volgend jaar terug maalvaardig zijn en krijgt begin 2023 een grondige opknapbeurt. Wanneer ik mijn blik op de horizon richt, toont Gilbert me nog enkele herkenningspunten. We kijken uit over Sint-Blasius-Boekel met de Vinkemolen en over Wijlegem in Zwalm. Het panorama strekt zich ook uit over Sint-Maria-Horebeke en Sint-Kornelis-Horebeke. Nog verder doemt de KBC-toren naast de E40 in de omgeving van Gent op.
Wielertoerisme op de kasseien
We laten de Tissenhovenmolen rechts liggen en draaien af naar de Jagerij. Deze pittige kasseistroken behelzen de straten Kerkgate, Ruitersstraat, Holleweg en Karel Martelstraat. Al deze straten zijn bekend in het wielermilieu. Ze maakten al vele malen deel uit van het parcours van de Ronde van Vlaanderen en andere bekende Vlaamse eendaagse voorjaarskoersen. De kasseien werden in 2004 een Vlaams beschermd monument. Op de straat zie ik in het groot ‘Finish! Strava’. Niet enkel de profwielrenner, maar ook heel wat wielerliefhebbers zullen hier opgelucht ademhalen. Wanneer we naar beneden wandelen, zien we het landschap veranderen. Akkerbouw maakt plaats voor kleine landschapselementen en bos. Prachtig gerestaureerde hoeves sieren de omgeving. ‘We komen nu in de Tempelstraat, een straat die verwijst naar een vroeger tempeltje. In deze straten had je vroeger een sterke protestantse gemeenschap’, vertelt Gilbert.
Over water en devotie
De heilige Amelberga is de patrones van Mater. Volgens de legende sloeg ze op de vlucht voor een huwelijk met Karel Martel. Tijdens haar tocht kwam ze terecht bij een gierige boer die haar water liet scheppen met een zeef. De Sint-Amelbergabron ontsprong nadat de laatste druppel water in de hoefafdruk van een paard op de aarde neerviel. Dat gebeuren wordt jaarlijks herdacht met een paardenommegang op 10 juli. ‘Een traditie die het hele dorp op de been brengt’, vertelt Gilbert, die ook altijd trouw aanwezig is. Drie dagen voor de ommegang trekken de trommelaar, de nar en de fijfelaar er al opuit om iedereen persoonlijk uit te nodigen. We nemen een kijkje in de Sint-Amelbergakapel. De oude kapel werd begin 19e eeuw afgebroken en de nieuwe neoromaanse kapel werd opgetrokken in 1915-1916. ‘Enkele jaren geleden werd ze nog eens volledig gerenoveerd. De kapel wordt nog gebruikt voor dopen en begrafenissen in beperkte kring. Ik wil hier ook ooit mijn begrafenis’, vertrouwt Gilbert me toe. Een klein voetwegje achter de kapel leidt ons naar de Fonteinkapel. Gilbert haalt een sleutel uit zijn zak en opent de kleine kapel. ‘Mijn familie onderhoudt deze kapel al zeker 150 jaar’, vertelt hij trots