Bazel, op het ritme van de Rijn
Bazel in vier woorden: kunst, geschiedenis, design, de Rijn. De bewoners noemen hun rivier ‘onze beek’ en gebruiken hem de hele zomer als zwemparadijs. Vier locals vol hun liefde voor hun stad en haar rivier zijn je gids, hun inspiratie zit vervat in deze originele wandelroute die je een hele citytrip lang zoet houdt.
- Uitstappen en vakanties
Urs Arlt: Varen zoals de Kelten
Rechtopstaand als een gondelier stuurt Urs Arlt onze houten boot over de Rijn. Op de linkeroever troont de munsterkerk al duizend jaar honkvast op haar heuvel, en op de rechteroever koesteren mensen zich in de namiddagzon. De loofbomen langs de promenade dragen al herfstkleuren. Twee blikkerende slagtanden van wolkenkrabbers dagen de roze zandstenen kerktorens uit: het beroemde Bazelse architectenbureau Herzog & de Meuron ontwierp een nederig hoofdkwartier voor farmagigant Roche.
Nabij dat hoofdkwartier, op het kiezelstrand aan het Museum Tinguely, ben ik ingescheept bij Urs. Met een lange staak duwt hij de platbodem naar dieper water. Twee vrouwen in badpak stoppen hun spullen in een drybag en waden de Rijn in. Niet te koud? ‘We zwemmen het hele jaar door!’
De sterke stroming stuwt ons voort. In de zomer laten duizenden zwemmers zich meedrijven. Moe word je niet, want de Rijn doet het werk en je drybag is je zwemkussen. Klauter aan wal voorbij de historische Rijnbrug en je kan zonnen op de oevertribune of een terrasje doen bij de zomerbars. In Bazel is een middagpauze al genoeg om vakantie te vieren.
Zwemles van Rijnvissers
‘Het Rijnzwemmen heeft een lange traditie’, zegt Urs. ‘Onder de kathedraal gaven de Rijnvissers de stadskinderen zwemles. Onbeschut, in de rivier. Kijk, daar zie je restanten van een badhuis uit 1883. De burgerij en de adel huurden een boot zoals de onze om te gaan zwemmen.’
Onze boot heet weidling en is door de Unesco erkend als cultureel erfgoed van de mensheid. ‘Bazel en de Rijn zagen er tweeduizend jaar geleden totaal anders uit, maar deze boot was hetzelfde’, vertelt Urs. ‘Ik heb hem zelf gebouwd, van dennenhout. Hij is niet geverfd of gevernist, want een platbodem moet tegen een stootje kunnen. De Kelten vervoerden er al vrachten mee. Onze vereniging Waidlig Basilea wil toeristen kennis laten maken met dit uniek stukje erfgoed.’
Om stroomopwaarts terug te keren, zoekt Urs de luwe, ondiepe binnenbocht van de rivier op en duwt ons voort met de vaarboom. ‘Hij vaart soepel als een kano, en je kan wel tien personen vervoeren.’ Urs is gespierd als een oude Kelt.
Tips van Urs
Urs’ aanrader: Hirscheneck, een authentiek straathoekcafé in Kleinbasel, serveert heerlijke biologische pubfood.
In de buurt: Bewonder de bewegende kunstmachines van Jean Tinguely in Museum Tinguely.
Nina Schweizer: Prosecco drinken in de fontein
De Kelten vestigden tweeduizend jaar geleden een nederzetting op de heuvel van de munsterkerk. Stadsgids Nina Schweizer wacht me op onder de kastanjes op de Münsterplatz voor een wandeling door de Altstadt. ‘De Rijn maakt in Bazel een bocht van negentig graden’, zegt ze. ‘Op deze heuvel overzie je de hele bocht.’
Barokke herenhuizen omringen het stille plein. De kanunniken die ze bewoonden, vertrokken na de reformatie. Vandaag herbergen ze scholen, kantoren en huurappartementen. De beste woonplek in de stad blijft gevrijwaard van speculanten. Ook met water wordt democratisch omgesprongen, zowel Rijn- als fonteinwater. ‘Ik heb vrienden die huren aan dit plein’, vertelt Nina. ‘In de zomer aperitieven ze in de Pisoni-fontein. Met een glas prosecco zakken ze onderuit in hun barokke badkuip uit 1784. Of dat zomaar mag? Het is doodnormaal. Veel fonteinen hebben zelfs vaste badgasten. De ene trekt studenten aan, de andere gezinnen met kinderen. Het water is overal drinkbaar en vaak is er ook een drinkbak voor dieren.’
Peperkoeken pleintje
Nina, die als verkeersplanner werkt, vindt dat haar stad goed functioneert. Vroeger was dat wel even anders. Bij de Barfüsserplatz toont ze een stokoude foto van de Falknerstrasse. Sjofel geklede mensen ploeteren door een modderige straat met vuile, opeengestapelde woningen. ‘Welgestelde burgers ademden frisse lucht op de heuvel, arbeiders woonden tegen de flanken’, vertelt ze. We verkennen middeleeuwse stegen, waar huizen hun historische namen nog dragen. Huis Zum Venedig, bijvoorbeeld, bood reizigers uit Venetië onderdak. Het Pfeffergäslein, het smalste steegje, loopt uit op een minuscuul pleintje, het Pfefferplätzchen, wat ‘peperkoekje’ betekent. De Läckerli, de specialiteit van Bazel, is een zoet kruidenkoekje.
Nina gidst je ook graag langs de mooiste street art. Op de Rümelinsplatz spotten we een van de twintig Space Invaders die de beroemde Franse kunstenaar Invader in Bazel heeft aangebracht. Nina’s favoriete mural bekleedt een vijf verdiepingen hoge zijgevel bij het Heuwaageviaduct. ‘De schildering stelt Bazel voor als basilisk’, zegt ze. Basi-wat? ‘Een fabeldier uit de middeleeuwen. Als een haan een ei legt, en dat ei wordt uitgebroed door een slang, dan komt er een basilisk uit, een reptiel met snavel en hanenkam dat je kan doden met zijn blik. De basilisk is het wapendier van Bazel. TIKA, de kunstenares, heeft de Rijn afgebeeld als zijn staart. Je kan veel details herkennen. Van het oog heeft ze een vinylplaat gemaakt, omdat ze ook deejay is.’
Tips van Nina
Niet te missen volgens Nina: Haal Zwitserse streekkazen bij Glausi en hou een kaas- en Rijnavond aan de waterkant.
In de buurt: Bezichtig gratis de historische fresco’s op het binnenplein van het stadhuis van Bazel.
Eric Greney: Havenkranen, containers en Rijnschepen
De Altstadt waar Nina ons rondleidde, is grotendeels verkeersvrij. In Kleinbasel, op de rechteroever van de rivier, kan je kilometers wandelen over de Rijnpromenade, die tot begin oktober bezaaid is met buvettes, de Bazelse zomerbars. Kijk ook uit naar de kleine broertjes van de Basilisk van TIKA. Ze zijn van brons en spreiden hun vleugels op historische drinkfonteintjes uit 1883. Bazel telt nog 25 Basiliskfonteinen, waarvan twee langs de Rijn.
Drie kilometer voorbij het stadscentrum begint het havengebied. Kades met kranen, containers en hangars scheiden ons van het drielandenpunt met Frankrijk en Duitsland. Een bescheiden gebouw met het opschrift ‘Verkehrsdrehscheibe Schweiz’ huisvest het Havenmuseum. Eric Greney, die het onthaal bemant, werkte jarenlang op Rijnschepen. Hij spreekt nog een mondje Nederlands en laat ons de vaarsimulator bedienen. ‘Zal ik hem op Antwerpen zetten?’ Langzaam loodsen we een vrachtschip de Kallosluis binnen. ‘Bazel is al eeuwen een verkeersdraaischijf’, vertelt Eric. ‘De handelaars die vroeger de Alpen overstaken, konden vanaf Bazel voortreizen over de Rijn. De wilde rivier stroomde toen snel, maar hier begon de bevaarbare doorgang naar het noorden.’
Rijkdom moet je delen
Het Havenmuseum doet de scheepvaartgeschiedenis uit de zeildoeken met modelschepen, historische foto’s en tal van objecten. De presentatie is tot in de puntjes afgewerkt. Op de bovenverdieping toont een reusachtige maquette het hele havengebied in droneperspectief. Eric: ‘Ze dateert uit 1938 en lag door de oorlog 15 jaar te beschimmelen. Toen richtte de Schweizerische Reederei een stichting op om de maquette restaureren en er een tentoonstelling rond te bouwen. Het museum is inmiddels overgenomen, maar we zijn nog altijd een vereniging.’
Bazel heeft de grootste concentratie stichtingen van Zwitserland. Volgens Eric, die uit Frankrijk afkomstig is, versterken ze de samenhang in de stad. ‘De Rijnvallei genereert veel inkomsten’, vertelt hij, ‘dankzij de industrie en de scheepvaart. Wie rijk wordt, deelt zijn welvaart door kunst, cultuur, erfgoed of sociale projecten te sponsoren. Dat gebeurt via stichtingen. De oudste bestaan al sinds de achttiende eeuw. Ze laten geld terugvloeien naar de samenleving en houden de rijken in contact met de gewone mensen.’
Tips van Eric
Heerlijk volgens Eric: Ga naar Holbein, Rubens en Picasso kijken in het Kunstmuseum, de oudste openbare kunstcollectie van Europa. Je kan er ook lekker lunchen.
In de buurt: Drink bij zonsondergang cocktails met je voeten in het zand bij Sandoase, de trendy beach bar in het havengebied.
Pascal Fritsche: Gelato likken aan de Rijn
Ik wandel in de namiddagzon over de Rijnpromenade. Trams rijden over de Mittlere Brücke naar de Altstadt. Het hart van Bazel klopt niet in het stadhuis, maar midden op deze historische brug. Of eventueel op het Munsterveer, het oude veerpontje dat de Rijn oversteekt op waterkracht.
Via een passage onder de huizen beland ik in de Rheingasse. Bij Bruno Lorenzo Gelato Lab staat een flinke wachtrij. ‘Welkom in de ijsjesstraat van Bazel’, zegt Pascal Fritsche, die ijverig aan het scheppen is. ‘We zijn hier met vier ijssalons, ieder met zijn eigen visie op ijs.’ Pascals partner Yves Wüthrich studeerde aan de gelato-universiteit van ijsmachinemaker Carpigiani. De ijsjes zijn dagvers, de smaken volgen de seizoenen, het ijssalon lijkt op een Italiaanse cocktailbar uit de fifties. Pascal: ‘We maken echte gelato, maar springen zuinig om met suiker. Onze collega verderop blijft dichter bij de zoete Italiaanse traditie.’
Ik proef een herfstig hoorntje met kweepeer en Magenbrot, een traditionele kerstkoek met kruiden. Nog vijf, zes weken en de adventsmarkt palmt de Rheingasse in. Ook dan zullen Bruno en Laurent uitpakken met bijzondere smaken. Of Zwitsers zo’n ijsjesfans zijn? Verre van. ‘Maar Bazel is relaxed, openminded en nieuwsgierig’, zegt Pascal. ‘Kleinbasel is de opkomende buurt met trendy adresjes, van ijssalons tot vintagewinkels. Hopelijk kan ze ook haar karakter als multiculturele arbeiderswijk behouden.’
In Kleinbasel raken de meest uiteenlopende werelden elkaar. Het oude hoekcafé en de trendy fietswinkel, de hippe bakker en de halalslager, het gastronomisch restaurant en een door de stad voorziene tippelzone voor sekswerkers. ‘Wat alles verenigt’, zegt Pascal, ‘is de Rijn. Ik ben hier opgegroeid, ik zwom als kind al in de Rijn. Veel Zwitserse steden hebben een meer, wij hebben een rivier.’
Tips van Pascal
Kleinbasel volgens Pascal: Aperitieven op z’n Italiaans, met wijn, kaas en fijne charcuterie bij Consum, een designhotel met wijnbar in onze straat.
In de buurt: Lang voor microbrouwerijen de trend waren, serveerde Ueli Hausbrauerei al uitstekend craftbeer en Zwitserse comfortfood in restaurant Fischerstube.
Dagen langs het water: doe Pasar-wandeling in Bazel
Onze vier locals deelden nog veel meer aanraders en geheime tips. De Pasarwandelroute stuurt je langs hun én onze favoriete plekken. Ook tramlijnen en -haltes worden vermeld. Ik bezocht Bazel de voorbije jaren drie keer en raad je zeker aan om in de Rijn te zwemmen. Al wat je nodig hebt, is je badpak, een handdoek en een drybag voor je kleren. Onze favoriet is de Wickelfisch, een kleurrijke drybag uit Bazel in de vorm van een vis. Rijnzwemmen kan tot in de herfst.
Check Pasars Basel-route online
Is de mix van kunst, design, wandelen en zwemmen in Rijn iets voor jou? Je vindt alle handige info over deze citytrip in de online Reiswijzer op www.pasar.be.
Doen in Basel: wijngaardwandeling voor kunst- en designfans
Zin in een dagje kunst, design en toparchitectuur? Neem bij tramhalte Messe lijn 6 naar Riehen en wandel van Fondation Beyeler naar de Vitra Design Campus.
- Fondation Beyeler is hét Zwitserse topmuseum voor moderne kunst. Je bezoek draait er niet alleen om de collecties of tijdelijke expo’s. Naast de Waterlelies van Monet laat een glazen wand je uitkijken op de beschermde vallei van de Wiese. Architect Renzo Piano ontwierp een museum op mensenmaat, dat de kunst laat dialogeren met de groene omgeving. De natuur was het favoriete kunstwerk van Ernst Beyeler, de zakenman die de museumcollectie aanlegde. Zijn naam betekent ‘imker’.
- De Rehberger Weg leidt je naar de Vitra Design Campus via de vallei van de Wiese en via heuvels met wijngaarden. Kunstenaar Tobias Rehberger vrolijkte de route op met 24 kleurrijke kunstobjecten, waaronder koekoeksklokken, een uitkijkstoel en een verrekijker. Neem je badpak mee en ga onderweg zwemmen in het Naturbad Riehen, een houten openluchtzwembad ontworpen door Herzog & de Meuron. Rietkanten zuiveren het zwemwater.
- Na 6 km stappen bereik je de Vitra Design Campus van de Duitse interieurfabrikant Vitra, hét ultieme pelgrimsoord voor designfans. Het museum (ontwerp Frank Gehry) stelt boeiende expo’s samen, die later vaak onze musea aandoen. Tot 3 oktober focust de expo op tuinen en design. Via de showroom VitraHaus (Herzog & de Meuron) bereik je de wilde tuinen van Piet Oudolf. Verderop in het Schaudepot (Herzog & de Meuron), rangschikt de expo Colour Rush designklassiekers uit de collectie volgens kleur. Bezichtig ook de authentieke werkkamer van Charles Eames.