‘Corona kan doorbraak voor camperplaatsen zijn’

Niet kunnen reizen naar het buitenland betekent een buitenkans voor het lokale toerisme?

Peter De Wilde: ‘En voor camperaars: als reizigers met een grote bewegingsvrijheid (wellicht vooral de grootste reden voor het succes ervan) dringen zij vaak diep in hun bestemming door. Ze bezoeken er niet enkel de highlights, maar maken ook hun eigen keuzes of zijn er langer aanwezig. Mobiele camperaars worden niet altijd opgemerkt en vallen vaak tussen de plooien van de statistieken, omdat ze misschien minder uitgeven aan logies, maar 30% van hun budget gaat naar retail, naar boodschappen doen. In dat opzicht staan ze als toerist het dichtst bij de plaatselijke bewoners en dragen ze bij aan de lokale economie, vandaar zijn ze een interessante doelgroep. Overigens is ons land ook heel geschikt voor lokaal toerisme. Er is hier veel te beleven op een oppervlakte die een zakdoek groot is: erfgoed, fietsen, gastronomie... De omstandigheden dwingen ons meer aandacht te schenken aan onze eigen omgeving.’

En aan een andere, voorzichtiger manier van reizen.

‘Ook hier is de camperaar in het voordeel. Hij reist in zijn huis op wielen met een veiliger gevoel, omdat hij het zelf virusvrij kan houden. Bovendien is de camperaar met zijn eigen huishouden slechts beperkt afhankelijk van de buitenwereld. Het is met een camper ook veel eenvoudiger om de sociale afstand te bewaren.’

De vraag is echter: is ons land ook qua infrastructuur mee?

‘De voorbije drie jaar is het aantal camperplaatsen gestegen van 1000 naar 1200. Dat is nog weinig. Wel is het zo dat buiten de kust en de kunststeden 60% van die camperplaatsen verspreid zijn over het land, op meestal kleinere terreinen. Dat wil zeggen dat hier een mooie gelegenheid ligt om minder drukke toeristische plekken aan te doen, precies wat nu aangeraden wordt.’

‘Door de grote vraag zal het tekort aan camperplaatsen aan de kust en bij de steden wel aangepakt  moeten worden. Toerisme Vlaanderen doet nu al inspanningen om de aanleg ervan te stimuleren, onder meer door een logiespremie voor camperplaatsen. De coronacrisis is een mokerslag voor het toerisme, maar ook een grote kans. Zo kan deze situatie een duwtje geven aan, zelfs een  doorbraak zijn voor de camperplaatsen. We krijgen alleszins nog steeds veel aanvragen binnen van geïnteresseerden om met logies te beginnen. Om toeristisch te ondernemen zijn mensen dus niet bang. De aanleg van een camperplaats is minder duur dan de bouw of verbouwing van een B&B. Ook in de publieke sector zijn er veel mogelijkheden. Lokale overheden hebben nog veel plaats, vaak bij aantrekkelijke toeristische locaties.’

Het globale massatoerisme wordt met de vinger gewezen bij de snelle verspreiding van het virus. Gaat de vrije en individueel reizende camperaar in tegen die trend?

‘Toerisme Vlaanderen pleit voor een gezonde balans tussen toerisme en leefbaarheid. De camperaar kan door zijn mobiliteit snel inschatten of die balans er voor hem is. Als hij het ergens te druk vindt, rijdt hij verder. Dat is het voordeel  als je je logies aan je stuur hebt hangen. Is camperen een antwoord op het massatoerisme? Waarschijnlijk wel, behalve als ze in colonne op pad gaan (lacht).’

Wat zal er post-corona veranderen in ons reisgedrag? En voor de camperaar?

‘In je camper zit je in je veilige cocon, maar ben je tegelijk ook vrij. Vrij en impulsief reizen is ook voor andere reizigers belangrijker geworden. Een vakantie boeken was de laatste jaren een impulsaankoop geworden. Dat zal minder het geval worden. Vakantie zal meer een gecontroleerde, goed voorbereide beleving worden. Een verdubbeling van de prijs van vliegtickets zal dat impulsreizen niet meteen doen afnemen, maar we moeten ons echt bezinnen over de huidige modellen van lagekostenmaatschappijen of intermediairen (als Booking.com) die de winst afromen van de horeca. Ik hoop dat de mensen inzien dat ze niet per se ongelukkig worden als ze niet twee keer per jaar een verre reis kunnen maken. Zeker niet als het voor velen nu nog moeilijker wordt om zich één korte vakantie te veroorloven. Een Waals onderzoek leert dat liefst de helft van de ondervraagden eraan twijfelt om dit jaar met vakantie te gaan. De toeristische sector is veerkrachtig en zal zich aanpassen. Ook wij zullen er wel aan wennen, onze voorzorgen nemen. We zullen voorzichtiger reizen en dichter bij huis blijven. En wat dat betreft, zit de camperaar goed in zijn mobiele huis.’

Het aandeel van de camperaars in het reisgedrag van de Belgen is klein, maar onmiskenbaar in opmars. Dat stelt ook Toerisme Vlaanderen vast.

• Elk jaar neemt het aantal camperaars toe: vorig jaar steeg het aantal inschrijvingen van campers met 4% (in tegenstelling tot het aantal caravans, dat zelfs afnam: -1,6%).
• Vorig jaar waren er circa 59.000 Belgische camperaars. Dat is een toename met 10.000 sinds 2015.
• Daarmee volgen we dezelfde evolutie als Nederland, het camperland bij uitstek, waar het aantal campers jaarlijks met 5% toeneemt. Er zijn er nu ca. 120.000.
• Dezelfde trend zie je in de verhuur. Verhuurder Camptoo bijvoorbeeld zag op 2 jaar tijd een verdubbeling van het aantal gebruikers.
• Camperaars reizen vaker en bovendien het hele jaar door: ze doen gemiddeld 6,8 trips per jaar, waarvan de helft 3 dagen of minder – veel korte trips dus.
• Onderzoek naar het reisgedrag van de Belgen wijst uit dat 2% van alle reizen met de camper gebeurt, waarvan 6 op de 10 naar het buitenland.