Oase in de Oise
Senlis, in het departement Oise ligt vlak boven Parijs. Het is meer dan het bij autoreizigers bekende einde van de péage vóór Parijs... Er was zelfs een tijd dat het stadje meer voorstelde dan de hoofdstad zelf.
- Fietsen
Het koninklijke geslacht van de Capetingers ontstond hier, toen in de 10de eeuw Hugo Capet in Senlis tot koning werd gekozen. Een eeuw tevoren schaakte hier de eerste graaf van Vlaanderen, Boudewijn met de IJzeren Arm, zijn Judith. Ze was dochter van Karel de Kale, koning van het West-Frankische Rijk. De ruïnes van zijn koninklijk paleis staan er nog. Dat werd nog herbouwd door Lodewijk de Dikke in de twaalfde eeuw, de bloeitijd van de stad Senlis, die echter in verval ging toen in het politieke machtscentrum 50 km verder, naar Parijs verschoof.
De historische kern van de stad met de kleinste kathedraal van Frankrijk bleef hierdoor goed bewaard. Het rozen- en kruidenparkje bij de Gallo-Romeinse toren waarmee de kerk vergroeid lijkt, is een romantisch plekje. De lichtgele, zandstenen huizen aan smalle kasseistraatjes vormen het kant-en-klare decor voor kostuumfilms, die hier dan ook bij de dozijnen zijn opgenomen.
Schilderachtig is ook het in Elzasser stijl na WO I heropgebouwde stationnetje, waar nu enkel nog fietsers passeren op de voie verte. Fietsverhuurder/(natuur)gids Antoine Bobinet gidst ons fietsend door en rond de stad. Hij is een typische ex-Parisien die zijn burgerbaan opgaf en het onbetaalbaar geworden Parijs ontvluchtte, ‘maar vandaag zijn steden als Senlis en Chantilly, in het zuiden van de Oise, die trend ook al gevolgd.’ Senlis heeft behalve een historisch verleden vooral veel natuur te bieden. De stad ligt midden in het Massif des Trois Forêts: in het noorden het Forêt d’Halattes met hunebedden uit de steentijd, in het westen het Forêt de Chantilly en in het zuidoosten het Forêt d'Ermenonville. Een stadsoase in het groen van de Oise.
Niet veel verder wordt dapper weerstand geboden aan het veel grotere pretpark van de muis, ook dicht bij Parijs. Het Parc Astérix is de bekendste toeristische bestemming van de Oise. Al in de Gallo-Romeinse tijd was Senlis een belangrijke aantrekkingspool, als Augustomagus, de hoofdstad van provincie Belgica Secunda, het tweede België quoi. Vandaag heeft de stad nog de best bewaard gebleven Gallo-Romeinse stadsommuring van Frankrijk en een pas 150 jaar geleden ontdekte grote arena van liefst 8000 plaatsen. ‘Het amfitheater was in de loop der eeuwen als stort opgevuld en vergeten geraakt,’ vertelt Antoine, ‘maar is vandaag netjes blootgelegd en wordt proper gehouden door een kudde schapen.’ Zij nemen de plaats in van de wilde beesten, waarvan de arenakooien nog te onderscheiden zijn. Net als de ereloge en een heiligdom in de arenamuur, waar gladiatoren nog even een schietgebedje konden doen.
Het (afgesloten) pad naar de arena is een kweepeerboomgaardje. Patissier-chocolatier Yvon Berthelot maakt met de coings de plaatselijke lekkernij cotignac, een ingedikte gelei. De tijd was te kort om die te kunnen proeven, maar we maken een volgende keer, op weg naar Parijs of het zuiden, zeker nog eens een stop in de Oise.
Meer lezen over deze bijzondere regio? Je vindt de volledige reportage terug in Pasar Fietsen van november 2023.