Met de Mur als buur
De Oostenrijkse deelstaat Stiermarken mag dan geen hoge bergen hebben, hij heeft een grote troef: het brede én vlakke Murtal, ideaal om met de fiets te verkennen. Zeker nu er een mooi fietsknooppuntennetwerk groeit.
Tekst Koen Driessens, Foto’s Rudi Van Beek
- Fietsen
Nimm’s Radl, pak de fiets, zo moedigt het Knotpunktsysteem ons aan. Grote, lichtgroen-witte borden met pijlen in de richting van het volgende knooppunt moeten ons door een spinnenweb van fietsvriendelijke wegen leiden. We kennen de drill: stippel tevoren je route uit, van het ene naar het andere knooppunt, en je hoeft onderweg de juiste volgorde maar aan te houden. Einfach! Zo eenvoudig dat niemand in Oostenrijk er nog maar dacht, tot Bernd Pfandl, een lokale campinguitbater in Stiermarken (Steiermark), het concept leerde kennen in Nederland.
Bernds vader Franz wisselde het almaar lastiger wordende boerenbedrijf in Weißkirchen in het Murtal, niet ver van Judenburg, bijna dertig jaar geleden geleidelijk in voor een stiel als campinguitbater. ‘Op dat moment had je in Stiermarken amper een toeristische infrastructuur’, vertelt Bernd. ‘Hier was enkel landbouw en wat industrie. Maar wel een goede keuken én een betrekkelijk vlak land, ideaal dus voor vakanties met gezinnen en een ouder, maar nog actief publiek. Rekening houdend met de vergrijzing nam mijn vader een gok en hij mikte met Camping 50plus op kampeerders die in alle rust, zonder stress, van een camping zonder joelende kinderen willen genieten. Let wel: we zijn niet tégen kinderen, maar vóór volwassenen.’
‘50+ mag je ook ruimer zien’, gaat Bernd verder. ‘Je hoeft heus geen 50 te zijn om hier binnen te mogen. Onze gasten zijn meestal koppels die al veel gereisd hebben en toe zijn aan wat meer rust. Daarom hebben we hier bijvoorbeeld een zwemvijver en geen zwembad. Dat draagt bij aan de gemoedelijke sfeer. Gasten appreciëren dat. Er is meer discussie over onze regel dat hier ook geen honden welkom zijn (lacht).’
Inmiddels is de camping een heus familiebedrijf geworden. We zien Paula en Rainer, de kinderen van Bernd en Maria, meewerken. En de kwieke Franz zit ook nog niet stil. Naast familiecamping wil Camping 50plus een familiale camping zijn, waar de gasten als familie onthaald worden. Dat merken we op een vrolijke wekelijkse barbecue, waar de hele, internationaal bevolkte camping verbroedert onder zang en accordeon, en op een gezellige cocktailavond aan de zwemvijver. ‘We houden bewust het aantal staanplaatsen beperkt tot een 60-tal, opdat het contact persoonlijk blijft. Gasten moeten ons kennen en wij hen.’
De Pfandls houden rekening met de wensen van hun gasten. ‘We bevragen hen permanent. Zo voelen zij zich meer verbonden met de camping en leerden wij bijvoorbeeld dat mensen graag wat meer douches ter beschikking hebben.’ Rainer wil de camping later graag overnemen. ‘In tegenstelling tot collega’s die geen opvolging vinden, werken hier drie generaties goed samen’, besluit Bernd. ‘Ieder heeft zijn specialiteiten en taken, maar ideeën en plannen bespreken we samen. Zo weet ik dat alle investeringen die ik doe niet enkel voor nu zijn, maar ook voor later, voor de volgende generatie.’
Met dank aan Red Bull
We gaan met de vorige generatie op pad om het knooppuntennetwerk uit te proberen. Franz is 74, maar nog een fervent fietser. Strak in een wieleroutfit en op een elektrische mountainbike wacht hij ons op. ‘Sinds twee jaar gebruiken we e-bikes. Op die manier kunnen mijn vrouw en ik langer actief blijven. Je moet je grenzen kennen, hè. Dankzij de e-bike zie ik ook steeds meer fietsers op hogere plekken, in de heuvels rond het Murtal.’
Vooral die zoeken we vandaag op. Vanuit de camping in Fisching, een gehucht van Weißkirchen, rijden we naar het zuiden. We zijn hier in het Zirbenland. De Zirbe of alpenden is alom tegenwoordig in de wat hoger gelegen delen van het Murtal. Niet enkel voor zijn hout. De dennen worden in tal van culinaire en andere bereidingen verwerkt. Van dennenolie, -jam en -schnaps tot dennenzeep, -kussens (met houtkrullen, niet met naalden!) en etherische oliën. In de Zirbenshop van Weißkirchen vind je die allemaal en kun je een rondleiding krijgen in de Zirbenöl-stokerij.
We volgen de uitgestippelde Nimm’s Radl-route 2, de Zirbenlandrunde. Het valt meteen op hoe groen het hier is. ‘67% van Stiermarken is bos’, weet Franz. ‘Het is echt het groene hart van Oostenrijk.’ Veel landbouw ook, herinner ik de voormalige boer. Opmerkelijk zijn de reusachtige, eind 19de-eeuwse schuren in typisch lokale architectuur, met hoge, open ramen van bakstenen die diverse motieven vormen. De ramen zien er haast gotisch uit en doen de schuren op kerken zonder torens lijken. ‘Veel schuren staan leeg’, zegt Franz. ‘Je ziet steeds minder koeien en er zijn steeds minder boeren, door de schaalvergroting. Veel boerderijen zijn overgenomen door Red Bull. Dat is meer dan een drankproducent. Het is best een sociale werkgever voor de streek.’
De twee jaar geleden overleden ondernemer en Red Bull-eigenaar Dietrich Mateschitz was afkomstig uit Stiermarken. Behalve in energiedrankjes investeerde de miljardair ook in andere economieën, zoals de landbouw. Als sponsor en producer van extreme sporten blies hij het verouderde racecircuit in Spielberg, iets ten noorden van Weißkirchen, nieuw leven in. De Red Bull Ring ontvangt nu jaarlijks het Formule 1-circus. Zodra we de tijd hebben, fietsen we via de knooppunten naar het circuit, dat vanaf de tribunes bijna volledig te overzien is in een kom tegen de heuvelflank. We zien een wegwijzer over het hoofd op het uitgestrekte terrein of de markering laat te wensen over, maar we moeten onze intuïtie – eerder dan de knooppunten – volgen om er te raken.
Met een Zirbenrinha op de ligweide
Op pad met Franz, die de omgeving als zijn broekzak kent, hoeven we niet eens op de bewegwijzering te letten. Als ik onderweg bordjes zie, bevestigen die enkel maar dat we in het juiste spoor zitten. Algauw doemt de 200 m boven het omliggende land uitstekende rotsburcht Eppenstein op. De ruïne van het ruim 1000 jaar oude slot op een ooit belangrijke toegangsweg vanuit Karinthië is te voet te bezoeken, maar we hebben geen zin de Weiße Frau tegen te komen, een spookachtige verschijning die er ooit de dood van de gewelddadige slotheer aankondigde.
We klimmen over bochtige asfaltwegen hoger de heuvels in, de noordelijke uitlopers van de Seetaler Alpen. Op gerooide bosgronden staat hier en daar nog een eenzame Zirbe. ‘Om met het zaad uit zijn dennenappels weer voor nieuwe aanplanting te zorgen’, zegt Franz. Terug in het dal rijden we voorbij heel wat zagerijen.
De wegen zijn geen fietspaden, maar bestemd voor alle verkeer. Gelukkig is er dat amper. We pauzeren in Obdach, met zijn kleurrijke huizen in de hoofdstraat. Die is enkel toegankelijk via een smalle toegangstoren. Na een schietgebedje in de fraaie kerk van Maria Buch, een in de streek bekend Mariapelgrimsoord, komt de Mur weer binnen bereik. Met Judenburg in onze rug fietsen we door het Murwald terug naar de camping. Tijd voor een door Bernd gemixte Zirbenrinha op de ligweide!
In Lederhose en Dirndl
Een andere manier dan met knooppunten om Stiermarken per fiets te doorkruisen is langs de R2 of de Murradweg. Deze ‘fietssnelweg’ volgt de Mur ruim 450 km lang van bron tot monding in Kroatië. Vandaag rijden we in het zuidwesten van Stiermarken via Judenburg richting Murau, en terug. Provinciestad Judenburg, de ‘hoofdstad van het Zirbenland’, kent een lange geschiedenis en is mogelijk vernoemd naar de Joden die er – tot tweemaal toe – verjaagd werden, na de Anschluss en eind 15de eeuw, vlak voor de bloeiperiode van de stad. In 1500 werd de 75 m hoge Stadtturm opgericht, de hoogste alleenstaande stadstoren van Oostenrijk en ’s werelds hoogste en te bezoeken planetarium.
Dat treft, het is zaterdag en dan wordt aan de voet van de toren een boerenmarkt gehouden. Lokale, eerlijke producten worden er ingeslagen, terwijl de marktgangers geëntertaind worden door muziek en dans, uiteraard in traditionele klederdracht. Jong of oud, ieder haalt zijn Lederhose en haar Dirndl uit de kleerkast bij zondagse gelegenheden. Die feestelijke Tracht wordt allang niet meer als provinciaal of achterlijk gezien door de trotse Steiermarkers. De Britse modeontwerpster Vivienne Westwood vond dat ‘als elke vrouw een Dirndl zou dragen, er geen lelijkheid meer in de wereld zou zijn’.
Via het stadspark verlaten we de stad, vlak langs de rivier en de spoorweg. De groene R2-bordjes zijn duidelijk zichtbaar en moest dat eens niet zo zijn, kijk dan ook eens naar beneden: meestal staat in grote, op het asfalt geschilderde letters en pijlen de richting aangegeven. De rivier verliest ons de hele weg niet uit het oog. We passeren kleine gehuchtjes zonder straatnamen, zoals in Fisching: de huizen hebben als adres gewoon de naam van het gehucht en een nummer, vaak in de volgorde dat ze gebouwd zijn. Een uitdaging voor de postbode! In Frauenburg, waar ook wel mannen wonen (maar geleid door een Bürgermeisterin), torent ook een burchtruïne boven de stad uit, de voormalige thuis van de 13de-eeuwse minnezanger Ulrich von Liechtenstein, die wel wist waar hij zich moest vestigen. Zijn autobiografie had als Middelhoogduitse titel ‘Vrouwen dienest’…
Iets voor Murau keren we om, want de zon is verdwenen en onweer dreigt. Dankzij de wind in de rug zijn we snel weer in Weißkirchen, waar we – omdat het toch tot de avond droog blijft – nog een extra knooppuntentocht maken. We worden echter misleid door bordjes die naar knooppunt 55 wijzen, terwijl dat 57 moet zijn. Nimm’s Radl ontsnapt niet aan kinderziektes. Toch maken we een mooie mountainbikelus over de Apfelberg, waar iets meer wegwijzers wel handig waren, maar het uitzicht over het Murtal de inspanning meer dan de moeite waard maakt.
Wat kan er met pompoenpitolie?
In het zuidoosten van Stiermarken vervolgen we de R2, die hier een deel uitmaakt van de Weinlandroute. De Mur vormt hier de grensrivier met Slovenië. Niet alleen is het biljarttafelvlakke landschap (zonder heuvels in de verte) hier heel anders, ook de architectuur is Oost-Europeser: kleinere huisjes, kleine boerderijen en vooral veel opvallende kapelletjes met hoge, spitse torens. In dit platte land is de Mur nog breder en modderig bruiner. Niet voor niets wordt het zich over vijf landen uitstrekkende biosfeerpark Mur-Drau-Donau de ‘Amazone van Europa’ genoemd.
Het park is door Unesco beschermd, maar dat kon niet verhinderen dat een storm hier lelijk heeft huisgehouden. Tal van dikke eiken liggen her en der versplinterd tegen de grond. De Mur blijft vanaf de R2 vanuit Leibnitz grotendeels onzichtbaar, tenzij vanaf de Murturm: een 27,5 m hoge metalen constructie met uitzicht op de snelstromende Mur. De uitkijktoren is slim gebouwd, met een dubbele trap zodat klimmers en afdalers elkaar niet hinderen.
We hebben op deze tocht het gezelschap van Harald Wohnhas van het toerismebureau van de Thermen- und Vulkanland Region. Dat dit een wijnland is, heeft net alles te maken met de vulkanische oorsprong en mineraalrijke bodem van de regio. ‘Het is goed leven hier’, vindt Harald. ‘We zitten hier niet ver van deelstaathoofdstad Graz, op een uur van de skigebieden en van de Middellandse Zee. Bovendien is het hier goedkoop wonen en tref je hier nog nette Leute.’
Wat we ook veel treffen – meer dan wijngaarden en naast de eindeloze maisvelden – zijn pompoenvelden. ‘Die worden geteeld voor hun pitten’, weet Harald, ‘voor de productie van Kürbiskernöl of pompoenpittenolie.’ Die wordt voor zowat alles gebruikt: van braadolie tot saus op roomijs. Dat maakt hongerig. We pauzeren in Mureck, op de oever van de Mur. Aan de Sloveense overkant zien we een muur van groen. Het lijkt écht het Amazonewoud wel. Elk moment verwacht ik een indiaan tussen de bomen te spotten. Wanneer we later een omwegje door Slovenië maken, heet het eerste plaatsje dat we tegenkomen overigens Apače, maar we zien er geen wigwams.
Aan de uitspanning in Mureck ligt op de rivier een replica van een Schiffsmühle aangemeerd. De ‘scheepsmolen’ is een houten catamaran: een molenaarshuisje met watermolen. Molen en raderen zijn met elkaar verbonden door een loopbrug. ‘De molen, waar meel gemalen werd, voer naar de plekken waar de meeste stroming is’, vertelt Harald. ‘Vandaag zijn ze niet meer in gebruik, maar eind 19de eeuw waren er nog 43 in deze regio actief. Ze werden vaak vernield door het woeste water.’
De tijd van de smokkelaars
Iets verderop nemen we het pont. Hoewel er al een groep wandelaars geduldig staat te wachten, geeft de Sloveense veerman aan de overkant geen krimp. Pas wanneer Rudi op de bel drukt, komt hij in beweging. ‘Nichts klingln, nichts kommen’, verkondigt de gemeenteambtenaar. Aan de overkant van de rivier treffen we dezelfde huizen en met heiligen beschilderde torentjes. Ondanks het voormalige IJzeren Gordijn en de eeuwenoude strijd tussen Oostenrijk en de Balkan hebben de bewoners van de regio meer met elkaar gemeen dan je zou vermoeden.
Aan deze kant van de Mur sloeg de storm nog harder toe. De mais ligt platgeslagen, van een bos blijft haast geen boom overeind. Deze oever is iets heuvelachtiger, aflopend naar de Mur. Op een hoogte boven de Mur kijkt Slot Agatha neer op Bad Radkersburg, onze bestemming én een kuuroord, waar we de sauna’s van de Parktherme meteen uitproberen.
Vanuit dit historische stadje in biedermeierstijl (met een vandaag bevreemdend monument ter ere van zijn Russische bevrijders in 1945) volgen we de Wijnlandroute op de R12 (Thermenroute) naar het noorden. Weg van de Mur, maar ook weer langs de Sloveense grens, hier met piepkleine, ooit zwaarbewaakte grensovergangetjes. ‘Dat was een andere wereld’, herinnert Harald zich. ‘We gingen er goedkope suiker kopen en alcohol smokkelen. Onvoorstelbaar nu.’ Vandaag steken grensarbeiders vlot de grenzen over. Ook Hongarije is slechts enkele tientallen kilometers verwijderd. ‘Nu werken hier vooral Hongaren, omdat Slovenië zelf steeds welvarender is geworden. Hierdoor raakt de Hongaarse grensstreek wel ontvolkt.’
Het ‘Maisland’ gaat via bonen, soja en appels geleidelijk en eindelijk over in het beloofde Wijnland, naarmate het heuvelachtiger wordt. Vanaf het hoger gelegen Sankt Anna hebben we uitzicht op de wijngaarden. We klimmen en dalen nog een stukje door het 3 Länderwald-natuurpark, maar naderend onweer doet ons weer rechtsomkeert maken. We zijn net op tijd in Bad Radkersburg voor een Steiermarkse sauvignon blanc.
Nimm’s Radl
- Nimm’s Radl, zeig’s Wadl: neem de fiets, laat je kuiten zien! Met deze slagzin bouwde het Zirbenland in het Murtal een netwerk van fietsknooppunten uit.
- Het idee hiervoor kwam van campingbaas Bernd Pfandl: ‘Op de vakantiebeurs in Utrecht maakte ik er kennis mee. Het is een geweldige formule: innovatief, multifunctioneel (je kan de route ook wandelen of de fiets combineren met wandelen of met een sportiever mtb-stuk erbij) en individueel te doen (je maakt je eigen route). Waarom dan zelf iets uitvinden als het al bestaat? Toch heb ik twee jaar nodig gehad om de gemeente te overtuigen.’
- Elders in Oostenrijk bestaat dit niet. De brede vlakte van het Murtal – het grootste van de Alpen – is perfect voor een betrekkelijk vlak knooppuntennetwerk. ‘Voor gezinnen en oudere fietsers is het niet erg inspannend fietsen hier. Als je met de e-bike rijdt, kun je nog meer genieten door al eens verder te rijden of de heuvels in te gaan.’
- Op de kaarten staan ook aangegeven: de wandelwegen die aansluiten op de route, de bezienswaardigheden, de regionale fietsroutes, de afstand tussen de knooppunten, wanneer de weg stijgt.
- nimmsradl-murtal.info
Reis je mee naar het Murtal?
- Tussen 26 mei en 9 juni kan je met Intersoc inspired by Pasar mee fietsen en kamperen in het Zirbenland.
- De groep verblijft twee weken op Camping 50plus in Weißkirchen. Reisbegeleiders Johan en Martine Verlinden vinden het een topcamping en hebben de regio al uitgebreid verkend.
- Op het programma staan onder meer fietstochten naar Maria Buch en Judenburg, met bezoek aan de boerenmarkt en de Stadtturm, een wandeling naar de burchtruïne Eppenstein en geleide bezoeken aan de Red Bull Ring en de Zirbenshop, maar ook een busuitstap naar de stad Graz.
- Ook in september 2025 staat deze kampeerreis op het programma.
Programma en inschrijving: intersoc.be/nl/bestemmingen/zirbenland-2024