Langs de brouwers in de Zennevallei
In de glooiende Zennevallei viert een bijzonder ambacht opnieuw hoogtij. Hier wordt volop lambiek gebrouwen! De lambiekbrouwers respecteren de traditionele werkwijze en de natuur bij de spontane gisting. Fiets mee langs de brouwerijen en ontdek meteen nog meer troeven van deze mooie streek…
- Fietsen
Deze fietstocht start aan het station van Halle. Dit centrumstadje, op een boogscheut van Brussel, is vooral gekend omwille van de Sint-Martinusbasiliek. In de meimaand stromen de bedevaarders hier toe om de Zwarte Madonna te zien. Wij laten het centrum echter links liggen en werpen – voor we echt aan onze tocht beginnen - een blik op een andere toeristische trekpleister: een prachtig streetartproject op de muren van de Pacapima-kartonfabriek, aan de oevers van het kanaal Brussel-Charleroi. De muurschildering is met zijn 2.000 m² één van de grootste van Europa. De tekeningen met hun prachtige kleuren weerspiegelen fonkelend in het water.
Van vader op zoon
Na dit kleine ommetje is het tijd om op de fiets te springen voor een toch van zo’n 50 kilometer. Doel: onszelf onderdompelen in de traditie van de champagne der bieren. Slechts enkele kilometers verder, in Buizingen, gaan we al op de rem staan. Daar hebben we in café Den Herberg afgesproken met brouwer Kloris Devillé. De wortels van deze microbrouwerij liggen in de keuken van de familie Devillé, een kleine dertig jaar geleden. Daar experimenteerde vader Bart in grote soepketels met het brouwproces. ‘Daarna verhuisde mijn vader naar het gebouw hierachter, een oude opslagplaats van bouwmaterialen. En van het een kwam het ander. Het oude café werd nieuw leven in geblazen en de experimenteerruimte werd een echte brouwerij. Café Den Herberg opende de deuren in 2007, de brouwerij 1 jaar later’, vertelt Kloris. In 2016 werd de eerste lambiek gebrouwen en in 2020 de eerste flessen Oude Geuze gevuld. ‘Oude Geuze is steeds een mengeling van eenjarige en twee- of driejarige lambiek. Voor onze geuze kopen we geen lambiek aan, maar gebruiken we enkel onze eigen lambiek. Onze lambiek verkopen we ook aan kleinere geuzestekers uit de regio’, legt hij uit. We krijgen een kleine rondleiding in de brouwerij en leren over het brouwproces. En dan is het tijd om te proeven. Het is nog vrij vroeg op de dag, maar toch slaan we een proevertje niet af. Met veel stijl schenkt Kloris ons een Oude Geuze Devillé uit. De geur en de kleur doen me al watertanden, want ik moet bekennen dat ik een grote fan ben van lambiek en Oude Geuze. Ik geniet wanneer het licht zurige drankje mijn smaakpapillen bereikt en de sprankel mijn mond vult met aroma’s. Dit kan tellen als eerste stop. We houden het bij een proevertje, want we hebben nog wel een tochtje met nog meer proevertjes voor de boeg.
De trots van het Hallerbos
Het Kluisbos en het Kesterbeekbos vormen de aanloop naar het Hallerbos. De boshyacinten verspreiden een prachtige paarse gloed en een heerlijke geur. Elk jaar zakken tienduizenden bezoekers af om het pimpelpaarse schouwspel te bewonderen. Dat wordt tijdens de bloeitijd gevierd wordt met het Hyacintenfestival. Blijf echt op de paden. Als de wilde hyacint - een uniek en kwetsbaar bloempje - vertrappeld wordt, komt het het jaar erna niet meer terug… Het is nog vroeg op de dag en de stormloop aan toeristen is nog niet op gang getrokken. Wij hebben onze thermos met koffie bij en installeren ons op één van de picknickbanken in het bos. Een ree staat ons even aan te staren. Ze geniet nog van het moment voor de overrompeling begint, maar vlucht toch al snel weg naar comfortabeler oorden.
Van papiermolen tot kartonfabriek
We verlaten het sprookjesachtige bos richting Dworp en genieten met volle teugen van het weidse uitzicht over de velden. Smalle wegjes met enkele forse kuitenbijters leiden ons naar onze volgende stop: de Papiermolen Herisem. De site ligt prachtig in de vallei van de Molenbeek te midden van 16 hectare aan weiland, akkers en bospartijen. In de voormalige kartonfabriek staat Philippe Winderickx ons enthousiast op te wachten. ‘Het pand kwam in 1763 in handen van onze familie. Heel vroeger was dit een papiermolen, maar halverwege de 19e eeuw moest het bedrijf noodgedwongen overgaan van een artisanale productie van papier naar machinale productie van karton. De kartonfabriek sloot echter in 1940 de deuren, het verval zette zich in en alle machines bleven onaangeroerd’, vertelt hij. Tot de site in de jaren 80 in handen kwam van de vzw OMV Herisem met Philippe als voorzitter. ‘Dat was het begin van de industriële archeologie, waarbij weer aandacht ging naar het verleden. Met subsidies en zelf ingezamelde middelen – Clouseau stond hier ooit nog op het podium – konden we geld verzamelen om de restauratie aan te vangen. Het werd een werk van lange adem, maar we zijn zeer trots op wat we bereikt hebben’, gaat hij verder. De waterwielen en de gerestaureerde stoommachine Bollinckx drijven vandaag opnieuw de 19e eeuwse machines aan. Het geheel is één van de best bewaarde voorbeelden van de ooit bloeiende papier- en kartonnijverheid in de regio.
Hop, krieken en lambiek
We vervolgen onze weg naar Alsemberg, waar we halthouden aan Biercentrum De Lambiek. Dit is het walhalla van de biertoerist die alles te weten wil komen over dit heerlijke gerstenat van spontane gisting. ‘Waar brouwerijen en stekerijen hun eigen verhaal vertellen, krijg je bij ons heel veel algemene informatie over geuze en lambiek. Naast een aantrekkelijke film rond het brouwen en steken van onze bieren kunnen de bezoekers zich verder verdiepen in de geschiedenis, het productieproces en het gebruik van de typische ingrediënten zoals overjaarse hop en Schaarbeekse krieken’, legt onthaalbediende Bruno Wellens uit. Heb je wat tijd en wil je je fiets even inruilen voor je stapschoenen? Doe dan de 16 kilometer lange lambiekwandeling met start- en eindpunt aan dit Biercentrum.
Uit liefde voor het bier
Het is bijna middag, ideaal voor een nieuw proevertje op onze volgende stop: Bierhuis Oud Beersel. De gevel schittert in de zon en is bekleed met prachtige tegels. ‘Dit is de originele gevel van het café dat hier in 1934 de deuren opende. De gevel was overschilderd, maar met een maandje doorzettingsvermogen straalt hij weer als vroeger’, lacht Gert Christiaens als hij de deur open zwiert. Gert is voorzitter van HORAL, de Hoge Raad voor Ambachtelijke Lambiekbieren. Als jonge ket rolde hij zo’n 20 jaar geleden in het vak. ‘Zeer toevallig. Ik studeerde in Brussel en op een avond vertelde de cafébaas van mijn stamcafé Le Zageman dat hij de laatste flessen van de geuze die ik zo graag dronk, zou aanboren. De brouwerij ging stoppen… Ik nam contact met de baas van de brouwerij, volgende cursussen, liep mee met de oude brouwer om zijn kennis te verwerven en startte in 2005 de brouwerij weer op. Om geld in het laatje te krijgen bracht ik al snel de Bersalis tripel op de markt. Twee jaar later konden de eerste flessen Oude Geuze en Oude Kriek ontkurkt worden.’ Wat voor Gert startte als een hobby, groeide uit tot zijn job. ‘Ik ben gepassioneerd door deze bieren. Ook nu nog probeer ik innoverend te zijn, bijvoorbeeld met infusies.’ Het Bierhuis opende pas in 2022 de deuren. ‘Ooit was dit een café, maar wij kochten het toen de bloemenwinkel de deuren sloot. De oude toog konden we recupereren.’ Het Bierhuis is gezellig ingericht als bruine kroeg. De tafels bestaan uit oude vaten en de lampen zijn gemaakt van oude geuzeflessen. Hier worden enkel eigen bieren geserveerd, waaronder 15 soorten van het vat. ‘Wie niet kan kiezen, opteert voor een proevertjesplank’, knipoogt Gert. Het mooie decor verleidt ons om langer te blijven dan gepland. Als we ook borden gevuld met lekkers zien passeren, informeren we even naar de keuken. ‘We hebben een beperkte kaart van gerechten waarin onze bieren verwerkt zijn’, legt Gert uit. En even later genieten we van ballekes in kriekensaus met Oude Kriek en puree en Stoofvlees met Bersalis Tripel Oak Aged en gebakken krieltjes. Een Biramisú met Bersalis Tripel is onze zoete afsluiter. ‘We trekken levensgenieters aan, want hier draait alles rond ontdekken en beleven’, geeft hij nog mee. Vermits de brouwerij en het Bierhuis aan een fietsknooppunt gelegen zijn, vinden veel fietsers de weg naar hier. ‘Ik kan iedereen aanraden om ons met de fiets te bezoeken. Het is een unieke streek vol kleine wegen met prachtige vergezichten door het glooiende landschap. Wie hier met de wagen komt, mist het landschap’, zegt hij nog voor wij op onze fiets stappen.
De erfenis van opa Geuze
Gezwind springen we weer op onze fiets om te genieten van het gevarieerde landschap. We fietsen richting Beersel waar de neogotische Sint-Lambertuskerk staat. Restaurant ‘3 Fonteinen’ met de gelijknamige brouwerij komt ook voorbij. Dit restaurant is ook een vaste waarde in de regio en zeker een prima optie voor een hapje. Grote foto’s sieren de muur naast de brouwerij 3 Fonteinen. Dit was de plaats waar Armand Debelder - wellicht de bekendste geuzebrouwer van het land en tot ver daarbuiten - zijn ambachtelijke activiteiten had. ‘Opa Geuze’ is niet meer, maar zijn werk wordt wel verdergezet. Iets verder werpen we een blik op het kasteel van Beersel. Deze waterburcht is één van de weinige goed bewaarde voorbeelden van middeleeuwse krijgsbouwkunde in ons land. Na de dorpskern is het tijd om de Zennebeemden in te duiken, een verborgen stukje waardevolle natuur naast de E19. De fiets zetten we even aan de kant en we turen vanop het pittoreske Jan Van Ruusbroecbrugje over de meanderende Zenne, de waterloop die onmisbaar is in het verhaal van de geuze. Na deze groene oase rijden we richting Drogenbos. We flirten met de grens met Brussel. Het stedelijke karakter wordt steeds dominanter, al genieten we ook hier nog van groene parels in het landschap. Natuurdomein het Moeras in Drogenbos is er zo eentje. Dit vijf hectare grote natuurgebied huisvest onder andere een authentieke boomgaard. Samen met de geklasseerde 18e eeuwse hoeve van schilder-boer Felix De Boeck - een van de pioniers van de Belgische abstracte kunst - vormt dit een beschermd dorpsgezicht. Vandaag geen museum voor ons, al tip ik toch graag het FeliXart museum. Het museum opende in 1996 en focust zich op historische en hedendaagse avant-gardekunst en is meer dan een bezoekje waard.
Langs de oevers van het kanaal
We storten ons in het drukke verkeer en fietsen verder richting Ruisbroek. Aan het station zijn we blij dat we de auto’s weer achter ons kunnen later. We rijden de fietssnelweg F20 op. Dit is een heerlijk recht stuk langs het kanaal Charleroi-Brussel. Aan de andere kant van het kanaal liggen nog twee geuzebrouwerijen: de Lambiek Fabriek en een vestiging van brouwerij Lindemans. Omdat we niet alle brouwerijen kunnen bezoeken, trappen we verder Sint-Pieters-Leeuw binnen. Richting Lennik fietsen we tussen land- en tuinbouwbedrijven en fruitkwekers. Hier vind je een aantal microbrouwerijen zoals 4Pajot in Vlezenbeek en Hoevebrouwerij HUB Brewers in Sint-Laureins-Berchem.
Bob de… Brouwer
Daar worden we hartelijk verwelkomd door ‘Bob de Brouwer’. Bob heeft een eigen ingenieursbureau, de brouwerij is een uit de hand gelopen hobby. ‘Als ik brouw, kan ik mijn hoofd leegmaken. Dat betekent niet dat ik niet moet nadenken, want het brouwen vergt ook veel concentratie. Eén fout en het hele brouwproces kan om zeep zijn’, benadrukt hij. Bob en zijn gezin kochten enkele jaren geleden deze oude boerderij. ‘In de kelders zou hier vroeger ook een gebrouwen worden. Toen ik in de parkengids van Gaasbeek las over het feit dat hier gebrouwen werd met hop die verbouwd werd op de helling van het nabijgelegen kasteel van Gaasbeek, begon het te kriebelen. Samen met mijn schoonbroers en enkele vrienden gaven we het concept steeds meer vorm. Intussen ligt hier al 4 jaar lambiek die we samen gebrouwen hebben op ’t vat te rijpen. De geuze stellen we elk apart samen. Zo heb ik Schaarbeekse Kriek van zelf geoogste krieken en Oude Geuze ’t Guldenhooft op flessen gestoken. De naam verwijst naar de vroegere benaming van het landgoed’, verklaart hij. Ook Bob wil meewerken aan de bierbeleving in de regio. ‘Ik heb een bezoekersruimte uitgebouwd en mensen kunnen bij mooi weer iets komen drinken op het terras. En ik voorzie ook brouwerijbezoeken’, geeft hij nog mee. Wij proeven op het terras het biertje Rosten Uil. ‘Een Oude Geuze of Schaarbeekse kriek kan ik helaas niet schenken nu. Onze eerste beperkte bottelingen hebben we al opgedronken. De volgende lading Schaarbeekse kriek en Oude Geuze kan je hier proeven vanaf het najaar.’ We nemen afscheid van Bob en passeren het prachtige domein Groenenberg en het recent gerenoveerde kasteel van Gaasbeek.
Het kasteel van de markiezin
Het kasteelpark en de museumtuin lonken. Dus beslissen we nog een korte stop te maken. Aan de indrukwekkende kasteelpoort staat Tess Thibaut, communicatieverantwoordelijke van het kasteel, ons graag te woord. ’Dit kasteel ligt midden in de glooiende heuvels van het Pajottenland, op een knooppunt van allerhande wandel- en fietsroutes. Vanuit de binnentuin van het kasteel geniet je van een prachtig zicht op het Bruegeliaanse heuvellandschap. De middeleeuwse burcht kende een bewogen geschiedenis, evolueerde van strategisch bolwerk naar riant buitenverblijf, om zich nu te vestigen als waardevolle erfgoedparel. Het kasteel is het centrum van een 49 hectare tellend park met eeuwenoude bomen, vijvers, dreven, historische gebouwen… Een gedroomde plek om te onthaasten.’ Dat ontkennen we niet, want het geheel straalt naast pracht en praal ook rust uit. Een bezoek aan het kasteel staat vandaag niet op het programma, al geeft Tess ons graag mee waarom we best even terugkomen: ‘Bij een bezoek aan het gerestaureerde kasteel dwaal je door maar liefst 800 jaar geschiedenis. Door de restauratie is de erfenis van de laatste eigenares, markiezin Arconati Visconti, in ere hersteld.’ Vooraleer we onze laatste etappe inzetten en terugfietsen naar station van Halle, laten we onze fiets nog even staan aan het kasteeldomein en steken we de straat over. Een ijsje van de Krijmerie mag niet ontbreken als je in Gaasbeek bent. Zin om thuis nog wat na te genieten met een Oude Geuze of kriek? In het streekproductenwinkeltje naast het ijssalon vind je een breed assortiment. En zo fietsen we terug naar vertrekpunt, met onze fietszakken gevuld met flessen Oude Geuze en kriek en met heel wat informatie rijker over een mooi ambacht.
Als je ook in de glooiende Zennevallei wil gaan fietsen in het spoor van de bierbrouwers, vind je fijne adresjes in de online reiswijzer via www.pasar.be
7 weetjes over lambiek en geuze
1. Lambiek: dit is het basisbier voor geuze en kriek. Het wordt naar aloude traditie op spontane gegist en gerijpt.
2. Oude Geuze: voor het bekomen van de traditionele of Oude Geuze mengt de steker jonge lambiek van 1 jaar met oude Lambiek van 2 tot 3 jaar. Door menging van jonge en oude lambiek ondergaat het bier een nieuwe spontane gisting op fles.
3. Lambiek wordt gebrouwen in het Pajottenland en de Zennevallei. De lucht van deze regio is doordrongen van honderden specifieke wilde gisten, met als meest gekende de Brettanomyces Bruxellensis en de Brettanomyces Lambicus.
4. Het brouwen van lambiek is seizoensgebonden. Er wordt enkel gebrouwen tussen september en mei.
5. Lambiek wordt gebrouwen op basis van 70% mout en 30% tarwe en met toevoeging van overjaarse hop.
6. Om de zure smaak van geuze of lambiek wat zoeter te maken, gebruikte men vroeger een 'lambiekstoemper'. Daarmee werd een suikerklontje verbrokkeld in het glas. De bierproeversvereniging De Lambiekstoempers biedt horecazaken die speciale aandacht besteden aan lambiekbieren het label ‘lambiekstoempers’ aan. Dit zijn er intussen al meer dan 50.
7. Zo schenk je een Oude Geuze: hou het glas schuin in een hoek van 45 graden en schenk het bier rustig uit. Kantel het glas steeds rechter als de fles bijna leeg is voor een mooie, dikke schuimkraag.
Toer de geuze
Op zaterdag 4 en zondag 5 mei 2024 vindt opnieuw de tweejaarlijkse Toer de Geuze plaats. Tijdens dit evenement van de HORAL openen tal van geuzeproducenten hun deuren voor het publiek. Je kan er terecht voor een rondleiding aangevuld met informatie rond het productieproces.
De eerste Toer de Geuze vond plaats in oktober 1997. Boon, De Cam, De Troch, 3 Fonteinen, Lindemans en Timmermans zetten toen de deuren wagenwijd open. Hiermee willen ze de cultuur van dit eeuwenoude traditionele brouwproces in de kijker zetten. Sindsdien is de open brouwerijdag van het Pajottenland en de Zennevallei een tweejaarlijks evenement geworden.
De brouwerijbezoeken zijn gratis en je hoeft niet te reserveren.