Fietsen in een ligzetel
Maakbare natuur bestaat. Twintig jaar geleden dacht niemand dat zich op de Scheldeoevers van Kruibeke ooit bevers zouden ophouden. Nu vind je hun sporen overal in het grootste gecontroleerde overstromingsgebied van Vlaanderen. De Polders van Kruibeke vormen een fascinerende plek waar natuur, erfgoed en kunst samenkomen. Dé manier om dit 620 hectare autovrije gebied te ontdekken? Met de Quattrocycle, een ligfiets voor vier volwassenen en twee kinderen.
- Fietsen
Joggers, wandelaars en fietsers halen in de Polders van Kruibeke hun hart op, net als natuurminnaars, boomknuffelaars en levensgenieters. Na jaren hard werken is dit voormalige landbouwgebied een gecontroleerd overstromingsgebied geworden. De echte kolonisten van de Polders zijn de mensen achter Ontdek Kruibeke. Met hun e-fietsen, fluistertreintjes, mobiel ecologisch café en blokhut zijn ze regelmatig te vinden in dit heerlijke stiltegebied.
Stevige vering
Toon Pauwels was standenbouwer en weigerde zijn pensioen te slijten achter een raam. Zeven jaar geleden kocht hij een eerste Quattrocycle. ‘Iedereen heeft recht op een afwijking. Alles wat voortbeweegt op een elektrische aandrijving is mijn uit de hand gelopen hobby’, zegt Toon terwijl hij ons zijn hele gamma fietsen toont. De Lopifit bijvoorbeeld is een elektrisch ondersteunde loopbandfiets waarop je kan wandelen. Er zijn ook verschillende fietsen die geschikt zijn om iemand in een rolstoel mee te nemen.
We kiezen voor de Quattrocycle, een vierpersoonsligfiets met elektrische trapondersteuning. Elke persoon heeft drie versnellingen en kan naar eigen goeddunken trappen zonder dat je daar een ander bij hindert. De chauffeur, in dit geval Toon, zit linksachter. Wij nemen vooraan plaats.
Het miezerweer kan de pret niet drukken. Bij de eerste bocht gieren we het uit. Elke ligzetel heeft zijn eigen vering en vooral vooraan voel je dat goed. Toon doet er nog een schepje bovenop door een serie scherpe bochten te nemen. ‘Welkom in onze speeltuin’, zegt hij als we de helling naar de buitendijk oprijden. Naast de helling ligt de moestuin van het sterrenrestaurant Hofke van Bazel. Ze kweken er onder meer eetbare wilde planten.
Leefgebied voor otters
Met een Quattrocycle gaat het maximaal 25 km/u. Gelukkig, want in de Polders geldt een snelheidsbeperking van 30 km/u. Ze zijn hier gewend aan de bizarre fietsen. Niemand kijkt ervan op.
Aan de Bazelse Kreek vliegt een zilverreiger op. De kreek wordt uitgediept in de hoop dat zich hier meer otters komen vestigen. Er zou al één otter gespot zijn. Reeën en vossen voelen zich vooral thuis in de moerasbossen en wie een ijsvogel wil zien, kan terecht achter een van de vele vogelkijkwanden. ‘Een speciale vogelkijkwand is het Coninckshofke, een voormalig vakantiehuis langs het Beverpad aan de Rupelmondse Kreek’, zegt Toon, die het gebied op zijn duimpje kent.
We bevinden ons op een binnendijk. Tot aan de Schelde strekt zich een weidevogelgebied uit waar zich vandaag vooral eenden ophouden. ‘De volledige omtrek van de Polders bedraagt 18 km. Daar trek je het best een hele dag voor uit, vooral vanwege de vele “afstapmomenten”.’ Toon doelt op het kasteel van Wissekerke, de Arcade van het kunstenaarsduo Gijs van Vaerenbergh, het vlonderpad over de Barbierbeekgeul, de getijdenmolen, de Graventoren en de watervallen (zie kader).
Streekbier op terras
De vrouw van Toon staat in de zomer met haar Kallebeekmobiel aan het Kallebeekveer, de gratis overzet van Bazel naar Hemiksem. ‘Er zijn mensen die speciaal het veer nemen om op ons terras lokale biertjes als een Brixius of een 9150 te degusteren’, zegt Toon.
We genieten van de proefrit. Het is onze eerste keer met een ligfiets en al helemaal op deze unieke manier. ‘Moeten we eens een keertje doen met de kinderen’, zegt mijn vrouw enthousiast. ‘Die kunnen zolang niet stilzitten’, kaats ik terug.
Bij momenten lijken de Polders wel een Zwin aan de Schelde door het open landschap met zijn vergezichten en het komen en gaan van de vele weide- en watervogels. Prachtig ook om het contrast te ervaren met de rechteroever van de Schelde, waar industrie de skyline bepaalt. Dit doen we zeker nog eens met vrienden en dan meteen voor een volledige dag.
De watervallen van Kruibeke
De Schelde trad vroeger vaak buiten haar oevers, met heel wat schade tot gevolg. Om daar wat aan te doen, kwam professor Patrick Meire, hoogleraar geïntegreerd waterbeheer aan de Universiteit Antwerpen, op het idee om gecontroleerde overstromingsgebieden aan te leggen. Bij hoge vloed stroomt het water een gebied binnen waar het wordt vastgehouden. Bij eb stroomt het water weer weg.
De Schelde is tot in Gent onderhevig aan de getijden. Dat betekent dat er tweemaal per dag vloed is. De Barbierbeekgeul is via de Meiresluis verbonden met de Schelde. Bij hoogtij, vanaf 5 meter TAW (de eenheid waarmee de waterstand wordt uitgedrukt, red.) is een bezoek echt de moeite. Dan stroomt het water via de 50 meter lange waterval in de Barbierbeekgeul, die dan langzaam aanzwelt en uit zijn oevers treedt. Het slikken- en schorrengebied rond de geul komt dan blank te staan. Begeef je het best een kwartier voor hoogtij naar de watervallen. De getijdentabel is te vinden op www.kruibeke.be/toerisme.