‘Ik doe nog steeds wat ik graag doe, maar dan anders’
Marco Reuman was altijd al een bezige man: chauffeur bij De Lijn, vrijwilliger bij de Civiele Bescherming, lid van diverse verenigingen en een actief leven als muzikant en fervent kampeerder. Tot hij chronisch pijnpatiënt werd en zijn leven – en vrije tijd – om aanpassingen vroeg.
Hoe deelde je je tijd in voor je chronisch pijnpatiënt werd?
Marco Reuman: ‘Ik werkte eigenlijk heel hard. De combinatie van chauffeur zowel bij De Lijn als voor de luchthaven en vrijwilliger bij de Civiele Bescherming vroeg al veel van mijn tijd. Ik zag het niet allemaal als ‘werk’. Wanneer ik me kan inzetten voor anderen, geeft me dat veel voldoening. Mijn vrouw werkt voor Samana, dienstverlening zit in ons gezin. Natuurlijk trok ik ook de nodige tijd uit om te supporteren bij de matchen toen mijn zoon speelde en als trompettist speelde ik in drie, vier fanfares. Heerlijk. Daarnaast was er nog de tuin en kon ik urenlang aan het kookfornuis staan om nieuwe gerechten uit te proberen. Kamperen was ons lange leven, ik deed het van jongs af en leerde ook mijn vrouw vakanties met de tent kennen. Mijn dagen waren gevuld…
Helaas kreeg ik veel problemen met mijn knie. Ondertussen heb ik 16 operaties ondergaan, neem ik veel medicatie en ben ik afhankelijk van een rolstoel. Ik ben chronisch pijnpatiënt, maar probeer de pijn toch niet heel mijn leven en tijd te laten beheersen.’
Waar gaat je tijd nu naartoe?
‘Op slechte dagen gaat mijn tijd naar rusten en slapen. Ik ben veel minder actief, maar ik merk dat ik de dingen die ik vroeger belangrijk vond, nu op een andere manier probeer door te zetten. Dienstverlening zit in mijn DNA. Zo heb ik een werking opgericht: Mensen met Pijn Pajottenland. Wij organiseren infosessies voor pijnpatiënten, daar steek ik graag mijn tijd in. Ik zit in het bestuur van Jong en Ziek van Samana, de partijraad van Herne, heb een bestuursfunctie binnen de Eerstelijnszone, enzovoort. Eigenlijk wat ik vroeger deed, maar dan gericht op het helpen van chronisch pijnpatiënten. Is dat werk? Neen. Is dat vrije tijd? Ook niet echt. Het is in elk geval een tijdsbesteding die mij zinvol lijkt en die me nog steeds het gevoel geeft dat ik bijdraag aan de maatschappij. Ik ben niet alleen maar slachtoffer van mijn pijn.’
En wat met je ‘netto vrije tijd’?
‘Die wordt natuurlijk ook mee bepaald door het niveau van pijn en wat ik nog aankan. Je past je aan. Ik heb een paar rolstoelen: een gewone, een scootmobiel voor kortere afstanden en een rolstoel met een joystick voor langere afstanden. Daardoor kan ik me vrij bewegen. Wij gaan nog steeds kamperen, nu met de camper. Ik neem naargelang de bezetting van de camper de scootmobiel of de elektrische rolstoel mee en kan dus gerust nog mee op daguitstap. We liggen niet meer in een tent, maar kamperen geeft me hetzelfde vakantiegevoel als voorheen: ik ben vrij om te eten wanneer ik wil, uitstappen te maken, in pyjama rond te lopen tot ’s middags, … Heerlijk. Daarnaast speel ik nog steeds trompet, muziek maken is voor mij ontspanning en geen inspanning. Koken doe ik nu ‘in stukjes’. Ik begin ’s ochtends en rust een paar uur. Na de middag werk ik verder af en ’s avonds maak ik de mis-en-plats. Met andere woorden: ik doe nog steeds wat ik graag doe, alleen de manier waarop is veranderd.’