
Van eiland naar eiland op de Ionische archipel
Griekenland: azuurblauwe zeeën, witte dorpjes, veel geschiedenis en nog veel meer toeristen… Terwijl de Cycladen zuchten onder massatoerisme, kies ik voor een andere koers: de Ionische eilanden, een minder voor de hand liggende keuze die authentieke charme en rust belooft. Samen met Pindakaas, mijn trouwe viervoeter reis ik in mijn knalrode camper naar een oude wereld die roept om ontdekt te worden.
- Kamperen
- Uitstappen en vakanties

Het is bijna valavond op een vroege lentedag en ik sta op de kade van Killini, een dorpje aan de westkust van de Griekse Peloponessos. Voor me meert een reusachtige ferry aan. Op de romp staat trots zijn naam geblokletterd: Fior di Levante, bloem van de Levante. Dat moet wel een goed voorteken zijn. Naast me hoor ik mijn hond Pinda enthousiast hijgen. Alsof ze het nakende avontuur aanvoelt. Ik check mijn ticket. Ja, dit moet ‘m zijn… De veerboot die ons naar het eiland Kefalonia zal brengen, de eerste stop van een kampeeravontuur dat zo’n drie weken zal duren. Een tijdje geleden nam ik het besluit de eilanden van de Ionische archipel te ontdekken, een verzameling van een zevental grote eilanden aan de Griekse westkust, waarvan Corfu het bekendste is. Toegegeven, de belofte van kleine tavernes aan het water, met dampende schotels vol vers gevangen vis, en dromerige beelden van baaien, kliffen en paradijselijke stranden, zorgde ervoor dat de keuze snel was gemaakt.
Kefalonia, waar het avontuur begint
Vol verwachting parkeren we ons busje in de buik van de lawaaierige ferry. Een anderhalf uur later varen we de haven van Poros binnen, waar de lampjes van vissersboten weerspiegelen in het donkere water. In het schijnsel van de nacht tekenen de contouren van de bergen zich af. De volgende ochtend besluit ik naar Sami te rijden, een klein stadje aan de oostkust van Kefalonia, vooral bekend om zijn haventje en ferryverbindingen. Onderweg valt mijn oog op de restanten van huizen, overwoekerd door de tijd. Ze staan er als stille getuigen van de zware aardbeving die het eiland in 1953 trof, een ramp die hele dorpen verwoestte en massale emigratie veroorzaakte.
Via een voetpad langs de kust wandel ik richting de Melissani-grot, misschien wel de bekendste bezienswaardigheid van het eiland. De Cave of the Nymphs is een fascinerend natuurfenomeen: een ondergrondse grot met het helderste water dat je je kunt voorstellen, waar zonlicht door een opening in het plafond een betoverend spel van kleuren creëert. Vroeger, zo vertelt de gids, werd de grot aan God Pan gewijd en gebruikten de oude Grieken deze plek voor rituelen ter ere van de nimfen. Vandaag biedt een boottochtje door de grot een unieke blik op dit verborgen natuurfenomeen.
Terug in Sami zie ik een goedgeluimde, oudere man die me wenkt in zijn taverna. ‘Honger?’ vraagt hij met een brede glimlach. De zaak ziet er op het eerste gezicht wat sjofel uit, maar zijn ontwapenende enthousiasme overtuigt me om plaats te nemen. Dimitris, zo stelt hij zichzelf voor, raadt de souvlaki aan, bereid door zijn vrouw – een traditionele Griekse oma, al lachend ya-ya genoemd. Terwijl ik geniet van de geurige kipspiesjes, maakt garçon Konstantinos, die iedereen hier gewoon Kostas noemt, me wegwijs in mijn eerste Griekse woorden. ‘Jamas, para kalo’,zegt hij terwijl hij mijn glas vult. ‘Schol, laat het smaken.’
De charme van Fiskardo
Het is een prachtige dag als ik op aanraden van Kostas koers zet richting Fiskardo, een pittoresk havenstadje bovenaan het eiland. Meeneuriënd met traditionele Griekse muziek op de krakende radio, draai en keer ik me noordwaarts. Ik heb geluk. Deze tijd van het jaar is het havenstadje heerlijk rustig. De camper parkeer ik bij de kerk, waar een vriendelijke buurtbewoner de randstenen een nieuw likje witte verf geeft, klaar voor het zomerseizoen.
De kleine maar erg charmante haven buigt zachtjes af, langs het koraalblauwe water. Zijn blik gericht op Ithaka, het zustereiland van Kefalonia dat maar een steenworp verder lijkt te liggen. Kleurrijke Venetiaanse villa’s flankeren de kade, fier overeind gebleven dankzij hun stevige funderingen, zelfs na de verwoestende aardbeving van 1953. De zakkende avondzon, de relaxte vibe en het pastelgekleurde aanzicht van de haven doen me naar mijn camera grijpen. Dit is de perfecte postkaart.
Niet veel verder zie ik een bord dat naar een Venetiaanse toren leidt. Ik kijk naar Pinda en moet lachen. Haar ogen spreken boekdelen. Een hond wil altijd wandelen. Ondertussen kleurt de lucht diep oranje en roze, een zonsondergang om in te lijsten. Dit is Griekenland op zijn best, bedenk ik me, en met het rustige klotsen van de zee op de achtergrond maak ik de wandeling naar de toren. Het is de ideale afsluiting van een mooie dag.
Aan het einde van het pad
Met mijn voorraadkast aangevuld vertrek ik naar Paralia Dafnoudi, een afgelegen strandje aan de noordkust van Kefalonia. De route eindigt bij een doodlopende weg, waar ik mijn busje parkeer en een schaduwrijk pad volg. De wandeling is kort maar sfeervol; het smalle bospad wordt overkoepeld door een dak van bladeren, terwijl vogelgezang en het geritsel van takken de stilte doorbreken. En dan, plots, opent het bos zich en onthult zich een verborgen baai.
Het voelt bijna magisch: een kleine halve maan van witte kiezels, omringd door steile rotswanden begroeid met weelderig groen. Het water schittert in alle schakeringen van groen en blauw, alsof een kunstenaar zijn kleurenpalet heeft omgekiept. Twee bezoekers maken aanstalten om te vertrekken, en nauwelijks tien minuten later sta ik alleen. Alleen met de stilte en het indrukwekkende uitzicht.
Ik duik het heldere, frisse water in en zwem alleen in de stille baai. Aan de zijkant van de baai valt mijn oog op een opening, half verscholen in de zee. Nieuwsgierig zwem ik naar binnen, waar zich een geheim ontvouwt: een mini-strandje, verborgen in het hart van de kleine grot. Het is alsof ik een plek ontdek die alleen voor mij is gemaakt. De echo van het water tegen de rotswanden en het zachte licht dat door de opening valt, maken het moment onvergetelijk.
Kefalonia’s kustlijn
Na een veertig minuten durende rit langs schilderachtige kliffen sta ik op een van Kefalonia’s meest iconische stranden. De reisgidsen hadden niet overdreven: Myrtos Beach, een breed hagelwit kiezelstrand omsloten door steile kalkstenen kliffen, is een indrukwekkende verschijning. Hoewel het nog geen hoogseizoen is, heerst er een ontspannen, levendige sfeer. Groepjes vrienden, backpackers en welgestelde toeristen strijken neer om te genieten van het uitzicht en het ritme van de zee. De westelijke ligging van het strand maakt het perfect om de zon in de Ionische Zee te zien verdwijnen. De lucht transformeert in almaar zachtere tinten, met hier en daar strepen die de aankomende schemering aankondigen. Ik blijf zitten tot de laatste zonnestraal verdwijnt, en hoor mijn maag grommen.
Hongerig vervolg ik mijn reis naar Assos. Gelukkig vind ik een parkeerplek met een magnifiek uitzicht, pal in het centrum van het pittoreske stadje. Aangezien er hier geen campings zijn, zoekt elke camper zijn eigen 'slaapplek'.
De volgende ochtend word ik getrakteerd op een kleurrijk schouwspel, met de zee aan weerszijden. Assos is bij daglicht nóg mooier. Het water toont alle schakeringen van blauw, een paradijselijk tafereel. Twee plezierbootjes en een snorkelaar brengen leven in dit serene tafereel. Op een terrasje geniet ik van de schoonheid van deze baai met mijn obligate ochtendkoffie.
De klim naar het Venetiaanse kasteel vergt inspanning, maar terwijl ik naar boven zwoeg, krijg ik een steeds weidser panorama cadeau: glinsterend water dat de horizon raakt, de charmante daken van Assos en de dramatische, ruige kliffen die in de zee verdwijnen. Bezweet en met een bonzend hart bereik ik de top. Daar, tussen de verweerde muren van de vesting, voel ik de geschiedenis tot leven komen terwijl de wind zachtjes fluit en het uitzicht me even stil maakt.
Vooraleer ik het avontuur verderzet en de ferry naar Ithaka neem, besluit ik om het laatste stukje van Mount Ainos te beklimmen, de hoogste berg van Kefalonia. Op de top, zo’n 1.600 meter boven de zeespiegel, ontvouwt zich een spectaculair uitzicht op de omliggende zee. Onderweg kruisen berggeiten ons pad, behendig springend over rotsen en losliggend steenpuin. De wind blaast stevig, en dat schenkt een adembenemend schouwspel van voorbijrazende wolken en hun schaduwen op zee. Tevreden kruip ik terug achter het stuur, klaar voor het volgende hoofdstuk van onze reis.
Mythisch Ithaka
Ithaka, het kleine broertje van Kefalonia, is een dunbevolkt eiland met veel natuur. Met ongeveer 3.000 inwoners is het een van de kleinste bewoonde eilanden van de Ionische archipel. Dit idyllisch stukje aarde, beroemd als het mythische thuis van Odysseus, ademt rust en authenticiteit. De kliffen, bossen en kristalheldere baaien vormen een paradijselijk decor. Ik ga naar Ithaka om de schoonheid van het eiland te ervaren, maar ook omdat het bekend staat om zijn prachtige wandelroutes, die me langs spectaculaire uitzichten zullen leiden.
Op een kampeerplek langs het water, met zicht op de sfeervolle haven van Vathy en een heldere sterrenhemel, geniet ik van een rustige nacht. De daaropvolgende namiddag klik ik Pinda’s lijn vast en samen beginnen we aan een kustpad dat elegant tussen dicht struikgewas slingert. Een halfuur later sta ik voor de kerk van Agios Andreas, een hagelwit gebedsoord vlak langs het water. Bijna surrealistisch in zijn eenvoud zelfs. Het is alleen bereikbaar via dit dichtbegroeide wandelpad, en ik ben er helemaal alleen. Terwijl de zon zacht in de zee zakt, passeert een luxueuze zeilboot. Ik blijf een tijdje staan, neem alles rustig in me op en laat het uitzicht zijn werk doen.
De volgende dag besluit ik een ambitieuzere wandeling te maken: de Hills of Ithaki-hike, oftewel Route 12. Voorzien van voldoende water en proviand, begin ik aan een tocht die start bij Anogi, het hoogste dorp van het eiland. Het pad voert ons door dichte eikenbossen en langs oude kerkruïnes en kapelletjes, terwijl de middagzon zweetparels op mijn voorhoofd tovert. Het uitzicht wisselt constant tussen weelderige natuur en vergezichten over de zee.
De afdaling brengt me naar Kioni, een schilderachtig dorpje dat als een postkaart aanvoelt. Hier besluit ik mezelf te trakteren op een frisse duik in het glasheldere water, gevolgd door een bord tzatziki met brood en een koud biertje. Pinda ligt tevreden naast me, uitgeteld na de lange tocht. De terugweg naar Anogi is pittig bergop, maar dat deert me niet. Terwijl ik de laatste meters afleg, besef ik hoe bijzonder deze dag was. Kan het nog beter, vraag ik me af…
Juweel van de Ionische Zee
'Ik wil echt die schildpadden zien!’ roept een jongen enthousiast in het Nederlands, terwijl hij langs me heen rent op de ferry richting Zakynthos. Verbaasd kijk ik op. Het duurt even voordat ik besef dat het vakantie is in België en Nederland en dat een stroom landgenoten hetzelfde idee heeft als ik: Zakynthos verkennen. Maar terwijl zij wellicht dromen van de toeristische hotspots in het zuiden, besluit ik resoluut om die richting te vermijden en koers te zetten naar het rustige noorden van het eiland.
Zakynthos, ook bekend als Zante, onthult al snel zijn dualiteit. De zuidoostelijke kant van het eiland, met zijn drukke resorts en massa’s toeristen die haastig een pakketreis naar de zon boekten, voelt als een wereld apart. Maar zodra ik het zuiden achter me laat, opent zich een andere dimensie: een van rustige dorpjes, uitgestrekte bossen en baaien die tot de meest indrukwekkende van Europa behoren. Mijn plan? De westkust van het eiland afrijden, van noord naar zuid, langs de kalkstenen kliffen en turquoise wateren.
Mijn eerste stop is het beroemde Shipwreck Beach, een icoon van Zakynthos. Van bovenaf kijk ik neer op het wrak dat in het midden van het hagelwitte zandstrand ligt, omringd door torenhoge kliffen. De zee hier is bijna onwerkelijk: kolkend lichtblauw in de baai, terwijl de rest van de Ionische Zee een diepere, donkerdere tint heeft. Het contrast is bijna hypnotiserend, vooral wanneer de zon zakt en het water in goud en koper baadt.De volgende ochtend start ik bij het Monastery of St. George. Het interieur is versierd met vervaagde fresco’s, een herinnering aan de rijke geschiedenis van het eiland. De vreemde toren in het midden van het complex intrigeert me; het blijkt dat deze ooit werd gebruikt door de monniken om zich te verdedigen tegen piraten en Turkse aanvallen. Niet ver van het klooster ontmoet ik een lokale boer die honing en olijfolie verkoopt. Terwijl ik met hem praat, voel ik hoe het tempo van het leven hier vertraagt. Een gevoel dat me wel vaker overmeesterde tijdens deze reis.
Griekenland op z’n best
Mijn reis gaat verder langs de dramatische westkust, waar kalkstenen kliffen loodrecht in het doorzichtige water duiken. Ik vind een afgelegen kampeerplek met zicht op zee. De volgende ochtend volg ik (op goed geluk) een steil pad naar beneden en ontdek een verborgen baai: helder water, beschermd door kalkwitte rotsen, en een serene plek waar slechts een handvol bezoekers zijn.Ik raak aan de praat met William en Catherine, een vriendelijk koppel uit het zuiden van Engeland. Samen genieten we van de zon en het paradijselijke uitzicht dat Griekenland op zijn best toont.
Met het zand van een verlaten baai nog aan mijn voeten, laat ik me later die dag verleiden door de geur van huisgemaakte gerechten bij Malanos, een geliefde familietaverna aan de zuidkant van Zakynthos-stad. Het langgerekte Gerakas Beach trekt me daarna vanzelf aan, een rustige strook zand tegenover de baai van Laganas. Dit strand is niet alleen prachtig, maar ook van ecologisch belang: hier nestelen zeeschildpadden hun eieren, en daarom is het na zonsondergang gesloten tussen mei en oktober. Voordat ik mijn ferry terug naar het vasteland haal, bezoek ik nog het Turtle Museum, waar ik meer leer over de bedreigde Caretta-caretta.
Terwijl de ferry langzaam de haven van Zakynthos-stad achter zich laat, kijk ik terug op een reis die me niet alleen langs indrukwekkende landschappen bracht, maar me ook liet kennismaken met de authenticiteit en rust van deze wondermooie archipel. Met een laatste blik achterom laat ik Zakynthos achter me, in de wetenschap dat een weerzien ooit onvermijdelijk is.