
Chillen, net over de grens
Ik zit in de camper. Een zacht briesje waait naar binnen. De kinderen liggen achteraan op de bedden te chillen met telefoon in de hand en lolly in de mond. Het is 16 uur in de namiddag en ik heb al zo’n 8 km gewandeld en 14 km gefietst. Wat doen een paar dagen Noord-Brabant deugd… Zo dichtbij en toch zo ver weg. Instant vakantie. Heerlijk!
- Kamperen
Dag 1: Langs de waterlinie
We starten onze campertrip in Halsteren, op nog geen uur rijden van huis. Dat het zo kort rijden is, wordt met veel enthousiasme onthaald door de kinderen. In Halsteren, boven Bergen op Zoom, stoppen we voor een bezoek aan Fort de Roovere in natuurgebied Brabantse Wal, dat samen met de Kalmthoutse Heide één groot grensoverschrijdend natuurpark vormt. Het machtige Fort de Roovere is het grootste fort van de West-Brabantse waterlinie, één van de oudste Nederlandse linies die aangelegd werd om Zeeland te beschermen tegen aanvallen uit het oosten. De aarden wallen, grachten en het binnenterrein van dit historische verdedigingswerk zijn nog niet zo geleden succesvol in ere hersteld. Vanop de imposante uitkijktoren Pompéjus hebben we daar een fantastisch zicht op. Ook leuk is de ‘verzonken brug’. Ze ligt als een loopgraaf in de gracht en zorgt ervoor dat je door het water wandelt zonder dat je voeten nat worden! Een bijzondere plek om onze trip door Noord-Brabant mee af te trappen.
Terug de camper in. Een half uur later vinden we een ruime parkeerplek, speciaal voor campers, aan de ingang van vestingstadje Willemstad. Het is klein, gezellig, ademt een ontspannen zuiders sfeertje en is gelegen aan de wateren van Hollandsch Diep. Je kan deze stad dus ook met de boot bereiken (nog meer vakantiegevoel!). Ook al ben je hier niet met de boot, toch is het genieten om de opzichtige en historische vaartuigen te zien aanmeren en wegvaren. Liefst vanop een zonnig terrasje tijdens de lunch met een frisse rosé of limonade in de hand…
Na de lunch dwalen we door de smalle straten, langs d’Orangemolen, het oude raadhuis, het water en de vestingwerken. Willemstad is een onderdeel van de Zuiderwaterlinie. Willem Van Oranje maakte in 1583 van het toenmalige Ruigenhil een versterking om de zeearmen die toegang boden tot Holland, te beschermen tegen ongenode gasten uit Frankrijk, Spanje en Duitsland. Neem de fiets als je meer van de linie wilt zien.
Tijd om onze nieuwe thuis voor de komende drie nachten te ontdekken: de Rucphense Weide in Rucphen. ‘Een camping voor campers’, omschrijft gastvrouw Manon het. ‘We willen de gezelligheid van een camping bieden, inclusief een aantal faciliteiten, maar alleen voor campers.’ En daar is ze, samen met haar familie, wonderwel in geslaagd. Denk aan een petanque veldje - dat meteen getest wordt door de kinderen -, picknickbanken en sfeerverlichting op het middenplein. Supergezellig hier! Wat daar ook aan bijdraagt, is dat ze iedere vrijdag pizza’s uit hun houtskooloven serveren. Buiten in het gras bij mooi weer, of binnen in de gemeenschappelijke ruimte. De Rucphense Weide biedt plek voor 60 campers.
‘s Avonds eten we met zicht op Breda International Airport bij restaurant De Cockpit, op 10 minuutjes fietsen van de camperplaats. Helaas valt er op dat moment geen vliegtuig te bespeuren, maar we hebben wel lekker gegeten. De kinderen willen de dag nadien al terug. Kaassoufflé en aardbeienijs met spikkels! Dat behoeft verder geen uitleg, toch?
Dag 2: Bezoek aan Oudenbosch
Reizen met de camper staat voor mij gelijk aan trage ochtenden, samen op pad gaan, maar ook iedereen die op z’n tijd zijn eigen ding doet. Vandaag is het zo’n ochtend. De kinderen slapen uit en ik zet mijn wekker voor een verkwikkende wandeling door de Rucphense bossen. Op 1,5 km van de camperplaats sta je in het bos. Daar wandel je op goed gevoel door of kies je een gemarkeerde, gekleurde route tussen 4 en 10,5 km uit. De tracks in het bos zien er ook enorm uitnodigend uit voor mountainbikers.
De trage ochtend zet zich verder. We ontbijten op ‘t gemak en maken ons rustig klaar voor een fietsrit van ongeveer 7 km richting Oudenbosch. We zien het stadje al van ver opduiken en dat komt door de koepel van de Basiliek, die er met kop en schouders bovenuit steekt. Wat een imposant gebouw is me dat zeg! Het is dan ook een geschaalde kopie van de Sint Pieters Basiliek in Rome. Dat verwacht je echt niet in zo’n klein stadje… De verwondering schakelt nog een versnelling hoger als we naar binnen stappen. Zo groot en mooi! Echt, magnifiek. Ik ben geen kerkganger, maar deze basiliek moet je toch echt gezien hebben. En alsof dat niet genoeg is, neem je 144 treden naar de koepel voor nog meer spektakel. Kriebels in de buik omwille van de hoogte, maar meer dan de moeite waard. Een prachtig bouwwerk, van binnen en van buiten.
Bekomen doen we onder de toren bij Grand café de Basiliek. We gaan voor de typisch Hollandse lunch met soep, salade en kroket op een stuk brood. Lekker!
Tijdens het eten probeer ik zo enthousiast mogelijk de volgende activiteit aan te kondigen: wandelen! Zoals verwacht, niet datgene waar mijn kinderen op zaten te wachten, maar wanneer ik zeg dat de wandeling 9 wonderen van Oudenbosch maar 2,5 km telt en dat we daarna nog iets lekkers gaan drinken, krijg ik ze mee. Gelukkig maar. Deze wandeling is gloednieuw en vertelt het verhaal van Willem Hellemons, de geestelijk vader van de Basiliek van Oudenbosch. We wandelen onder meer langs de haven, het station, het arboretum en het Napoleonskerkje.
Dat lekkers? Dat wordt een milkshake met koekjes, warme witte chocolademelk en bubble tea bij Maddeys, een over de top roze Amerikaanse tearoom waar je elke zoetebek ongetwijfeld ‘s nachts voor mag wekken.
Het culinaire feestje zet zich voort op de camperplaats, want het is vrijdagavond en dat betekent verse pizza’s uit de houtskooloven bij de Rucphense Weide. Heerlijk! Hun pizza met shoarma kan ik warm aanbevelen.
Dag 3: Dolle waterpret
Vandaag staat er een waterpark op het programma. Dit is dan ook de dag waar de jongens het meest naar uitkijken. Desondanks slapen ze wederom lang uit en ik doe lekker mee. Ook dat is vakantie. We nemen de tijd voor ons ontbijt, want buiten regent het en waait het enorm. De weergoden zijn ons niet ons niet gunstig gezind. Een alternatief is een escape room op de boerderij, maar daar willen de jongens niet van weten. We trappen ons kost wat kost flink in het zweet richting waterpark Splesj en als bij wonder klaart het enigszins op.
De onstuimigheid neemt toe van zodra ze een handvol kleurrijke uitdagende glijbanen zien. In no time zijn de zwembroeken aan en nemen ze de trappen naar de eerste glijbaan. Eerst even in het water acclimatiseren? Niet nodig. Ik doe het wat rustiger aan en zal de eerste uren niet eens mijn kleine teen in het water dippen. Het voordeel van het kwikkelkwakkelweer is dat er weinig zwemmers zijn en dat is wel prettig. Iets met elk voordeel en z’n nadeel.
Na een portie friet - hoe kan het ook anders bij een zwembad - raap ik al m’n moed bijeen en kleed ik me om. Ik probeer via de trap in het grote zwembad te zakken, maar dat lukt niet. Te koud. Dan maar alle controle loslaten en het overdragen aan de swingende glijbanen. Wat een pret! De koude wind deert me niet, want de ene glijbaan is nog spannender en verrassender dan de andere. Superleuk. De kers op de taart is de oranje schans waar je met z’n tweeën in een band vanaf glijdt. De adrenaline giert door m’n lijf en de kinderen proesten het uit wanneer ze zien hoe spannend ik dit vind. Voor de liefde van mijn twee kinderen ga ik er twee keer af, en kleed me daarna resoluut weer om.
En toch, zo blij dat ik in het water ging. Met dat heerlijke gevoel van gezwommen te hebben, fietsen we terug naar de camperplaats. Ik weet zeker dat onze avonturen bij Splesj nog vaak terug boven water zullen komen en dan zal ik met een gelukzalig gevoel meeknikken en luisteren.
Na de wind en het water schakelen we op de camping een versnelling terug. Ik spring nog op de fiets en haal wat lekkers in de supermarkt een kilometer verderop, en klaar. Voor de rest van de avond is het chillen, eten klaarmaken, eten, afwassen en filmpje kijken. Iedereen blij.
Dag 4: Nog meer water
Dag 4, onze laatste dag, begint heerlijk. We zien eindelijk wat zon en we krijgen ontbijt aan de camper geleverd. Da’s voor mij echt luxe. Ik ontbijt heel graag en als dat dan nog eens uitgebreid is, buiten in de zon én ik moet er zelf niets voor klaarmaken, dan is dat top! Daarna rijden we weg bij de Rucphense Weide, maar niet voordat we even halt houden bij de serviceplaats om grijs water te lozen, schoon water bij te vullen en de toiletcassette te legen en schoon te maken. Voilà, dat is dan al in orde voor onze volgende campertrip.
Vandaag rijden we naar het Nationaal Park de Biesbosch. Dat is een uurtje rijden vanuit de camperplaats. Onderweg stoppen we even in Drimmelen om de benen te strekken. Drimmelen is een charmant dorpje aan het water waar het klingelklangel van de zeilmasten in de haven je een instant vakantiegevoel bezorgt.
Onze eindbestemming is Biesbosch Museumeiland, waar we door het museum gaan, de waterspeeltuin verkennen en een kort stukje over het eiland wandelen met zicht op het architecturale museumgebouw en langs het kunstwerk Waiting for it to end van Alaa Minawi. Dit kunstwerk staat voor de vele mensen die niet meevochten aan de bevrijding van Brabant, maar ‘gewoon’ niets anders konden doen dan wachten totdat het voorbij was.
Naast het museum stappen we aan boord van een fluisterboot voor een vaartocht van ruim een uur door de Biesbosch. Geen betere manier om dit stukje Nederlandse wildernis van dichtbij te bekijken. We varen door smalle waterwegen en zien waar de bevers - populaire inwoners van de Biesbosch - hebben zitten knagen.
Voldaan rijden we terug richting huis. Lang heb ik echter niet om achter het stuur te mijmeren, want ruim een uur later sta ik alweer voor mijn eigen voordeur en - voor alle duidelijkheid - dat beschouw ik vooral als een voordeel. Brabant is zo dichtbij en toch zo anders en veelzijdig. Neem het van mij aan: het is de uitgelezen bestemming voor een weekendje (of langer) weg. Houdoe!
Met kids op de camping
De eigenaars van campers zijn doorgaans iets ouder. Wanneer je dan op een camperplaats verblijft, is de kans op aanwezigheid van kinderen gering en da’s niet zo leuk voor zij die er wel zijn. Op deze kindvriendelijke campings zal dat alvast geen issue zijn.
Hartje Groen
Verscholen in de bossen, middenin natuurgebied de Maashorst. Voor de kinderen zijn er spelletjes, speurtochten en creatieve activiteiten.
Camping Uit en Thuis
Een kleine rustige camping in het prachtige natuurgebied de Brabantse Wal met buitenzwembad en kinderboerderij.
Camping Breehees
Dé plek voor paardenliefhebbers, want hier neem je rijlessen of kan je paarden verzorgen en knuffelen.
De Speeltol
Een boerderijcamping met speeltoestellen, gezellige dieren om te verzorgen en een fantastische natuurspeeltuin met water.