Hoe kies je het juiste toilet voor je camper?
Chemische toiletten – een uitvinding uit de jaren ’60 – zijn nog steeds standaard in campers. Maar kán dat nog wel, in deze tijd? Pasar gaat op zoek naar duurzame alternatieven, zonder chemicaliën.
- Kamperen
Het draagbare toilet, voor gebruik tijdens het kamperen, ontstond begin jaren ’60. De uitvinding is terug te leiden tot Frank T. Sargent, een Amerikaan die er een paar jaar later zijn werk van maakte. ‘Thetford’’ noemde hij zijn bedrijf, en in 1968 verraste hij de kampeerbranche met de Porta Potti – inmiddels een soortnaam en gekopieerd door verschillende fabrikanten. Naast de losse, vrijstaande varianten voor vouwwagen en tent kennen we sinds 1988 ook de ingebouwde modellen met een uitneembare toiletcassette. Die worden tot op de dag van vandaag in de overgrote meerderheid van campers en caravans ingebouwd. Concurrent Dometic volgt op grote afstand.
Chemisch toilet: hoe werkt het?
Voor we in de alternatieven duiken, is het goed om je even af te vragen wat een chemisch toilet eigenlijk is. Wikipedia geeft antwoord: ‘Een chemisch toilet is een toilet dat uitwerpselen opvangt in een met chemische stoffen gevulde bak en daarom niet op het riool hoeft te worden aangesloten’. De functie van de chemische stoffen is drieledig: de vloeistof maskeert geurtjes, vermindert gasvorming en daarnaast zorgen de chemicaliën ervoor dat vaste stoffen en toiletpapier worden afgebroken, zodat de inmiddels vloeibare inhoud vanuit de toiletcassette gemakkelijker geloosd kan worden in de speciale loospunten op campings en op een groot aantal camperplekken. Want, zegt Wikipedia in haar definitie: ‘Het chemisch toilet heeft als voordeel dat het toilet te verplaatsen is en op plaatsen gebruikt kan worden waar slechts tijdelijk een toilet gewenst is’. Een uitvinding dus, die destijds een revolutie was in de kampeerwereld, en tot op de dag van vandaag nog steeds te vinden is bij alle merken campers en caravan.
Chemisch of groen?
Toiletvloeistoffen kennen we in twee varianten: puur chemisch, en dus belastend voor het milieu. En daarnaast is er de ‘groene’ variant, waarbij verschillende fabrikanten alternatieven uit hun laboratoria tevoorschijn toveren die milieuvriendelijker zouden zijn. Met als resultaat dat de ‘groene’ toiletvloeistof een levensduur heeft van drie dagen – want dan begint het toilet onaangenaam te ruiken – terwijl dat bij de traditionele blauwe pas na een dag of vijf gebeurt. Naast de milieuaspecten heeft het gebruik van chemicaliën ook gevolgen voor de drinkwatervoorraad aan boord van de camper. Volgens voorschrift van de fabrikant moeten de chemicaliën in de toiletcassette worden verdund met twee tot drie liter water en daarnaast wordt de kleine en grote boodschap nagespoeld met water, tot wel een halve liter per keer. Ongemerkt daalt het niveau van de drinkwatertank behoorlijk, als je met z’n tweetjes onderweg bent. Tenslotte moet je elke drie tot vijf dagen op zoek naar een voor chemicaliën geschikt loospunt, tenzij je een extra toiletcassette aanschaft. Dan verdubbel je die intervallen. Maar dan moet je die tweede – volle - cassette wel ergens kwijt kunnen, natuurlijk.
Hoe zit het met compost?
Tot zo ver het traditionele chemische toilet. Want inmiddels zijn er alternatieven: zoals de droogtoiletten, die ook wel ‘scheidingstoilet’ of zelfs ‘composttoilet’ worden genoemd. Die laatste benaming verwijzen we overigens meteen naar het rijk der fabelen – tenminste: voor kampeerders. Want het duurt een tot twee jaar voor die grote boodschap gebruikt kan worden als compost. En zo lang willen we er echt niet mee rondrijden, nog los van volume en gewicht…
Droogtoilet of scheidingstoilet dus. Of eigenlijk droogtoilet én scheidingstoilet, want beide benamingen kloppen voor hetzelfde apparaat. ‘Droogtoilet’ refereert aan het feit dat er geen drinkwater wordt gebruikt en de naam ‘scheidingstoilet’ verraadt het principe van dit toilet: urine en vaste stoffen worden gescheiden opgevangen. Dat gebeurt met een ‘separator’, of in gewone taal: een zitgedeelte met twee openingen. Een kleintje voor de plas, dat de urine naar de aparte tank of jerrycan geleidt. De grote opening is voor de grote boodschap, met daaronder een opvangbak die na elke ‘zitting’ wordt bestrooid met een handje zaagsel – daarover later meer. Dat bijzondere zitgedeelte is geen probleem voor mannen, dames zullen meestal iets naar voren moeten schuiven bij het plassen; een beetje wennen. ‘Gaat dat niet stinken’, hoor ik u denken. En het antwoord is: nauwelijks. Stank ontstaat namelijk pas als urine en vaste stoffen met elkaar reageren.
Langer offgrid
Doordat er geen chemicaliën nodig zijn, vormen scheidingstoiletten een prima duurzaam alternatief voor de Porta Potti in tent en vouwwagen en hetzelfde geldt voor de inbouwvarianten voor caravan en camper. Maar heel eerlijk: voor wie vooral op de camping staat, is de overstap naar een scheidingstoilet wat minder voor de hand liggend. Want op campings beschikken de sanitairgebouwen meestal over een loospunt voor het chemisch toilet. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid kan je de overstap naar een scheidingstoilet natuurlijk wél overwegen - je gebruikt immers geen belastende chemicaliën. Voor campers komt er een groot argument bij, want met een scheidingstoilet kun je flink langer offgrid staan. Met sommige systemen zelfs een paar weken. Maar dan komt de vraag: waar laat je de afvalstoffen? De grote boodschap kan in elke container die geschikt is voor restafval. Die boodschap komt namelijk terecht in de opvangbak onder het scheidingstoilet, die je vooraf hebt voorzien van een plastic zak (liefst uit gerecycled materiaal). Samen met het andere restafval wordt dat verbrand bij de afvalverwerking. Gebruik je een biologisch afbreekbare plastic zak, dan kan die zelfs bij het GFT-afval – tenzij je medicijnen gebruikt, want dan is de container voor restafval de beste plek. De urinecontainer leeg je bij een loospunt (campings, camperplekken) óf in de natuur, op een uitgekiend plekje waar niemand er last van heeft, of aanstoot aan neemt. Dus niet naast je buurman op de camperplek…
En wat kost dat?
Overstappen of een scheidingstoilet heeft een paar belangrijke voordelen: je belast het milieu niet meer met – prijzige – chemicaliën, je bespaart flink op je drinkwatervoorraad en je hoeft niet meer op zoek naar een loospunt. Nadelen zijn er ook: de kosten. Niet voor de ‘stand-alone’ versies voor vouwwagen of tent, want die zijn er al vanaf zo’n 150 euro. De inbouwvarianten zijn wel prijzig, vanaf 850 euro of meer. Exclusief montage, want in bijna alle gevallen moet het bestaande toilet worden gedemonteerd. Er zijn namelijk nog geen fabrikanten die je bij aanschaf van de camper laten kiezen tussen de diverse toiletsoorten. Je betaalt dus eerst voor het traditionele toilet en vervolgens voor de milieuvriendelijke versie. Dat betekent dat je dus altijd achteraf moet inbouwen. Een slimme uitzondering is het systeem van de Duitse fabrikant Arwinger die gebruik maakt van de bestaande Thertford-situatie: bij Arwinger wordt alleen het zitgedeelte van het toilet vervangen en de bestaande toiletcassette wordt omgewisseld voor een speciale cassette uit twee delen. Het voordeel daarvan is dat de cassette het toilet toegankelijk blijft: gewoon via het serviceluik. Bij andere systemen moet je met een volle tank door je camper naar buiten lopen – een minder fris idee. Doordat er geen breekwerk nodig is, is de ombouw een klusje van circa 30 minuten.
Zó kan het ook...
Naast de scheidingstoiletten zijn er ook andere systemen, zoals de Laveo Dry Flush en Clesana. Deze fabrikanten maken toiletten waarbij urine en vaste stoffen in een zak terechtkomen die meteen vacuüm wordt getrokken en hermetisch wordt dichtgeseald. Daarna is het toilet meteen gebruiksklaar voor de volgende boodschap. De afgesloten zakken gaan gewoon bij het restafval. Prijs: circa 1.350 euro. Een andere mogelijkheid is het verbrandingstoilet, zoals de Cinderella. Hierbij worden urine én uitwerpselen na elke stoelgang verbrand. Het enige dat overblijft is een minimale hoeveelheid as: na drie maanden een jampotje vol, dat je dus gewoon kan weggooien. Niet goedkoop: inclusief installatie circa 6.500 – 7.500 euro, afhankelijk van type camper.