Traag is mooi in Sinaai
Hoofdgemeente Sint-Niklaas in hartje Waasland, mag dan vrij druk zijn, in deelgemeente Sinaai kom je helemaal tot rust. Hier vind je een aaneenschakeling van bolle akkers, knotwilgenrijen, natuurgebieden en kabbelende beekjes. Langs trage wegen is het rustig wandelen.
- Wandelen
Stop 1: Sporen met ‘Pietje Waes’
Het voormalige stationsgebouw van Sinaai ligt langs de drukke spoorlijn Antwerpen-Gent, op de grens van Sinaai-Belsele en Waasmunster. Het is het startpunt van onze wandeling. ‘Vroeger stond hier de herberg ‘In de Duysendt Appelkens’, die zijn naam kreeg van een uitzonderlijke appelaar”, vertelt Arthur. In 1847 werd het gebouw herbestemd tot stationsgebouw. ‘Het kreeg de naam ‘Milles Pommes’. Vijftig jaar later moest het station plaats ruimen voor het huidige gebouw. Dit was het laatste overgebleven stationsgebouw in privéhanden van Pays de Waes, verbasterd werd die ‘Pietje Waes’ genoemd’, lacht onze gids. Het gebouw doet intussen geen dienst meer als stationsgebouw, maar biedt onderdak aan de Zwitserse miniatuurclub. De naam ‘Milles Pommes’ op het gebouw sneuvelde ook, maar de wijk draagt in de volksmond nog steeds de naam ‘Duizend Appels’. ‘Deze wijk was begin 19e eeuw trouwens dé plaats voor dorstige lieden, want hier vond je maar liefst 29 drankgelegenheden. Daarnaast stond de wijk ook bekend vanwege de vlasnijverheid’, geeft Arthur nog mee.
Station van Sinaai, Stationswegel 1.
Stop 2: Music, maestro!
Langs kouters en van beek naar beek stappen we verder. Een zeldzaamheid kruist ons pad: één van de allerlaatste gezonde iepen van België. De volgende stop leidt ons naar Den Dries, een beschermd dorpsgezicht met op het midden van het dorpsplein een monumentale eik. ‘De Franse soldaten plantten op 10 november 1798 een ‘vrijboom’ op de Dries, als teken van de vrijheid van de burgers. In 1831 werd de oude boom vervangen door de eik, die je hier nu nog ziet’, vertelt Arthur. Iets verder nemen we een kijkje op de begraafplaats, in de schaduw van de Sint-Catharinakerk.
Op het kerkhof zie ik recht voor mij een opvallend graf met standbeeld. ‘Dat is het graf van Edgar Tinel, één van de belangrijkste Vlaamse romantische componisten. Hij was de zoon van de lokale schoolmeester en koster-organist en leefde van 1854 tot 1912. Zijn meest bekende cantate is Klokke Roeland’, licht Arthur toe. We zien in de kerk nog het orgel waarop Tinel als kind al zijn virtuoze aanleg toonde. Nog een bijzonderheid in de kerk is een gerestaureerde lijkwagen. Die bracht jarenlang de notabelen van Sinaai naar hun laatste rustplaats. We brengen nog een bezoekje aan het Edgar Tinelmuseum, het geboortehuis van de kunstenaar, waar nu de muziekschool is ondergebracht.
Edgar Tinelmuseum, Edgar Tinelstraat 33.
Stop 3: De Fondatie van Boudelo
We duiken weer de natuur in. Knotwilgen markeren het landschap; niet verwonderlijk in een drassig gebied. De stilte regeert in het natuur- en stiltegebied ‘de Fondatie van Boudelo’. ‘Ooit stond de bakermat van het Waasland, de zeer invloedrijke Boudelo-abdij, in Klein-Sinaai. Maar hier is geen steen meer van over. Wel een prachtig natuurgebied van zo’n 1 km² dat nu in het bezit is van de vzw Durme’, vertelt Arthur. De Fondatie was hier actief tot midden 16e eeuw en had meer dan 2000 hectare onder haar bevoegdheid. In 1578 werd de abdij verwoest door Gentse Calvinisten. We wandelen verder in stilte en genieten van het geluid van de vogels en het ruisen van het riet aan de oevers van de beek. Vochtige graslanden, hakhoutbosjes, hoogstambomgaarden, knotbomen en poelen bepalen hier het decor. Mijn oog valt op een huisje dat wat desolaat in het gebied staat. ‘’t Snepke’ staat er te lezen boven de deur. ‘Dat was vroeger een boerderij met een herberg’, weet Arthur te vertellen. ‘Het huisje intrigeerde me en ik ben de geschiedenis ervan gaan uitspitten. Dit was het huis van een zekere Theofiel Poppe, die tijdens de eerste Wereldoorlog gearresteerd werd door de Duitse bezetter. Zijn naam staat in het Guldenboek van Sinaai.’
www.vzwdurme.be
Stop 4: Over schapen en lammetjes
In Sinaai waren ooit heel wat schaapherders met hun kudde op pad. Eén van hen was Jef Smekens. Hij werd door zijn buurman en kunstenaar Frans Heirbaut vereeuwigd in het standbeeld ‘De Schaapherder’. De herder met verweerd gezicht, staf in de hand en hond aan zijn zij, kijkt tevreden voor zich uit. ‘Een jaar voor het beeld af was, overleed Jef helaas. De hele buurt heeft samengelegd voor het beeld via tal van acties. De inhuldiging ging gepaard met een groot volksfeest’, aldus Arthur. Jef Smekens en Frans Heirbout waren buren in de Zwaanaardestraat, waar je ook het beeld kan bewonderen. Bij het beeld staat ook een gedicht van Nelly Maes, voormalig Belgisch politica en dorpsgenote. Het gedicht kreeg er vorig jaar een plekje ter gelegenheid van Maes’ 80ste verjaardag.
De Schaapherder, kruispunt Zwaanaarde-Leebrug-Keizerstraat-Weimanstraat.
Stop 5: Moet er nog turf zijn?
Wat verder laat ik me onderdompelen in de geschiedenis van turf. We komen aan bij de Sinaaibrug, een ophaalbrug over de Moervaart. De vaart is 22 kilometer lang en verbindt het kanaal Gent-Terneuzen met de Durme in Daknam. ‘De hele vaart werd rond de jaren 1300 gegraven door mensen van de Abdij van Boudelo. Op deze transportroute voeren in de middeleeuwen platte schepen vol turf van Wachtebeke, Moerbeke, Stekene en zelfs Zeeuws-Vlaanderen, naar Gent. Ook beer, vlas en bouwmaterialen werden hier over het water vervoerd.’
De platte boten zijn intussen uit het beeld verdwenen, maar plezierboten en kajakken zie je hier nog wel passeren. Iets verder geniet ik van een idyllisch tafereel: een houten brugje met trapjes, waar de Leebeek in de Moervaart komt. Hier hebben we een schitterend zicht op de Moervaartmeersen, de biotoop van een grote diversiteit aan fauna en flora. De Moervaartmeersen zijn trouwens erkend als Beschermd landschap omwille van hun historische en wetenschappelijke waarde.
Sinaaibrug, Nieuwe Baan, Sinaai