Ontsnappen op de Escapardenne
De wandelroute Escapardenne bracht reporter Teun Devoeght in verwondering en vervoering. Zoveel verbluffende natuur! Hij startte op het Lee Trail, in totaal 53 kilometer lang, en schakelde dan over op het Eislek Trail van 106 kilometer, dat vanuit Luxemburg de Belgische grens oversteekt. Beide routes dragen het label ‘Leading Quality Trails – Best of Europe’, en bieden dus onversneden wandelplezier.
- Wandelen
Voorbij de watermolen van Bourscheid, waar de Sûre 242 meter lager dan het uitzichtpunt van Grinlee haar mooiste meanders laat zien, klimmen we door het bos naar boven. Het is warm en vochtig en het duurt niet lang of we lopen bezweet over het Lee Trail. Het pad is genoemd naar de rotsachtige richels van leisteenachtige zandsteen die zo typisch zijn voor deze streek. Die richels zijn de laatste overblijfselen van 25 miljoen jaar erosie op het Ardense hoogplateau.
Na een flinke vierhonderd meter klimmen loopt het pad de bossen uit en worden we plots getrakteerd op een panoramisch uitzicht, bij het uitzichtpunt Napoleonsknäppchen. Het graan staat hoog en wiegt rustig mee met de wind. Hoog boven ons klapt een veldleeuwerik luid protesterend met zijn vleugels.
Het Lee Trail loopt zonder omwegen naar de Napoleonsbeemchen. Napoleon liet de boom in 1811 planten ter ere van de geboorte van zijn zoon. In 1940 hakten de nazi’s de boom om omwille van strategische redenen, maar een jaar later plantte de lokale bevolking clandestien een nieuwe, als daad van stil verzet. Napoleon is hier moeilijk weg te denken en veel plaatsnamen verwijzen naar die Franse periode.
Met een lange bocht gaan we verder over het pad. Onder ons ligt de Sûre geplooid tussen de bolle heuvels. Het Lee Trail loopt langs gerooide vlaktes traag naar beneden. Overal rond ons groeit vingerhoedskruid. De paars-roze bloemen zijn zo kitscherig dat het weer mooi wordt. Hommels en bijen zoemen enthousiast van de ene kelk naar de andere en komen verward en geel bepoederd van het stuifmeel opnieuw naar buiten. De trossen felgekleurde bloemen contrasteren mooi met het uitzicht. Werkelijk alle soorten groen kan je hier onderscheiden.
Schooltje afgebrand door pijp
Omdat het gebied hier erg steil is en moeilijk te bewerken, is het ook dunbevolkt. Tussen de groene heuvels steekt hier en daar een smalle torenspits van een kerkje boven de boomtoppen uit. Die kerkjes staan zonder uitzondering in gezellige dorpjes.
Het Lee Trail laat de vallei van de Sûre achter zich en volgt een zijrivier, de Schlënner. Bij de eerste molens die in de vallei van de Schlënner gebouwd werden ontstonden twee kleine gehuchten: Uewerschlënner en Ënnerschlënner. Al in de 17de eeuw bestond de ‘Almillen’ in het meest zuidelijke van de twee dorpen. Hoewel de molens ook dienst deden als ontmoetingsplek voor de inwoners uit de streek, was het leven in de Luxemburgse bossen erg eenzaam. De gehuchten waren in handen van heren, parochies en gemeentes, maar de levenskwaliteit was erg laag en de huizen armtierig. Aan het einde van de 19de en begin 20ste eeuw trokken de bewoners weg uit de streek. Vandaag is het hogere gedeelte van de vallei van de Schlënner bijna helemaal ontvolkt.
Tussen de bomen door zien we onder ons de witte Sint-Michelkapel, een stille getuige van de teloorgang van Uewerschlënner. ‘In 1874 werd op vraag van de bewoners de kapel opgericht’, vertelt onze gids. ‘Op het moment dat de vallei het meest bevolkt was is er in 1860 een schooltje gebouwd. Maar lang heeft het niet dienst gedaan. In 1877 brandde het helemaal af nadat een leraar in slaap was gevallen met een brandende pijp.’ Tijdens de Tweede Wereldoorlog kregen de dorpen in de vallei een definitieve klap. ‘Veel van de huizen in de Schlënnervallei werden verwoest en zijn nooit meer heropgebouwd’, gaat ze verder.
Hét fotomoment van het Lee Trail
Niet overal loopt het Lee Trail door sappig groen weiland en bossen die bulken van de biodiversiteit. Plots lijkt het alsof we over een zuiders bergpad wandelen. Waar het in de bossen nog lekker koel was, lopen we nu tussen de lage eiken in de warmte over de bergkam van de Molberlee, hét fotomoment van het Lee Trail. ‘Vroeger stonden hier vooral beuken’, weet onze gids. ‘Die zijn beter opgewassen tegen de rotsachtige bodem. De eiken die we hier zien zijn aangeplant voor het leerlooien.’ Voor het looien van leer werd vroeger de schors van jonge eiken gebruikt. ‘De bomen gingen erg jong voor de bijl. Ze zijn opnieuw beginnen te groeien maar blijven door de harde ondergrond klein.’
De grillige richel van de Molberlee is waarschijnlijk de meest typische lee van zijn soort in de Luxemburgse Ardennen. Op een hoogte van 484 m en met een lengte van 500 m valt de richel erg op tussen de glooiende heuvels. ‘De naam Molberlee is een samentrekking van de lee-rotsformatie en de molbier of bosbes die hier groeit’, aldus onze gids. De droge rotspartijen zijn een microkosmos. ‘Het is een echte mos-hotspot met meer dan 175 variëteiten mos waarvan er 12 op de rode lijst staan van bedreigde soorten. En ook insecten zoals de steppesprinkhaan doen het hier erg goed op de warme rotsen.’
Waar de duivel dwaalt
Zoals op veel oude en afgelegen plaatsen zijn ook de Luxemburgse Ardennen gehuld in mysterie. Voorbij Goebelsmühle komen we in een deel van de vallei van de Wiltz terecht. Hier kom je alleen te voet of met de trein.
Het pad plooit gelijk met de hoogtelijnen doorheen de vallei. Een rode wouw zweeft behendig voorbij en zijn schreeuw klinkt koud op deze anders warme dag. Alsof hij ons in de juiste stemming wil brengen als we voorbij de Schwarzepull wandelen. Een zwart moerassig gebied waar geen licht meer kan komen en waar de duivel dwaalt, zo gaat toch de legende. Wat verderop moeten we over de Girschterbach, wat zoveel wil zeggen als ‘beek met geesten’.
De ontoegankelijkheid van het gebied maakte dat deserteurs zich er graag verstopten. Tijdens de Franse overheersing vonden deserteurs uit de Ösling een schuilplaats in de grotten an der Bleckbach en tijdens WO II groeven Luxemburgse deserteurs zich in in een primitieve bunker bij in der Doosbach om de militaire dienst van de Wehrmacht te ontlopen.
Ringslangen in de zon
Het Lee Trail loopt tot Kautenbach en gaat dan verder als het Eislek Trail dat op zijn beurt weer doorloopt tot La-Roche-en-Ardenne. Wij wandelen de Luxemburgse etappe van Kautenbach tot het middeleeuwse dorpje van Munshausen.
Vanuit het dorp komen we na een steile klim aan bij een kleine burcht met ronde donjon. Propriété privée staat er op de deur geschreven. We kunnen alleen maar dagdromen van wonen op zo’n plek, in stilte, omgeven door enkel bossen en een prachtig uitzicht.
De bessen aan de vlierstruiken zijn bijna zwart geworden, tot grote vreugde van troepen luid kwetterende spreeuwen. Af en toe hoor je heel in de verte een trein voorbij rijden. Het is een vreemd besef – omringd door bossen – dat je op zo’n trein slechts 40 minuten van de hoofdstad verwijderd bent.
Als je een tijd in een bos wandelt zonder vergezicht, verandert je focus tot slechts enkele meters ver. Hierdoor krijg je oog voor de kleinste dingen en sta je versteld van de ongelooflijke biodiversiteit die er op één vierkante meter kan bestaan. Wilde bijen, hommels, hoornaars, tientallen soorten kevers, wantsen en vlinders, slakken naakt en met een huisje, rupsen en kleine knaagdieren. Ook de grote variatie aan bloemen, planten en bomen is werkelijk ongelooflijk vanaf het moment dat je in plaats van rond te kijken, écht kijkt. Dan zien we plots aan de voet van een oud stapelmuurtje twee ringslangen opgekruld liggen genieten van de warmte van de zon. Als we dichterbij komen verroeren ze zich eerst niet, vertrouwend op hun camouflage. Maar als we verwonderd heel dichtbij komen, verdwijnen ze traag tussen de stenen.
Het Eislek Trail kronkelt verder naar het noorden langs de rivier de Clerve richting Clervaux. Over smalle paadjes lopen we soms door dichte bossen, dan weer langs velden. De stammen van jonge aangeplante boompjes zijn vrolijk blauw geverfd om ze te beschermen tegen reeën die graag knagen aan de zachte scheuten.
Langs een breed pad komen we aan in Munshausen, een typisch Ardens dorp op de zuidelijke flank van een hoogplateau. Al sinds 839 staat het dorp vermeld in geschriften. Het centrale kerkje uit de 12de eeuw was lang de hoofdparochie in de buurt.
Bij restaurant Munshausen doen we onze rugzakken uit en kijken we uit over de enorme moestuin. Een bord met lokale specialiteiten uit de tuin staat verleidelijk op ons te wachten. Zó zijn de Luxemburgse Ardennen natuurlijk ook!
- Bistro Camping Kautenbach
An der Weierbaach, Kautenbach - www.campingkautenbach.lu
Verrassend lekkere bistro bij camping Kautenbach. Vanaf € 15. - Restaurant Robbesscheier
Frummeschgaass 1, Munshausen - www.robbesscheier.lu
Regionale gerechten met groentjes uit de tuin en een prachtig uitzicht. Vanaf € 20. - Restaurant du Château Clervaux
Montée du Château 4, Clervaux - www.rdcc.lu
Stijlvol dineren in het kasteel van Clervaux. Vanaf € 44.
- Gîtes d’étapes
Frummeschgaass 1, Munshausen - www.robbesscheier.lu
Eenvoudige kamers, ook voor groepen.
- Camping Kautenbach
An der Weierbaach, Kautenbach - www.campingkautenbach.lu
Prima, goed gelegen camping, met keuze uit een heleboel kampeeropties. Vanaf € 10 voor een kampeerplaats en € 40 voor een Pod.
- Camping Heiltzerstee
Rue de Holtz, Perlé - bit.ly/heiltzerstee
Heel eenvoudige camping midden in de natuur. Gratis wifi. Vanaf € 8.
- Camping Ettelbruck
Chemin de Camping 88, Ettelbruck – www.campingettelbruck.com
Camping met uitzicht over de velden. Vanaf € 15.
- Rondwandelroute Klangwee Hoscheid
Start in HoscheidThematische wandeling van 6,5 km langs 17 klankinstallaties.
- Het levende museum van Robbesscheier
Tal van workshops voor kinderen. Tuinieren, proeven, wol spinnen, bijen houden, brood bakken, … www.robbesscheier.lu
- The Family of Man
Montée du Château, Clervaux - www.steichencollections-cna.luPrachtige fotografietentoonstelling in het kasteel van Clervaux. De Luxemburger Edward Steichen stelde in 1955 in opdracht van het New Yorks Museum voor Moderne Kunst een fototentoonstelling samen van 503 beelden, genomen door 273 verschillende fotografen. Het zijn beelden van de geboorte, het huwelijk, werk, familie, kinderen, over de grenzen van de mensheid heen. Steichen was zelf fotograaf tijdens WO I. Het was zijn wens dat de tentoonstelling na zijn dood terug naar zijn geboorteland zou verhuizen.