Moeflons spotten in de Franse Alpen
Skiën in de valleien rond de Mont Blanc, met (bijna) 4.808 meter de hoogste top van de Alpen? Da’s… top. Maar: je kan er nog veel méér doen. Volop genieten van de bijzondere natuur in Val d’Arly en La Plagne, bijvoorbeeld
- Wandelen
‘Et voilà, daar ligt de Mont Blanc.’ We staan aan de rand van een ravijn in een diepe laag sneeuw en moeten even uitblazen voor we van het uitzicht kunnen genieten. Eerder zijn we bergopwaarts getrokken met sneeuwschoenen. Raquettes in het Frans, maar met tennisrackets hebben ze weinig te maken. Het zijn hightech plastic frames met metalen sneeuwhaken aan de onderkant. Je gespt ze vast onder je wandelschoenen en klaar is Kees. Met twee begeleidende sticks kan je het ritme van je passen volgen en je evenwicht bewaren. Je moet alleen je benen wat uit wijder elkaar houden en in olifantenpas stappen.
En daar ligt dus die fameuze hoogste top van de Alpen, ‘in vogelvlucht toch zo’n 40 kilometer van ons vandaan’, vertelt Sandrine Coulaud, berggids en directeur van de plaatselijke Ecole de Ski Française (ESF). Ze is geboren en getogen in La Giettaz, een van de vier dorpen van Val d’Arly, een vallei die diep doorheen de Savoie krinkelt. ‘Hier vind je nog een ongerept stukje berglandschap, al kan je ook bij ons wintersporten. Kijk, rechts zie je skigebied Les Portes du Mont Blanc liggen.’
Skilatten toen en nu
Ondertussen hebben we onze adem teruggevonden en kunnen volop van het sublieme landschap genieten. Het is een zo’n typisch heerlijke winterdag met een staalblauwe hemel en de zon die stevig terugkaatst op de dikke pakken sneeuw. ‘In de zomer grazen hier koeien’, vertelt Sandrine. ‘We hebben net de weg genomen van de transhumance, de trek waarbij het vee zijn winterse stallen in het dal verruilt voor hoger gelegen weiden. De chalets die we pas tegenkwamen, zijn de zomerverblijven van de boeren. Hier melken ze hun dieren en maken kaas.’
‘Ik heb voor jullie een stukje meegebracht.’ Sandrine haalt uit haar rugzak een voorverpakte miniportie beaufort, een pittige harde kaas. Ondanks de plastic wikkel kreeg de kaas het AOP-keurmerk. ‘Het is een beschermd product dat je alleen mag maken met melk uit drie valleien in de Savoie en alleen van de koeienrassen tarine of abondance. Een nog bekender streekproduct is de reblochon, een kaas die teruggaat tot de dertiende eeuw. Toen moesten de alpenboeren elke dag een aanzienlijk deel van hun melk aan de landheer afstaan. Ze molken hun dieren niet volledig en als de controleur gepasseerd was, molken ze opnieuw (reblocher). Daarvan maakten ze een zachtere, vette kaas, en basisingrediënt voor tartiflette.’
‘Ha, Perrine, wil je ook een kopje thee? Ik heb hem gezet met kruiden die ik hier vorige zomer heb geplukt.’ Sandrine zwaait met haar thermos naar Perrine Bouchex. Zij werkt voor de toeristische dienst van Val d’Arly, ze is ook een boerendochter. ‘In de zomer woont mijn broer hier met zijn gezin’, vertelt ze terwijl we de afdaling inzetten. ‘Dankzij de inkomsten van het toerisme is het leefbaar om hier de traditionele landbouw voort te zetten.’
Tijdens de afdaling verandert de vegetatie van rots naar struikgewas, naald- en loofwoud. Ondertussen vertelt Sandrine honderduit over het erfgoed, de fauna en de flora van Val d’Arly. ‘Wist je dat de sneeuwhaas ook raketten onder zijn poten heeft, zodat hij net als wij niet in de sneeuw wegzakt? In de winter is hij wit, in de zomer wordt hij bruin. Hij is een prooi van de wolven die hier ondertussen weer zijn neergestreken, acht roedels al. Toen mijn vader jaren geleden als eerste oog in oog stond met een wolf, werd hij uitgelachen. Trouwens, lang voor de wintersport skieden mijn vader en zijn voorvaderen al. Daarvoor gebruikten ze de latten van houten vaten. En als ze naar school gingen, sleeden ze op een houten plankje, dat maakte hun reistijd algauw een half uur korter.’
Bergdorpen met een ziel
Als de laatste skiërs Les Portes du Mont Blanc hebben verlaten, klimmen wij terug omhoog. Het is te zeggen, we maken een ritje per Swincar. ‘Een elektrisch wagentje dat op niets lijkt wat al bekend is’, vertelt Thomas Gauffriau van Alpiness dat de vierwielige spinnen verhuurt. ‘Het zijn geruisloze alleterreinvoertuigen van Franse makelij. Maar stap vooral in, zodat we een ritje kunnen maken. De bediening is bijzonder simpel: je geeft gas met een hendel aan het handvat rechts en remt met een hendel links.’ Binnen de kortste keren verlaten we de openbare weg. Naargelang het terrein verandert de Swincar van vorm en in de bochten buigt hij mee, maar zelf blijf je comfortabel zitten.
Algauw bereiken we de skipiste en voor een keer dalen we ze niet af. Pas dan merk je dat zelfs een blauwe piste vrij steil is. Helemaal plezant wordt het als we overschakelen op een rode piste die door het bos loopt. Tegelijk zakt de zon weg achter de bergen en sluimert een warme, rozige gloed door de bomen. De schemering is het signaal voor wilde dieren dat ze het rijk der vrijheid terugkrijgen. En warempel, ineens staan we oog in oog met een troep reeën. Terug in het dal draaien we nog wat rondjes en voelen ons F1-piloten in de sneeuw. Al zijn we behoorlijk verkleumd. Een glaasje génépi, likeur van Alpenkruiden, heeft zelden zo’n hartverwarmend effect.
Naast La Giettaz-en-Aravis bestaat Val d’Arly uit Flumet, Notre-Dame-de-Bellecombe en Crest-Voland. Het zijn authentieke bergdorpen die hun ziel wisten te bewaren. Ze scoren alle vier hoge punten op sfeer en gezelligheid. ‘De skipistes liggen tussen de 1.000 en 1.900 meter, en dat is laag’, legt Pierre Brand uit, directeur van de toeristische dienst. ‘Maar hierdoor bleven ze uit het vizier van bouwpromotoren. Bij ons vind je geen betonnen mastodonten, maar traditionele gebouwen uit hout en natuursteen. En wees gerust, in de schaduw van de Mont Blanc zijn onze bergen erg sneeuwzeker.’
Terwijl Les Portes du Mont Blanc wat uitdagender skiërs kan bekoren, is Espace Diamant een op en top familiaal gebied, vertelt skimonitor Guillaume Chavanne. ‘Het domein telt zeven toppen en je kan rustig van berg naar berg skiën.’ Pannenkoeken- en laaghangende zetelliften wisselen we af met glooiende hellingen. Op de top van La Légette op 1.865 meter is het druk, maar blijft het gemoedelijk. ‘Dit is een knooppunt voor skiërs, boarders, mountainbikers (jawel) en wandelaars. Ze komen allemaal voor één ding: het magnifieke uitzicht op de Mont Blanc.’
De zomerhut van grootmoeder
Val d’Arly heeft bijzonder veel te bieden als je geen hele week wil skiën. Als je graag elke dag kilometers en kilometers pistes wil verkennen, kijk je beter wat verder. Naar La Plagne, bijvoorbeeld. Het vormt samen met Les Arcs het megagebied Paradiski. ‘Beginner, lichtgevorderd of freerider, je komt hier zeker aan je trekken’, maakt Xavier Broner zich sterk, de directeur van ESF Champagny-en-Vanoise. Daar nemen we de kabelbaan en ruilen het ruige hooggebergte in voor wat ’s zomers gezapige bergweides zijn. ‘Misschien zien we onderweg wel reeën, gemzen of moeflons op de rotswanden.’
Helaas laat het wild ons die zonnige ochtend in de steek, maar dan hebben we meer tijd om te luisteren naar het verhaal van La Plagne. ‘Dat begon met de dorpen Macot, Aime, Longefoye en Bellentre. Sinds de jaren 70 sloten andere dorpen zich aan of werden ze nieuw gebouwd, hoog in de Alpen, zodat je meteen toegang krijgt tot de pistes.’ De ligging is zalig, de uitstraling wat minder, tenzij je houdt van een architectuur vergelijkbaar met die van de Vlaamse kust. ‘We verkopen hier 2,5 miljoen dagpassen per jaar, het meeste van de hele wereld, maar gelukkig beslaat het gebied een oppervlakte van 10.000 hectare’, legt Xavier uit, terwijl we naar de gletsjer van Bellecôte reizen, de hoogste top van La Plagne op 3.417 meter.
Van daaruit kan je heerlijk naar beneden afdalen om met moderne liften weer omhoog te klimmen. Oké, het kan druk zijn in La Plagne, maar als je een beetje zoekt, stoot je ook op authentieke plekken, chez Laurette bijvoorbeeld. Al is het feitelijk chez Isabelle. ‘Dit is de zomerhut van mijn grootmoeder Laurette. Mijn ouders vormden haar om tot herberg aan de rand van de piste. Twee jaar geleden gooide ik het roer helemaal om: geen massa, maar ontspannen in familiaal gezelschap. Trek je skilaarzen maar uit, alle gasten krijgen hier een paar pantoffels!’ De Chalet du Plan Bois is een vernieuwend concept. Elke kamer van de hut is thematisch ingericht met respect voor de omliggende bergen. Wij installeren ons in de zon op het terras, met zicht op … de Mont Blanc.
Met Canadese flair
Champagny-en-Vanoise ligt wat in een uithoek van La Plagne. ‘Daardoor moet je geregeld dezelfde pistes nemen om je tochten te beginnen. Maar je krijgt er wel een traditioneel dorp voor in de plaats. Hier ben je ver weg van de ski-industrie hogerop. Zeker voor families is dit een prima bestemming, fuifbeesten zullen hun gading hier niet vinden. En je hebt hier een uitstekende uitvalsbasis om te wandelen, te toerskiën of te langlaufen, bovendien hebben we hier ook een ijstoren waar spectaculaire ijsklimwedstrijden worden georganiseerd.’
We zijn ondertussen in Champagny-le-Haut. ‘In de wintermaanden schijnt de zon niet tot in de vallei waardoor we een kunstmatige waterval kunnen laten bevriezen. Ook amateurs kunnen een initiatie ijsklimmen volgen, uiteraard onder strikte veiligheidsmaatregelen’, legt Damien Souvy uit terwijl hij een helm op ons hoofd zet, ons insnoert en crampons onder onze voeten bindt. Tot slot steekt hij nog een pickel, een ijshouweel, in onze handen en mogen we naar boven klauteren. ‘Zoek de juiste plek om je voeten te plaatsen en trek je niet te veel op aan je pickel.’ De ene is er meteen mee vertrokken en klimt in geen tijd tot de top, de andere doet er wat langer om zijn evenwicht te vinden – letterlijk en figuurlijk.
Ook als je minder avontuurlijk bent aangelegd, is Champagny-le-Haut een heerlijke plek. ‘Je waant je hier in Canada’, vertelt Xavier als hij ons meeneemt op een sneeuwschoenwandeling. Doel: moeflons spotten. ‘Moeflons zijn een soort oerschapen, zoals steenbokken oergeiten zijn. Tegenwoordig komen ze steeds dichter naar het dal toe, vermoedelijk omdat ze minder schrik hebben van mensen dan van wolven.’ Ondertussen hebben we weer raketten onder onze voeten en als we behendig de perfect geprepareerde langlaufpistes hebben overgestoken, trekken we richting het nationaal park La Vanoise.
Onze moeflonjacht loopt langs een onstuimig riviertje. De eerste etappe is vrij vlak en brengt ons naar Friburge, een pittoresk gehucht van een dertigtal natuurstenen huizen die tegen de helling plakken, goed beschermd tegen lawines. Daarna trekken we wat hoger de bergen in, maar de moeflons laten zich niet zien. We zien wel een stel koningsarenden. Ze vliegen hemels door de lucht. Tegelijk voelen wij ons koningen van de vallei, met de bergen rondom die ons als lakeien bedienen van een immense schoonheid.
En dan staan we ineens oog in oog met een … steenbok. ‘Van zo dichtbij heb ik er nog nooit een gezien’, zegt Xavier, terwijl hij zijn verrekijker opstelt. Het lijkt alsof het imposante mannetjesdier maar een paar meter van ons vandaan staat. Hij moet ons heel zeker zien of ruiken, maar is er gerust in en draait zijn kloeke kont naar ons toe. Jammer, het uitzicht op zijn indrukwekkende hoorns is fantastisch. En dan spot Xavier ineens een hele kudde steenbokken. Hij verplaatst de verrekijker waardoor we de troep kunnen aanschouwen. Met een beetje verbeelding zie je er wel geiten in, maar dan een veel potiger variant.
Plan je een trip naar Val d‘Arly?
De praktische info over eten, slapen en toffe activiteiten in en reizen naar de bestemmingen van je Pasar reisreportages vind je voortaan online als handige reisfiche terug op de Pasar-website.
5 x top in de Franse Alpen
Wat is er nog meer te zien rond de Mont Blanc? Rijk kerkelijk erfgoed, bijvoorbeeld…
Frederic verzamelde voor jou de must-sees rond Val d’Arly, je vindt ze terug op de Pasar-website!
Van Mont Maudit tot Mont Blanc
Op de grens tussen Frankrijk en Italië ligt de Mont Blanc, de hoogste top van de Alpen, maar niet van Europa. De Elbroes in de Kaukasus is met zijn 5.642 meter nog 834 meter hoger, toch als je de sneeuw meetelt. Zonder zijn witte sprei zou de Mont Blanc 4792 meter hoog zijn, volgens berekeningen uit 2004.
Bergen waren vele eeuwen kwaadaardige natuurkrachten waar je schrik van moest hebben. Pas in de achttiende eeuw groeide de belangstelling voor de schoonheid van de bergen. Het is in die periode dat de Mont Blanc zijn huidige naam kreeg; tot dan was hij de Mont Maudit, of vervloekte berg. Vanaf die tijd zijn alpinisten de top ook gaan beklimmen.
Op mooie winterdagen is de Mont Blanc het terrein van toerskiërs, een skilift gaat niet tot boven. Het skigebied Chamonix-Mont Blanc ligt aan de voet van de Franse kant van de berg. Het is een droomgebied voor gevorderde wintersporters met mooie zwarte en rode pistes, en een uitzicht op geweldige toppen. Maar de top zie je ook in de omringende skigebieden over de Alpen uittronen.
5 x natuurpark in de Alpen
De Mont Blanc is het dak van de Alpen, een imposant berglandschap met hoge toppen, diepe naaldbossen en schitterende meren. Het grote gebergte sterkt zich uit van Zuid-Frankrijk tot Slovenië. In elk land kan je genieten van ongerepte natuur in nationale parken.
1. Vanoise National Park, Frankrijk
Het park bestaat sinds 1963, oorspronkelijk om de steenbok te beschermen. Er zijn dennenbossen, groene weides, kleine dorpjes en boerderijtjes, en een prachtig gemengd beuken- en sparrenbos.
2. Berchtesgaden National Park, Duitsland
Het park gaat van de Königssee tot de top van de Watzmann, 2.300 meter hoger. De natuurlijke processen worden er niet verstoord, waardoor je er kan genieten van ongerepte natuur.
3. Hohe Tauern National Park, Oostenrijk
Hier vind je gletsjers, rotsen en uitgestrekte alpenweides. Het park is een van de grootste nationale parken in Centraal-Europa. Je komt er telkens weer voor een waanzinnig uitzicht te staan.
4. Triglav National Park, Slovenië
Het park is vernoemd naar de hoogste berg van Slovenië op 2.864 meter. Het is een van de oudste parken van Europa en ligt langs de Italiaanse en Oostenrijkse grens.
5. Schweizerischen National Park, Zwitserland
De Zwitsers wilden al begin vorige eeuw hun natuur beschermen en haar natuurlijk laten ontwikkelen. Waar vroeger bruine beren leefden, geniet je nu van unieke flora en fauna.