Brussel in de ban van de art nouveau
Met kleppers als Victor Horta, Paul Cauchie, Gustave Strauven en Paul Hankar stond Brussel aan de spits van de art nouveau, rond 1900 Europa’s meest vernieuwende architectuur. Nu, 130 jaar na Horta’s iconische Huis Tassel, wil Brussel zich profileren als hoofdstad van die zwierige, vaak verbluffende ‘nieuwe kunst’. Wandel je mee?
- Wandelen
- Uitstappen en vakanties
Vloeiende motieven uit de natuur, kleurrijke lichtkoepels met vrolijk glas-in-lood, bloemrijke ornamenten en elegant gietijzer waarvan de krullende tekening terugkeert in fraaie mozaïeken en vakkundig bewerkt meubelhout: zo kennen we de hoogdagen van de art nouveau. Al dat licht, die kleur en die beweeglijkheid waren een reactie op de troosteloosheid van een verstikkende industriële omgeving, die mens en natuur met zijn vervuilende afval en rook verstikte. Nieuwe levensvreugde kreeg je niet alleen van een opbeurend huis, ook de hele aankleding werd in één klap hertekend in eenzelfde stijl. Meubels, behang, borden, deuren, luchters: een art-nouveauwoning moest van dak tot kelder eenzelfde sfeer ademen. Het moest een gesamtkunstwerk zijn.
Met kop en schouders
De art nouveau-stijl heeft Brussel tientallen architecturale parels opgeleverd. Al hebben hun ontwerpers ronkende namen, zonder twijfel is Victor Horta de architect die met kop en schouders boven zijn vaak even getalenteerde collega’s uitsteekt. Alleen al door het aantal realisaties… Je kan kennismaken met hem in het Hortamuseum in zijn woonhuis annex atelier in St.-Gillis. Van wetenschappelijk medewerkster Camille Paget leer ik dat de man bijzonder productief was. Als hij rond de eeuwwisseling aan zijn huis begint, is zijn naam al gevestigd en groeit hij naar het toppunt van zijn kunnen. ‘Horta heeft tot twintig medewerkers in dienst. Op de bovenverdieping schetst en ontwerpt de meester, nog hoger werken de tekenaars die ideeën op ware grootte uit. In de kelder maken beeldhouwers van die tekeningen driedimensionale gipsen en houten modellen’, begint Camille. ‘Omdat het atelier later werd verbouwd, blijft er weinig origineels over. Dus presenteren we daar enkele van Horta’s belangrijkste verwezenlijkingen, een precieze maquette van het gebouw en een overzicht van de restauratiewerken, een neverending story.’
Het huis van Horta
Pas als we het woonhuis zelf bezoeken, valt mijn mond open. Als in een deurenkomedie vallen enkele deuren in een hoek van negentig graden in twee complete deurlijsten. Zo geven ze toegang in twee richtingen: hetzij naar het atelier, hetzij naar het woonhuis; hetzij naar een gang, hetzij naar een vestiaire. Hoe kom je erbij? ‘Horta had een zwak voor dit soort hoogstandjes’, weet Camille, ‘en hij was mee met de modernste snufjes.’ Ze toont me in de inkomhal een radiator, verticaal verwerkt in een dragende smeedijzeren constructie. ‘De eettafel in het salon heeft een ingebouwde warmhoudplaat én een binnenhuistelefoon om het dienstpersoneel op te roepen.’
Oogt de trapzaal al bijzonder uitnodigend met zijn gracieuze en rijkelijke aankleding, in de eetruimte volgt een heus wow-effect: een vloer in mozaïek met de weerkerende zweepslagmotieven. ‘Let op de houten vloer onder de tafel, om geen koude voeten te krijgen als je stilzit voor het diner’, wijst mijn gids. ‘En die muren van geglazuurde baksteen? Eigenlijk zijn het gevelstenen, maar Horta gebruikt ze binnen voor een helderder effect.’ Camille maakt me ook attent op het smeedijzer: ‘Normaal zit dat ijzer in de muren. Horta haalt het eruit en toont wat je ermee kan doen, hij laat het krullen en bewegen.’
Inspiratie uit de middeleeuwen
Ondanks een niveauverschil lopen de eetkamer en het muzieksalon zonder muren in elkaar over. ‘Hij wil ruimte creëren en werkt met een constructie van bogen die herinneren aan een gotische kapel. Horta had de architectuur van de middeleeuwen goed bestudeerd’, vertelt Camille. Hogerop, in de privévertrekken, werkt hij wel met muren. We komen daar terecht in de slaapkamers, het boudoir van mevrouw en de badkamer, niet bepaald geschikt voor een open doekje. Ook hier weer enkele ingenieuze vondsten. Een urinoir voor meneer in de slaapkamer, een badkamer met aparte deuren naar de trapzaal voor het dienstpersoneel en het boudoir.
Ondanks de beperkte gevelbreedte slaagde Horta erin heel wat kamers in elkaar te puzzelen. Voor dochter Simone is er een eigen kamer én een wintertuin. De drie dienstboden hebben elk een kamer. Voor zichzelf heeft de amateurfotograaf een donkere kamer. Wat de architect ook nooit vergeet, is een gebogen koepel bovenin de traphal. Dat zorgt voor een rijkelijke lichtinval,waarvan het hele huis profiteert. Het is meteen duidelijk: dit is de ideale locatie om kennis te maken met de art nouveau in Brussel.
3 x wandelen: art nouveau in Brussel
Deze drie wandelingen loodsen je langs een reeks adressen waar je art-nouveaugevels kan bewonderen. Je kan de drie routes samenvoegen tot één wandeldag. Met het openbaar vervoer lukt dat makkelijk. De namen in vet zijn panden die je ook kan bezoeken, als museum of als privéwoning op afspraak. De aparte wandelingen zijn kort, om je ook de tijd te geven die adressen te bezoeken
Horta’s glorie – 3,3 km
Wolfers Frères (KMKG), Jubelpark 10 – Paviljoen Menselijke Hortamuseum, Amerikastraat 27 – Afrikastraat 92 – Huis Paul Hankar, Defacqzstraat 71 – Huis Roosenboom, Faiderstraat 83 – Huis Tassel, P.E. Jansonstraat 6 – Huis Solvay, Louizalaan 224 – Huis Max Hallet, Louizalaan 346 – Belle-Vuestraat tussen nrs. 30 en 46 – Kleine Dalstraat tussen nrs. 40 en 2 – Flageyplein
Het Hortamuseum is het ideale vertrekpunt, je kan het bezoeken na reservatie.
Hier start daarom de eerste wandeling. Via de woning van architect Paul Hankar kom je bij het Huis Tassel, een vrijgezellenwoning voor Horta’s vriend professor Emile Tassel. Horta werd er op slag bekend mee. Toen het af was, lag er al een volgende opdracht klaar van niemand minder dan industrieel Armand Solvay.
Van dat Huis Solvay wordt gezegd dat het Horta’s meesterwerk is. Met dank aan een haast onbeperkt budget… Er is acht jaar aan gewerkt en de bouwheer kreeg het wel eens op zijn heupen over de trage vorderingen. Victor Horta was dan ook een perfectionist en voor zo’n groots opgezet project had hij tijd nodig. Zakenman Solvay wilde flink uitpakken bij zijn gasten. Vandaar de brede gevel, de monumentale dubbele trap, verschillende salons en glazen wanden die open kunnen om de ruimte te vergroten. Horta tekende naar gewoonte voor de hele inrichting en koos voor de beste marmer- en houtsoorten. Ook de verlichtings- en verwarmingssystemen zijn van zijn hand. Het Huis Solvay is een van de weinige woningen waarvan de inrichting nagenoeg geheel intact is bewaard. Ook hier kom je zonder reservatie niet binnen. (En geduld is hier een schone deugd…)
Via het huis van de socialistische politicus Max Hallet, vriend van Horta, en nog enkele art-nouveauhuizen eindigt de wandeling op het Flageyplein met zijn statige omroepgebouw. Geen art nouveau, wel een opvolger in art-decostijl.
Rond het Jubelpark – 3,2 km
Cauchiehuis, Frankenstraat 3 - Juwelierszaak Driften, Jubelpark – Huis arch. E. Ramaekers, Correggiostraat 35 – Huis Saint-Cyr, Ambiorixsquare 11 – Huis arch. G. Strauven, Lutherstraat 28 – Quaker House, Ambiorixsquare 50 – Huis Van Eetvelde, Palmerstonlaan 2-4 – Huis arch. V. Taelemans, Filips de Goedestraat 70
Paul Cauchie was als schilder, tekenaar, meubelontwerper en architect uitstekend gevormd om de art nouveau als gesamtkunstwerk uit te dragen. Hij beheerste als geen ander de sgraffitotechniek waarmee hij ook de gevel van zijn eigen woonhuis in de Frankenstraat van grote taferelen voorzag; in dit geval een reeks vrouwenfiguren die schone en toegepaste kunsten voorstellen. De techniek bestaat erin twee lagen pleister van verschillende kleur over elkaar aan te brengen en de gewenste figuren uit de bovenste laag weg te krabben.
In de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis is de art-nouveaucollectie aan beelden, glas, keramiek, zilver en meubels ondergebracht in het bewaard gebleven interieur van de Juwelierszaak Wolfers Frères, een ontwerp van Victor Horta. Onder de topstukken een sierlijke kandelaar van Henry van de Velde en de Mysterieuze sfinx van Charles Van der Stappen.
Het Paviljoen van de Menselijke Driften van de jonge Horta zou dit jaar heropenen. Zonde dat je zolang het wervelende beeldhouwwerk van Jef Lambeaux niet kan bewonderen. Verder voert de wandeling langs de woonhuizen van enkele vooraanstaande architecten, waaronder de smalle maar briljante gevel van het Huis Saint-Cyr. Een echte blikvanger.
Bijzonder is het Huis Van Eetvelde in de Palmerstonlaan. Edmond Van Eetvelde was door Leopold II aangesteld als secretaris-generaal van de Vrijstaat Congo en liet zich door Horta deze gezinswoning bouwen, ruim genoeg om ook gasten te ontvangen. Nu heropent het als interpretatiecentrum over de art nouveau en is er plaats voor debat over het kolonialisme.
Royaal centraal – 2,7 km
Fin-de-Sièclemuseum (Hotel Gresham), Koningsplein 3 – Muziekinstrumentenmuseum (Warenhuis Old England), Hofbergstraat 2 – Winkel Marjolaine, Magdalenasteenweg 7 – Gedenkplaat Karel Buls, Hoek Grote Markt/K. Bulsstraat – Cinema Pathé Palace, Anspachlaan 85 – Falstaff, Henri Mausstraat 17-19 – Cirio, Beursstraat 18 – Magasins Wolfers, Arenbergstraat 11-13 – Stripmuseum (Magasins Waucquez), Zandstraat 20
Het Fin-de-Sièclemuseum maakt deel uit van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten en laat je de toonaangevende Brusselse bewegingen Les XX en La Libre Esthétique ontdekken, gangmakers van de art nouveau. Zij brachten kunstenaars als Fernand Knopff, James Ensor, Félicien Rops, Henry van de Velde en Théo van Rysselberghe voor het voetlicht. Je krijgt dus werken uit het neo-impressionisme, realisme, symbolisme, art nouveau en modernisme te zien. Je staat zeker wat langer stil bij de exclusieve interieur- en glaskunstcollectie uit de nalatenschap van het echtpaar Gillion-Crowet.
Vlakbij kan je naar het Muziekinstrumentenmuseum, ondergebracht in het vroegere warenhuis Old England. Dat is helemaal in zijn oude glorie hersteld, nadat het jarenlang veranderde toen de art-nouveau tussen beide wereldoorlogen helemaal uit de gratie viel. Architect Paul Saintenoy tekende voor het origineel. Let op het feeërieke gietijzeren torentje en geniet van koffie en taart op de bovenste verdieping. Je heb er een magnifiek uitzicht over de hoofdstad.
Via de Grote Markt passeer je de gedenkplaat voor burgemeester Karel Buls, naar een ontwerp van – alweer – Horta. Met een ommetje langs Cinema Pathé Palace kom je naast het beursgebouw bij Brasserie Falstaff. Niet alleen de gevel schittert, ook het interieur heeft een hoog bling-blinggehalte. Net zo’n fraai interieur herinnert aan de belle-époque in Café Cirio aan de andere kant van de beurs. Je eindigt bij het Stripmuseum. Vroeger was dit de winkel van stoffenhandelaar Charles Waucquez. Horta was weer eens de architect. Vandaag is het er heerlijk flaneren langs onze striphelden die, badend in een zee van licht onder de immense glazen koepel, alle ruimte krijgen in wisselende tentoonstellingen.
Een stad (en een jaar) vol art nouveau
2023 is al even op gang, maar deze maand geeft Brussel toch de aftrap voor een rijkgevuld art-nouveaujaar. Laat je voor 19 euro verleiden tot een drietal bezoeken met de Art Nouveau Pass.
Je kan kiezen uit:
het Belgisch Stripcentrum
Juwelierszaak Wolfers Frères in het Museum Kunst & Geschiedenis
Autrique Huis
Cauchiehuis, met rondleiding
Muziekinstrumentenmuseum
Hortamuseum
Hotel Solvay, mits 10 euro extra
Tip: reserveer goed op tijd en let op de tijdslots.
Heel ‘nouveau’:
Het Hortamuseum opent deze maand een tentoonstelling over wie en wat Victor Horta heeft beïnvloed, los van de art nouveau.
Het Huis Van Eetvelde opent en presenteert een tentoonstelling over de art nouveau en het kolonialisme.
Het Huis Hannon heropent voor publiek bij het afwerken van de restauratie.
Alle info en het hele programma • artnouveau2023.brussels