Wintergasten spotten in Wijvenheide en De Wijers
Twee sierlijke ooievaars kijken ongeïnteresseerd naar die paar wandelaars daar ver beneden op de grond. Ze genieten van het late herfstzonnetje op de top van een afgeknotte boom. ‘De wintergasten zoeken niet altijd het verre Afrika op. Als het een zachte winter wordt, zijn de vijvers van natuurgebied Wijvenheide voor hen al ver genoeg’, zegt conservator Chris Onkelinx (66).
- Uitstappen en vakanties
We hebben afgesproken aan de parking van camping Heidestrand. Hier vertrekken verschillende wandelingen door het gebied. Chris raadt de oranje wandeling aan. Die is vijf kilometer lang, maar als je gewapend met een verrekijker op zoek gaat naar de merkwaardige bewoners van Wijvenheide, ben je al snel een paar uurtjes onderweg.
We zijn in goede handen. Chris is een pionier van de lokale afdeling van Natuurpunt, van toen de vereniging nog De Wielewaal heette. Nu de gewezen onderwijzer met pensioen is, waakt hij als conservator over Wijvenheide. Toch over de 68 hectaren die in handen zijn van Natuurpunt. Ook het Agentschap voor Natuur en Bos heeft een honderdtal hectare in eigendom. Samen vormt dat een bijzonder natuurgebied in het uitgestrekte landschapspark De Wijers. Dat is een enorm gebied van 26.000 hectare groot dat zich uitstrekt over zeven gemeenten in het hart van Limburg. Ruwweg tussen het racecircuit van Zolder tot Genk, en van Houthalen tot Hasselt.
Vijvers voor vissen
Wat De Wijers zo bijzonder maakt, zijn de honderden vijvers in alle maten en vormen. Het land van 1.001 vijvers, zo wordt het genoemd, en die kwamen er niet vanzelf. Al in de dertiende eeuw legden kloosterlingen van de abdijsite Herkenrode dijken en grachten aan om zo met het water uit de beken visvijvers in te richten. ‘Vis was populair’, vertelt Chris, terwijl hij ons langs smalle wandelpaden door Wijvenheide gidst. ‘Tijdens de vastenperiode en op vrijdag mochten de kloosterlingen en gelovigen geen vlees eten.’
Zelf zoetwatervissen kweken was een goedkoper en verser alternatief dan zeevis te laten aanvoeren. De dorpelingen en landbouwers zagen brood in de visteelt. Er viel meer geld mee te verdienen dan met de landbouw. Zo ontstond het lappendeken van aaneengeschakelde visvijvers. Een wijer is trouwens een oude benaming voor een viskweekvijver.
Terugkeer van de karekieten
Er worden nog steeds veel vijvers voor de viskweek gebruikt, maar toch werden de meeste vijvers intussen teruggegeven aan de natuur. Dat zorgt in het hele gebied voor een heel rijke fauna en flora. Heerlijk om door te wandelen, in een gebied waar beekvalleien, gemengde bossen, heide en vijvers elkaar afwisselen. ‘Maar dat was lang niet zo’, weet Chris. ‘Tot eind vorige eeuw eiste de intensieve viskweek zijn tol. De oeverbegroeiing was weg en karpers overheersten de vispopulatie. Er was geen diversiteit, en dus was het geen aanlokkelijke plek voor watervogels. De zangvogeltjes die vandaag hun nest maken in de rietkanten, lieten het gebied links liggen.’
Het Agentschap Natuur en Bos en Natuurpunt kozen voor een doordacht beheer dat gericht is op het herstel van het natuurlijke evenwicht. De rietkragen aan de oevers kwamen terug, net als de honderden zingende karekieten. Af en toe hoor je zelfs de nog zeldzamere grote karekiet. Het heidelandschap en de gras- en hooilanden bloeien in de lente. En in de winter wordt er af en toe een vijver leeggelaten. ‘Zoals nu gebeurt met de Grote Vijver. Als we dat niet doen, wordt de populatie van dominante vissoorten te groot. Daardoor zou er te weinig voedsel zijn voor vogels als de roerdomp, het woudaapje en de geoorde fuut’, legt onze gids uit.
Fenomenaal uitzicht
Het woudaapje zullen we niet te zien krijgen, die is allang naar warmere oorden getrokken om te overwinteren. De roerdomp misschien wel, deze mysterieuze reigersoort is het symbool van De Wijers en voelt zich hier helemaal thuis. En hij is lang niet de enige. Intussen zijn we aan een opvallende uitkijktoren gekomen aan de rand van een grote vijver die ironisch genoeg ‘de Kleine Vijver’ heet. De draaitrap brengt ons naar het hoogste uitkijkplatform, vijftien meter hoog. Het uitzicht is er gewoonweg fenomenaal. Een fuut trekt rimpelingen in het water onder ons. En boven onze hoofden trekt een grote zilverreiger in trage vleugelbewegingen voorbij.
‘Sst, hoor je dat?’, vraagt Chris. ‘Die korte, krachtige vogelzang? Dat is een Cetti’s zanger, een klein bruin vogeltje met een heel kenmerkende zang. De muziek ploft als het ware naar buiten. Je krijgt hem bijna nooit te zien. Het vogeltje zit altijd goed verborgen in de struiken, maar als er wandelaars voorbijkomen reageert hij daarop door te zingen. Normaal trekt de Cetti’s zanger naar het zuiden, maar door de zachte winters vind je hem sinds een jaar of tien ook hier rond deze periode.’
Een troep grauwe ganzen strijkt neer. ‘Die kwamen hier dertig jaar geleden amper voor, maar nu kan je grote partijen zien. Net als de Canadese gans, de nijlgans, de Indische gans, de brandgans en zo kan ik nog wel even doorgaan.’
Speuren naar de visarend
Mooie vogels allemaal, maar echt spectaculair wordt het pas als de zeldzame visarend zijn intrede maakt. De natuur- en vogelliefhebbers hopen daar al een tijdje op. Er kwam zelfs een nestpaal in natuurgebied Wijvenheide. Al enkele keren is er een koppeltje visarenden gespot dat er hun nest begon te bouwen, maar telkens zijn ze weer vertrokken zonder te broeden. ‘Maar wie weet lukt het ooit wel. Enkele jaren geleden kon je hier de hele winter lang een zeearend spotten die jacht maakte op ganzen. De kans dat er weer eentje komt, wordt groter. Het dier komt steeds vaker voor in Europa.’ Dus speuren maar, je weet nooit dat je er eentje ziet.
Boomkikker en knoflookpad
We wandelen dieper het gebied in, over paadjes tussen vijvers, langs heide en bos. Een kolonie kokmeeuwen kijkt wat argwanend onze richting uit, maar voorts lijken de vogels in het gebied zich weinig aan te trekken van de wandelaars.
Aan de laatste groene blaadjes van een braamstruik stopt Chris even. De zon heeft al veel van haar kracht verloren naar het jaareinde toe, maar nu werpt ze toch een aangename warmte. ‘Wie weet is er nog een boomkikker die zijn overwinteringsplaats nog niet heeft opgezocht’, legt Chris uit. ‘Dan zoekt hij een plaatsje in de zon op de bladeren van de braamstruik.’
In het voorjaar komen ze met duizenden tegelijk aan de oppervlakte. Een opmerkelijk succesverhaal, want de soort was zo goed als uitgestorven in ons land. Er waren nog maar enkele exemplaren te vinden in het vijvergebied van Midden-Limburg. Door het juiste beheer en het inrichten van amfibievijvers, voelen ze zich hier weer helemaal thuis.
Ook de knoflookpad is aan zijn herintrede bezig. ‘Ook dat diertje was met uitsterven bedreigd. Het Agentschap Natuur en Bos heeft samen met INBO (Instituut voor Natuur en Bosonderzoek, red.) eieren van het diertje in het gebied verzameld, die zelf opgekweekt tot larven en ze uitgezet.’
Fotogenieke roofvogel
In de vogelkijkhut aan de Grote Vijver is het dringen voor een plaatsje. Vier spotters staan er bewegingsloos en fluisterend gebogen over hun indrukwekkende telelenzen. Het is de meest gegeerde spotplek, zeker nu de Grote Vijver in enkele weken tijd helemaal leegloopt. De vogels verzamelen aan de laatste waterplekjes om de vis te roven.
Hobbyfotografen Gilbert en Roger zijn hier bijna elke dag te vinden. Ze houden hun lens en hun oog op een groepje reigers gericht, zo’n twintig meter van de hut. ‘Een foto van een reiger is niet goed genoeg’, fluistert Gilbert. ‘We wachten op het juiste moment om die ene actieflits vast te leggen. Maar daarvoor moet je geluk en geduld hebben. Roger drukte daarnet op het juiste moment af.’
Roger glundert en bladert door de fotomap op zijn digitale toestel. ‘Kijk maar’, zegt hij. ‘Een reiger heeft net een dikke vis beet. Mooi, ja, maar niet zo mooi als toen ik een foto maakte van een reiger die een ijsvogel te pakken had. Die rakkers eten alles wat ze te pakken krijgen.’
De twee vrienden hebben in al de jaren dat ze hier hebben doorgebracht al elke reigersoort gefotografeerd die in het gebied voorkomt. De kleine zilverreiger, de grote zilverreiger, de blauwe reiger, de roerdomp, het woudaapje … Is er nog iets waarvan ze opkijken? ‘Een roofvogel in actie. Dat is pas fotogeniek.’
Wijven?
Nog één ding willen we weten, en Gilbert en Roger weten daar zeker het antwoord op. Van waar komt de naam Wijvenheide toch? ‘Ha, je bent niet de eerste die mij dat vraagt’, lacht Gilbert. ‘Een ploeg van het televisieprogramma Iedereen Beroemd is hier al langsgekomen om hetzelfde te vragen. Ik woon in de Wijvestraat, dus kwamen ze bij mij aanbellen.’
Wie het echt wil weten: de naam heeft niets met wijven te maken. De naam verwijst naar het Wey Ven, zo staat het gebied vernoemd op de Ferrariskaarten van 1777. Het woord ‘wey’ is afgeleid van de oude Middelnederlandse naam voor teenwilg. ‘Dus eigenlijk moet je het uitspreken als Wijvènheide, met de klemtoon op ven’, weet Chris.
Je kan die aflevering van Iedereen Beroemd en de rubriek ‘Pagina niet gevonden’ nog terugvinden op een.be/iedereen-beroemd/pagina-niet-gevonden-wijve.
Eerst een praktische gids: hoe spot je eigenlijk vogels?
Hou je verrekijker in de aanslag.
Neem een vogelgids mee of download een app om vogels te herkennen op je smartphone.
Hou je waarnemingen bij via waarnemingen.be
Kleed je in de kleuren van de natuur of verstop je in een vogelkijkhut.
Praat niet te luid, zet je telefoon op stil, laat je hond thuis en kom niet te dichtbij.
Bij zonsopgang komen alle vogels tot leven, dit is de beste tijd om er veel te zien.
Wil je een specifieke vogel zien, kijk dan eens op waarnemingen.be om te zien waar een bepaalde soort vaak voorkomt.
(Met dank aan Natuurpunt)
Vijf bijzondere vogelspotplekken
Deze natuurgebieden in Vlaanderen zijn echte hotspots voor vogels. Haal je verrekijker, zoek een plekje in de vogelkijkhut en spot erop los. De beste tijd daarvoor is bij zonsopgang als de vogels tot leven komen. Natuurpunt zocht voor ons vijf bijzondere spotplekken uit en enkele opmerkelijke vogels die je er kan bewonderen.
1. Snepkensvijver
Snepkenshof z/n, Kasterlee
Kleurrijke wintertaling, tafel- en kuifeend, blauwborst, rietgors en roodborsttapuit
2. Warandeputten
Moerbrugsestraat 99, Oostkamp
Oeverzwaluw, ijsvogel
3. De Uitkerkse Polder
Kuiperscheeweg 20, Uitkerke
Kleine rietgans, kemphaan, tureluur, kluut, scholekster
4. Sint Maartensheide & De Luysen
Mariahofstraat z/n, Bree
Snor, roerdomp, houtsnip, watersnip, visarend en grote zilverreiger
5. De Doode Bemde
Lindenhoflaan 3, Neerijse
Wielewaal, wespendief, kleine karekiet, sprinkhaanzanger, bosrietzanger, waterral en goudvink.