Van de kaart in Nederland

10 minuten leestijd

In het netjes ruimtelijk geordende Nederland kan je nog helemaal van de kaart verdwijnen. Waar dan precies? Op de uitgestrekte heidegebieden van Drenthe wandel je in de voetsporen van schaapsherders en oermensen en overnacht je off the grid in een geheime, ecologische designcabine.

reportage
  • Uitstappen en vakanties
  • Kamperen

Ergens op de Drentse heide is een houten ufo geland. Hij wordt Cabiner genoemd en heeft dunne, vederlichte wanden. Zonder de boomstammen die hem verankeren zou hij bij het minste briesje wegvliegen. Zonnepanelen leveren stroom voor de koelkast, het licht en de warme douche, het toilet is verbonden met een septische tank en uit de kraan komt grond- en regenwater. Door de glazen wand kan je de hele avond je privénatuurtuin observeren, een drassig grasveld omsloten door berken en kreupelhout. Of zet de designfauteuil op het terrasje. Je reporters staan op dat terrasje, zeven kilometer van de bewoonde wereld. Ze zouden graag hun avondmaal bereiden op de retrokachel, want van door het heidezand ploeteren bij dertig graden krijg je stevige trek. We hebben de geheime locatie gevonden, onze spulletjes geïnstalleerd, sprokkelhout uit de voorraad gehaald en… de deur in het slot laten vallen. Ik tik de deurcode in, maar ze klikt niet open. Oh jee. Even Apeldoorn bellen, ik bedoel Deventer Whatsappen. Op het noodnummer schrikt Els van Buitenleven Vakanties zich een bult zo groot als een Drentse muggenbeet. ‘Ik schakel een hulplijn in’, schrijft ze.

Geheim designboshutje

De natuur is niet gevaarlijk. Ik herhaal: niet gevaarlijk. Mensen drukken me dat al twee dagen op het hart. Toch zou ik vannacht graag binnen slapen, want er dreigt een stevig hitte-onweer. We zijn in Drenthe op zoek naar het wildste stukje Nederland, maar wanen ons in de tropen. Onze Cabiner is één van inmiddels vier boshutten. Heide- en bosgebieden waar je geheime designboshutjes kan verstoppen, heeft Drenthe genoeg. Bovendien kan je overal mensen opzoeken die met de natuur gaan leven en hun wijsheid met je delen. Op schaapsherder Johan Coelingh word je misschien het snelst jaloers. Hij bewoont het paradijselijk eenzame huis naast de monumentale schaapskooi aan de rand van het Nationaal Park Dwingelderveld. De heide waar hij op uitkijkt, is zijn leefwereld. Vandaag is hij bij dag en dauw vertrokken met de schapen. De zon staat intussen genadeloos hoog aan de hemel en de kudde knaagt lamlendig aan stekelige planten. ‘Drentse heideschapen op de Drentse heide’, zegt Johan. ‘Drentser wordt het niet. Ze zoeken elkaars schaduw op tegen de hitte, maar daardoor troept de kudde samen en krijgen ze het nog warmer. Niet slim? Tja, het zijn schaapachtigen, hé.’

Goede herder

De Hollandse herdershond Femke rent rond als een gek, de tong ver uit de bek. Volgens Johan, die als herder in dienst is bij Natuurmonumenten, lijdt ook zijn jonge hond onder de warmte. Zijn kudde onderhoudt het landschap. ‘Ik ben vroeg vertrokken omdat de schapen beter grazen als het nog koel is. De heide is hier zo schraal dat ze maar 350 dieren verdraagt. Maar zonder schapen zou ze verdwijnen. Als ze de jonge berkjes niet opvreten, groeit hier in geen tijd een bos.’

Johan is opgegroeid op de heide. Dertig jaar geleden, hij was toen zestien, ging hij in de leer bij de oude herder Wessel, die intussen overleden is. In de winter heeft hij de heide dagenlang voor zich alleen, in de zomer komen fietsers of wandelaars een praatje slaan. Wanneer de schapen terugkeren van de heide, mag je ze knuffelen bij de schaapskooi. We nemen afscheid van Johan terwijl zijn kudde gedwee naar de boerderij sjokt. ‘Ik vind ze wel heel volgzaam’, zegt fotografe Siska.

-Ach, het zijn schaapachtigen, hé.

-Of jij bent een goede herder.

-Wie zal het zeggen, wie zal het zeggen…

Elektrische safari

De tijdloze rust die van de naaldwouden en heidelanden uitgaat zou je zoals Johan op elk moment van de dag willen beleven. Ruud Haak van Eko-Tours kan je daarbij helpen. Bij valavond duwt hij de poort van boswachterij Exloo open. Onze elektrische buggy’s wiebelen stilletjes het domein binnen. Software-expert Ruud werd verliefd op deze bijzondere wagentjes van Nederlandse makelij en organiseert er natuurexcursies mee. ‘Alleen wij hebben vanavond toegang tot de boswachterij’, zegt hij.

Het landschap is verlaten. Naald- en loofbos, open heide, stuifzand, akkers en weides wisselen elkaar af. Door een grasland loopt een metershoge wal. ‘De Hondsrug’, vertelt Ruud, ‘is de ruggengraat van Drenthe. Aan de westkant heb je veen en moeras, aan de oostkant zandgrond. 200.000 jaar geleden heeft een dikke ijslaag het land opgestuwd. Jagers en nomaden gebruikten de Hondsrug als snelweg en vijfduizend jaar geleden ontstonden er de eerste nederzettingen.’

We rijden naar de restanten van de toenmalige beschaving. Naast een glinsterend vennetje bloeit wit veenpluis. De ondergaande zon knipoogt even naar de opkomende maan, en dan kleurt de hemel oranje. Onze buggy’s jagen het heidezand op als safari-jeeps. Hunebed 30D staat op een open plek in het bos. Onwrikbaar, oeroud, onveranderlijk als het landschap? Het Trechterbekervolk, dat 52 hunebedden en negenhonderd grafheuvels naliet, zou de streek niet meer herkennen. Op een honderd jaar oude foto die Ruud toont, kijkt het hunebed uit over een woeste, lege heide. Daarna zijn de bossen aangeplant, om hout te produceren voor de Limburgse mijnen.

Pluk je lunch

De natuur heeft dus haar eigen geschiedenis en verschilt daarin niet van het dorp. Hoe apart, die Drentse dorpen! Beklinkerde straten lopen langs boerderijen met rieten zadeldaken en geven uit op met eiken of populieren omzoomde graspleinen. Zo’n dorp heet een esdorp; het grasplein is de brink waar veeboeren en herders de kudde verzamelden voor ze naar de weides trokken of het ‘veld’, de heide. Na een dag waan ik me meer in de zelfstandige herdersrepubliek Drenthe dan in het Koninkrijk der Nederlanden. Ze heeft zelfs een officieus volkslied. Maar ook kaarsrechte kanalen die met Nederlandse regelmaat de bomenrijen weerspiegelen. En windmolens! Bij windmolen De Juffer wachten Tim en Leah van In het Wilde Weg ons op. Tim de bushcrafter en Leah de kruidenplukster nemen ons mee op kanotocht op de Hunze, een riviertje dat zijn natuurlijke loop mag volgen door het natte gras- en moerasland. Onze lunch plukken we onderweg.

Brandnetels en moddertenen

Het is opnieuw tropisch warm. We dobberen op het riviertje, met onze voeten in het koele, zuivere water. Aan de withete hemel cirkelen buizerds en krassen kraaien. De oortjes van een ree piepen boven de oever uit, een haas stuift weg door het hoge gras. Bevers schuilen in hun burchten en staalblauwe weidebeekjuffers fladderen over het water. Leah stuurt de kano in de kant om watermunt te plukken. Brandnetels, hondsdraf en zevenblad plukt ze op de oever. Bij een kleine stuw, die bij droogte water bijhoudt voor de landbouw, slepen we de kano over een modderig pad tussen de brandnetels. Een blaadje hondsdraf blust de netelbrand die ik oploop.

We lunchen aan de waterkant. Tim graaft een vuurkuil, Leah stampt de pesto fijn in de vijzel. Vuur maken wordt mijn taak. Met een vlijmscherp mes schraap ik olierijke schilfers van een berkenschors. Ze starten het vuur, als een natuurlijk tondel; het aansteken doe ik met een vuurstick. ‘Druk hard en schraap het ijzer traag over de stick’, zegt Tim, ‘dan krijg je grote vonken.’ Met de juiste instructies lukt vuur maken veel vlotter dan in Expeditie Robinson. Tim bakt bannock, het brood van de pioniers in het Wilde Westen. We besmeren het met de pesto en drinken watermuntthee. ‘Bushcrafting is werken en leven met de natuur’, zegt Tim, ‘zonder een spoor achter te laten. Ik verbaas me er vaak over hoe natuurschuw mensen geworden zijn. Ik begeleidde eens een excursie met boswachters. Ze vonden het onprettig om hun handen vuil te maken. Alsof je na je kindertijd niet meer vuil mag worden!’

Leve de wildernis!

Mijn innerlijke kind glimlacht, want ik ben bestoft en beslijkt. Hadden we maar tijd voor een duik in de heldere Hunze! Echte Drentse natuurmensen doen dat vast naakt, maar letten dan wel op voor de meest voorkomende diersoort: de fietser. Fietspaden heb je hier echt overal. Sta je op de woeste hei en schuiven er opeens kwebbelende fietsers door je beeld. Onze Cabiner kan je met de fiets tot op twee kilometer naderen voor je je vastrijdt in het rulle zand. Dat betekent dat hij erg afgelegen ligt, diep in het vijfduizend hectare grote natuurgebied Hart van Drenthe. Boswachter Evert Thomas, niet van het natuurschuwe type, wandelt mee over de zanderige dreven in het naaldwoud. ‘De bosbouw deelde het woud op in percelen en zorgde voor monocultuur’, vertelt hij. ‘Wij laten het gedeeltelijk verwilderen en zouden zelfs graag herten en wilde zwijnen uitzetten. Maar daarvoor kregen we de toestemming niet. De Cabiner is een vorm van natuurbeleving die bij onze visie past. Mensen moeten beter met de natuur leren leven. De natuur is niet angstaanjagend.’

Van boshut tot sauna

De Cabiner heeft dé kwaliteit die je op bivakzones vaak mist: je hoeft de natuur niet te delen met wildvreemden. Het stukje bos en heide waar je op uitkijkt, is helemaal van jou en je vrienden, je lief, je gezin of in mijn geval, mijn collega. In de kleine ruimte passen twee tweepersoonsbedden, één op het gelijkvloers en het andere op de entresol, boven het toilet en de douche. Het ziet er nog aanlokkelijker uit als je je net hebt buitengesloten en de glazen wand zware onweerswolken weerspiegelt. Gelukkig geeft Els van Buitenleven Vakanties niet op. De vijfde code die ze stuurt, is de juiste. Daar drinken we een streekbiertje op, fris uit de koellade. We steken de kachel aan en laten de zware smeedijzeren bakpan langzaam opwarmen. Het keukenrek bevat kruiden, olijfolie, peper en zout en je kan een al dan niet vegetarisch maaltijdpakket laten klaarzetten. Na een uurtje is de pan heet genoeg om de tofoe, kikkererwten, tomaten en paprika te garen. Ons designboshutje is intussen een sauna, want we moesten de deur sluiten tegen de muggen. Gelukkig ben ik geen schaap: ik eet ook bij extreme hitte.

Tropische regendouche

Het onweer barst los en bevrijdt ons van de muggen. We verluchten de Cabiner, maar de kachel gloeit nog uren na. Buiten regent het hard en gestaag, zoals in de tropen. Ik maak een boswandeling om af te koelen in de regen. De volle maan schijnt door het wolkendek. Angst is de ritselende schim die je vanuit het duister besluipt. Als je dat waanidee niet toelaat, is het nachtelijke bos betoverend. De natuur is niet gevaarlijk. Dit bos is helemaal van mij.

Bij het eerste daglicht word ik wakker en ga op het terras zitten. De vogels zingen bijna even luid als vroeger in de tuin van mijn ouders. De terugweg over de heide wandel ik op blote voeten. ‘We kijken naar wolken, de horizon of het landschap, maar staan niet stil bij de aarde waarop we wandelen’, schreef een niet heel bekende schrijver. De lucht geraakt al verzadigd met vochtige hitte, maar het heidezand is nog koel als de nacht. Bij de Boswachterij biedt een vriendelijke medewerker ons aan de douche te gebruiken. Ik spoel de wildernis van me af, we keren terug naar de bewoonde wereld.

 

In groep op fietsvakantie naar Drenthe deze zomer? Reserveer hier je plek. 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer