Stadsstaat San Marino
Op een 750 meter hoge rots kijkt het laatste middeleeuwse stadsstaatje uit over de heuvels van Midden-Italië. Welkom in San Marino, de oudste republiek ter wereld en een internationaal symbool van vrijheid, zelfbestuur en democratie volgens de Unesco. De moderne geschiedenis werd er geschreven door de mensen die de rots verlieten: de arme boeren die emigreerden.
- Uitstappen en vakanties
De envelop met documenten landt op de tafel. Een andere is al geopend. Op oude pasfoto’s groeit een jongetje van veertien op tot een man van zevenendertig. De handtekeningen van de kapiteinsregenten geven hem steeds weer de toestemming om te vertrekken. Of emigreren de man vooruithielp in het leven, vertellen de opeenvolgende uitreisvergunningen niet.
Gids Sabrina opent nerveus de tweede envelop. Een vertrouwd gezicht komt tevoorschijn. ‘Knappe man’, zegt Patrizia Di Luca, de conservatrice van het Museum van de Emigrant, die de documenten uit het archief heeft laten halen. Sabrina bedwingt haar ontroering. Ze ziet voor het eerst de officiële sporen die haar vader heeft nagelaten. ‘Hij is te voet naar Frankrijk getrokken’, vertelt ze. ‘En later naar Amerika. De overtocht duurde een week. Zeeziek dat hij was!’
Dit museum vertelt het emigratieverhaal van San Marino.
Om hem te kunnen identificeren, deelde de overheid het gezicht van haar vader op in tien rubrieken. Haren, voorhoofd, wenkbrauwen, ogen, neus, mond, baard, kin, gelaatsvorm, teint. Ook zijn beroep, leeftijd en lengte zijn in keurig handschrift neergepend.
Van de duizenden signalementen die in het archief zitten, maakt het museum weer mensen van vlees en bloed. ‘De emigratie is het grote verhaal van het moderne San Marino’, zegt Patrizia. ‘Zeventig procent van de bevolking heeft familie die uitweek.’
Negen kilometer snelweg
San Marino had een ontstaansmythe moeten hebben. Ik bedoel niet de legende van de heilige Marinus, die het territorium in 301 cadeau kreeg nadat hij de zoon van de landheer had genezen. Nee, eerder een Griekse god die een grote kale kei deed neerploffen tussen de groene heuvels van de Apennijnen. Negen kilometer lang razen we over de snelweg van San Marino op de Monte Titano af. De novemberzon zakt achter de rots. Drie vestingtorens tekenen zich af tegen de hemel; de stad tegen de flank wordt al opgeslokt door de schaduw.
Onlangs heeft de regering de eerste verkeerslichten geplaatst. Niet bij kruispunten, maar op de snelweg, om de maximumsnelheid van 70 kilometer per uur te laten respecteren. Onze chauffeur heeft er lak aan. Hij racet door de bochten alsof Ayrton Senna twintig jaar geleden niet omkwam tijdens de Grote Prijs van San Marino.
Op deze vluchtheuvel staat de tijd even stil.
We klimmen, de bochten worden scherper, de auto helt elke keer verder over. Bij de stadspoort heerst een verkeersagent in Italiaanse stijl over het plein. Vanaf hier volgen stille, autovrije straten.
Ik stap uit bij het hotel, gooi in mijn kamer de luiken van het balkon open en zie heuvels tot aan de horizon, en in het westen de Adriatische Zee. Als de grote wereld te snel draait, dan is deze rots de ideale vluchtheuvel.
Rood voor bloed, groen voor wraak
San Marino is de laatste middeleeuwse stadstaat die nog bestaat. De politieke instellingen dateren uit 1302, het grondgebied van 62 vierkante kilometer is ongewijzigd sinds 1463, de huidige grondwet stamt uit 1600. Napoleon, de Italiaanse eenwording, twee wereldoorlogen: niets of niemand kon de republiek op de rots omverwerpen. Hoe is dat mogelijk? Luca Bollini, sergeant bij de oudste rijkswacht ter wereld (1754), toont de kleuren van zijn uniform.
‘Rosso sangue, verde vendetta’, grijnst hij. ‘Rood voor bloed, groen voor wraak. Wij zijn krijgslustig en volhardend. De Italianen moeten bang zijn van ons!’ Het korps waarvan Luca deel uitmaakt, heet de Guardia di Rocca: wachters van de rots. Ze doen douanecontroles aan de grenzen en bewaken het Palazzo Pubblico.
Vandaag draagt hij zijn gewone uniform. In de zomer zet hij een Franse kepie op voor de wissel van de wacht en op 1 april en 1 oktober een helm met veren bij het aantreden van de nieuwe kapiteins-regenten. Staatshoofd is hier een duobaan. Er staat een dubbele troon in het parlement, op de eerste verdieping van het Palazzo. ‘De kapiteins- regenten worden verkozen voor zes maanden’, zegt Luca. ‘Zoals de consuls in het oude Rome. Zo voorkom je corruptie.’
Negentiende-eeuwse fresco’s hemelen de vaderlandse geschiedenis op. Het Palazzo waaruit San Marino bestuurd wordt, verschilt met zijn toren, spitsbogen en kantelen niet van een middeleeuws Italiaans stadhuis. Dat viel te verwachten in een stadstaat. ‘Maar’, zegt Luca, ‘dit gebouw is een statement. De bovenverdiepingen en de toren zijn in 1894 bijgebouwd om onze soevereiniteit kracht bij te zetten.’
San Bokrijk
Romantiek en nationalisme versterkten elkaar in de negentiende eeuw. De oude stad is, zoals het fresco in het palazzo, de opgesmukte versie van de middeleeuwen. Op het Piazza della Libertà draagt het vrijheidsbeeld een kroon die de drie torens van San Marino voorstelt.
In de basiliek zwaait een enorme marmeren Marinus met een handvest. Daarop één woord: ‘Libertas’. Die vrijheid werd verdedigd door de kruisboogschutters op Monte Titano.
De drie vestingtorens, La Guaita, La Cesta en Il Montale, tuimelen haast van de rotswand af en zijn verbonden door wallen waar je elke vijand in het vizier kreeg.
De restauratie is negentiende-eeuws en levert een volmaakt romantisch schilderij op. Toeristen zijn nog steeds romantici. Zelfs de Unesco viel voor de charme. San Marino Città en Borgo Maggiore werden in 2008 werelderfgoed als ‘uitzonderlijke getuigen van een lange, ononderbroken traditie van burgerlijke autonomie en zelfbestuur’.
In de oude stad kan je denken dat de tijd stilstaat. Reliekschrijn van de luisterrijke middeleeuwen. Keurig onderhouden gevels en stegen. Souvenirwinkels, juweliers, handelaars in nepwapens, het obligate folter- en wassenbeeldenmuseum.
Toerisme uit de jaren stillekes in het land dat zijn eigen Bokrijk werd. Of niet? Patrizia Di Luca opent de zware poort van het Santa Claraklooster. In de hal staan oude reiskoffers. Ze vertellen het verhaal achter de façade.
Maquette van Belgische mijn
Een emigrant die terugkeerde uit het Argentijnse Córdoba, heeft zijn hoed aan het museum geschonken. Patrizia draait de hoed om en toont het naamkaartje.
‘Stel je dat voor’, zegt ze. ‘Je groeit hier op als boer. Onze breedste vallei haalt een halve kilometer. De zee zien we alleen aan de horizon. Omdat het land te weinig opbrengt, steek je de oceaan over en ga je vee hoeden op de eindeloze grasvlaktes van Argentinië. Hoeveel moed heb je daarvoor nodig?’ Of hoeveel wanhoop.
Maar de emigratie gaat volgens Patrizia niet alleen over armoede en zelfopoffering en het museum gaat niet over nostalgie, ook al roepen de zwart-witfoto’s, werktuigen en brieven vervlogen tijden op.
Mannen hebben zelfs een maquette gebouwd van de Belgische mijn waar ze werkten. Op foto’s zie je de emigranten poseren. In hun beste pak, bij de nieuwe auto, lachend en schijnbaar gezond, zodat de thuisblijvers zich geen zorgen maakten.
De emigratie duurde van 1860 tot 1970. Er leven nog steeds 18.000 Marinezen buiten hun land en de gunstige effecten werken nog steeds door.
‘Ons land heeft zich ontwikkeld dankzij het geld, de kennis en de brede kijk die de terugkerende emigranten meebrachten. We leerden beton gieten in de winter. We ontdekten de wasmachine. De relatie tussen man en vrouw veranderde. De mijnwerkers vertelden bijvoorbeeld dat Belgische koppels nog affectie toonden na het huwelijk. Ze liepen nog arm in arm of gingen samen naar de bioscoop. De emigratie is een verhaal van moed, emancipatie, verantwoordelijkheid en vrijgevigheid. Al onze kwaliteiten kwamen erin naar boven.’
Huisnummers in een tunnel
Marta Michelotti giet beslag in haar industriële wafelijzers uit 1942. De dunne wafeltjes hebben een korte baktijd. Ze besmeert ze met vloeibare chocolade. Vier laagjes en de Torta Tre Monti is klaar. Op de verpakking van de nationale taart prijken de drie nationale torens.
‘Simpel, hè’, lacht ze. ‘Mijn grootvader heeft het recept van een Oostenrijkse Jood. Ze waren hier veilig tijdens de Tweede Wereldoorlog, ook al hadden we toen een fascistische regering.’
Ik heb de kabeltram genomen van de oude stad op de rots naar Borgo Maggiore, de historische marktstad waarover de rots de hele winter haar schaduw werpt. Vlak bij de kabeltram ligt een tunnel. Joggers rennen er langs rode nummers op de wand. Bij een andere tunnel, de Galleria Montale, staat een oud treinstel. Twee van de zeventien tunnels van de spoorweg Rimini-San Marino zijn te bezoeken. De Italiaanse en Marinese regering legden de lijn samen aan in 1932.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kregen 100.000 vluchtelingen onderdak in de tunnels. Het treinstel fungeerde als hospitaal; bij elk rood nummer op de wand huisde een familie. Ik kan wandelen en tot meer dan honderd tellen. Elk cijfer suggereert een gezin. Infopanelen met foto’s tonen helse omstandigheden. Er vielen bommen; de rust in het republiekje met als bijnaam La Serenissima, werd bruut verstoord.
Marta’s grootvader had dezelfde naam gekozen voor zijn piepjonge taartenfabriek. Maar bakte nu brood voor de vluchtelingen. Met zijn tienduizend onderhielden de Marinezen honderdduizend noodlijdenden. ‘We waren boeren’, zegt Marta. ‘We deelden. Dat waren we gewoon.’
Wijnland van de toekomst
De Torta Tre Monti werd het favoriete souvenir van de dagjesmensen die vanaf de jaren 1960 uit Rimini kwamen. Als het van Paul Andolina afhangt, blijf je in de toekomst langer dan een dag. Hij is commercieel directeur bij het Consorzio Vini Tipici di San Marino. Je zou het een chique coöperatieve kunnen noemen. De staat is grotendeels eigenaar. Als je een torenhoog bruto binnenlands product hebt, en geen noemenswaardige werkloosheid of staatsschuld, dan heb je geld, en dat kan je investeren in een state-of-theartwijnkelder en fancy wijnbar.
130 families zijn lid van het Consorzio en leveren streng gecontroleerde druiven. ‘We zijn strenger dan de strengste Italiaanse appellations’, zegt Paul. ‘Maar we hebben wel een breed gamma. We verkopen zowel topwijnen als wijn per liter uit het vat.’ Proeven maar. De rode wijn is net zoals chianti gemaakt van de sangiovesedruif. De witte biancaledruif is inheems en wordt gebruikt voor een sprankelende wijn.
De moscato is het paradepaardje van de San Marinese wijnen.
De zoete moscato haalt de kwaliteit van een zoete riesling. ‘Hij kleeft niet omdat hij genoeg aciditeit heeft’, zegt Paul. ‘De moscato is ons paradepaardje. In witte wijn willen we de beste van Midden-Italië worden. We zitten 400 meter hoog, we hebben wind en een contrast tussen warme dagen en koude nachten. Ideaal. Dat contrast sluit de aroma’s op in de druif.’
Paul neemt ons mee naar een wijngaard. San Marino heeft 130 hectare, bijna de helft van België. ‘Vroeger waren het er 200’, zegt hij. ‘We hebben het areaal verkleind om de kwaliteit te verbeteren. San Marino moet een plek worden waar je alleen kwaliteitsproducten krijgt. Dat is de toekomst.’ Achter de wijngaard rijst de rots met de drie torens op. Zou Paul de zaken groot zien omdat hij opgroeide in Amerika? Of is het toch die oeroude rots die hem inspireert?
San Marino in cijfers
- 61 km²
- 32.000 inwoners (minder dan Monaco)
- 9 gemeenten (Castelli), 43 parochies (Curazie)
- Sinds 301: de oudste republiek ter wereld
- 1714: het jaar 2015 volgens de jaartelling van San Marino. Op officiële documenten staan twee jaartallen.
- 2 staatshoofden, de Capitani Reggenti
- Al 15 vrouwen als staatshoofd, het wereldrecord
- 12 politieke partijen bij de verkiezingen in 2012
- 60 parlementariërs
- 70 kilometer per uur maximumsnelheid
- 2 verkeerslichten
- 130 hectare wijngaard
- 1 sterrenrestaurant
- Kleinste lid (qua bevolking) van de Raad van Europa
- Meer dan 3 miljoen toeristen per jaar
- 8,3 seconden: snelste doelpunt in een kwalificatiewedstrijd voor het WK, gescoord door San Marino tegen Engeland
Tekst Gert Corremans - Foto’s Michaël Dehaspe
Dit artikel is verschenen in februari 2015.
- La Fratta: beetje ouderwets familierestaurant en pizzeria. Lekkere lokale keuken, huisgemaakte pasta en een geweldige Kroatische ober. Via Salita alla Rocca 14. www.ristorantelafratta.com
- Righi: topzaak met 1 Michelinster, creatieve lokale keuken, menu vanaf 50 euro. Righini is de bijbehorende trattoria. Piazza della Libertà 10. www.ristoranterighi.com
- Caffè Titano: geliefd adres voor koffie, lunch en aperitief. Piazzetta del Titano 4.
- Cantina del Consorzio Vini Tipici San Marino: gloednieuwe designbar en wijnwinkel van de wijnboeren van San Marino. Ook kazen, honing, olijfolie en wijn van het vat te koop. Strada Serrabolino 89, Borgo Maggiore. www.consorziovini.sm
- La Serenissima: artisanale producent van de Torta Tre Monti, de nationale taart. Via XXV Marzo 67, Domagnano. www.laserenissima.sm
Pasar verbleef in Hotel La Rocca, een eenvoudige herberg boven restaurant Il Beccafico. De twaalf kamers bieden wel een schitterend uitzicht over de heuvels. Via Salita alla Rocca 34, San Marino Città. www.ristoranteilbeccafico.it
Centro Vacanze San Marino is een viersterrenvakantiepark met hotel, chalets, ingerichte tenten en 200 kampeerplaatsen. Met restaurant, zwembad, (kinder)animatie, sportterreinen en speelruimtes voor honden. Populair bij Nederlanders. Strada San Michele 50, Borgo Maggiore. www.centrovacanzesanmarino.com
- Drie vestingtorens (La Guaita, La Cesta, Il Montale): het nationale symbool van San Marino. De torens bekronen Monte Titano. Bezoek zeker La Guaita voor het uitzicht. La Cesta herbergt een wapenmuseum.
- Staatsmuseum: de geschiedenis van San Marino verteld in schilderkunst en archeologische vondsten. Piazza del Titano. www.museidistato.sm
- Palazzo Publico: neogotisch palazzo uit 1894, zetel van de regering en het parlement, met wissel van de wacht in de zomer. Piazza della Libertà. www.consigliograndeegenerale.sm
- Basiliek van San Marino: negentiende-eeuwse basiliek, met relikwieën en het standbeeld van de heilige Marinus. Piazzale Domus Plebis.
- Spoorwegtunnels van Borgo en Montale: schuilplaatsen voor vluchtelingen tijdens WO II, nu ingericht als wandelpaden. In Montale staat een oude treinwagon; in Borgo zie je ‘huisnummers’ van de vluchtelingen.
Tip: San Leo, de gezel van Marinus, stichtte het naburige stadsstaatje San Leo, dat nu bij Italië hoort. Het spectaculaire fort, de middeleeuwse domkerk en de oude stad zijn zeker een uitstap waard.