Op de borrel in het Jenevermuseum
De binnenkoer is een rustplek in de stad. De kasseien liggen er nog net zoals vroeger. De balie van het Jenevermuseum ligt in de ossenstal van de stokerij. Het proeflokaal ernaast straalt de charme uit van een authentiek volkscafé , je stapt er zo binnen.
De kloosterhoeve van de witte nonnen werd tijdens de Franse bezetting eind 18e eeuw verbeurdverklaard. Een zekere Bamps kocht de gebouwen voor een prikje en begon er te stoken. ‘Dat was toen echt nog van korrel tot borrel’, vertelt Joanie Dehullu, sinds 2012 conservator in het Jenevermuseum. ‘De draf, dat wat overblijft van het graan na het stoken, werd aan de ossen gevoederd. Hun mest zorgde voor vruchtbare akkers waar het graan op groeide.’
Onder stoom
Het Jenevermuseum legt de focus op het Belgische verhaal van jenever en sterke drank. ‘We blijven als kennisknooppunt de vinger aan de pols te houden. Zo merken we de laatste jaren een heropleving van kleine, ambachtelijke stokerijen, die vooral een lokale afzet hebben. Ook verdwenen stokerijen brengen we in kaart. Zo hebben we nu het project Distill-a-thon waarbij we samen met erfgoedcellen en vrijwilligers artikels genereren op Wikipedia over die stokerijen.’
Joanie beheert een collectie van 30.000 voorwerpen, waarvan er zo’n 400 op zaal staan. In de volgende ruimte is meester-stoker Maarten aan het werk met de 19e -eeuwse stoomstookinstallatie. Het resultaat van zijn werk kan je degusteren in het proeflokaal na het bezoek. ‘Bezorgde burgers bellen wel eens de brandweer als er te veel stoom de lucht in wordt geblazen’, lacht Joanie.
Cluedo: wie heeft het gedaan?
‘Het is vooral Theunissen die de stokerij een elan gaf. Na de Wet Vandervelde van 19 augustus 1919 die het alcoholverbruik aan banden legde, ging het snel bergaf met veel stokerijen. In de jaren ’50 trad hier ook het verval op. Het was zelfs zo erg dat in de jaren ’70 projectontwikkelaars de grond wilden kopen om er appartementen op te zetten. Een burgerbeweging zette zich gelukkig met succes in voor de bescherming van de site. De stad kocht de gebouwen aan en tegelijk legden vrijwilligers de basis van de huidige collectie. Het museum, opgericht in 1982, opende op zijn huidige locatie in 1987.’ In 2014 kreeg het een grondige facelift.
Schermen en doe-opdrachten zorgen voor extra beleving. Je kan met een geestendetector, een IPad, door de zalen lopen op zoek naar boeiende verhalen. Voor gezinnen is er een spannend Cluedo-spel waarbij je op zoek gaat naar de moordenaar van de meester-stoker…
Alchemisten en hun aroma”s
De likeurstooktafel uit de jaren 1920 is erkend als Vlaams Topstuk. ‘Hierop bereidde de stoker zijn aroma’s om de likeuren op smaak te brengen. Het is onze droom om deze tafel weer actief te maken.’
Op de kiemzolder hangen affiches in laden en tonen filmpjes hoe jenever in kruiken wordt gebotteld. Je stapt naadloos over in het woonhuis van de stoker, waar een aardewerken helm van een alambiek uit de 17e eeuw pronkt: ook een topstuk. Het lijkt wel een plaatje uit een boek voor alchemisten. In de volgende kamer is het verhaal te zien van de grootste stokerijen van ons land. ‘De grootste was Meeùs in Wijnegem, die was zelfs de grootste van Europa.’
In de schuur staan meer dan 20 aroma’s in een ruime boog naast elkaar. Je kan eraan ruiken. Wist ik veel dat het distilleren van graan tot zo’n variatie aan smaken kan leiden. “Er is zelfs een hemelsbreed verschil tussen Oost-Vlaamse jenever en die van Hasselt die veel kruidiger is”, zegt Joanie. In de metabolismebox toont ze wat alcohol doet met je lichaam. Naarmate ze haar alter ego meer jenevers toedient, spelen de acteurs op het scherm alsmaar zattere toestanden. Interessante manier van sensibiliseren: één die wel binnenkomt.
Glanzend geëmailleerd
‘Mijn hart ligt bij het promotiemateriaal rond jenever. En daarbinnen nemen de geëmailleerde reclameborden een speciale plek in”’ zegt Joanie Dehullu. De laatste kamer van het Jenevermuseum is een ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen. Nog tot 7 januari loopt er een expo over geëmailleerde reclameborden voor sterke drank. ‘Bij ons ligt de focus op hoe zo’n borden worden gemaakt, het vakmanschap dus: een thema dat sterk aanleunt bij ons museum. De expo loopt verder in Het Stadsmus, het stadsmuseum in de Guido Gezellestraat. Met één ticket kan je de twee expo’s bezoeken.’
De volgende expo wordt er één met foto’s van volkscafés van Regula Ysewijn, bekend van Bake Off Vlaanderen. ‘Op de Jeneverfeesten eind oktober riepen we haar uit tot onze ambassadeur voor dit jaar. Omdat ze een boek over volkscafés uitbracht, moesten we niet lang zoeken naar een gezamenlijke insteek.’ De vorige ambassadrice, chef-kok Anne-Sophie Breysem, creëerde een vijftal cocktails met de jenevers en likeuren van het museum. De recepten zijn op de website te vinden.
Praktisch
- Witte Nonnenstraat 19, Hasselt
- Gesloten op maandag
- Toegang kost 7 euro (inclusief consumptie) of is gratis met de museumpas
- jenevermuseum.be