Minder auto, meer wandelen en fietsen
Ook bij Pasar willen we graag fijne uitstapjes combineren met duurzame mobiliteit. Denk maar aan groene haltestops, treinstappen, carpoolen… Dat er nog werk aan de winkel is? Dat weet Fien De Smet, projectcoördinator bij Netwerk Duurzame Mobiliteit
Wat is precies de werking van Netwerk Duurzame Mobiliteit?
Fien De Smet: ‘Wij zijn een koepelorganisatie. Wij verenigen mensen en organisaties die streven naar steeds meer duurzame mobiliteit. Denk aan Trage Wegen vzw, de Fietsersbond, Autodelen.net, Pasar, enzovoort. Vroeger hadden we acht vaste leden, tegenwoordig zijn we een open organisatie met veel meer leden. Er verandert veel en snel inzake duurzame mobiliteit; meer organisaties hebben nood aan een centraal platform waardoor ze sterker staan dan wanneer iedereen alleen zou werken.
Enerzijds hebben we dus een koepelfunctie, waarbij we de aangesloten organisaties ondersteunen. Zij zijn vaak onafhankelijk van elkaar bezig, met weinig middelen en personeel en kunnen de extra werkkracht die wij leveren goed gebruiken. Zo is er bij ons iemand die beleidsveranderingen opvolgt en ze bundelt en vertaalt naar de verschillende organisaties, zodat zij zich kunnen focussen op hun kerntaak. We leren hen elkaar kennen, zodat het hele werkveld duidelijker in kaart komt. Op die manier worden ervaring en kennis gedeeld en krijgen we steeds meer slagkracht.
We werken ook inhoudelijk: we bieden vormingen bijvoorbeeld aan. Er is ook onze jaarlijkse campagne in juni, ’30 Dagen Minder Wagen’, waarbij duizenden Vlamingen zich een maand lang engageren om hun wagen in te ruilen voor een alternieve duurzame manier om zich te verplaatsen. En we werken rond andere projecten, zoals een Europees project rond leefbaarheid op het platteland, Grean Deal Deelmobiliteit en Wonen…
Daarnaast bundelen we ook struikelblokken rond een vlotte transitie naar duurzame mobiliteit, en doen we beleidsaanbevelingen voor overheidsinstanties of betrokken organisaties.’
Ook wij kunnen nog meer doen. Voor onze vrije tijd nemen we nog vaak de auto…
Fien de Smet: ‘De Vlaamse overheid voert regelmatig studies uit over ons gedrag inzake verplaatsingen. Daaruit blijkt dat 60% van die verplaatsingen gebeurt onze vrije tijd of bij boodschappen in onze buurt. Een deel van die verplaatstingen gaat naar sport, ontspanning, cultuur en daarvoor nemen we in 53% van de gevallen de auto. De studie doet geen onderzoek naar oorzaken, maar wij kennen ondertussen de meeste struikelblokken wel.
Om te beginnen is de mens een gewoontedier. Je kan je mentaliteit wel wijzigen, maar dat betekent niet automatisch dat gedrag meteen volgt. Wij pleiten altijd voor het STOP-principe: geef in afnemende volgorde ruimte – letterlijk en figuurlijk – aan stappen en trappen (fietsen), openbaar vervoer en dan pas je auto. Maar: vaak schort het aan aanbod aan openbaar vervoer. Heel wat plekken zijn moeilijk bereikbaar, zeker als het om recreatiedomeinen gaat. Of de verbindingen zijn slecht, zodat het lijkt alsof je reistijd wel heel lang wordt. Dat is lang niet altijd het geval; vaak ben je met de auto meer tijd kwijt door files en het zoeken naar parkeerplek. De prijs kan ook een obstakel zijn, openbaar vervoer is soms duur.’
Jullie doen dan ook aanbevelingen aan de overheid?
Fien De Smet: ‘We adviseren het beleid om ruimte te geven aan voetgangers, fietsers en openbaar vervoer, en dán pas aan privéwagens. We houden nauwlettend in de gaten hoe De Lijn haar haltes bedient. Vroeger was het een regel dat elk gezin op maximaal 750 meter een halte moest hebben, maar De Lijn gaat haar routes rechttrekken en dus vrees ik dat nog minder mensen dicht bij een halte zullen wonen. Grote steden en dorpskernen zijn vaak nog bereikbaar, maar wie op het platteland woont of in een klein gehucht, blijft vaak op zijn honger zitten. Blijven inzetten op openbaar vervoer in combinatie met deelsystemen is dan de boodschap: de trein of bus in combinatie met een deelfiets, bijvoorbeeld. Bij Blue Bike huur je een fiets voor vier euro, 24 uur lang. Dat is een systeem dat werkt.
We proberen als koepelorganisatie alle uitdagingen op te sporen én aan te gaan. Zo agenderen we ‘mobiliteitsarmoede’, een thema dat vaak op het achterplan belandt. Als we mensen in armoede niet ondersteunen om zich te kunnen verplaatsen, geraken ze nog moeilijker uit hun benarde situatie. Subsidies gaan naar elektrische bedrijfswagens. Neem dat weg, investeer het geld in goed openbaar vervoer en je krijgt een heel ander verhaal. Maar dat ligt politiek heel gevoelig.’
Wat kan je zelf doen?
Fien De Smet: ‘Je kan bij jezelf altijd eerst die STOP-reflex inschakelen. Kan ik te voet, met de fiets, is er een trein, een combinatie van bus en fiets? Van deelsteps ben ik persoonlijk geen fan. Ze zijn gevaarlijk, het is onduidelijk welke plek ze in het verkeer krijgen – letterlijk – en als je valt is je valboog zo klein dat de letsels meestal ernstig zijn. Bovendien zijn deelsteppers mensen die vroeger te voet, met de fiets of het openbaar vervoer hun verplaatsingen deden. De steps zelf zijn ook niet echt duurzaam, ze hebben een beperkte levensduur en belanden dan bij het afval. Al zijn de meeste producenten dat wel aan het aanpakken.
Zelf neem ik al vier jaar geen vliegtuig meer. Wat door corona niet zo’n verwezenlijking is, maar ik wil dat nog wel heel wat jaren doen. De trein biedt ontzettend veel mogelijkheden binnen Europa, ik ben nog lang niet uitgereisd in de cirkel van tien uur treinen rond Vlaanderen. Bovendien vind ik auto’s hoe langer hoe akeliger: je staat uren in de file, er is meer kans op ongelukken én je vervuilt.
Ik heb goede hoop dat we steeds meer evolueren naar een duurzame mobiliteit. Niet snel genoeg naar mijn zin, of voor het klimaat, maar ik zie wel meer en meer bewegingen ontstaan die bewust omgaan met vervoer en publieke ruimte. Zowel organisaties als burgerbewegingen trekken aan de alarmbel en zoeken oplossingen en dat geeft moed. De overheid mag wat mij betreft nog wat tandjes bijsteken. Er ligt nog veel werk op de plank, maar ik geloof erin.’
Minder auto, meer wandelen en fietsen: doe je mee in juni? 30dagenminderwagen.be/doe-mee