De Belgische wijnbouw heeft de wind in de zeilen
Vreugdekreten alom in de Belgische wijngaarden. Voor het eerst produceerden de Belgische wijnbouwers meer dan drie miljoen liter wijn, dat is ongeveer vier miljoen flessen. De voorbije jaren waren dan ook begenadigde wijnjaren met een warme zomer en een heerlijk najaar.
Het gaat snel met de Belgische wijnbouw. Sinds de eeuwwisseling is het aantal wijndomeinen en de oppervlakte van de wijngaarden meer dan verdrievoudigd. Stel je voor, in 2011 waren 75 wijnbouwers actief in België, die samen 300.000 liter wijn maakten. Elf jaar later, in 2022, tellen we 260 wijndomeinen. Ook in oppervlakte is er een opmerkelijke groei vast te stellen. Vandaag wordt ongeveer 800 hectare wijngaarden bewerkt. Verwacht wordt dat in 2025 de kaap van duizend hectare zal overschreden worden. Volgens de cijfers van de overheid heeft een wijnbouwer in België gemiddeld drie hectare wijnstokken. Slechts een tiental domeinen zijn groter dan twaalf hectare. Hiermee blijft België een kleine speler op het internationale toneel. Toch worden onze wijnen meer en meer gewaardeerd, ook buiten de landgrenzen. Veel mensen denken dat de wijnbouw in België een recent fenomeen is, maar onze wijnbouw heeft een lange geschiedenis.
Alles begon met de Kerk
De eerste geregistreerde wijngaarden in onze contreien dateren uit de tiende eeuw. In de regio’s rond Leuven en langs de Maas, bij Luik en Maastricht, waren rond 950 al verscheidene wijngaarden aangeplant. Kloosterlingen zorgden voor verfijning en verdere verspreiding. Al snel volgde de overheid en elke belangrijke stad bezat een wijngaard binnen de muren. Het hoogtepunt van de wijnbouw in de lage Landen lag in de veertiende en begin vijftiende eeuw. In die tijd waren de Belgische wijnen zelfs bekend en geroemd tot ver over de grenzen. Adellijke families schonken een wijngaard als bruidsschat en de wijnen uit de Lage Landen werden zelfs gesmaakt door de Bourgondische hertogen tijdens hun bacchanale banketten.
De koude Middeleeuwen
Helaas bleef het wijnsprookje niet duren. De vele oorlogen en godsdienstvervolgingen in de Middeleeuwen deden de wijnbouw geen goed. Hele bevolkingsgroepen sloegen op de vlucht voor ziekte en hongersnood. Wijngaarden werden gerooid en vervangen door tarwevelden. Ook het klimaat deed een duit in het zakje. Van de zestiende tot de achttiende eeuw werden onze streken geteisterd door een opeenvolging van extreem strenge winters. Deze koude periode wordt door sommigen omschreven als de Kleine IJstijd. Volgens de overlevering hebben deze koude omstandigheden bijna zeker de wijnbouw doen verdwijnen.
Renaissance in de jaren zestig
Het duurde tot de jaren zestig van de vorige eeuw voor we opnieuw wijngaarden zien in ons land. Toen begonnen zowel in Wallonië als in Vlaanderen enkele hobbyisten met de aanplant van een kleine wijngaard. Begin de jaren zeventig worden ook de fruittelers uit het Hageland geïnspireerd om te starten met wijnbouw. Dat zou in de streek leiden tot de oprichting van de eerste wijnbouwersvereniging in België. In 1997 wordt het Hageland (1) door Europa erkend als appellatie. Het is de eerste erkenning van een BOB, Beschermde Oorsprongsbenaming, in België. Vandaag de dag heeft België tien verschillende erkenningen. In 2000 volgde BOB Haspengouw (2), in 2004 werd in Wallonië BOB Côtes de Sambre et Meuse (3) erkend en in 2005 BOB Heuvelland (4). België heeft drie appellaties voor mousserende wijn: Vlaamse mousserende kwaliteitswijn (5), Vin Mousseux de Qualité de Wallonie en Crémant de Wallonie (6). Bijzonder is de BOB Maasvallei Limburg (7). Deze regio werd officieel erkend in het najaar van 2017. Het is een unieke appellatie, want het is de enige grensoverschrijdende BOB in heel de wereld. Bij deze BOB zijn wijndomeinen aangesloten langs beide zijden van de Maas, zowel in België als in Nederland.
Veel soorten druiven, veel soorten wijn
In ons land zijn veel druiven toegelaten, maar het ligt voor de hand dat de wijnbouwers rekening houden met onze noordelijke ligging. Daarom kiezen ze voor druivenrassen die goed gedijen in een frisser klimaat. Denken we maar aan chardonnay, pinot noir of pinot blanc. Hiernaast worden ook nieuwe druiven aangeplant. Deze druiven zijn speciaal geteeld omdat ze weerbaar zijn tegen schimmelziekten. Sommige hebben vreemde namen als johanniter, solaris of bianca. Net als in onze omliggende landen, Luxemburg en Duitsland produceren onze wijnbouwers hoofdzakelijk witte wijn en schuimwijn. Toch neemt het aanbod rode en roséwijn toe. Dat komt vooral omdat we meer en meer warme zomers meemaken en dat zorgt voor mooie rijpe druiven. Bij tal van domeinen kan je trouwens ter plekke proeven (zie kader) en wijn kopen. Daarmee speelt ons land in op de groeiende trend van oenotoerisme.
Wijndomeinen met proefgelegenheid
Chardonnay Meerdael Oud-Heverlee www.chardonnaymeerdael.be
Wijndomein Aldeneyck Aldeneik www.wijndomein-aldeneyck.be
Wijndomein Ravenstein Wervik www.wijndomein-ravenstein.be
Entre Deux Monts Heuvelland www.entre-deux-monts.be
Montepertini Alden Biezen www.montepertini.be
Wijndomein Oud Conynsbergh Boechout www.oudconynsbergh.be
Gloire du Duras Sint-Truiden www.gloirededuras.be
Domein Helshoven Borgloon www.helshoven.be
Domein Kluisberg Bekkevoort www.kluisberg.be
Bubbelgek België
De helft van de geproduceerde wijn in België is schuimwijn. Daarmee volgen we een opmerkelijke trend in alle wijnlanden in de wereld. Niet alleen in volume, maar vooral in kwaliteit laten wij van ons spreken. Ons klimaat is ideaal voor mousserende wijn én we hebben veel ervaring. Bij de eerste pioniers zijn Chardonnay Meerdael en Schorpion twee belangrijke namen. Beide domeinen begonnen in 1994 met de eerste aanplantingen. Tot op vandaag behoren ze bij het beste dat België te bieden heeft op vlak van mousserende wijn. Dat bewijzen de vele onderscheidingen die zij aan elkaar rijgen, zoals de ‘Grand Medaille d’Or’ die Chardonnay Meerdael behaalde in 2009 in een belangrijke internationale wedstrijd. Zowat alle schuimwijnen worden in eigen land geconsumeerd. Wij zijn dan ook feestvierders bij uitstek. Laat de flessen maar knallen.