Thomas & zn op roadtrip in de Hautes-Alpes
- Kamperen
De periode rond kerst en nieuw? Veel mensen vinden het de gezelligste tijd van het jaar. Voor mijn zoon en mij betekent het nog veel meer: het is het begin van de sportiefste tijd van het jaar. Jules (16) en ik (50) zijn fervente wintersporters. Of het nu skiën, snowboarden, fietsen, wandelen of gewoon genieten van de natuur betreft: de bergen zijn ons ding. We hebben ze dan nog het liefst overgoten met een witte béchamelsaus van verse sneeuw. De bergen roepen ons, we móeten er heen. We hebben geen keuze.
Roadtrip met de boys
Hoe kan je de bergen beter verkennen dan met een camper? Het wordt een echte roadtrip voor boys. Bergen? Vrijheid. Camperen? Ook. De combinatie van die twee maakt dat gevoel alleen maar sterker. En levert de mooiste vader en zoon-momenten op. Zeker in de winter, als de kou je verplicht om ’s avonds dicht tegen elkaar aan te kruipen. Zo samen met de camper op stap zorgde voor de mooiste momenten in ons gezin. We hebben de dames graag mee in principe, maar voor deze trip regeert het testosteron even en doen we graag uitspraken als ‘de getemde wolf droomt altijd van het bos…’ Een beetje macho, maar we hebben gewoon heel veel zin in de bergen en het avontuur dat ons wacht.
We checken het weer, bekijken de kaarten en besluiten naar de Hautes-Alpes te trekken in het hart van de Franse Alpen, meteen het meest noordelijke deel van de Provence. We vertrekken de dag na nieuwjaarsdag. Door de klimaatopwarming ligt er – helaas - nog niet veel sneeuw in de Alpen. De meeste skipistes zijn rond deze periode toch geopend. De eerste sneeuw? Die ligt er meestal met dank aan de sneeuwkanonnen… We zijn dan ook enthousiast dat er sneeuw wordt beloofd, hier in de hoge Alpen. Bovendien blijken heel wat skidorpen te beschikken over goede camperplaatsen, die ook ingericht zijn voor gebruik tijdens de wintermaanden. De prijzen van de camperplaatsen zijn wel duurder in de winter. Er zijn ook nog enkele campings open. Ook al bieden ze niet het totale pakket, toch kan je er zeker verblijven.
De rit naar onze bestemming voert ons dwars door Frankrijk. De laatste kilometers gaan langs slingerende banen, inclusief haarspeldbochten. We genieten van het schouwspel dat we voorgeschoteld krijgen. Het is echter opletten geblazen met onze bijna 8 meter lange Benimar camper…
Eerste adrenaline-kick
Eindelijk zijn we gearriveerd op onze eerste camperplaats in Orsierres. Eens we de handrem aangetrokken hebben, kunnen we genieten van het adembenemende zicht. Een prachtig wit laken op de bergen weerkaatst in de ondergaande zon. We worden er zowaar weemoedig van… en missen de vrouwen van ons gezin toch een beetje. We duiken voor de eerste avond een restaurant binnen onder de uit beton opgetrokken infrastructuur van de skilift. Binnen is het gezellig en druk. De eerste kaas wordt verslonden. Een kleine avondwandeling verbetert de vertering. We voelen de kou, zo laat ’s avonds, maar de warme camper wacht, met dromen van het knisperende geluid van onze ski’s. Vader en zoon gaan tevreden en vol verwachting onder de wol.
Het skistation met zijn betonnen constructies, zonder echte dorpskern, doet heel Frans aan. De plaats is zeer goed onderhouden, modern en gericht op families. Dat merk je aan de pistes, maar ook aan de randactiviteiten Wat gaan we hier doen? Onze eerste activiteit is er eentje waarop de dames thuis jaloers zouden zijn. Met La Tyrolienne mogen we zweven als een echte vogel; we zoeven langs een ijzeren, strakgespannen kabel als een valk naar beneden. De kop naar voren, verstand op nul. Dit is pure adrenaline! Ons skimateriaal dragen we op onze rug. Dit is zeker niet geschikt voor iedereen, maar de jongelui vinden het fantastisch. We proberen nog andere manieren om naar beneden te glijden. Zittend op een reuzeband kan het blijkbaar ook. Na de snelheid van daarnet is Jules iets minder enthousiast: dit gaat voor hem te traag. Voor mij gaat het, zo laag bij de grond, écht wel snel genoeg.
’s Avonds is het - na een dag naar beneden donderen op perfecte pistes - tijd om ook de camper naar beneden te laten rollen, naar onze volgende camperplaats. We verplaatsen ons richting Lac de Serre-Ponçon. Hier zijn niet alleen de bergen groots. Dit meer is het grootste kunstmatige meer van Europa. Het ligt zo’n duizend meter lager dan het skistation van Orsierres. Ook de sneeuw is hier minder hoog. Rondom het meer is bijna alles gesmolten.
Vader en zoon: de competitie
We zijn afgedaald naar het meer om opnieuw te kunnen klimmen. Met de benen, dit keer, ondersteund door een kleine Boshmoter. We hebben twee fatbikes gehuurd. We spreken af aan de Gite de la Draye, dat al enkele honderden meters boven het meer ligt. Gids en eigenaar van het verhuurbedrijf, Sébastien Pelliccia, staat ons op te wachten. Hij gaat met ons mee. Eerst leert hij ons hoe je best omspringt met zo’n elektrische fatbike, een soort mountainbike met hele dikke banden. Die blijkt toch moeilijker handelbaar te zijn dan een gewone fiets. De opdracht is om niet te hard door te trappen, anders slippen de wielen door. De sneeuw is ook te warm, leren we als we de richting van de Crête Du Lauzet fietsen. De eerste stukken van de beklimming ligt de sneeuw nog niet te dik; we laveren tussen ijsplekken die gevaarlijk glad zijn en modderstroken die ons ineens veel grip geven. Ook al hebben we motorpower, toch is het lastig. We staan kletsnat in het zweet door alle inspanning. Het voelt vreemd, om zo te zweten in de kou. Eens de sneeuw dieper wordt en de fietsen grip krijgen, loopt het beter. Ik ben blij als we op het plateau komen: hier loopt alles pas echt vlotjes. De zoon geeft geen krimp. Hoezo, papa, zwaar? Het doet hem allemaal niets. We fietsen verder en genieten van een paar punten waar het uitzicht fenomenaal is. Veel volk is er niet. Hier ben je alleen met de bergen. Het voelt zalig! Ik blijf puffen, als plots de aap uit de mouw komt: de batterij van Jules is plat. Je kan bij deze fietsen, net zoals bij alle elektrische fietsen, kiezen uit een aantal standen om de ondersteuning maximaal of wat minder in te stellen. De koude heeft de jongeman verraden. Net voor het afdalen, begeeft zijn batterij het. Opgebruikt door steeds op maximaal te fietsen. En maar lachen met zijn oude vadertje, die het zo lastig had bergop… Boontje komt om zijn loontje! Maar het geluk is aan zijn kant: we gaan afdalen. Sébastien blijkt een goede gids. Hij vertelt ons de basis van het dalen: goed achteruit op de fiets zitten, iets achter het zadel hangen en het remmen doseren, met de voor – én de achterrem. Dit is fun. We gaan via singeltracks die voor alle niveaus geschikt zijn. Bovendien houdt deze fatbike echt goed zijn baan.
De charme van de sneeuwscooter
Weer aan de Gite de la Draye genieten we van een late namiddaglunch. De rit heeft de honger aangescherpt. De waard wil ons de lokale Génépi opgieten. Het is een sterke drank, die zijn naam te danken heeft aan de bergplant Genus Artemisia en net als Edelweiss zeer zeldzaam is. Met zijn zestien jaar bedankt Jules. Ikzelf heb grote honger en vrees de ‘klop’ van de alcohol, dus weiger ik ook vriendelijk. Bovendien moet er straks nog gereden worden naar de volgende bestemming… We genieten wel van brood, kaas, gedroogd vlees en, noblesse oblige, wijn. Dit blijft tenslotte Frankrijk.
Weer in de camper laten we het meer achter ons en zoeken we opnieuw de sneeuw op. We gaan richting Vars. We kunnen ons geluk niet op tijdens de klim naar dit skioord. Het sneeuwt! De camper houdt zich goed op de baan. De wegen zijn in de Franse Alpen goed onderhouden. We zien door de vlokken heen de strooiwagens steeds op en neer rijden. We zijn er! Ik heb voor deze avond een verrassing in petto voor de zoon. We gaan fondue bourguignonne eten in restaurant Le Chaleureux, óp de skipiste. Het restaurant is enkel bereikbaar met een sneeuwscootertaxi. Zoals ik vermoedde, vindt Jules de heen-en terugrit beter dan het diner. Het eten was prima, top zelf. Maar de charme van de sneeuwscooter in het donker overtuigt de jongeman meer.
Groot geluk: samen op de top
De volgende ochtend heeft de sneeuw van deze nacht de pistes maximaal bedekt. De pistenbully’s deden de rest. Het skigebied hier ligt tussen de 1650 en de 2750m. Met 52 liften en 116 pistes verspreid over 185 km is La Forêt Blanche, best een groot skigebied, .
maar toch heb ik hier een dorpsgevoel. Het is een sfeervolle streek met authentieke dorpen. Vars le Claux, Saint-Marcellin, Sainte-Cathérine en Sainte-Marie de Vars vormen samen de gemeente Vars. Samen met Risoul vormen zij het skigebied La Forêt Blanche. Je kan hier ook buiten de lijntjes kleuren: als je de nodige ervaring hebt, kan je samen met een gids de vele mogelijkheden van het avontuurlijkere offpiste-gebeuren uittesten. Het jonge geweld kan naar één van de zes funparks. Laat dit je niet afschrikken: beginners kunnen hier ook uit de voeten, of liever in de skischoenen. Alhoewel ze de bekendste piste misschien toch beter overslaan: la piste de Chabrières is er eentje met een maximale helling van 98%. Philippe Billy, een snelheidsskiër, vestigde hier een recordsnelheid van 243,9 km/u.
Wij kiezen niet voor de snelle vlucht naar beneden, maar gaan richting de top. Met zijn 2503 meter boven de Middellandse Zee belooft de Col de Crevoux een spectaculair zicht over de Alpen. Het waait hard hierboven en de stoeltjeslift die ons naar boven brengt, is bijna verlaten. Boven genieten we van een prachtig moment: het voelt alsof ik met mijn zoon op de top van Mount Everest ben, al staan we zesduizend meter lager. De wind, de zon, de sneeuw, de kou, de verlatenheid en dit zicht samen mogen delen: daarvoor zijn we hier. Helaas, alle mooie momenten duren maar eventjes. We dalen weer af, richting camper. We moeten verder op onze roadtrip. We gaan zo’n vijftig minuten de baan op, richting Pays des Ecrins.
Too hot to tub
Op onze nieuwe camperplek in Saint-Martin-de-Queyrières vraagt vriendelijke eigenaar Olivier ons bij aankomst hoe laat we willen genieten van de hottub? Een prima idee om die stramme spieren van het skiën wat losser te maken, denken we. Vooral die van mij schreeuwen erom, maar Jules vindt het ook een goed idee. In de praktijk valt het tegen. Het immense temperatuurverschil tussen de bevroren buitenlucht en het water in de hottub is te groot. We moeten na verschillende pogingen de idee staken. Too hot to tub.
De volgende ochtend is de zon terug van de partij. Het lijkt alsof deze streek een deal gesloten heeft met de weergoden. De zonnegod is er altijd bij. De godin van sneeuw en ijs laat het hier in het dal wat afweten… Ze is er wel, maar zou wat nadrukkelijker aanwezig mogen zijn. Het plan was vandaag een toer te doen met een hondenslee in de buurt van het kleine dorpje Freissinières, maar er ligt te weinig sneeuw.
De berg roept!
Niet getreurd: deze streek heeft meer troeven. De overweldigende natuur en de uitstekende gidsen zijn er slechts twee van. Gids Lucien Chaillot zal ons meenemen op tocht door de natuur. We hebben afgesproken aan Pont de Gérendoine, in Vallouise. Dit authentieke dorp ligt In het hart van het Parc des Ecrins, op 1200 m hoogte. Het nationale park is één van de grootste natuurparken (en misschien wel het mooiste) van Frankrijk. Het onderscheidt zich vooral door de ongerepte natuur en de hoogte waarop het gelegen is. Handschoenen aan, muts op, sneeuwraketten aan de voeten: we zijn er klaar voor. We volgen een smal pad langs een rivier, de L’Onde. De zon heeft de sneeuw verandert in smeltwater en in de schaduw liggen gevaarlijke ijsplekken. Het lijkt simpel, maar het is opletten. Lucien is een prima gids; hij kan Jules zowaar doen genieten van de kleine dingen. We zien sporen van een vos en een haas. Eén van de twee houdt wat verder op: iemand verloor dit gevecht... Jules leert vuur maken en we stappen tot aan een waterval, La Pissette. Het is een korte wandeling van zo’n uurtje of twee, maar we leren in deze korte tijd veel over de natuur. Helaas leren we ook dat de opwarming van het klimaat ook hier zijn parten speelt… De winter wordt korter en minder koud.
Ouwe knar en jonkie, allebei gelukkig
Voor Jules heeft het allemaal lang genoeg geduurd. De berg roept. Ik wil best nog wel wandelen, maar Jules wil snowboarden… We vinden een compromis in het splitboarden. Dat is een variant van toerskiën, maar dan met een snowboard. Je wandelt met de ski’s, die daarvoor speciaal aangepast zijn, naar boven en komt op je snowboard naar beneden. Net een niveau boven het langlaufen, en vrijer dan skiën zelf.
Onze afspraak is in Puy Saint Vincent 1400, een vijftiental minuten de berg op. We kunnen ons materiaal daar afhalen in de sportwinkel. Gids Éric wacht ons op aan de skilift. We krijgen de eerste instructies over het gebruik van de splitboard, een snowboard dat je kan opbouwen tot ski’s. Hierdoor kan je er ook mee naar boven stappen. Er horen een paar ‘vellen’ bij die je onderaan de latten moet kleven. Vroeger werden ze gemaakt van zeehondenhuid, nu zijn het het synthetische vellen. Ze zorgen ervoor dat je als je met je ski’s – of halve snowboards - niet terug achteruit glijdt. We doen een kleine toer, we verlaten de piste al snel om tussen de bomen naar een kleine heuvel te stappen. Ik heb Jules deze week nog niet zo gelukkig gezien… Ouwe knar of jonkie: we zijn allebei fan van splitboarden. Genieten van de natuur, wandelen en skiën komen hier samen. Het klimmen is behoorlijk intensief, je hebt toch wel een goeie conditie nodig. Ach, is dat niet altijd zo als je gaat wandelen in de bergen? We hebben genoeg gestapt. De ski’s worden weer opgebouwd tot snowboard en we glijden naar beneden. In de niet platgereden piste is het net een tikkeltje lastiger. Maar Éric kent zijn stiel en weet dat wij als beginners in deze ultieme wintersport geen extra uitdagingen nodig hebben. We kiezen een makkelijke baan en komen gelukkig, en in één stuk, beneden. Jules is eerst beneden. Hij, gooit zijn armen in de lucht en roept in extase: Dit wil ik nog doen!’ Zijn oude vader komt een heel stuk later beneden.
Moet er nog gas zijn?
Mooie liedjes duren helaas niet lang. Onze trip komt op zijn einde en we zetten vaart naar onze laatste stopplaats. Serre Chevalier telt 250 km pistes en heeft de eer om ons als laatste te ontvangen. Als de nacht valt, hopen we op verse sneeuw. De nacht is alvast erg koud. Die ochtend duurt het lang om de camper op te warmen. Oeps: ons gas bleek in het midden van de nacht op te zijn. Zowel Jules als ik sliepen erdoorheen. Klein tip: controleer je gasvoorraad voor je gaat slapen. Is er nog wel voldoende om de nacht door te komen? Je wilt immers niet midden in de nacht opstaan om de fles te veranderen bij temperaturen van -15 graden. Ach, niet getreurd: de zon is er! Dat andere element, de wind, gaan we nu zoeken. We verkennen het grote gebied van Serre Chevalier en beslissen om richting Col du Vent te gaan. Andere kleppers hier in de buurt zijn de beroemde Tour-cols zoals de Col de Lautaret en de Galibier. Er komt een koude Mistral aanzetten. Tijd om naar huis te gaan. Als we de snowboards terug in de camper duwen, weten we het zeker. Hier komen we terug, met de dames.
1 roadtrip, 5 camperplekken
Eerste stop: Orcières, meer bepaald naar de aire de camping car aan het skigebied dat boven het dorp ligt. De parking ligt eigenlijk in Merlette, op 1800m, zo’n 6 km voorbij Orcieres dorp. Vanuit het dal is er een brede weg naar de camperplaats. De aire de camping car casse blanche, zoals de camperplaats aan de voet van de skiliften voluit heet, doet wat hij belooft. Elektriciteit en water zijn inbegrepen. Betalen doe bij het bureautje van de toerische dienst, even verderop.
Casse Blanche Merlette, 05170 Orcières
www.orcieres.com/fr/dormir/camping-caravaning/fiche-detail/aire-de-camping-car-de-casse-blanche/
Tweede stop: we parkeren de camper op de camping Le Grand Large in het plaatsje Savines-le-Lac. De camping lijkt gesloten, maar via een vooraf doorgestuurde code kunnen we toch de camping op. De meeste faciliteiten zijn niet in gebruik en we vinden niet direct water. De volgende ochtend blijkt dit gelukkig toch voorhanden te zijn. Oef!
Route de Barcelonnette (D954)05160 Savines-le-Lac
www.camping-savineslelac.fr/nl
Derde stop: Als we aankomen op onze nieuwe camperplaats in Vars, kiezen we voor een plek vlakbij de pistes. Neem dat maar letterlijk: dit is een ski in-ski uit camperplaats, direct aan de piste.
Allée Trub Charles, 05560, Vars, Frankrijk
Vierde stop: Voor de overnachting hebben we gekozen voor l’Iscle de Prelles, een camping die toch open is. Ze ligt in Saint-Martin-de-Queyrières, een klein gehucht in het dal.
Camping Caravaneige Locations l’Iscle de Prelles
05120 Saint Martin de Queyrières – Hautes Alpes (05)
www.camping-iscledeprelles.com
Vijfde stop: De camperplaats in Serre Chevalier is – alweer - prima. Je betaalt netjes aan de slagboom. De infrastructuur voor water, elektriciteit en ander voorzieningen zijn nieuw, alles werkt in deze kou ook naar behoren. Hier in de Hautes-Alpes zijn ze toch wel zeer camper minded; dat is iets verder naar de Middellandse zee toe soms toch wat anders.
Route des Guibertes, Le Monêtier les Bains
www.lemondeducampingcar.fr/aires-de-services/au-monetier-les-bains-une-nouvelle-aire-de-camping-car-pres-de-briancon/199313