Met de camper door Cornwall
Schilderachtige vissersdorpjes, woeste kliffen, turkoois blauwe baaitjes en exotische tuinen: dat doet je aan een vakantie op een tropisch eiland denken, toch? Tropisch niet, eiland wel: het zuidwesten van Engeland is verbluffend mooi.
- Kamperen met de motorhome
Op iets meer dan een half uurtje zijn we de kanaaltunnel door en bollen we een andere wereld in. We laten de beslommeringen van het vasteland achter ons en geven ons over aan het trage reizen met de camper. Eindeloze landschappen zoeven voorbij, op de achterbank soezen zowel tieners als hond en ook wij geven ons over aan de monotonie van het onderweg zijn. Zelfs on the road lijkt het leven hier al minder groots en druk. Hoewel de kust van Cornwall lokt, genieten we ook van de Great West Way, de route tussen Londen en Bristol die zoveel meer blijkt dan een manier om van punt A naar punt B te komen. Zo schudt het bordje met ‘Stonehenge’ de dochter wakker, die zo enthousiast weetjes over de prehistorische locatie opsomt dat ook wij er meer over willen weten. Blij dat ze interesse toont in iets van historisch belang! Of is de locatie gewoon TikTok- en selfieproof? Langs de A303 zien we de iconische stenen al van ver staan, ze torenen als machtige pilaren uit boven het groene landschap van de Salisbury Plain. Op wat schapen na is er niets in de naaste omgeving wat de aandacht van de steencirkel afleidt. Geen wonder dat het monument al eeuwen tot de verbeelding spreekt. Was het een begraafplaats, een spiritueel oord waar de zonnewendes en andere belangrijke ceremonieën gevierd werden, of een pelgrimsplek? Wat het precieze doel van de stenen was en door wie ze geplaatst zijn, blijft ook na ons bezoek een mysterie. Eentje dat zelfs pubers die meestal aan hun schermpje plakken, intrigeert.
I do like sundays
Hoewel het zondag is, bruist het middeleeuwse stadje Salisbury van het leven. Winkels zijn open en zowel uit de St Thomas’s church als uit de indrukwekkende kathedraal stromen een bont allegaartje toeristen en locals naar buiten. Restaurantjes zitten gezellig vol met families die smullen van een rijkelijke Sunday roast, het traditionele eten na de kerk. Ook wij bezwijken voor de stevige portie gebraden vlees, aardappelen, groente en Yorkshire pudding, overgoten met jus: echt comfort food. Het is een van de vele tradities waar de Engelsen met overgave aan vasthouden, net als hun cuppa tea, English breakfast en de rode telefooncellen. Niet alleen very British maar het geeft je ook het geruststellende gevoel dat de wereld nooit zal veranderen. I like it. I like it a lot.
Duivels Dartmoor
‘Welkom in het mooiste stukje Engeland’, verwelkomt de eigenaar van de camping in Lydford ons met een brede smile. ‘Én op de camping met het mooiste uitzicht.’ We kunnen hem geen ongelijk geven. We verruilden Wiltshire voor Devon en verblijven in het Dartmoor National Park, een bijzonder en groot wildernisgebied dat vooral uit moors of heidevelden bestaat. De wandelmogelijkheden zijn er quasi eindeloos. Een buitenbeentje is Lydford Gorge, de diepste rivierkloof in Zuidwest-Engeland, uitgesleten door de rivier Lyd. Die kreeg z’n naam naar alle waarschijnlijkheid van het Anglo-Saxische woord hlyda, wat luid betekent. Luid is de donderende rivier met momenten zeker, om dan plots weer te transformeren in een idyllisch kabbelende stroom. Ook het wandelpad varieert van zonnig en goed beloopbaar naar smal, mossig en glibberig. Door de weelderige plantengroei, glanzend zwarte rotswanden en de vochtige atmosfeer waan je je met momenten in een prehistorisch regenwoud, waar het je amper zou verbazen als er een hobbit of een elf zou opduiken. Oké, misschien heb ik ietsiepietsie te vaak naar Lord of the Rings gekeken. Razend hoogtepunt is de Devils Cauldron, oftewel duivelsketel, waar het water in een dramatische draaikolk een oorverdovend geluid produceert. De onbeveiligde treden naar het uitkijkpunt maken het des te spannender. En die tieners maar lachen met mijn knikkende knieën.
‘Fowey’ rijmt op ‘joy’
Quaint is het woord dat de typische Cornish kustplaatsjes als Fowey het best omschrijft. Een mix van een beetje apart, schilderachtig en een snuifje ouderwets. Fowey spreek je het uit als foy, wat volgens de inwoners rijmt op joy. Ik word in elk geval blij van de overdaad aan tropische planten, het kristalheldere water, de kleurrijke huizen en de charmante winkeltjes. Nóg blijer word ik van de rondleiding met proeverij bij Fowey Valley Cider. Ooit vergaapten Victoriaanse dames en statige heren vanuit hun bootjes zich aan de kleurenpracht van de roze en witte appelbloesems doorheen de vallei. Een beetje zoals de bezoekers aan de Japanse kersenbloesems nu, minus de smartphones en selfiesticks. Helaas is de boomgaard van artisanaal cidermaker Barrie nu nog een van de weinige overgebleven boomgaarden in de omgeving. Bijna dertig jaar geleden startte hij samen met vrouw Geraldine met het maken van appelcider van de zes appelbomen uit hun tuin. ‘Je kunt maar een bepaald aantal appeltaarten bakken en we wilden onze oogst ook niet weggooien’ grapt Barrie. Ze persten de appels met de hand en de oogst werd aangevuld door die van vrienden en buren. Dat is ook nu nog het geval: voor elke 15 kilo appels die je aanlevert, word je vergoed in cider. Met de hand persen is er niet meer bij, maar verder veranderde er weinig aan het productieproces. Het resultaat is een vintage cider, geproduceerd volgens de Méthode Traditionelle - een arbeidsintensieve maar gekende methode om champagne of mousserende wijn te maken - waarbij de gisting in de fles plaatsvindt. ‘Na de gisting worden de flessen gedurende tien weken met de hals naar beneden gelegd en dagelijks een kwartslag gedraaid, zodat het bezinksel in de hals van de fles zakt. Om het bezinksel te verwijderen, bevries ik de hals en haal met de hand de kroon eraf. Door de opgebouwde druk in de fles schiet het bevroren sediment uit de fles, waarna die wordt aangevuld met een beetje suiker om een zoetere brut te verkrijgen.’ vertelt Barrie gepassioneerd. ‘Het is heel veel werk, maar voor mij is het een labour of love’. Ondertussen verdiept Barrie zich ook in het distilleren van gin, vodka, brandy en eau de vie, waarbij hij dezelfde filosofie hanteert: elke fles wordt met de hand en een flinke dosis liefde gemaakt en dat proef je. Gelukkig hebben we nog wat kofferruimte over in de camper.
Verloren lopen in de mooiste tuinen
The Lost Gardens of Heligan: het klinkt wat als een Indiana Jones-film en zo voelt de subtropische reis door de jungle met bamboetunnels, majestueuze boomvarens en een heuse hangbrug ook aan. In de pineapple pit wordt de bodem verwarmd door ontbindende paardenmest, zodat er ananassen kunnen groeien. Tropisch fruit van Engelse bodem: wie had dat kunnen denken? De kronkelende paden leiden ons verder over het 200 hectare grote landgoed en we dwalen langs de Victoriaanse groentetuin, de boerderij en het bosgebied waar merkwaardige sculpturen verstoppertje spelen. ‘Ssssht, maak de Mud Maid niet wakker!' fluistert de dochter. De verloren wereld onthult ook een overdaad aan camelia’s en rododendrons, waarvan de vroegste aanplant dateert rond 1850. Staat de tijd hier misschien soms stil? Het lijkt in elk geval wel zo.
De Engelse Mont Saint-Michel
Lange afstand wandelpaden fascineren me en dus voel ik vlinders in mijn buik wanneer we bij Lizard Point eindelijk het South West Coast Path op lopen. Het hele pad wandelen, met een lengte van 1014 kilometer officieel de langste bewegwijzerde wandelroute van het land, zou ons enkele weken kosten… Dus besluiten we op onze roadtrip enkele stukjes mee te pikken. De zee kolkt woest in de diepte onder de steile kliffen, de wind doet mijn haren alle kanten uit vliegen en ik geniet tot in de topjes van mijn tenen van de sensationele uitzichten en de zon op mijn snoet. Ja, het klimaat hier in het zuiden is helemaal zo slecht nog niet. Tot aan het populaire Kynance Cove spotten we amper één andere wandelaar, een zeehond en een handvol vogels. Aan St. Michaels Mount (in de volksmond ‘the mount’), het kleinere broertje van de Franse Mont Saint-Michel, krioelt het dan weer wel van de bezoekers. Het is al vrij laat wanneer we bij laagwater het getijdeneiland bereiken over de kasseiweg. Hier verhandelden de Cornish lang geleden hun tin aan de Feniciërs en in de middeleeuwen werd het een pelgrimsoord. Na een korte toer rond het kasteel komt het water razendsnel op. Zelfs een sprintje kan onze voeten en broek niet droog houden. Brr, het water is koud! Laat in de middag komen we aan bij het meest zuidwestelijke punt van Engeland: Land’s End. De parkeerplaats is leeg en het wandelpad ook, de hordes toeristen zitten vast en zeker warm en knus aan hun cream tea. Wij trotseren de strakke wind en worden beloond met een zonsondergang van een betoverende schoonheid. Is dit het begin of het einde van dit eiland?
Woelig mijnverleden
Voor liefhebbers van de serie Poldark, waarin de knappe Cornishman Ross Poldark drie mijnen wil redden en ondertussen het hart van de beeldschone Demelza probeert te veroveren, is een tussenstop in het mijngebied ongetwijfeld het hoogtepunt van hun reis. Botallack Mine, UNESCO werelderfgoed, geeft ook gewone stervelingen een fascinerend kijkje in de florerende mijnbouw in de regio, nu meer dan een eeuw geleden. De mijn strekte zich uit onder de zeebodem en produceerde ongeveer vijftienduizend ton tin, twintigduizend ton koper en duizendvijfhonderd ton geraffineerd arseen voordat de mijn in 1895 definitief sloot. De technologieën die in deze periode ontwikkeld werden, leverden een enorme bijdrage aan de industriële revolutie in de rest van het land én hadden een fundamentele invloed op mijnbouwtechnieken over de hele wereld. Aan de vijfhonderd mijnwerkers die hier dagelijks hun leven op het spel zetten, probeer ik maar niet te veel te denken. In plaats daarvan geniet ik van de echte hoofdrolspeler: het dramatische, onstuimige landschap.
Life is a beach
Zon, zee, strand en meeuwen die je ijsje of Cornish pasty uit je handen rukken vooraleer je een hap kunt nemen: St. Ives is een typische badplaats. Hoewel het weer mooi is voor de tijd van het jaar, zou het nooit bij mij opkomen de koude zee in te duiken. Toch spetteren de zwemmers er vrolijk tussen de plezier- en vissersboten, alsof het een zonnige hoogzomerdag is. In kleine straatjes wisselen restaurantjes, winkels met prullaria en kunstgaleries elkaar af. Liefhebbers van moderne kunst komen aan hun trekken in de plaatselijke vestiging van de Tate Gallery. Liefhebbers van lekker eten en drinken, zoals wij, negeren de frisse wind en schuiven aan op een van de overvolle terrasjes. Cheers!
Het kasteel van koning Arthur
In het dorpje Tintagel kijken we reikhalzend uit naar het kasteel. Niets. ‘Ben je wel zeker dat het hier is?’ vraagt de zoon een beetje spottend. Van Tintagel Castle is er maar weinig meer over: slechts een ruïne herinnert aan wat ooit een kasteel was. De legende gaat echter dat hier King Arthur verwekt werd, met de hulp van tovenaar Merlijn wiens grot het klim en klauterwerk wel meer dan waard is. Ook hier zijn het de vergezichten over de wilde Atlantische oceaan en de ruige kliffen die met mijn aandacht gaan lopen. De wildheid van dit stukje natuurpracht is dan ook moeilijk te evenaren. Hoewel het vasteland roept, willen wij ons nog niet losmaken van dit paradijselijke stukje eiland. Zeker niet wanneer we op de camping een wandelpad ontdekken dat ons naar The Rocky Valley leidt. Daar genieten we een laatste moment van de ontembare golven, de ongerepte natuur én de zon.
Cornwall verkennen met je camper? Je vindt alle praktische info in de online Reiswijzer op pasar.be
Mag de hond mee?
Je hond meenemen naar het Verenigd Koninkrijk is - zelfs na de Brexit - vrij eenvoudig.
Enkele voorwaarden waar je aan moet voldoen voor de overtocht zijn:
- Als reisdocument voor je hond heb je een Europees Dierenpaspoort nodig dat in een EU-land is afgegeven.
- Je hond moet gechipt zijn en het microchipnummer moet overeenkomen met het nummer dat in het reisdocument wordt vermeld. Identificatie door middel van een tatoeage is ook toegestaan, als die niet later dan 3/7/2011 is aangebracht.
- Je hond moet ingeënt zijn tegen rabiës (hondsdolheid) en dit moet correct vermeld worden in het reisdocument. Na de eerste inenting geldt een wachttijd van 21 dagen. De meest recente vaccinatie moet nog geldig zijn.
- Je hond moet worden ontwormd bij de dierenarts, minstens 24 uur en hoogstens 120 uur voor de geplande aankomsttijd. Het ontwormingsmiddel moet het werkzame bestanddeel Praziquantel bevatten. Ook de ontworming moet correct vermeld worden in het reisdocument.
Meer informatie vind je op de officiële website van de Britse overheid:
Treinen of varen?
Eurotunnel: wij kozen voor een treinreis door de kanaaltunnel. De treinen bestaan uit compartimenten met een dubbeldek en een enkel dek, waardoor ook hoge voertuigen makkelijk op de trein kunnen.
Voordelen:
- vlotte incheck met je huisdier langs de huisdierenreceptie, uitlaatzones zijn voorzien
- kom je iets te vroeg aan, kan je vaak al met een vroegere trein mee
- korte reistijd (35 minuten)
- prijs is per voertuig, inclusief 9 personen
Veerboot: De snelste overtocht maak je vanuit Calais naar Dover (90 min), dichterbij vaar je ook vanuit Duinkerken (2 uur). Ook campers kunnen gemakkelijk aan boord van de ferry.
Voordelen:
- je hoeft niet in je auto te blijven (je hond wel, of in een kennel aan boord) en kunt dus even de benen strekken, shoppen of iets eten tijdens de overtocht.
- er zijn verschillende maatschappijen die de overtocht aanbieden, waardoor je soms goedkoper uitkomt met de boot.