Bekeerd tot het camperdom
Na jaren verkeren in het vagevuur van de caravan bekeren heel wat kampeerders zich tot het ware geloof van de camper. Wanneer zagen ze het licht? Hoeveel spijt hebben born again camperaars dat ze niet eerder de caravan afzweerden?
- Kamperen
Ieder zijn overtuiging, maar het is een feit dat nogal wat caravangebruikers na verloop van tijd overschakelen op een camper. Wat is daarbij hun motivatie? Wat zijn de voordelen van camperen ten opzichte van caravannen? En wat is het gevolg van die overstap? In een vorige editie van Campertijd zei Luc Zaman, voorzitter van de Pasar Kampeerwerking, het al: ‘We gaan nu vaker op pad. De camper doet veel meer dienst dan de caravan.’ Voormalige caravanners getuigen.
‘Je haalt meer uit je vakantie met een camper’
Geert Depuydt is aangesloten bij Pasar Ardooie-Oostkamp en is dikwijls met de camper op pad met de Pasar-camperclubs Zwervers Roeselare en Zwervers Leuven. ‘Dat zijn toffe bendes, het zijn goede vrienden geworden. Sinds we met Zwervers Leuven mee naar de Dordogne zijn geweest, doen we actief mee. Dat betekent elke maand wel een activiteit. Meestal bestaat zo’n lang weekend uit een bedrijfsbezoek, een fietstocht, een etentje… We dragen nu ook ons steentje bij in de organisatie: in oktober camperen we met 25 campers in de omgeving van Ardooie.’
Ook individueel gaan Geert en zijn vrouw graag op pad. ‘In schoolvakanties proberen we af en toe weg te gaan met de kleinkinderen (nu 7 en 4) en in de zomer eens een weekje naar zee. Als de kinderen hier zijn, zeggen ze altijd: “Wanneer gaan we nog eens weg met ons huisje?” Als we zelf een weekendje weggaan, trekken we vaak naar Vlaams-Brabant en Limburg. Als oud-para kom ik graag nog eens in Diest en Leopoldsburg.’
De Depuydts rijden sinds vier jaar met een Dethleffs T4. ‘We kozen bewust voor een klein model omdat hij thuis in de garage moet passen, al heb ik die toch iets vergroot, met dank aan de buren. Onze caravan stond in Hooglede. Dan moesten we altijd eerst daarnaartoe als we hem eens wilden gebruiken.’
Geert begon zijn kampeercarrière met een tent. ‘Ik was het gewend om te bivakkeren en kocht midden jaren 1980 een grote bungalowtent. Mijn vrouw was sceptisch. “Met wie denk jij te gaan kamperen?” vroeg ze. Uiteindelijk draaide ze bij, want de kinderen wilden wel mee en anders moest ze alleen thuisblijven (lacht). Vandaag is mijn vrouw de hevigste kampeerder, ze bereidt elke reis tot in de puntjes voor.’ Met de tent wilde Geert eerst naar de Ardennen, maar de buren raadden hem aan om meteen naar de Ardèche te trekken. ‘Dat is niet zo ver en het is er altijd goed weer. Het was een van de mooiste vakanties ooit.’ Hij koestert zijn tent nog. ‘Ik zet ze af en toe op in de tuin voor de kleinkinderen, dan slapen we buiten.’
Daarna kwam een vouwtent, vooral om niet meer op de grond te hoeven slapen. ‘In Lourdes hadden we eens zoveel regen dat het water door de tent stroomde. Daarom kochten we die hogere vouwtent. Daar hebben we vrij lang mee gedaan.’ Toen de kinderen het huis uit gingen, schaften de Depuydts zich een caravan aan. ‘Voor meer ruimte en comfort. Je hebt je eigen wc en badkamer, al gebruik je die niet veel als je toch op een camping staat. Dat was heel fijn, we hebben er een tiental jaar mee gedaan, maar op de duur waren we het sleuren beu. Het was een tweedehandscaravan en omdat die dus al een beetje ouder was, zat er geen mover bij om de caravan automatisch en zonder trekken en duwen op de juiste plaats te krijgen.’
‘Toen mijn vrouw ook met pensioen ging en we vaker weg konden, wilde ze een camper. Dat hoefde ze geen twee keer te zeggen. In het bestuur van onze Pasar-afdeling waren Johan Devaere en ik de enige kampeerders – hij met een camper, ik met de caravan – en we hadden het er vaak over. Hij had me al overtuigd om eens een camper te proberen. We gingen langs bij Denys in Tielt en raakten meteen verslingerd aan een toonzaalmodel. De verkopers waren allerminst opdringerig: “Denk er nog eens rustig over na.” Maar op weg naar huis hadden we de knoop al doorgehakt. Een week later hebben we hem gekocht.’
Waarom dus die camper? ‘Voor het gemak: je hebt alles altijd bij de hand, je hoeft er onderweg niet uit, je bent vlugger ter plaatse en je kunt elke dag naar een andere plek. Terwijl het met een caravan zo’n klus is om je op de camping te installeren, met die voortent erbij. Dan breek je niet op na één dag.’ Camperen heeft hun reisgedrag zeker veranderd. ‘O ja, met een caravan kom je lang niet zo snel vooruit. Met een camper kun je veel grotere afstanden afleggen en rondtrekken. Met de caravan bleven we langer op maar één of een paar campings in Frankrijk staan. We bleven langer ter plaatse en maakten er een fietsvakantie van. Nu trekken we verder en maken we een rondreis, bijvoorbeeld in Kroatië. Je ziet meer, je haalt meer uit je vakantie met een camper.’
Camperen is hun enige manier van reizen geworden. ‘Als je er zoveel geld in stopt – want een camper is niet goedkoop – moet je niet op hotel gaan. Ik vind het soms jammer dat we daarom niet meegaan op andere Govaka&Pasar-reizen, maar ja, je moet keuzes maken in het leven. Wij kunnen dertig dagen weg met onze camper, terwijl iemand anders voor hetzelfde geld maar tien dagen op hotel kan. Ook door zelf te koken bespaar je veel. En we vinden het leuk om eens naar een lokale markt of supermarkt te gaan.’
Reizen met de camper bevalt Geert beter dan met de caravan. ‘Ik zit er comfortabeler in dan in een auto. En hoger, je ziet het verkeer beter. Ja, het is zeker veiliger met de camper dan met de auto en de caravan, die al eens durft te slingeren onderweg. Maar een heel grote camper zou ik nooit kopen, die is me te lang en te breed. Je komt op reis soms in kleine steegjes terecht, hoor. Het parkeren alleen al!’
Vergeleken met de caravan heeft een camper ook nadelen. ‘Als je met een caravan reist, heb je je auto bij de hand en kan je tot in een stad rijden. Dat kan met een camper niet. Daarom moet je altijd wel fietsen meenemen, die zijn nodig om boodschappen te doen en ter plaatse wat uitstappen te maken. Misschien dat we later e-fietsen kopen.’
‘Als we onze kampeercarrière over moesten doen, hadden we misschien de caravan overgeslagen, maar hij had toch zijn nut. Hij was ook niet zo duur als een camper. Je kunt een camper ook huren, maar dat is weggegooid geld als je later toch zelf een camper wil.’
‘Caravan was een echte sleurhut geworden’
Ook Patrick Luyckx koos vijf jaar geleden bewust voor een niet te grote camper, een Hymer ML 560 op Mercedes. ‘Voor twee personen, de kinderen gaan niet meer mee. Het is onze eerste camper, na twee caravans.’
Het gezin kampeerde voor het eerst in een stacaravan van een tante aan de Semois en schafte zich in 1990 een TEC aan. ‘Dat was een soort instapmodel, een probeersel. Niet echt een succes, want we hadden algauw last van waterinsijpeling.’ Maar once you go TEC, you never go back: zodra je begint te kamperen, zit je eraan vast. Patrick had zijn lesje wel geleerd en koos in 1999 voor degelijkheid met een Viking 555. ‘Dat was een grote tandemasser voor het hele gezin (3 kinderen). Die hebben we intensief gebruikt. Elke schoolvakantie waren we weg. Meestal niet ver.’
De laatste jaren reisden ze wel wat verder en dat werd een keerpunt. Patrick was inmiddels reisbegeleider bij Govaka&Pasar en trok met kampeerders naar Spanje, Zwitserland… ‘Dat was zonder de kinderen. De caravan werd te groot te voor ons alleen. Het was wel handig, zo’n groot ding, omdat je als reisbegeleider toch wel wat meesleurt aan documenten, vlaggen enzovoort. Het was een echte sleurhut (lacht).’ Dat is niet altijd even prettig was als je bij zo’n rondreis maximaal twee nachten op één camping staat. ‘Een caravan is een heel gedoe. Bovendien heb je altijd een camping nodig. Camperplaatsen voor caravans zijn er niet, hè. Zelfs de andere caravanners van de groep neigden steeds meer naar campers, om sneller te kunnen vertrekken, gemakkelijker een tussenstop te kunnen maken en zo meer. Vandaag doen we met de camper meestal één grote reis, zoals naar Portugal in september, en enkele kortere trips of een verlengd weekend. We reizen natuurlijk ook privé rond, soms in combinatie met prospectie voor een rondreis.’
Hun camper is klein, maar comfortabel om ermee te reizen. ‘Je kan er makkelijk tussenstops mee maken, voor een afspraak of een verkenning. Met de caravan moest ik eerst naar een camping, om dan pas met de auto te kunnen rondrijden. Met een camper ben je ter plaatse iets minder mobiel dan met een auto, maar als je elektrische fietsen meeneemt, vult dat de hiaten wel.’
Patrick en zijn vrouw zijn nu ook vaker weg. ‘De camper staat altijd vertrekkensklaar, we hoeven enkel de koelkast nog te vullen. We gebruiken hem zelfs voor daguitstappen. Het rijdt ook makkelijker dan een auto met caravan, al heb ik daar nooit tegenop gezien omdat ik beroepshalve, als elektro-installateur, ook vaak met een aanhangwagen rijd. Ik heb wel vrienden voor wie het reizen met de caravan te veel werd. Het is ook altijd erg wennen aan een caravan als je er lang niet meer mee gereden hebt.’
Hij heeft geen spijt van zijn twee caravans. ‘Onze evolutie naar de camper was voor ons de best mogelijke. Een caravan is ideaal met kinderen: met een voortent erbij heb je veel ruimte, de auto is er voor uitstappen. Met een camper zit je meteen ook in een hogere prijsklasse, wat voor veel (jonge) gezinnen lastig is. Ook is het voor kinderen leuker om langer op één camping te blijven, wat je sneller doet met een caravan, want ze hebben er binnen het halfuur al vriendjes.’ Ondanks de prettige tijden zijn de kinderen als volwassenen geen kampeerders geworden. ‘Caravan of camper, het is toch een hele investering voor jonge gezinnen.’
Net zoals voor de tweede caravan koos Patrick voor zijn camper bewust voor kwaliteit. ‘We hebben voor deze camper wat meer betaald dan iemand anders voor zijn eerste camper zou doen. Maar het voordeel is dat je er dan, zoals met onze Viking, nooit grote kosten aan hebt. We hopen er dus nog een paar jaar mee te doen, tenzij de milieunormen veel strenger zouden worden.’
Terugkeren naar de caravan is uitgesloten? ‘Zeg nooit nooit, ik ken een reisbegeleider met een camper die op oudere leeftijd niet meer zoveel wilde rondreizen en voortaan liever in eigen land bleef. Hij heeft zich opnieuw een caravan aangeschaft.’
‘Citytrippen met de camper’
Patrick Palmers, onze directeur Pasar Kamperen, is van kindsbeen af gewend aan kamperen met de caravan, voor de jaarlijkse vakanties van het grote gezin in Zwitserland en aan de kust. ‘We kampeerden eerst met een Constructam, daarna een IT. Later, met mijn vrouw, ging ik kamperen met een tent, maar al snel kochten we een caravan. Caravannen met ons jonge gezin was pure nostalgie voor mij, ik kon mijn kindertijd herbeleven.’
‘Naarmate de kinderen groter werden, groeide bij ons – nomaden die we ook zijn – de behoefte aan meer diversiteit in onze vakanties, aan kortere trips, rondtrekken en nog meer streken en steden bezoeken. Lang op één camping blijven zat er steeds minder in. En dan is een caravan – waar toch wat werk aan is om ze te installeren en op te breken – minder ideaal. Zes jaar geleden was dat de belangrijkste motivatie om over te schakelen naar een camper. Buiten de zomervakanties in verlengde weekends citytrips doen kan natuurlijk ook op hotel, maar het kamperen zit ons in het bloed. Bovendien is het elk jaar makkelijker om bij of in Europese steden te camperen, dankzij de ontwikkeling van camperplaatsen. Citytrippen met een camper is goedkoop en je doet het in je eigen tempo. Met fietsen of openbaar vervoer bij de hand ben je snel in de stad die je wil bezoeken. Zo hebben we al heel wat steden in elk seizoen kunnen ontdekken. Elk jaar doen we ook een lange reis, met twee, maximaal drie nachten op plekken waar het fijn is, of één nacht als we het er snel voor bekeken houden. Ideaal met de camper.’
‘Toch blijft mijn waardering voor caravans groot. En waarom niet in combinatie met een camper? Een stevige buscamper met een compacte, gerieflijke caravan erachter: zo kan je met kinderen en kleinkinderen op vakantie, blijven de jonge gezinnen op de camping en toeren de oudjes met de buscamper verder. Een toekomstdroom…’