Hoe kies je een tent om te winterkamperen?

Een verkeerde keuze bezorgt je niet enkel een nachtje rillen, maar kan ronduit gevaarlijk zijn. Daarom neem je volgende vragen best in overweging.

Kies je voor een 3-seizoenstent of een 4-seizoenstent?

Een 3-seizoenstent ademt beter en weegt minder. En is daardoor geschikt voor lente, zomer en herfst. Een dubbele wand beschermt kampeerders tegen weer, wind en beestjes, maar je moet er niet mee naar de Himalaya trekken.

Eigenlijk is een 4-seizoenstent slechts geschikt voor één seizoen: de winter. Want ga je ermee op pad in de zomer, dan slaap je geheid in een sauna. Een wintertent doorstaat intense wind en sneeuwval. De ideale 4-seizoenstent bewaart het evenwicht tussen warmte, stevigheid en gewicht. Een robuuster frame zorgt ervoor dat het gewicht van sneeuw je tent niet meteen doet instorten. Minder mesh betekent extra gewicht, maar ook meer warmte. De stof van 4-seizoenstenten breekt de wind en houdt je, ook tijdens sneeuwbuien, droog.

Op welk terrein ben je actief?

Doorgewinterde (ha!) bergbeklimmers opteren best voor een 4-seizoenstent die in de bergen overeind blijft boven de boomgrens. Dit soort tenten heeft meer opbergruimte, zodat je die lading aan kleren en spullen om je warm te houden vlotjes kan wegsteken. Dubbele muren zorgen voor bescherming bij de ruigste omstandigheden.

Een bivaktent weegt minder en heeft een kleiner bodemzeil, ideaal voor de waaghalzen die hun kamp willen optrekken op smalle richels. Een enkele muur betekent minder gewicht, maar zelfs met zo’n tent ben je nog altijd beschermd tegen de weerselementen. Doordat ze snel op te zetten en af te breken is, kan je als de wiedeweerga weg bij flukse weersveranderingen.

De meeste 4-seizoenstenten combineren het beste van twee werelden: gemakkelijk en vlot op te trekken, lichter dan de pure klimtenten, maar wel met dubbele muren. Mesh op strategische plekken zorgt voor luchtcirculatie en vermijdt vocht. Deze tenten zijn geschikt voor iedereen die onder de boomgrens blijft - van skitoerders tot (sneeuwschoen)wandelaars.

Hoe groot moet je tent zijn?

Stel jezelf de vraag: met hoeveel mensen ga je ‘m gebruiken? Kies je een te grote 3-seizoenstent, dan sleur je extra kilo’s mee. Maar een te grote wintertent betekent meer ruimte om op te warmen. Lees: koude nachten. Voorzie eventueel wel ruimte voor een verwarmingstoestel.

Welke materialen kies je best?

De meeste tenten zijn gemaakt van nylon of polyester. Beide hebben voor- en nadelen. Nylon is beter bestand tegen slijt, maar polyester absorbeert minder water.

Op welke kenmerken moet je letten?

• Stokken. Die zijn bij wintertenten onverwoestbaar en blijven zelfs overeind bij rukwinden. Gemaakt van aluminium om niet te bevriezen.
• Ingangen. Bedenk je hoeveel ingangen je nodig hebt om alle kampeerders gemakkelijk in en uit de tent te krijgen.
• Ventilatie. In de winter is het juiste evenwicht tussen warmte en gewicht cruciaal. Tenten specifiek voor bergbeklimmers zijn warmer, andere wintertenten voegen een dosis lichtheid en ademend vermogen toe.
• Voortenten. Belangrijk als je tijdens het bergbeklimmen veel materiaal moet wegsteken, maar voegen ook extra kilo’s toe aan je lading. Sommige tenten hebben extra zware flap om de voortent tegen sneeuw te beschermen.

Hoe kies je je wintertent?

Bepaal eerst of je een 3- dan wel 4-seizoenstent behoeft. Ga je een keertje bij mild herfstweer bivakkeren, dan moet je je beslist nog geen wintertent aanschaffen. Bestaat de kans op sneeuw, gure wind of lage temperaturen, dan kies je wel best voor een 4-seizoenstent. Vernauw de opties door te bedenken voor welke activiteiten en terreinen je de tent gaat gebruiken. Wie enkel op het vlakke wil winterwandelen, heeft geen tent nodig voor het hooggebergte.

Keuze gemaakt? Lees onze tips om te kamperen in de sneeuw.

Toch nog wat schrik voor de kou? Probeer eerst een te overnachten in een tipi.