Goed ingedeeld: zo doe je dat

‘Durf ik?’ Bram neemt de wipzaag. Hij staat op het punt om een eerste gat – voor een raam – in de carrosserie van onze camper in spe te zagen. Een secuur werkje. ‘Het kan niet misgaan,’ zeg ik. We hebben de handleiding een paar keer doorgenomen en alles zorgvuldig afgemeten en afgeplakt. De gensters vliegen in het rond als Bram de zaag door de bus jaagt. Het is midden maart en je zou niet zeggen dat het koud buiten is. Spanning gaat blijkbaar gepaard met warmte.

Stap 1: Drie ramen, ventilatie, aansluitingen: check

In totaal willen we vandaag drie ramen installeren: twee zijramen en één dakluik. In plaats van efficiënt meteen drie gaten te zagen, werken we eerst één raam volledig af. Kwestie van aan vertrouwen te winnen voor de volgende twee. Ik vijl de scherpe randjes van de opening en behandel ze nadien met roestverf. Dat heb ik trouwens overal in de laadruimte al gedaan, want onbehandeld roest kan je kostbare wagen kraken. Bram maakt intussen een houten kader en lijmt die aan de binnenkant van de opening.

Zodra het kader stevig hangt, kunnen we het camperraam bevestigen. Een streepje afdichtingskit in het raamframe en langs binnen vastschroeven. Eigenlijk is zo’n raam plaatsen niet zo moeilijk, maar elke stap duurt lang. Misschien ligt het aan ons en willen we te veel op te korte tijd of zijn we te voorzichtig? De avond breekt aan en we hebben één raam geplaatst en een ander gat gezaagd. Morgen gaan we verder.

Een week later zitten de drie ramen in onze kampeerbus en weten we ook meteen dat het niet binnen regent. Een typisch Belgische stortbui heeft ons dat verzekerd. Intussen zitten er zelfs ‘champignonnen’ in het dak. Die dingen dienen voor ventilatie en luchtcirculatie. Ook zijn de aansluitingen voor water en elektriciteit er al, want we willen onze camper kunnen koppelen aan het elektriciteitsnetwerk van bijvoorbeeld een camping en we zullen werken met een watertank, zodat we altijd water bij de hand hebben.

Stap 2: Zonnepanelen, toilet,isolatie: klaar

Het is een zonnige dag midden april. Vandaag plaatsen we – je kan het al raden – op het dak twee grote zonnepanelen. Die zullen ons, samen met een grote batterij, van energie voorzien op dagen dat we off grid kamperen. De panelen hoeven enkel vastgelijmd te worden op het dak en dus niet vastgeschroefd. Maar wat als ze lossen? Zorgen voor later, eerst anti-rammelmatten kleven aan de binnenkant van de bus. Dat is folie die de trillingen dempt als je rijdt, zodat je camper niet te hard rammelt dus.

‘Zo, we kunnen bijna een plasje doen.’ Ik klik het pas geïnstalleerde wc-luik dicht. We kiezen voor een vast toilet in onze camper en via dat luik kunnen we de cassette in de toekomst leegmaken en reinigen. Met de installatie van het wc-luik zitten de grootste werken aan de buitenkant van de camper erop en dus kunnen we vanaf nu de binnenkant aanpakken. Onze eerste stap: isoleren.
Je huis isoleer je, dus doe je dat ook in je huis-op-wielen. Door dat goed te doen, bespaar je energie én je houdt de ruimte zo beter op temperatuur. Een niet geïsoleerde camionette kan ijselijk koud zijn in de herfst en winter en snikheet in de warme maanden. Met plezier halen we dus de vaste vloer van de wagen er even uit om er isolatieplaten onder te plaatsen.

Ook alle wanden en het plafond krijgen een isolatielaag. Een tergend traag werkje, want alle platen moet je op maat snijden, met uitsparingen rond de ramen en de geïnstalleerde water-, elektriciteit- en wc-aansluitingen. In alle spleten proppen we ook isolerende schapenwol. Op deze eerste isolatielaag kleven we nog noppenfolie met een laag aluminium. Die aluminium zorgt voor extra reflectie van warmte of kou. Beetje per beetje tover ik onze kampeerwagen om in een futuristisch ruimteschip.

Stap 3: Testdrive

Het is al begin juni, als ik het laatste stukje folie kleef. Hoe vlot we midden maart ook begonnen waren, zo traag gaat het nu. Tergend traag, naar ons gevoel. We werken elk weekend in onze camper en klussen ook vaak verder op weekavonden. Een lange natte periode stak natuurlijk wel een tijd stokken in de wielen, want onze oprit is ons atelier en werken in de regen is op z’n minst gezegd onhandig.
Om de animo erin te houden, beslissen we om met Pinksteren op weekend te gaan. Mét de camper. We gooien een matras op de grond, nemen twee kampeerstoelen mee en trekken naar het Nederlandse natuurcentrum De Maashorst. Het is mooi weer en we genieten van onze eerste campertrip, ook al is de bus allesbehalve klaar. Bij het ontbijt voelen we ons opnieuw gemotiveerd: we sliepen als een roosje. Die uren isoleren hebben duidelijk hun nut gehad.

Terug thuis vliegen we erin: ik schroef de houten panelen weer tegen de muur – wat voelt dat goed – en Bram begint aan het frame van het bed. Eerder installeerde hij al een wand tussen de bestuurderscabine en leefruimte. Ons bed wordt een hoogslaper. Onderin komt een uitklapbare tafel en is er ruimte voor stockage. We verzagen twee Ikea-lattenbodems tot ze perfect passen. We gooien de matras erop en en ploffen neer op ons bed. Heerlijk! De ruwbouwfase zit er eindelijk op, de opbouw kan beginnen.

Diezelfde avond nog buigt Bram zich over het elektrisch schema. Op de terugweg na ons weekendje weg stoppen we bij camperwalhalla De Wit-Schijndel. We laten ons informeren over de elektriciteit in een camper en keren met zakken elektrisch speelgoed huiswaarts. Een paar dagen later schuift een koerierdienst nog een batterij van 65 kilo de hal in, samen met een zak plafondspotjes. ‘Vanaf nu zal het snel gaan,’ zegt Bram ’s avonds bij het slapengaan, en hij knipt het licht uit.

Noot van de redactie: je eigen kampeervoertuig bouwen is een ingewikkelde klus. Tijdens het bouwproces moet je de vereisten om je voertuig te homologeren goed in het oog houden. Alle informatie over wat wél en niet mag vind je op www.vlaanderen.be.