Waar fietsen we naartoe? Verrassing!
Waar zullen we eens naartoe fietsen? Laat je verrassen… Een secret fietstripje is het ideale concept. Reporter Mieke Vercruijsse start in het hippe Bergen, fietst over RAVels langs terrils, wijngaarden, carnavalsstad Binche, kleine dorpen, vierkanthoeves en abdijen, om te eindigen in het industriële heden en verleden van Charleroi.
- Fietsen
We hebben een secret fietstripje geboekt. Spannend! Samen met mijn vriendin twee dagen fietsen, vertragen en gezellig bijpraten... Wat een heerlijk vooruitzicht! Wordt het de zee, de Kempen, Haspengouw, de Ardennen? O, wat zijn we nieuwsgierigheid! Enkele dagen voor ons vertrek hou ik mijn mailbox extra in de gaten. En plots loopt het mailtje binnen: ‘Hallo Mieke en Katrien. Tadaaaam, de eerste dag van jullie secret trip is hier.’ Mijn ogen schieten over het scherm en mijn hart maakt een sprongetje: we gaan naar Henegouwen! Leuk. In de mail vind ik gedetailleerde info voor dag 1, wat praktische zaken en de route in gpx-formaat. Ik kies ervoor om niets over de streek te lezen en alles rustig over me heen kan laten komen. Op en top slow travel, daar gaan we voor!
Oeps, foute start …
Eerste opdracht: met de trein naar Bergen, elektrische fiets als partner. Katrien, die haar reis in Gent start, ontmoet ik bij het opstappen in Halle. Samen sporen we over La-Louvière naar Bergen. In La Louvière loopt het al even mis. We zijn volop aan het bijpraten. Als de trein stopt in La Louvière, reppen we ons om onze fietsen uit de trein te sleuren. Geen makkelijke klus. In het piepkleine station van la Louvière Centre krijgen we onze fietsen en onszelf met veel moeite naar beneden en terug naar boven naar een ander perron. Na wat chaotisch heen en weer lopen, beseffen we dat we in het foute station afgestapt zijn. We moesten nog enkele minuten blijven zitten tot in La Louvière Sud. We beslissen de afstand met de fiets te overbruggen. Handig toch? Na enkele kilometers komen we aan in het grote station La Louvière en staat de trein richting Bergen al te wachten op perron 1. Een meevaller.
Wow, Calatrava!
Iets later dan verwacht komen we aan in Bergen, de hoofdstad van de provincie Henegouwen. Het indrukwekkende station in aanbouw getuigt van een knap staaltje architectuur. Het is de bekende Spaanse architect Santiago Calatrava die zijn creativiteit de vrije loop mocht laten. Hip en trendy, dat is het eerste dat bij me opkomt als ik het stationsgebouw zie. De gsm installeren we in de houder en als de route verschijnt, starten we onze tocht. We fietsen eerst in een lus rond het stadscentrum en rijden langs heel wat groene plekjes om uiteindelijk naar het hart van Bergen te trappen. Eén van de prachtige kunstwerken die we passeren is Lucie et les papillons van de hand van de Franse kunstenaar David Mesguich. Het werk, opgetrokken uit meer dan 1600 driehoekige stalen vlakken, staat in de schaduw van de imposante Collegiale kerk van de heilige Waudru. Op de Markt zoeken we nieuwsgierig het bekende aapje Le Singe du Grand Garde aan de gevel van het stadhuis. Erover wrijven zou geluk brengen. ‘Baadt het niet, dan schaadt het niet’, denken we en ons hand glijdt even over het kleine beeldje. We laten de stad achter ons en na enkele kilometers rijden we de RAVel L109 op. De spoorlijn, in dienst tot 1971, heeft plaats gemaakt voor een prachtig fietspad door het verstilde landschap. Deze RAVel - het woord is de afkorting van Réseau Autonome Voies Lentes - is in totaal 45 kilometer lang en verbindt Chimay met Thuin. Het is volop genieten en gezellig doortrappen op deze kaarsrechte, vlakke weg. De streek rond Mons heeft een rijke geschiedenis met mijnen in de hoofdrol. Dat is ook merkbaar in het landschap. De Terril l'Héribus met zijn 137 meter hoogte kan je opwandelen. Dat doen wij niet, want rond de middag hebben we een afspraak in het dorpje Nouvelles. Onze maag begint wat te knorren, maar we komen niets tegen om eten of drinken te kopen. Een tip voor wie deze fietstocht onderneemt: zorg voor wat eigen bevoorrading…
Welkom in de tuin bij Guy
We verlaten de RAVel en fietsen richting Nouvelles. Dit piepkleine dorpje met een 360-tal inwoners is één van de negentien dorpen van Groot-Bergen. De oorsprong ervan gaat terug naar het midden-neolithicum, zo’n 6000 jaar geleden. Recht tegenover de Saint-Bruissekerk ontmoeten we Guy Geron. In een mooi gerenoveerde boerderij uit de 18e eeuw ontvangt deze Welcome to my garden (WTMG)-ambassadeur ons met open armen. Eerst troont hij ons mee naar zijn wilde tuin, dé overnachtingsplaats voor fietsers en wandelaars die er hun tentje willen opslaan. Hier geniet je van de natuur en het comfort van elektriciteit. ‘Mijn roots liggen in Welkenraat. Eerder bij toeval kwamen we in 1990 in Nouvelles terecht. Ik was onmiddellijk verkocht aan deze streek én deze hoeve’, vertelt de voormalige RTBF-sportjournalist. Sinds 2020 maakt de tuin van Guy deel uit van het WTMG-netwerk. ‘Het is een interessante manier om mijn Nederlands te onderhouden – zo’n 95% van de gasten zijn namelijk Vlamingen – en het is uiteraard boeiend mensen te ontmoeten. Mensen die hier hun tenten opslaan, hebben doorgaans een mooie visie op natuur en de wereld. Al merk ik dat hun beeld over Wallonië soms wat vervormd is. Na een wandel- of fietstocht in de streek zien ze wat Wallonië en zijn inwoners te bieden heeft’, lacht hij. De woning van Guy en zijn vrouw ligt dus vlak aan de RAVel L190, maar ook op de GR129 die Brugge met Aarlen verbindt. We zitten gezellig met een koffie aan de kachel, als Guy’s vrouw ons heerlijke cookies voorschotelt. Van de hand van hun dochter Maurine, die fijne patisserie maakt. Heerlijk. ‘Neem er nog wat mee voor onderweg.’ Dankbaar nemen we het picknickpakketje in ontvangst.
Alleen op de wereld
We vertellen Guy dat onze volgende stop bij het wijnhuis des Agaises is. ‘Heerlijke schuimwijnen’, lacht hij. ‘Hier in Nouvelles is er ook een wijndomein van zo’n 8 hectare. Dat we in deze regio heerlijke schuimwijn kunnen produceren, heeft alles te maken met de kalksteenhellingen die je hier vindt. Net zoals in de streek rond Parijs waar de Champagne vandaan komt. Als je tijd hebt, kom je nog maar eens terug om ook hier de wijn te proeven’, knipoogt hij. De schuimwijn roept, dus vervolgen we onze weg. Het is heerlijk fietsen door kleine dorpjes zoals Harveng, Harmegnies, Vellereille-le-Sec. Muisstil is het er en in enkele minuten zijn we er al doorgefietst. Het lijkt alsof ze uit niet meer dan een kerk, een kerkhof en enkele huizen bestaan. De stilte en de rust regeert. En wij genieten, alsof we alleen op de wereld zijn. Fietsend, zo maar ergens heen. Onbezorgd, niet wetend wat er ons vanavond ofn morgen nog te wachten staat. Secret, weet je wel. Maar: we zijn vol vertrouwen dat de weg ons zal leiden naar leuke plekken. We wanen ons in Frankrijk als we langs een wegje omlaag fietsen. Daar in het dal liggen de wijngaarden des Agaises. Op een zeer rijke kalksteenhelling en op het zuiden gericht, waarover Lord Ruffus regeerde in de 12e eeuw… Het allereerste landgoed dat in Wallonië is aangeplant om uitsluitend mousserende wijnen te produceren. Tijd voor een verfrissende stop! We worden met open armen ontvangen door sales- en communicatieverantwoordelijke Arnaud Leroy. ‘Mijn vader heeft het bedrijf opgericht in 2002. In 2009 ben ik hier komen werken.’ Als zoon van een wijnhandelaar groeide hij op tussen de wijnen. Toch was het geen liefde op het eerste gezicht. ‘Pas na mijn studies kreeg ik interesse in wijnen en heb ik mijn diploma sommelierconsulent behaald’, vertelt hij. Welke karakteristieken hij toeschrijft aan de Ruffus? ‘Frisheid, finesse, elegantie en lichtheid kenmerken deze typische Chardonnay-wijn op een krijtachtig terroir’, legt hij uit. Wij proeven met plezier en beamen wat Arnoud ons net vertelde.
Bier van Binches
Na deze verfrissende stop fietsen we verder tussen de velden. We doorkruisen de dorpjes Haulchin, Estinnes en Waudrez, voor we de carnavalsstad Binche binnenfietsen. Vooral de oude stadswallen charmeren ons. Ze dateren uit de 14e eeuw en behoren tot de best bewaarde van ons land. Onze roadmap tipt ons een brouwerij-brasserie. Bier op wijn is venijn, zo luidt het spreekwoord, maar toch wagen we het erop en parkeren onze fietsen aan La Binchoise. Hier mogen we achter de schermen kijken van de brouwerij waar als sinds 1836 bier gebrouwen wordt. Elk jaar wordt hier zo’n 8000 hectoliter geproduceerd. We leren dat het Binchoisebier een lang brouwproces van maar liefst negen stappen doorloopt, voor het tongstrelend gedronken kan worden. En dan is het tijd om te proeven. We zoeken in plekje in de gezellige brasserie en genieten er van een Binchoisebiertje en een knabbelplankje. We hebben iets meer dan twee derde van onze route voor vandaag gedaan. Onze honger en dorst is dan wel gestild, onze drang naar ontdekken nog niet. Iets buiten Binche vervoegen we de RAVel L108. Na een heerlijk pad door het bos wijken we even van de route af. Reden? Een bezoekje aan het abdijdomein ‘Notre Dame de Bonne-Espérance’ in Vellereille-les- Brayeux. Deze plaats werd negen eeuwen geleden gesticht en bewaart een overvloed aan verhalen uit het verleden. Nu is hier een school, kan je er een kijkje nemen in de basiliek, wegdromen terwijl je staart over de vijvers en in het seizoen genieten van lokale producten in de molen.
Instant geluk
In Peissant verlaten we de RAVel en fietsen we richting Merbes-le-Chateau, onze bestemming voor vandaag. De avond valt als we langs een pittoresk baantje rijden. Dat kronkelt als een slang door het lappendeken van velden. De zonsondergang zorgt voor een kleurenpracht over de velden. Heel snel zakt de zon met haar mooie gloed weg achter de horizon. Ik neem mijn fototoestel, maar steek het na enkele kiekjes weer weg. Dit moet ik met mijn ogen beleven, op het moment zelf. Ik voel instant geluk. Daar staan we naast elkaar. We delen hoe prachtig we dit vinden, maar ongetwijfeld dwalen onze gedachten af naar verschillende plaatsen, personen en gebeurtenissen. Dankbaar ben ik, dat ik hiervan mag genieten. Als we denken dat we alles gehad hebben voor vandaag, omarmen we het laatste stukje. Langs de Samber schuift een totaal ander landschap aan ons voorbij. We komen aan in het dorp en kruisen langs een sluis de rivier. 50 kilometer hebben we in de benen. Moe, maar voldaan komen we aan bij B&B Au Crapaud Charmant. We ploffen even op bed en checken onze mails. Ja! De info voor onze tweede dag zit in de mailbox. ‘De tweede dag van jullie secret trip leidt jullie langs… de Samber en langs ruïnes van een voormalige abdij en vervallen fabrieken!’. We genieten van een deugddoende douche voor we de voetjes onder tafel schuiven en volledig zen nagenieten van de dag.
De Samber als gids
Een nieuwe dag, een nieuwe fietstrip. En we hebben er zin in! Het is droog buiten, de zon komt zelfs piepen. Beter kunnen we niet wensen. Na een heerlijke nacht in de suite staat er ons een overheerlijk ontbijt te wachten. We hebben zicht op de mooi ingerichte tuin, met aan het einde de Samber. Deze rivier wordt vandaag onze gids. Maar eerst ontbijten dus. Ann is al druk. Ze bakt pannenkoeken met appeltjes en stelt met plezier voor waar we allemaal kunnen van smullen. ‘Een ontbijt met lokale producten’, lacht ze trots. Kazen, charcuterie, huisgemaakte yoghurt en confituren, gedroogd fruit, muesli, appelsap van appels uit de tuin en knapperige broodjes van de lokale bakker uiteraard. We versterken onze innerlijke mens om straks weer te fietsen. Voor we vertrekken hebben we nog één vraag voor Ann. Vanwaar de naam ‘Au Crapaud Charmant’ van haar B&B? ‘Dat verwijst naar het koosnaampje van mijn man. Maar hij is helaas enkele weken geleden overleden...’ Met een krop in de keel, maar vooral met heel veel bewondering voor deze moedige en charmante vrouw, springen we op de fiets. Klaar voor 36 kilometer nieuw avontuur. Even het brugje over en vanaf dan kunnen we niet fout rijden. Tot onze eindbestemming zal de Samber, de grootste en belangrijkste zijrivier van de Maas, ons leiden. Wat een heerlijke plaats om de dag te beginnen. Onze omgeving wordt getypeerd door weelderige natuur, prachtige boerderijen, velden, steile valleiflanken en stromende beekjes. In het water worden de oeverplanten weerspiegeld. De sluizen en daarbij horende huisjes charmeren ons. De sluiswachtershuisjes – dienstwoningen voor stuw- en sluiswachters – hebben een typische architectuur en dragen een nummer. We fietsen op de tonen van het water en volgen de meanderende Samber.
Even in de Provence…
Ter hoogte van Lobbes prijkt op de abdijheuvel de prachtige Sint-Ursmaruskerk. Het bouwwerk uit de 7e eeuw is de oudste nog in gebruik zijnde kerk van België. Iets verder ligt het middeleeuwse stadje Thuin, ook wel ‘La Petite Provence’ genoemd. We kruisen de Samber en fietsen een enorm steile helling op. Boven worden we getrakteerd op een adembenemend panoramisch zicht op de vallei van de Samber. Voor we terug naar beneden fietsen, brengen we nog een bezoek aan het belfort, UNESCO-werelderfgoed. Onze volgende stop zijn de ruïnes van de voormalige Cisterciënzerabdij van Aulne in Gozée. De abdij is verlaten sinds 1794, toen de Franse revolutionairen arriveerden. Jammer genoeg kunnen we de ruïnes niet bezoeken, omdat het winter is. Maar we lopen er omheen en zijn al onder de indruk. In de brasserie van de minigolf warmen we ons even op met een heerlijke rum pomme pomme. We vervolgen onze weg langs de kalksteengroeve van Monceau. Hier heerst heel wat bedrijvigheid. Zo’n vijf kilometer voor Charleroi overheerst de industrie. Heden en verleden zijn met elkaar verweven. We fietsen langs prachtig verlaten fabriekspanden die de tand des tijds niet hebben doorstaan. We trappen Charleroi binnen en eten vlakbij het station in Brasserie du Quai 10. Deze prachtig ingerichte brasserie serveert zowel lokale als mediterrane gerechten. De perfecte afsluiter van een zeer gevarieerde tweedaagse. Samen overlopen we nog even ons tripje. We kunnen bijna niet geloven dat die prachtige zonsondergang pas gisteren was. Wat hebben we genoten van de rust, de natuur, het desolate landschap ... en van elkaar. Dit smaakt naar nog meer secret trips!
Zin gekregen om de route van Mieke en Katrien ook te fietsen? In de online Reiswijzer op pasar.be vind je alle praktische informatie en de gpx-route.
Van harte welkom
- Welcome to My Garden is een netwerk van burgers die gratis kampeerplekken in hun tuinen aanbieden aan trage reizigers. Enkel wie te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer reist is er welkom. Je verblijft er maximum twee nachten. Voorzieningen kunnen per tuin verschillen. Sommige hosts bieden elektriciteit aan en een douche, anderen doen dat liever niet. Momenteel zetten meer dan 4.500 WTMG-ambassadeurs hun tuin open, vooral in België, maar ook elders in Europa zet het concept voet aan wal. Welcome To My Garden wil traag reizen toegankelijker maken voor iedereen.
- Slowby stelt unieke slow travel ervaringen op maat samen en maakt gebruik van het WTMG-netwerk. Vertel in enkele muisklikken wat je leuk vindt voor jouw trip. Enkele dagen voor vertrek ontvang je een secret tripje met overnachting bij één van de WTMG-ambassadeurs. Liever geen overnachting in tent? Slowby tipt ook fiets- en wandelvriendelijke B&B’s.
Met de fiets op de trein
Met de elektrische fiets op de trein is een hele ervaring… en niet overal even vanzelfsprekend. Zo zijn nog niet alle treinen aangepast om makkelijk met de fiets in en uit te stappen. Treinen die wel aangepast zijn, verlopen wat vlotter, al kan het onverhoogde perron daar dan weer de boosdoener zijn. Ook de treinconducteurs zijn de fietsen op de trein nog niet echt gewoon. We werden soms vergeten, zodat we niet aan onze fiets konden of de deuren niet openging voor ons.
Tip: Kijk eerst op BikeOnTrain, de reisplanner speciaal voor fietsen. In enkele kliks krijg je hier een overzicht van het aantal beschikbare plaatsen voor de fiets, de hoogte van het opstapje en of je een treinbegeleider nodig hebt voor het opstappen.
Voor je fiets op de trein (uitgezonderd de niet-elektrische plooifiets) betaal je een supplement van 4 euro (vaste prijs)
Tip: reserveer de plaats voor je fiets als je in de spits reist.