Tussen Praag en Krakau
Tussen Praag in Tsjechië en Krakau in Polen ligt een onontdekt stukje fietsparadijs. Een prachtig gevarieerd landschap van uitgestrekte velden, meanderende rivieren, berglandschappen en pittoreske stadjes. En dat allemaal over goed onderhouden en prima fietspaden met hier en daar een heerlijk stukje gravel.
- Fietsen
Met een groepje journalisten fietsen we de mooiste stukken van de route. Ik sluit aan in Pardubice. Rechtsreeks van de luchthaven is het even schrikken als ik bij aan tafel schuif voor de lunch. ‘Ai, ai, échte fietsers’, denk ik bij mezelf, met lycra pakjes, fietstruitjes, klikschoenen en Strava-volgers. Dat wordt tanden bijten zucht ik, en smul verder van een heerlijke carpaccio met balsamico crème.
Een half paard
De anderen hebben er al een mooie tocht vanuit Praag opzitten. Uit de stad, dwars door het platteland, van kasteel tot kasteel. Voor we met z’n allen op de fiets springen, krijgen we eerst nog een rondleiding door het middeleeuwse stadje. Via de toegangspoort kom je zo het oude centrum in, plots in andere, vervlogen tijden.
De Tsjechen hebben altijd al een zwak voor paarden gehad. Zeker in Oost-Bohemen zijn de paardenfokkerijen belangrijk, met de keizerlijke Kladruber als uniek paardenras, speciaal gekweekt voor de ceremonies aan de Europese hoven. Maar de legende van Pardubice gaat nog een stapje verder in de liefde voor het paard. ‘Op het wapenschild van de stad zie je een half paard’, vertelt onze gids. ‘Ridder Jeszka probeerde aan de vijand te ontkomen, maar net wanneer hij door de kasteelpoort naar buiten reed op zijn paard, kwam het valhek naar beneden en hakte zijn paard doormidden.’ Het beest was zo sterk dat het nog een tijdje verderliep om Jeszka in veiligheid te brengen, tot het uiteindelijk bezweek. De ridder wou zijn trouwe strijdros niet achterlaten en sleurde het dier helemaal terug tot bij zijn koning.
Knalrode klaprozen
Eens op de fiets ben ik al wat meer op mijn gemak. Het fietspad langs de Elbe is een ideale opwarmer en al snel heb ik weer de smaak van het fietsen te pakken. Na een twintigtal kilometer splits de groep zich op in de snelle en minder snelle renners. Vol zelfkennis blijf ik bij die laatste en geniet van het Tsjechische landschap.
De weg kronkelt door kleine dorpjes en langs velden met knalrode klaprozen. ‘Dit is een echt typisch Tsjechisch zicht’, vertelt Lukas, onze gids. ‘Vroeger zag je rond deze periode overal de velden vol klaprozen. Nu zijn de meeste vervangen door koolzaad, omdat het meer opbrengt.’ Ook mooi wanneer ze felgeel kleuren, maar de Tsjechen hebben er toch een dubbel gevoel bij...
Toneel in het kasteel
In de late namiddag zijn we in Litomyšl aangekomen en lekker gaan eten in het centrum van de stad. Nu genieten we van koffie en gebakje om de dag goed te beginnen.
Kastelen en Tsjechië gaan hand in hand. Soms lijkt het wel dat er op iedere uit de kluiten gewassen heuvel een kasteel te vinden is. Maar niet al die kastelen zijn van eenzelfde allure als het renaissance slot van Litomyšl: midden in een Engels park, omgeven met Franse tuinen en op de werelderfgoedlijst van UNESCO. De muren van het enorme gebouw zijn versierd met maar liefst 8.000 unieke sgrafitto’s. Je gaat er bijna van duizelen als je met je neus tegen de muur gaat staan.
‘Litomyšl is het cultureel centrum van Bohemen’, vertelt onze lokale gids, ‘en dat komt allemaal samen in dit kasteel.’ We wandelen van kamer naar kamer doorheen het kasteel. Iedere ruimte heeft zijn eigen functie; gastenkamer, speelkamer voor de mannen en een voor de vrouwen, studeerkamers, de keuken, de gelagkamer… Maar de parel van het kasteel is ongetwijfeld het 18de eeuwse theater. ‘Het kasteel was in die periode in handen van de familie Valdštejn-Vartenberk’, legt de gids uit. ‘Het waren grote theaterliefhebbers. Ze lieten in het kasteel een volledig houten theater bouwen met twintig inwisselbare scènes.’ De familieleden speelden regelmatig de hoofdrol in de stukken. Terwijl de belangrijkste gasten toekeken vanaf het balkon, stonden de bedienden aan de zijkant klaar om een eventuele brand te blussen. Het is een van de vijf overgebleven barokke theaters in Europa.
In 1824 werd hier, in Litomyšl, de componist Bedrich Smetana geboren als zoon van een meesterbrouwer. Op de tonen van zijn Moldau uit Má Vlast, Mijn Vaderland, fietsen we verder door de Boheemse wouden.
Als in een sprookje
De lichtgroene velden liggen geplooid rond de donkergroene, beboste heuvels. We fietsen een stuk over de autoweg, maar die is gelukkig erg rustig. Bovenop de heuvel zien we alweer een sprookjesachtig kasteel liggen, het Kasteel van Bouzov. De begin 14de eeuwse burcht zou zo uit een Disneyfilm kunnen komen. Het is een van de meest bezochte monumenten in Tsjechië en doet geregeld dienst als decor bij sprookjesfilms.
Na een heerlijke afdaling blijft ons tempo hoog liggen. Zeker over de prima fietspaden langs afwisselend bossen en weiland fietsen we stevig door. Weg uit Bohemen, Moravië in. Langs de spoorweg rijden we de Olomouc binnen. Onmiddellijk valt op hoe groen het hier is en we willen graag op ontdekking, maar: eerst rusten en alweer lekker eten. Vanuit de hotelkamer heb ik een prachtig zicht over de studentenstad. Het centrum lijkt ingepakt met weelderige loofbomen.
Stoute Zweden
‘Het beeld van de Zweden als lieflijk volk zie ik toch even anders’, lacht onze gids, terwijl we over de kinderkopjes van het oude centrum van Olomouc wandelen. Het trauma van begin zeventiende eeuw lijkt nog vers in het geheugen te zitten. ‘Tijdens de Dertigjarige Oorlog hebben de Zweden maar liefst 25.000 boeken uit Tsjechië meegenomen als oorlogsbuit’, gaat hij verder. ‘De eerste lading kwam uit onze universiteitsstad, en die boeken liggen nog steeds in Uppsala, Zweden.’ Die tegenslag heeft de stad er niet van weerhouden uit te groeien tot een echte, rijke universiteitsstad, meteen een thuis voor verschillende artiesten zoals de componist Mahler en de schilder Klimt.
‘No square is square in Olomouc’, legt de gids uit wanneer we uit een van de zijstraten op het grote, trapeziumvormige plein uitkomen. Hier is staat het kroonjuweel van de stad: de Drievuldigheidszuil. Een enorme barokke erezuil gebouwd halverwege de 18de eeuw ter ere van het einde van de pestepidemie: 32 meter hoog en ook op de UNESCO-lijst.
Verstild platteland
Nu is het tijd om de benen weer te laten werken en we maken ons klaar voor de laatste etappe in Tsjechië. We fietsen door prachtig verstild platteland, langs korenvelden versierd met klaprozen en geurende loofbossen, waar het fietspad langs hangbruggen de rivier oversteekt. Onze eindhalte vandaag is het schilderachtige stadje Štramberk. Zoals de naam al zegt, ligt het op een berg. En dat zullen we gevoeld hebben... Met verzuurde kuiten en een bezwete rug komen we aan op het marktplein, aan de voet van de imposante uitkijktoren van Štramberk. Helemaal in de torenspits kijken we nog een laatste keer uit over Moravië en richten dan onze blik naar het noorden, naar Polen.
Alles in het klein
Malopolska, of Klein-Polen, zo heet de regio in het zuiden van Polen, met Krakau als grootste stad. ‘Omdat we hier alles wat Polen te bieden heeft, in het klein hebben’, lacht Jaroslaw. Hij is de drijvende kracht achter het fietsproject VeloMalopolska, dat de regio omtovert tot een waar fietsparadijs. ‘België en Nederland zijn ons grote voorbeeld’, legt hij uit. Er liggen nu al honderden kilometers fietspad klaar en als het aan Jaroslaw zou liggen, zal dat nog veel meer worden.
Toegegeven, ik zou niet direct aan Polen denken als fietsbestemming, maar zodra we uit Nowy Targ wegfietsen en het platteland inrijden, ben ik verkocht. En ik niet alleen... Op een lint fietsen we terug in de tijd en we kijken onze ogen uit. Boeren met kleine tractoren zijn bezig met hooien. Hoge torens gras liggen in de zon te drogen en de berm gonst van de insecten. En dan is er nog dat prachtige vergezicht: voorbij de heuvels ligt het Tatra Gebergte dramatisch gehuld in donkere wolken. Jaroslaw ziet ons enthousiasme en doet er nog een schepje bovenop door ons over een langs stuk gravelfietspad te sturen. Blij als kleine kinderen komen we bestoft aan bij het hotel.
Steile klim, 360 graden view
De volgende dag fietsen we langs de Dunajec, richting het Czorsztyn meer. Onderweg stoppen we nog even in Harklowa bij een prachtig bewaard, volledig houten kerkje. ‘Zo herinner ik mij de kerkjes vroeger in de dorpen’, vertelt Jaroslaw. ‘Vooral die geur van het hout vergeet je niet.’
Bij het Czorsztyn meer drommen tientallen schoolkinderen en toeristen samen om te kijken naar het kasteel van Niedzica. Je kan ze geen ongelijk geven.
Onze korte introductie met Malopolska is bijna voorbij, maar eerst wil Jaroslaw ons nog meenemen naar een speciaal plekje. ‘Hebben jullie nog wat energie in de benen?’ Ja hoor, dat moet lukken. ‘De laatste klim van de dag’, zeg in tegen mezelf als ik zie dat er na de bocht nog een steil stuk volgt, en nog een… Tot we eindelijk boven zijn.
En of het de moeite was! We laten ons in het gras vallen en kijken 360 graden in het rond. Overal groene heuvels, zover het oog reikt. ‘Wat een prachtige plek’, zeggen we tegen Jaroslaw. Het was een proevertje van fietsen in Polen, maar we komen zeker terug.
Wil je zelf door dit mooie stukje Europa fietsen? Fijne adresjes en top tips om te doen vind je in de online Reiswijzer op pasar.be
Fietsen in Malopolska
Als je verschillende bestaande routes aan elkaar breit, geraak je prima met de fiets van Praag tot in Polen. In Tsjechië zijn ze al langer bezig met het uitbouwen van een goed fietsnetwerk. In Polen zijn ze pas de laatste tien jaar aan de slag gegaan. Maar het is wel meteen in de roos: waar vroeger de trein reed, is nu een splinternieuw fietspad aangelegd. En ook hoger de heuvels in, golft een smalle weg door het glooiende landschap van Klein-Polen. ‘We hebben goed naar jullie gekeken’, vertelt Jaroslaw. ‘Hoe er in België en Nederland een fietsnetwerk ontwikkeld is, daar dromen wij hier ook van.’
Het hele Velo Malopolska-project zal uiteindelijk acht lange-afstandsroutes combineren. Twee daarvan zijn vandaag afgewerkt: de Wislana-route en de Velo Dunajec. Alle routes zijn prima aangegeven. Er zijn zelfs reparatiepunten en picknickplekken voorzien waar je kan barbecueën. Misschien kunnen wij nog iets van Jaroslaw leren?
En niet vergeten: in Polen kan je ook tegengehouden worden voor een alcoholtest als je op de fiets zit. Opletten met die aperitiefjes, dus!
Zapiekanki eten in Krakau
In Midden-Europa vind je op een relatief klein stukje continent een weelde aan culturele parels. Krakau is daar zeker een van. Wij eindigen onze reis in deze tweede grootste stad va Polen.
’s Avonds zijn we in de stad aangekomen en maken een avondwandeling doorheen de Joodse Wijk en gaan dan verder door naar Plac Nowy, het hippe hart van Kazimierz. In de kleine kraampjes in de ronde overdekte hal in het midden van het plein verkopen ze de bekende zapiekanki: een soort pizzabroodje met alles wat je maar wil. Wij kiezen niet voor streetfood, maar gaan op het plein gezellig tafelen op onze laatste avond in Polen.
Krakau is een prachtige stad en verdient zeker enkele dagen van je tijd. Maar als je maar één dag in Krakau bent, is een gegidste rondleiding de beste optie. Op enkele uren tijd neemt onze gids ons mee vanuit de Joodse Wijk, langs de oevers van de Wisla, voorbij de vuurspuwende draak aan het kasteel van Wawel, langs tal van kleine en grote kerken en universiteiten, om via de Grodzka winkelstraat op het grote marktplein uit te komen. Het Florence van Polen? We snappen helemaal waarom het deze naam gekregen heeft.