Met de speed pedelec dwars door Vlaanderen
Van Genk tot Sint-Idesbald, dwars door Limburg, Antwerpen, Vlaams-Brabant, Oost- en West-Vlaanderen: met een supersnelle e-bike – ook bekend als ‘speed pedelec’ – flitsen we langs fietsostrades, landwegen, jaagpaden, historische stadskernen en toeristische must-sees. De speed pedelec is dé manier bij uitstek om sportief door Vlaanderen te cruisen.
Tekst Aart De Zitter – Foto’s Thomas De Boever
- Fietsen
Dag 1: Genk – Kasterlee: Vertrekken bij C-Mine
We staan voor de ingangspoort van C-Mine in Genk. Een van de belangrijkste toeristische hotspots van Limburg: waar ooit mijnwerkers al kuchend diep onder de grond naar kolen gingen boren, lopen vandaag families en toeristen rond in een creatieve hub vol geschiedenis, recreatie, educatie en presentatie. Met de hulp van de Limburgse Reconversiemaatschappij leeft Limburg hier opnieuw volledig op, na de sluiting van de drie koolmijnen in de buurt. C-Mine is het ideale vertrekpunt voor een fietstocht die ons langs de toeristische hoogtepunten van alle Vlaamse provincies zal voeren.
We rijden met een Stromer ST1X, een zogenaamde speed pedelec: een elektrische fiets die trapondersteuning geeft tot 45 kilometer per uur. Zo’n snelle e-bike is ideaal om langs het snel groeiende netwerk van fietsostrades en fietsknooppunten lange afstanden af te leggen. En het ontbreekt ons de komende dagen niet aan ambitie: zo’n 500 kilometer in vier dagen tijd, van helemaal oost naar helemaal west. Met een zware batterij die we tijdens de lunch opladen, halen we dat makkelijk.
Stroom van liefde
Ziezo, we zoeven onze eerste dag door Vlaanderen. Westwaarts, maar met de nodige omzwervingen om van het vele moois, fraais, boeiends en lekkers te genieten dat Vlaanderen te bieden heeft. Zo houden we halt in het openluchtmuseum van Bokrijk. We stappen van onze moderne elektrische fiets ineens eeuwen terug de geschiedenis in. Al zestig jaar lang trekt het fraaie, in het groen gelegen park drommen toeristen aan: wandelen, iets drinken, in de kleine oude huisjes de sfeer van weleer opsnuiven. We herbeleven onze schoolreizen van vroeger met veel plezier en vervolgen dan onze weg.
Pauzeren doen we aan de oevers van het Zilvermeer in Mol. We laten onze kuiten rusten en turen over het donkere water. Dat biedt aangenaam verkoeling aan onze fietsersvoeten. We kijken om ons heen: dennen, zand, berken, de Kempen in hun zuivere pracht doen ons tomeloos genieten.
Wanneer we verder fietsen, valt ons op hoe snel en ingrijpend de omgeving doorheen heel Vlaanderen verandert. Wat een rijkdom, wat een verscheidenheid en variatie. Elke pakweg tien kilometer krijgen we andere indrukken te verwerken. Dat maakt zo’n fietstocht dwars door ons landsdeel natuurlijk extra aangenaam.
Na een eerste dag op de pedelec gooien we onze e-bike op stal in De Watermolen in Kasterlee, een eiland in de Nete. ‘Aan een stroom van liefde, beekje of rivier, is het zalig toeven’ lezen we op de deur. We genieten van de onthaasting na een eerste dag snel fietsen.
Dag 2: Kasterlee – Aalst: De ziel van het fietsen
De volgende dag malen we wat Antwerpse kilometers. Met een batterij van maar liefst 814 Wh kunnen we in theorie meer dan 120 kilometer aan een stuk fietsen zonder te moeten bijladen. Maar die actieradius halen we niet. We kiezen voor maximale trapondersteuning, rijden ook overdag continu met de lichten aan en rijden allesbehalve ‘zuinig’. Daardoor halen we met een volle batterij net geen honderd kilometer. Gelukkig kunnen we tijdens de lunch in Aarschot ook de fiets ‘voeden’: we leggen de batterij een vol uur aan het stopcontact.
Vaak rijden we tijdens onze trip door Vlaanderen langs vaarten, sloten, rivieren. Jaagpaden en fietsostrades hebben enkele grote voordelen gemeen: ze lopen meestal kaarsrecht, je hebt er geen last van auto’s en je kan dus stevig doorrijden. We doen dat bijvoorbeeld op de F27, een fietsostrade die over de voormalige bedding van de spoorlijn tussen Mortsel en Aalst loopt. Een deel van deze fietsostrade is de ‘Leirekensroute’, een fijn traject dat Londerzeel met Aalst verbindt. Op een bordje langsheen het fietspad lezen we waaruit de ziel van het fietsen eigenlijk bestaat: ‘Puffend en hijgend draai je de pedalen rond, kleine ademwolken ontsnappen uit je mond’. Nu, we moeten eerlijk zijn: met een geruisloos motortje tussen de wielen valt dat allemaal best mee!
Oer-Vlaams café
Het toeristisch potentieel van Vlaanderen gaat al lang niet meer alleen over geschiedenis, kunst en cultuur. Ons gastronomisch erfgoed maakt er een alsmaar groter onderdeel van uit. We merken dat – mét plezier – in De Heeren van Liedekercke. Dat café in Denderleeuw (hoe kom je erbij!) wordt al sinds 2013 het beste bierrestaurant ter wereld genoemd. Je kiest er uit liefst 400 verschillende Belgische bieren. We nippen zuinigjes van een Westvleteren: allicht een van de weinige cafés in ons land waar je dat zeldzame bier kan kopen. ‘Hier is de koning nog geen klant, maar de klant wel koning.’ Bier werkt duidelijk op het poëtisch vermogen van de uitbaters, denken we, terwijl we de oer-Vlaamse sfeer van de omgeving in ons opnemen. Een oudere man stapt het etablissement binnen. ‘Elk nen goeiendag en santé’, roept hij automatisch. Zelf legen we ons glas. We fietsen verder naar waar we vanavond zullen logeren: hotel Keizershof in centrum Aalst.
Dag 3: Aalst – Kluisbergen: In de huid van een coureur
Kan je dwars door Vlaanderen fietsen zonder de Vlaamse Ardennen aan te doen? Het is een retorische vraag. We fietsen op dag drie van Aalst naar Kluisbergen. Langs fietsostrade F45, die Gent met Kortrijk verbindt, rijden we een mooi en lang stuk langs de Schelde-oevers. We wonen zelf in het walhalla van de fietsers, beseffen we: die zalige Vlaamse Ardennen! Vanzelfsprekend houden we halt in het centrum van Oudenaarde. We turen naar de toren van de Walburgakerk om er een lawaaïerig koppel slechtvalken te observeren. De speed pedelec zou met zijn 45 kilometer per uur snel zijn? Vergeet het! De slechtvalk – de grootste valk van ons land – haalt in zijn duikvlucht een verbluffende 390 kilometer per uur. Daarna stappen we het Centrum Ronde van Vlaanderen binnen. Geen museum kan in mooiere beelden en ervaringen de botte retoriek van de heldhafstige heroïek brengen die de Ronde van Vlaanderen is. Met een audiogids krijgen we een bijzonder inspirerende rondleiding. Directeur Geert Joris is terecht fier op zijn museum: ‘We werken samen met C-Mine aan een Virtual Reality-rondleiding.’ We krijgen een VR-bril op en kruipen in de huid van Paul Deman, de coureur die tijdens de Eerste Wereldoorlog voor de geallieerden spioneerde, en net aan het vuurpeloton van de Duitsers kon ontsnappen. ‘Jaarlijks krijgen we tussen de 80.000 en 100.000 bezoekers’, voegt Joris nog toe.
Proeven van hellingen
Hoezeer het zweet van de échte Ronderenners ons ook aantrekt, toch moeten we zélf verder fietsen. De Ronde van Vlaanderen, dat is 260 kilometer afzien. Met de speed pedelec door Vlaanderen rijden: dat is vier dagen lang telkens een dikke honderd kilometer puur plezier, realiseren we ons, als we door de Vlaamse Ardennen tot in Kluisbergen rijden. Hier, in het hart van de Ronde, checken we in in La Sablière. Eigenaar Ive Desimpel ontvangt ons met mateloze gulheid en warmhartigheid. Hij houdt van fietsers: ‘We hebben zelf twee e-bikes voor onze gasten. Zo kunnen mensen met een iets minder puike fysieke conditie toch ook eens van de vele hellingen in de Vlaamse Ardennen proeven.’ Proeven, dat doen we vanavond liever van een bordje zalmtartaar en een glas Lupé-Cholet uit 2015. Er heerst een gezellige drukte in het hotel. De meeste gasten zijn fietsers die hun geluk in de Vlaamse Ardennen komen testen. Wij deden dat vandaag ook, ook al hielp een motortje ons daarbij. Terwijl we zelf heerlijk eten en lekker slapen, laadt onze Stromer zijn batterij in de garage van het hotel op.
Dag 4: Kluisbergen - Sint-Idesbald: Dode rivierarmen, meersen en bosjes
Het laatste traject van onze trip door Vlaanderen voert ons van Kluisbergen naar Sint-Idesbald. Opnieuw staan we versteld van de eenvoudige rust en schoonheid van het groene land langsheen de oevers van de Schelde. In Avelgem fietsen we langs de Scheldemeersen: een erg gevarieerd landschap met dode rivierarmen, meersen, bosjes en veel riet. We rijden het mooie centrum van Kortrijk binnen en genieten cruisend van een warme voormiddag. Een erg late lunch eten we in eetkaffee Steenstraete, ergens plompverloren tussen Bikschote en Zuidschote. WO I laat ons duidelijk niet los: na het fietsavontuur van Paul Deman gisteren in Oudenaarde, is het nu het droevige verhaal van diezelfde Grote Oorlog langs het kanaal Ieper-IJzer. De Duitsers pleegden hier een genadeloze gasaanval op de geallieerden. Terwijl we van een lichte lunch genieten, doet niks ons nog aan zoveel barbaarsheid denken.
Op bezoek bij Paul Delvaux
Nu we het eindpunt van onze meerdaagse route voelen naderen, profiteren we des te meer van de unieke schoonheid van de natuur in Lo-Reninge. Een eenzame leeuwerik kwettert zijn monotone melodie hoog boven onze hoofden in de zinderende warmte. De IJzerbroeken zijn een ware oase voor koolganzen, blauwborstjes, grutto’s en andere wat in de vergetelheid geraakte vogels.
Een laatste stop zorgt voor de nodige cultuur: we parkeren onze fiets tegen de muur van het Paul Delvauxmuseum in Sint-Idesbald. Het grootste deel van dit museum dat aan de schilder Paul Delvaux is gewijd, ligt onder de grond. Dat zorgt voor rust en koelte. We dompelen ons onder in de wereld van naakt, grafiek, treinen, surrealisme, prentkaarten, ... Delvaux mocht dan wel een Brusselaar zijn, het heldere licht van de kust aan Sint-Idesbald maakte van dit dorp aan de Westkust zijn tweede thuis. Curator Julie Van Deun: ‘Delvaux was verliefd op het licht van de Noordzee.’
Wij ook, denken we, als we na vier dagen trappen op de pedelec het weidse strand van Sint-Idesbald oprijden. All the way, tot op de golfbreker. C-Mine lijkt een schim, heel ver weg... Mission accomplished.
De Heeren van Liedekercke
Kasteelstraat 33, Denderleeuw - www.heerenvanliedekercke.be
Meer dan 400 Belgische bieren. Voornamelijk om te drinken, maar de bistrotkeuken weet ze ook in lekkere gerechten te verwerken
Eetkaffee Steenstraete
Provincieweg 2, Langemark-Poelkapelle - www.steenstraete.be
Landelijk gelegen, tussen Bikschote en Zuidschote. Ideale lunchplaats voor fietsers, met groot terras. Proef er de bouillabaisse royale.
De Watermolen
Houtum 61, Kasterlee - www.watermolen.be
Uitstekend qua ligging en bijzonder fietsvriendelijk. Mooie kamers, verzorgd ontbijt. Lekker restaurant, bekend om zijn paling in ’t groen. Vanaf € 120 per overnachting.
Hotel Keizershof
Korte Nieuwstraat, Aalst – www.keizershof-hotel.com
Hotel Keizershof in het centrum van Aalst biedt standaardcomfort tegen standaardtarieven. Ook een fijne sauna om de stramme fietsspieren te ontspannen. Vanaf € 110 per overnachting.
La Sablière, Kluisbergen
Bergstraat 40, Kluisbergen - www.lasabliere.be
In het fietsmekka van de Vlaamse Ardennen, bulkend van de geschiedenis. Lekkere keuken en vriendelijke eigenaars en personeel. Mooi gerenoveerde kamers met veel ziel. Fietsvriendelijk. Vanaf € 150 per overnachting.
Camping Houtum
Houtum 39, Kasterlee - campinghoutum.groepvaneyck.be
Familiale en fietsvriendelijke camping midden in de zalige groene natuur van de Kempen. Gratis wifi. Vanaf € 20 voor een staanplaats, 6 personen inbegrepen.
Camping Panorama
Boskouter 24, Kluisbergen - www.campingpanorama.be
Aan de rand van het fantastische Kluisbos en dicht bij een fijn recreatiedomein. Ideaal gelegen voor fietsers en wandelaars. Vanaf € 6 voor een staanplaats en € 4 per volwassene.
Openluchtmuseum Bokrijk
Bokrijklaan 1, Genk - www.bokrijk.be
Geen bezoek aan Limburg zonder Bokrijk aan te doen! Wandel door de levende en levendige geschiedenis van onze voorouders in dit fantastische en kindvriendelijke openluchtpark.
Centrum Ronde van Vlaanderen
Markt 43, Oudenaarde - www.crvv.be
Lang niet alleen voor fietsaficionado’s een must. Knap interactief museum over dé klassieker onder de klassiekers. Nu ook met virtual reality!
Museum Paul Delvaux
Paul Delvauxlaan 42, Sint-Idesbald - www.delvauxmuseum.be
Fraai, grotendeels onder de grond gelegen museum in de groene rand van het fijne badplaatsje Sint-Idesbald, gewijd aan het werk van de Brusselse kunstenaar Paul Delvaux. Hij verloor zijn hart aan onze nationale kust.