Fietsen in Spanje: Calpe

Iedereen kent de Costa Blanca: halverwege de Spaanse oostkust ligt de ‘witte kust’. Fijne, witte zandstranden, mooie villa’s, heerlijk weer, azuurblauw zeewater. Denk aan plaatsen als Benissa, Javea, Moraira, Torrevieja en - o ja natuurlijk - Benidorm! Touroperators als Jetair vliegen je voor een prikje naar het centraal gelegen Alicante. Meteen ben je in het hart van dit stuk Spanje waar het heerlijk fietsen is.

Wij trekken eerst en vooral naar Guadalest, zo’n 25 kilometer landinwaarts van het overbekende Benidorm. Alsof we onze trip willen beginnen met een minimale dosis cultuur om daarna zonder gewetensproblemen te doen wat we écht willen: koersen! Guadalest is een piepklein bergdorpje met een kasteel op een top, een Oud-Moors handelshuis en een stuwmeer. Klein, maar toch komen hier jaarlijks zo’n twee miljoen toeristen op af. Het is een verplichte uitstap voor iedereen die Benidorm bezoekt. Rond het meer kan je de groepen toeristen te slim af zijn door in de bergen een van de vele bewegwijzerde wandelingen te maken.

Maar genoeg cultuur: we komen om te fietsen. De Costa Blanca staat bij veel wielertoeristen bekend als het mekka voor de gemiddeld tot goed getrainde zondagsfietser. En dat is helemaal terecht, zolang je de drukte en de hitte van de zomermaanden mijdt. De ideale periode om te fietsen aan de Costa Blanca loopt van het najaar tot het voorjaar. Perfect voor wielertoeristen die in groep naar Spanje trekken. Gespecialiseerde lokale agentschappen helpen je daarbij van naaldje tot draadje: ze geven je de mogelijkheid om je een echte prof te voelen.

Neem nu het eerder luxueuze ‘Baguet Bicycle Center’. Voormalig prof renner Serge Baguet, Belgisch kampioen in 2005, begeleidt er wielertoeristen, stippelt routes uit, verhuurt zeer goed materiaal (Trek), zorgt voor lunch, volgwagen, massage, spabehandelingen, helpt je in het Nederlands en geeft tips en advies. Het klinkt als een droom voor iedere wielertoerist die een week wil trainen in goed gezelschap én in een mooie omgeving. Elk jaar vinden zo’n achthonderd Belgen hun weg naar zijn fietscentrum in Calpe.

Nog in Calpe – bij de doorsnee zonnetoerist onder andere bekend om de karakteristieke Peñon de Ifach, een in zee uitstekende rotsformatie van 322 meter hoog – ligt het centrum Vuelta Turistica. Jurgen van Goolen – twaalf jaar actief in het profmilieu en goed voor zeven deelnames aan de Vuelta – baat het centrum voor fietsvakanties en -stages uit. Ook hier  geldt: je komt (met een groep vrienden) terecht in een superprofessionele omgeving. Je hoeft je enkel te focussen op wat tijdens je vakantie écht belangrijk is: fietsen!

Typisch tijdens zo’n fietsweek is dat je de eerste dag een col opfietst (het kan eigenlijk niet anders, want Calpe ligt aan zee, en dus gaat alles vandaaruit bergop). Op basis van die eerste klim worden de deelnemers in verschillende niveaugroepen ingedeeld. Afhankelijk van je niveau bol je dan dagelijks tussen de 75 en 120 kilometer, met een aantal cols. Wie voor het écht straffe spul opteert, kan op een dag zelfs meer dan 5.000 hoogtemeters bij elkaar trappen.

Maar wie echt wel houdt van fietsen, dat wil doen in een perfect omkaderde omgeving, en ’s avonds niet vies is van enkele bordjes lekkere tapas, weet waar zijn of haar volgende vliegtuig heen zal vliegen. En als je dan ’s avonds, leeggereden en volgegeten, nog een wandelingetje langs het playa wil doen, merk je dat de kust heerlijk leeg is. Het strand voor jou alleen. Tijd en plaats om je mentaal voor te bereiden op de rit van morgen.

Quik-Step, Trek en veel andere professionele fietsteams weten beter dan wie ook waar Calpe ligt. In de luwte van de wintermaanden strijken ze neer aan de Costa Blanca om er te trainen. Waarom? We vragen het aan Luc Meersman, sportief directeur van Trek Factory Racing (de ploeg van onder andere Fabian Cancellara, Stijn Devolder, Fränk Schleck en Gert Steegmans).

Meersman: ‘er zijn veel redenen om in december naar Calpe te gaan om te fietsen. eerst en vooral het klimaat. in het najaar is het daar nog altijd 18 tot 20 graden. Op amper 1.600 kilometer van Brussel is dat een onschatbaar voordeel. Het zal er zelden regenen. Eigenlijk is het een microklimaat dat ideaal is voor wielrenners. Maar er is meer. De wegen waarop we fietsen zijn in uitstekende staat. Je kan kiezen tussen vlakke etappes, heuvelachtige etappes of zelfs een stukje bergrit. hoewel ik moet zeggen dat die bergcols niet volstaan om je op pakweg de Tour de France voor te bereiden. Maar voor een wintertraining is de regio rond Calpe ideaal.

Wat ons telkens opnieuw opvalt, is hoe gedisciplineerd automobilisten er zijn. Soms lijken ze me zelfs wat bang. Het is voor een wielrenner een goed gevoel te beseffen dat chauffeurs heel voorzichtig rijden. Voor wielertoeristen is het bovendien fijn als ze af en toe professionele wielerteams zien passeren. Zelf vinden wij het ook leuk om amateurs tegen te komen die onze passie voor het wielrennen delen.

Tot slot is de regio betaalbaar. We zouden ook kunnen gaan trainen rond Nice bijvoorbeeld, maar de hotels zijn er veel duurder dan aan de Costa Blanca. Voor de hoteliers in Calpe is het een goede aanvulling op hun zomerseizoen. Je mag niet vergeten dat wij daar met zo’n zestig mensen tien dagen lang logeren. Dat is goed voor de hoteluitbaters, maar ook voor ons omdat ze een zachte prijs maken. Alleen maar winnaars dus!

Tekst Thomas De Boever & Aart De Zitter - Foto's Thomas De Boever

Dit artikel is verschenen in januari 2016. Pasar ging twee keer fietsen in Spanje, de andere reportage vind je hier.