Beroemde fietser: Wouter De Boot
Dwars door Amerika fietste hij 6800 kilometer, van oost naar west. Daarna volgden 7000 kilometer met Dwars door Oceanië, een ruige tocht overgoten met onvergetelijke ontmoetingen. Enkele jaren later kiest hij voor Met de wind mee en trapt een maand lang, elke dag honderd kilometer. Wouter Deboot, presentator van bovenstaande reportages, arriveert dan ook op een fiets voor ons interview.
Waarom die passie voor fietsen?
Wouter: ‘Dat zit in mijn genen. Mijn vader is een zestiger en fietst nog drie keer per week. Mijn grootvader had veel talent op de fiets, maar zijn vader overleed vroeg en hij moest zijn droom opbergen. Ik hou van de beweging, de vrijheid, in open lucht zijn en toch snel genoeg vooruitgaan om op nieuwe plekken te komen. Het technische aspect spreekt me minder aan. Natuurlijk kan ik een lekke band repareren, maar op mijn tochten ben ik toch een paar keer bij een fietsenwinkel binnengestapt voor een nieuwe ketting en vooral nieuwe remblokjes. Dat was ook nodig, gezien ik over alle soorten asfalt-, grind-, zand-, betonwegen fietste.’
Je bent ook reportagemaker, het ging om meer dan fietsen.
Wouter: ‘Eigenlijk wilde ik RITCS doen, maar dat was een no go voor mijn ouders. Een diploma als regisseur zagen zij niet als een volwaardig diploma. Dus begon ik een opleiding communicatie, maar ik zat weinig in de les. Altijd weg, ergens op de fiets, of aan de babbel met iemand op café. Achteraf gezien heeft dat de basis gelegd voor mijn latere leven als reportagemaker: ik leerde praten met zowel een advocaat als een landloper. De menselijke geest, mensen überhaupt, hebben altijd al mijn interesse gehad. Omdat ik tijdens het weekend steevast ging fietsen en op maandag op kantoor van Iedereen Beroemd – waar ik ondertussen werkte – belandde met al mijn verhalen, stelde mijn hoofdredacteur voor om er reportages van de maken. En dus fietste ik van De Panne naar Kessenich. Van daaruit volgden de andere reportages.’
Hoe bereid je je fysiek voor?
Wouter: ‘Qua materiaal heb ik mijn sponsors, die weten wat ik nodig heb. Als ik aanvoel dat iemand enthousiast is over mijn doel, dan vertrouw ik hen. Fysiek moet je natuurlijk wat trainen: je fietst niet zomaar honderd kilometer per dag, door 40 graden hitte of bij min 32 graden in de kou. Mijn eerste fietstocht buiten Europa heeft me veel geleerd. Ik vertrok naar het hoge Noorden om het Noorderlicht te zien, in de winter dan nog. Fout. Te koud, mijn ketting liep vast, mijn camera’s werkten niet door de vriestemperaturen, ik kwam geen mens tegen en het was donker onderweg. De volgende tochten wist ik veel beter wat ik nodig had, welk materiaal, welke fiets, wanneer ik zou fietsen, … Dat je voldoende moet eten, drinken en rusten, dat wordt een tweede natuur. Ik heb nooit heel strak gestaan, maar had altijd al een basisconditie die natuurlijk door al dat fietsen steeds maar beter werd.’
Het is ook een mentaal verhaal.
Wouter: ‘In de eerste plaats zelfs. Als je niet goed in je vel zit, dan lukt het ook fysiek niet. In Kansas was er een etappe van meer dan 300 kilometer waar je geen mens, geen winkel tegenkwam. Het was er ook niet mooi en mijn gsm had er geen bereik. De woestenij, het niets... Als het dan niet goed zit, haal je dat niet. Ik had ook onderschat wat het betekende om zes, zeven gesprekken per dag te hebben. Mensen legden hun ziel aan me bloot en meer dan eens bleef dat ‘plakken’. Ik had ook geen sparring-partner aan wie ik dat kwijt kon. In Amerika zag ik collega Steven om de drie dagen, hij stuurde het filmmateriaal door naar de VRT, maar dat was niet genoeg denk ik. Zelfs vandaag spoken er nog steeds verhalen en mensen door mijn hoofd.’
Dus dat was misschien nog het belangrijkste van al: een sociaal verhaal.
Wouter: ‘Ik ben van nature zelf heel open en positief. Als je zo in het leven staat, kan je gesprekken ook makkelijker die kant op leiden. En inderdaad: onvoorstelbaar wat ik allemaal meemaakte. Het begon al bij een dame in Eeklo, aan wie ik vroeg om in haar tuin te slapen. Ze vertrouwde me voor geen haar, riep haar dochter en schoonzoon erbij en na wat overleg mocht ik binnen. Nu, dertien jaar later, ken ik die mensen nóg. Toen besefte ik dat zij met hun verhaal mijn wereld binnenkomen, maar ik ook de hunne. En dat heb ik talloze keren ervaren. De gastvrijheid van mensen is hartverwarmend. Hun verhalen zijn soms heel intiem, persoonlijk. In Australië sprak ik met een Aboriginal die zijn verhaal nooit aan een blanke man deed. In de Balkan was het soms met handen en voeten omdat mensen er geen Engels spreken, maar dan nog konden de jonge dertigers me raken met hun verhaal over de oorlog. Dat is daar zo vers. En zo kan ik blijven doorgaan...”
Wat deed het met je om al die mensen persoonlijk te leren kennen?
Wouter: ‘Het was hoe dan ook een enorme verrijking. Ook omgekeerd gebeurden er wonderlijke zaken. Een jonge man reed dezelfde tocht in Amerika die ik reed en ging op bezoek bij mensen die ook ik had bezocht. Hij stuurde me dan foto’s en updates. En zo zag ik dat Byron, die echt in the middle of nowhere woonde en een zware alcoholist was, zich herpakt had. Misschien wel omdat ik daar gepasseerd was en hij zichzelf op film had gezien, wie zal het zeggen? Misschien zette dat ook bij hen iets in gang?’
In Met de wind mee fietste je honderd kilometer per dag, zonder vooraf uitgestippeld plan. De ultieme vrijheid?
Wouter: ‘Na mijn avonturen in Amerika en Oceanië begon ik toch meer stil te staan bij mijn ecologische voetafdruk. Bovendien was ik ondertussen papa geworden. Een avontuur is volgens de Van Dale een onverwachte wending, daarvoor hoef je niet naar het andere eind van de wereld. Met de wind mee was daar echt het summum van: ik wist nooit waar ik de volgende dag zou uitkomen. Die maand door Europa toonde me meer dan ooit: je kan overal schoonheid zien. Langer aan een stuk in de bossen van Slovenië dan hier bij ons – er staan al na een half uur fietsen weer huizen langs de kant van de weg – maar toch. Stap op je fiets, trek eropuit, er is overal iets boeiends te beleven.’
Werk en vrije tijd lopen op die manier door elkaar heen. Hoe heb jij de tijd ervaren in de voorbije jaren?
Wouter: ‘Sinds ik terugkom van mijn reizen, moet ik wennen aan de snelheid hier. Het tempo ligt veel hoger, onze agenda zit altijd vol. Zondag is een rustdag, maar dan zie ik mensen met hun spedelec snel naar de tearoom fietsen om daar snel wat te drinken, en snel weer naar huis. We kunnen slecht onthaasten. Of loslaten. Alles wordt hier gemeten: je hartslag, de batterij op je fiets, je gemiddelde snelheid, … Snel en efficiënt. Daar heb ik wat last van. Ook van het gebrek aan echte ontmoetingen. Ik zie een generatie die liever tekstjes verstuurt dan te bellen of echt te praten. Mensen kunnen soms slecht luisteren, ze onderbreken de andere met hun eigen verhaal. Tijd maken voor elkaar, echt luisteren, non-verbale signalen oppikken, is zo waardevol. Daarom ben ik al vanaf september voor Iedereen Beroemd overal te lande te vinden zijn met een vuurkorf en een kopje koffie, om te luisteren naar mensen hun verhaal. Dát en fietsen, daaraan geef ik mijn tijd met plezier.’
Fietsen in extreme weersomstandigheden? Tips van Wouter
In de hitte
- In Australië deed ik een natte sok rond mijn drinkbus. De warmte trekt het vocht uit de sok en meteen ook de warmte uit je drinkbus. Het werkte. Bij echte hitte was het effect snel weg.
- Toen ik door de Outback fietste, reed ik ook altijd zo vroeg mogelijk. Tijdens de middag hield ik een siësta of probeerde ik bij mensen thuis te schuilen. Tegen vier uur kroop ik terug op de fiets.
- De laatste tip kreeg ik toen ik al een flink eind gefietst had. ‘Draag een licht hemd’. Je kan je kraag recht zetten waardoor je nek niet verbrandt en de wind krijgt onder je hemd veel meer vrij spel.
In de kou
- Op mijn tocht naar het Noorderlicht was het putje winter. Mijn schoenen waren net op maat. Ik had beter een maat of twee groter genomen, voor een betere bloedcirculatie. En je voeten koelen dan minder snel af.
- Laagjes! Het drielagensysteem: onderlijf, fleece, windjacket die transpireert. Zo kan het zweet naar buiten, anders koel je af door je eigen vocht.
- Investeer in goede handschoenen! Ik smeer mijn handen soms ook in met vaseline.